Na 42.189 meter in elkaar zakken en goud verspelen Uithuilen in de stal Bijzondere voorvallen in een eeuw Spelen Anky van Grunsven GO DINSDAG 16 JULI 1996 18 Het was maar een berichtje in de New York Times in augustus 1936. De leider van het olympische dorp in Berlijn heeft gisteren zelfmoord gepleegd. Kapitein Wolfgang Fürstner maakte een einde aan zijn leven, twee weken nadat hij had vernomen dat hij in het kader van de Neurenberger rassenwetten, die joden verbieden in openbare functies te zitten, na de spelen het leger moest verlaten. Het nieuws, toch een voorbode van wat de wereld aan verschrikkingen te wachten stond, was in de medailleregen van Berlijn snel vergeten. Een van de tragedies in honderd jaar Olympische Spelen. Gelukkig zijn er ook leukere voorvallen. Een bloemlezing. Eigen schuld I)e Italiaan Dorando Pietri stortte enkele meters voor de streep van de marathon van 1908 in Londen uitgeput in elkaar. Vlak voor de finishvlag zou hij nog worden gepassseerd door de Amerikaan John Ilayes. foto's archief C^PD In 1932 in Los Angeles kreeg Ralph Metcalfe (links) na de 100 meter slechts zilver, hoewel hij hel finishlinl als eerste had getoucheerd. Het goud ging naar Eddie Tolan (rechts), omdat hij de streep als eerste met de rug was gepasseerd. Dat was volgens de toen geldende reglementen doorslaggevend. De oudste olympische medaille winnaar?" Anthony Bijkerk, mede oprichter van het Sportmuseum in Lely stad en olympisch verzamelaar sinds 1960, aarzelt niet. „Dat is Anders Haugen. Vijftig jaar nadat hij bij de eerste winter spelen van de geschiedenis in Chamonix tot vierde bij het schansspringen was uit geroepen, ontving de Amerikaan Anders Haugen op 86-jarige leeftijd alsnog de bronzen plak waar hij recht op had." Dit dankzij Jacob Vaage, de Noorse direc teur van het Holmenkollmuseum in Oslo. die de officiële resultaten had nagerekend en aantoonde dat Haugen derde was met 17,916 punten tegen de Noor Thorleif Haug 17.821 punten. Haugs dochter, die de bronzen medaille - naast drie gouden - van haar vader had geërfd, was onmiddel lijk bereid de plak aan de rechtmatige ei genaar uit te reiken. Bijkerk, wiens complete olympische ver zameling in het sportmuseum te bewon deren valt, heeft geen moeite de bizarre voorvallen uit de olympische geschiede; nis uit zijn geheugen op te diepen. De ma: rathon van 1896. De Griek Velokas werd derde, maar zou na afloop ruiterlijk toege ven dat hij onderweg zo uitgeput was ge raakt dat hij zich een deel van het par koers per paard en wagen had laten ver voeren. De Grieken vonden dat zo gênant dat de zaak in de doofpot werd gedaan, zo dat in de oude winnaarslijsten Velokas toch staat vermeld als bronzen medaille- Eén been Ooit was er ook een olympische winnaar met maar één been. De Hongaar Oliver Hallassy kreeg op zijn elfde een verkeers ongeluk en verloor een been. Het belette hem niet om lange-afstand te gaan zwem men en in 1931 werd hij Europees kam pioen vrije slag op de 1500 meter. Water polo was echter zijn grote liefde. In 1928 tijdens de Spelen van Amsterdam keken de toeschouwers verbaasd toe hoe na af loop van de wedstrijden van het Hongaar se team een 19-jarige. éénbenige jonge man door zijn ploeggenoten uit het water moest worden getild. De Hongaren verlo ren in de finale verrassend van Duitsland, maar in twee daaropvolgende Spelen wa ren ze oppermachtig Tien jaar lang vorm de de eenbenige Hallassy het hart van het team. Olympische pechvogels zijn er genoeg. De Fransman Jules Noel voelde zich in 1932 in Los Angeles geen kerstkindje toen een gouden discusworp van hem werd afge keurd omdat de scheidsrechters op dat moment allemaal ademloos stonden te kijken naar het hoogspringen. Zijn gou den worp werd niet erkend en Noel zou zijn leven lang bitter blijven terugblikken naar het hem aangedane onrecht. In 1912 stond de zwarte Amerikaan Ho ward Drew in de finale van de 100 meter, maar verscheen niet aan de start. De vijf blanke Amerikanen in die eindstrijd von den het beter de medailles 'onder ons' te houden en sloten Drew vlak voor de start op in de kleedkamer. De atleet Ralph Metcalfe was in de jaren dertig een modelatleet met de bijnaam de 'Middernachtexpress'. In 1932 in Los An geles was hij huizenhoog favoriet op de 100 meter en beroerde het finishlint inder daad met de borst als eerste. Helaas kreeg hij slechts zilver omdat Eddie Tolan de fi nish als eerste met de rug was gepasseerd en dat was volgens de toen geldende regle menten doorslaggevend. in Parijs ergerde Myer Prinstein zich kleu renblind toen de finale van het versprin gen, waarin de Amerikaan kanshebber was, plotseling van de zaterdag naar de zondag werd verschoven. Hij trok zich mokkend terug. De organisatie had mede lijden en kende Prinstein vanwege zijn 7.50 meter-sprong in de voorronden, de verste van het hele toernooi, alsnog een zilveren medaille toe. Persoonlijke tragedies zijn er door de olympische geschiedenis ruimschoots ge weest. De meeste op de marathon. Een aangrijpende was natuurlijk de barre fi nish van de Italiaan Dorando Pietri, die letterlijk in 1908 in Londen in het zicht van de haven volkomen uitgeput neerstortte. Enkele meters voor de finishvlag werd hij nog gepassseerd door de Amerikaan John Hayes. In Tokio in 1964 verscheen de Japanner Kokichi Tsuburaya aan de start met maar één droom: voor eigen publiek winnen. Het ging hem goed, aanvankelijk. Hij kon aanhaken bij het Ethiopische loopwonder Abebe Bikila, winnaar vier jaar eerder al in Rome, maar halverwege verhoogde Bi kila moeiteloos het tempo en liep onbe dreigd naar de finish. Tsuburaya bereikte nog wel als tweede het stadion, maar werd daar nog gepasseerd door de Brit Heatley. De gebroken Japanner zwoer over vier jaar in Mexico revanche te nemen. Hij schroefde zijn toch al onmenselijke trai ningschema nog verder op, liep wekelijks 300 km en kreeg in 1967 de rekening gepre senteerd, een zware achillespeesonste- king. Tegen de waarschuwingen van de artsen in liep hij toch verder tot hij ineen stortte. Na twee operaties hervatte hij het einde van dat jaar de training, maar besef te al gauw dat hij nooit meer zijn vroegere Er zijn in tegenstelling tot, sprinter Drew trouwens atleten geweest die door eigen schuld de finales niet haalden. De Surina mer Siegfied Esajas was in 1960 in Rome vlak voor zijn kwartfinale op de 800 meter in de kleedkamer even op een bank gaan liggen om zich voor te bereiden in alle rust. Helaas viel hij in slaap en zijn start plaats bleef leeg. Er zijn sporters geweest die vanwege hun geloofsovertuiging finales misten. In 1900 De rust van de weilanden bedriegt. Op het erf regeert de mobiele tele foon. „Met Anky, nee. ja, morgen vier uur, goed, houdoe." De telefoonge sprekken zijn kort, want talrijk. „Nu begrijp je dat ik er tot half drie voor niemand ben." Elke dag van acht uur 's ochtends tot half drie 's middags rijdt Anky van Grunsven paard. Onafgebro ken en in alle stilte. Rusten of lunchen doet ze niet. „Mijn moeder brengt bo terhammen. die eet ik op het paard op." Opnieuw de telefoon. „Sorry voor de onderbrekingen." Moeiteloos pakt de Brabantse de draad van haar verhaal op. Ze vertelt over de paarden die elke dag weer anders maken omdat geen en kel paard hetzelfde is. Over hun karak ters die zo verschillen dat ze wel vier honderd jaar oud moet worden wil ze de dieren echt helemaal leren kennen. „Met elk paard werk je naar een ander doel toe." Over de ijverige, super-intelli gente maar niet bijster sociale Bonfire, waarmee ze in Atlanta zal aantreden. Over haar eerste Grand Prix-paard Prisco die nu bij haar schoonzus in de wei graast. „Het heeft me veel moeite gekost, maar daar heeft hij een goeie oude dag. Ik bezoek hem een paar keer per week." Het lijken wel mensen. „Inderdaad, al leen werk ik liever met paarden want die zijn gemakkelijker. Ze zeggen niets te rug." Schaterlach over het erf. Eigenlijk wil ze paarden en mensen niet teveel met elkaar vergelijken, maar ongewild gebeurt het toch. Haar voorkeur bij voorbeeld voor hengsten en ruinen. „Merries zijn van die kriegels. Een hengst die vervelend doet houdt ten minste op als je aangeeft dat je er ge noeg van hebt. maar een merrie blijft uitproberen. Dat kriegelige zie je bij vrouwen ook terug. In het algemeen dan hè, want er zijn zoveel uitzonderingen." Ze praat met ze. Knuffelt ze. Vindt er rust en troost. „Ik huil eerder uit bij de paarden dan bij een goede vriendin. Wat heb je er nu aan om andere mensen met je problemen op te zadelen? Je moet ze toch zelf oplossen. Met vrienden deel ik liever leuke dingen." Een man in overall heeft een vraag, een leerlinge maakt een nieuwe lesafspraak, de telefoon gaat," de stalmeid krijgt een opdracht. Op het erf ronkt de wijnrode Porsche van trainer en levenspartner Sjef Janssen die in de golfsport een nieuwe obsessie heeft gevonden. Blaf fende honden schieten de weg op. de stofwolk achterna. „Boesj! Kom hier!" De taken zijn strikt verdeeld. „We heb ben elk onze eigen paarden en klanten. Ik hou ervan financieel onafhankelijk te zijn. Ik run dit bedrijf en doe de was. Sjef traint mij en kookt, want ik kan nog geen ei bakken." In het begin was het niet eenvoudig getraind te worden door haar liefde. „Als ik dan werd afgeblaft tijdens de training dan vatte ik dat per soonlijk op. Nu kan ik privé en werk goed scheiden." Ze is secuur, althans met paarden. Dat moet ook wel, anders zou ze nooit goed dressuur kunnen rijden. „Als springrui ter heb je weer meer lef nodig. Ik spring ook wel. maar niet over die grote hoog ten. Neu, ik kijk wel uit." In de dressuur- sport komen in verhouding veel vrou wen voor. „En homo's. Die hebben meer oog voor detail denk ik. zijn meer se cuur. Maar de trainers zijn juist weer 'echte' mannen. Die zijn harder, moeten ontzag hebben. Ik ken ook geen enkele vrouwelijke trainer op hoog niveau." Een goed paard is liefde op het eerste gezicht voor Van Grunsven. „Als ik een paard zie moet het de eerste seconde raak zijn. Wat dan telt Ja, jeetje, dat weet je bij mensen toch meestal ook niet? Ik denk de uitdrukking van het dier. het hoofd, maar ook de manier waarop-ie beweegt." Ze hoeft zichzelf weinig te ontzeggen voor de topsport. Ze rookt - „dit is de eerste pas van vandaag" - drinkt soms en feest wanneer ze daar zin in heeft. Over de toekomst denkt ze zelden na. Atlanta is voorlopig de einder. Neder land heeft haar al met goud behangen. „Vreselijk ja. Ik ga gewoon voor een me daille. De kleur zie ik wel. Er zijn altijd onzekere factoren. Het klimaat daar is heel anders. Ben ik in vorm, is Bonfire fit Het is typisch Nederlands om halle- luhja te roepen als je aan de top staat. Ben je een keer tweede, dan wordt dat negatief uitgelegd. Het laatste resultaat telt hier, ongeacht je staat van dienst. Nee, Nederland is niet zuinig op haar toppers, ze worden snel vergeten." Ze haalt de schouders op. De telefoon gaat. „Sorry, ik moet nu naar een héél belangrijke vergadering in Nuland." Monique de Knegt Anky van Grunsven en Bonfire. In Atlanta opnieuw een gouden koppel? foto Paul Vreeker/ANP vorm zou hervinden. Op 8 januari van hel olympische jaar 1968 vond men Kokichi Tsuburaya met doorgsneden polsen in de trainingshal van Osaka. Weinig De zege van de Brit Wyndhgam Halswelle in 1908 op de 400 meter had weinig met wilskracht te maken, want hij liep de fi nale alleen. De voorronden had de Brit in de nieuwe recordtijd van 48,4 gewonnen en de drie Amerikanen die zich ook voor de eindstrijd hadden geplaatst, vreesden zijn snelheid. Er werd toen nog niet in ver schillende banen gelopen en de Amerika nen besloten Halswelle stevig aan te pak ken. Ze dienden hem onophoudelijk enor me elleboogstoten toe. De jury annuleer de de race en besloot de finale in geschei den banen opnieuw te laten lopen. De win naar van de eerste race, de Amerikaan Carpenter werd als hoofdschuldige aange wezen en mocht niet meer meedoen. De andere Amerikanen verklaarden zich soli dair en Halswelle liep vervolgens op zijn gemak in zijn eentje in 50 seconden naar het hem toekomende goud. De fraaiste diskwalificatie uit de olympi sche geschiedenis was die van de Russi sche moderne vijfkamper Boris Onischt- schenko, een majoor in het Russische le ger die in 1968 en in 1972 al zilver had ge wonnen en droomde van een gouden me daille in het indivuele klassement in de Spelen van Montreal in 1976. Hij nam op zijn weg naar triomf geen ri sico, vooral niet op het onderdeel scher men. Prepareerde zijn degen zo ingenieus dat ook zonder een treffer het lichtje kon gaan branden. Helaas, hij viel door de mand dankzij de oplettendheid van con current Jeremy Fox. In het handvat van de Rus ontdekte men een knopje waar mee hij een treffer kon simuleren. De Ita liaanse wapenexpert Malacarne, scheids rechter bij het schermen, onderzocht het wapen en kwalificeerde het als een tech nisch meesterstukje van handenarbeid. Onischtschenko werd het olympisch dorp uitgejaagd, hij verloor zijn rang van ma joor en kreeg in de Oekraïne een baanje als hulpbadmeester in een zwembad. Muts In 1948 in Londen verscheen de Zweedse ruiterequipe met onder anderen de offi cier Gehnall Persson. De equipe won goud, maar werd gediskwalificeerd. Pers son bleek achteraf niet startgerechtigd omdat hij slechts de rang van onderoffi cier bekleedde en alleen voor de Spelen tijdelijk bevorderd was geweest tot offi cier. Pech voor de Zweden was dat een Fransman, die vertrouwd was met de Zweedse rangtekenen, had opgemerkt dat Persson een onderofficiersmuts had gedragen in het olympisch dorp. Het pro test werd toegewezen, maar het IOC schafte meteen de officiersregel bij de paardensport af. Als onderofficier won Persson vervolgens op twee daaropvol gende Spelen nog twee maal een gouden medaille. Bewonderend De eerste bezoeker van die dag arriveert in het Sportmuseum. Kijkt bewonderend naar de foto's van de helden en heldinnen van vroeger. Olympisch verzamelaar Bij kerk maakt een achteloos handgebaar Hij zou nog uren door kunnen gaan. Het boksschandaal van Seoel waar Koreaan se officials op de vuist gingen met de ring- rechter nadat de 19-jarige Jong-Il Byun tot verliezer was verklaard. Het schrijnen de beeld van de bokser zelf die uit protest in de ring bleef zitten, 67 minuten lang, ook nadat het licht was uitgedaan. Het hoongelach tenslotte dat de Ameri kaan Thomas Burke ten deel viel toen hij in 1896 in Athene op de 100 meter zich niet zoals de anderen voorover boog. maar de vandaag de dag gebruikelijke geknielde starthouding aannam Burke lachte ech ter het laatst, hij won de 100 meter op z'n sloffen... Pim Stoel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 18