Jackie, de koningin van Amerika
Van pinkster geest tot pinksterbeweging
El2p 555
IRT: Van Thijn
gaat ver in steun
aan Nordholt
HELP DE SLACHTOFFERS NU
opinie en achtergrond
Weduwe president John F. Kennedy en scheepsmagnaat Onassis was een symbool
van onze correspondent
in Washington
Hans de Bruijn
Nadat Jacqueline Kennedy
bij haar eerste reis naar
Frankrijk als First Lady in april
1961 een bezoek had gebracht
aan het paleis van Versailles,
verzuchtte de krant France
Soir: 'Versailles heeft eindelijk
weer een koningin'. De kersver
se presidentsvrouw werd door
de Fransen ook onthaald als een
vorstin. Toen John F. Kennedy-
die dag zijn eerste persconfe
rentie in Parijs gaf, begon hij
met zich voor te stellen als 'de
man die Jacqueline Kennedy
naar Parijs vergezelt'. De Fran
sen en Amerikanen smulden er-
Het waren voorvallen die in de
drie jaar daarna nog talloze ma
len zijn herhaald. Waar de Ken
nedy's ook samen kwamen, Jac
queline stal de show. Voor de
Amerikanen die, gezien hun gro
te belangstelling voor Europa's
koningshuizen zelf 'royalty' no
de lijken te missen, kwam de
Kennedy-dynastie nog het
dichtst in de buurt daarvan. En
de bewoonster van het Witte
Huis paste daar perfect bij. Zij
had stijl, schoonheid, glamour.
Geen presidentsvrouw voor
haar, en geen enkele na haar,
had de wereld ooit zo aan haar
voeten liggen.
Maar weinige First Ladies zijn zo
populair geweest. Tot aan haar
dood gisteren als 64-jarige (door
kanker aan het lymfenstelsel)
volgde heel Amerika haar han
del en wandel, ook al had zij zich
al vele jaren uit het publieke le
ven teruggetrokken. Toen de
eerste berichten van haar ziekte
bekend werden, werd zij over
stroomd met blijken van mede
leven, Elke stap die zij buiten
haar appartement in New York
zette werd nog steeds door de
boulevardpers gevolgd, hoewel
zij er alles aan deed om waar mo
gelijk incognito te blijven.
Verschillen
Nu Amerika eraan gewend is ge
raakt dat presidentsvrouwen
ook een politieke rol spelen,
wordt duidelijk hoezeer Jackie
Kennedy daarin van haar op:
volgsters verschilde. Zij was to
taal niet politiek actief. Toen
haar kort na John Kennedy's
beëdiging in januari 1961 ge
vraagd werd wat zij graag wilde
doen, was haar antwoord: „Zo
min mogelijk. Ik ben een moe
der. Ik ben een echtgenote. Maar
ik ben geen politieke functiona
ris".
Het is veelzeggend dat in alle
boeken over de Kennedy's Jac
kie er maar bekaaid van afkomt.
Er worden meer foto's dan tekst
aan haar gewijd. Toch heeft zij
het 'ambt' van presidents-
vrouwe een ander aanzicht gege
ven.
De als Jacqueline Lee Bouvier
geboren dochter van een aande-
lenmakelaar uit Southampton
op Long Island bij New York
bracht cultuur in het tot dan uit
sluitend door mannen in grijze
pakken gedomineerde saaie
Witte Huis.
Zij had gestudeerd aan presti
gieuze universiteiten als Vassar,
Georgetown en de Parijse Sor-
bonne en had een graad in Fran
se literatuur. Zij leerde piano
spelen, en nodigde kunstenaars
als de cellist Pablo Casals, de
pianist Igor Stravinsky en de
balletdanser George Balan-
chine uit op het Witte Huis. The
New York Times noemde haar
'uitstekend gekwalificeerd voor
de rol van onofficiële minister
van cultuur'.
Zij sprak vloeiend Frans,
Spaans en Italiaans, wat in
Amerika zeer ongebruikelijk is.
Zij maakte zich verdienstelijk
door het stoffige Witte Huis aan
een drastische restauratie te on
derwerpen, waar alle 'First Fa
milies' na haai- van geprofiteerd
hebben. Ook richtte zij een spe
ciale geschiedkundige vereni
ging voor het Witte Huis op.
Maai- het duurde niet lang of rod
delverhalen begonnen op te dui
ken, over haar gedrag en over
het presidentiele huwelijk.
Onassis
Jackie hield er een extravagante
levensstijl op na die de sobere
John maar matig waardeerde.
Haar publieke optreden waren
een permamente modeshow,
vooral van de creaties van haar
lievelingsontwerper Hubert de
Givenchy. De president werd
woedend toen hij een rekening
van één maand boodschappen
vond: voor 40.000 dollar aan kle
ren en make-up. Hij vond het
maar niks dat zij door bezoeken
de premiers en staatshoofden
werd overladen met dure ca
deaus. De Saoedische koning
schonk haar drie paarden. Bij
hun bezoek aan Parijs gingen
twee vrachtwagens vol kleding
mee. Zij stuurde weken tevoren
een haarlok op naar Wenen, zo
dat een kapper zich kon voorbe
reiden op de behandeling van
haar coiffure.
In Frankrijk werd zij al gauw la
femme enfant genoemd, de kind
vrouw, en niet alleen om haar
jeugd (zij was pas 30 toen zij pre
sidentsvrouw werd). Achter
haar rug om bleek John F. er de
nodige scharrels op na te hou
den. Hun in 1953 gesloten huwe
lijk was minder goed dan vaak is
gedacht. Geen First Lady is zo
vaak alleen op reis naar het bui
tenland geweest als zij. Maar als
zij al wist van al zijn avontuur
tjes, dan hield zij dat verborgen.
En in die tijd zwegen de media
nog decent over slippertjes van
de president.
Jackie op 20 januari 1961, met haar toenmalige echtgenoot president John F. Kennedy.
Het eerste drama in Jackies le
ven sloeg toe in de zomer van
1962, toen zij te vroeg beviel van
hun derde kind Patrick. Het jon
getje leefde maar twee dagen.
Om bij te komen stuurde John
Kennedy haar met hun andere
twee kinderen, John jr. en Caro
line, weg voor een vakantie op
het jacht van een vriend, de
Griekse reder Aristoteles Onas
sis. Er groeide een diepe vriend
schap tussen de twee uit voort.
Drie maanden later sloeg het
noodlot weer toe, toen in Dallas
kogels een eind aan John F.
Kennedy's leven maakten.
Wie herinnert zich niet de beel
den van Jackie Kennedy, die
zich over haar zojuist in het
hoofd getroffen man buigt, de
bloedspatten op haar roze man
telpakje. Haar waardigheid tij
dens die droeve dagen maakte
wereldwijd grote indruk. De we
reld rouwde mee met Jackie, die
zich na de begrafenis in Was
hington volledig uit het pu
blieke leven terugtrok.
Haar huwelijk in 1968 met de al
bejaarde Onassis was voor ieder
een een verrassing, voor sommi
gen een schok. „Jackie, hoe kon
je?" luidde een vette kop in een
krant. Het huwelijk duurde ze
ven jaar, en was dagelijks voer
voor de sensatiepers. In 1975 be
sloten de twee echter uit elkaar
te gaan.
Hun relatie was al jaren zo
slecht, dat telkens als Onassis
op het vliegtuig naar Amerika
stapte, Jackie ervoor zorgde dat
zij toevallig net naar Europa on
derweg was. De verbitterde On
assis liet haar bij zijn dood
slechts 120.000 dollar na, maar
Jackie vocht dat voor de rechter
aan. Uiteindelijk moest Onassis'
dochter Christina aan Jackie de
lieve som van 26 miljoen dollar
betalen. Daarvan leed zij sinds
1975 een aangenaam leven in
New York.
Zij meed de publiciteit, maar
ging wel werken als redactrice
voor de uitgeverij Doubleday. In
die functie wist zij zanger Mi
chael Jackson over te halen tot
het schrijven van zijn memoires
'Moonwalker'. Zij leefde terug
getrokken in haar appartement
op Fifth Avenue, tegenover het
Metropolitan Museum. De laat
ste tijd werd zij vaak gezien in
het gezelschap van de Newyork-
se diamantair Maurice Tempel
man. Er gingen zelfs geruchten
over een nieuw huwelijk, maar
haar ziekte - die zich in januari
openbaarde - zou dat hebben
verhinderd.
door T. Rinkema
Morgen en overmorgen is
het Pinksteren. En dat be
tekent in elk geval een lang vrij
weekend. We danken dat overi
gens aan een christelijk feest,
waarvan velen de zin en beteke
nis nauwelijks kennen. Pinkste
ren is wel het minst verstane
van de christelijke feesten.
Want ook zij, die het verband
met de uitstorting van de Hei
lige Geest over de gemeente in
Jeruzalem (het verhaal uit Han
delingen 2) wel kennen, weten
daarmee weinig te beginnen.
Misschien zegt dat minder over
de gebeurtenis zelf dan over ons,
mensen met een rationeel geor
dend denk- en leefpatroon,
waarin bijzondere ervaringen
maar slecht passen. Want dat is
zeker: de vervulling met Gods
Geest speelde in de vroege chris
tengemeenten een belangrijke
rol. Dat blijkt uit de brieven van
de apostelen aan deze gemeen
ten. Men heeft zich erdoor be
zield gevoeld, er bemoediging
aan ontleend en zich erin de pro
blemen van het bestaan door ge
leid geweten. In de loop der tijd
werd dat anders. Onze omstan
digheden zijn andere, onze inspi
ratie zoeken we elders.
Toch waren en zijn er in de loop
der eeuwen en ook in onze tijd
altijd mensen, die zich door dat
Pinkstergebeuren, hoe vreemd
ook voor ons, lieten bezielen.
Het opmerkelijkst is misschien
wel dat hun aantal juist in onze
tijd sterk groeit. Want kerk en
christelijk geloof mogen dan in
ons deel van de wereld in beteke
nis afnemen, elders daarentegen
is sprake van aanzienlijke toe
name. Dat is in het bijzonder het
geval bij de kerken, die zich naar
Pinksteren noemen: Pinksterge
meente, charismatische christe
nen, niet-blanke kerken in de
derde wereld.
We spreken dan, om een cijfer te
noemen, over zo'n 392 miljoen
gemeenteleden in 1991 en een
jaarlijkse aanwas van 19 miljoen
mensen. Dat betreft sterk uit
eenlopende kerken en gemeen
schappen. Het gaat vooral om
een wijze van beleven, vaak ge
kenmerkt door enthousiasme en
betrokkenheid, door deelname
van alle aanwezigen aan de ere
dienst, door aansprekende en
daarom wervende samenkom
sten. De bezieling blijkt, letter
lijk en figuurlijk, tot beweging te
leiden. Van Pinkstergeest tot
Pinksterbeweging.
Geboorte-uur
Het Pinkstergebeuren, zoals be
schreven in het bijbelboek Han
delingen 2 wordt wel het geboor
teuur van de kerk genoemd. Wat
Jezus in heel zijn doen en laten
bewoog, maakt zich nu meester
van zijn volgelingen. In zijn
geest zullen ze voortaan leven.
Pinksterbeweging en kerk grij
pen hier ineen. Maar in de loop
der geschiedenis gaan ze zich
meer en meer van elkaar onder
scheiden. De kerk kreeg deel aan
de wereld van het Griekse, ratio
nele denken. Haar structuur en
denkpatroon werden in toene
mende mate ontleend aan de
cultuur waarbinnen ze functio
neerde. Dat kon ook nauwelijks
anders, maar het betekende wel
een zekere verwijdering van de
oorspronkelijke, vreemde bezie
ling. Ze werd onvermijdelijk
(niet alléén, maai-) óok een insti
tuut. Met leeruitspraken, met
ambtelijke structuur, met vaste
liturgische ordening.
Darmee heeft de kerk steeds
weer, in zichzelf maar ook naast
en zelfs tegenóver zich. aanlei
ding gegeven tot dat andere: de
beweging, waarin de Geest van
band. Het mag niet alles bij het
oude blijven. Waar blijven we
zonder bezieling?
Dr. J. J. Suurmond, in de jaren
'70 pinkstervoorganger hier in
Zeeland en thans predikant van
de hervormde gemeente te
Vlaardingen, schreef over de ver
houding van kerk en pinksterbe
weging een belangwekkend
boek: Het spel van Woord en
Geest; aanzet tot een charisma
tische theologie (1994, ui tg. ten
Have). De charismatische vie
ring in de Pinksterbeweging
wordt gekenmerkt door onder
andere een minder vastgelegde
en daarom makkelijk toeganke
lijke vorm, een maximale deel
name van iedereen en door een
ping. Daarbij wordt dit jaar de
suggestie gedaan stil te staan bij
het oecumenisch decennium
Kerken solidair met Vrouwen:
omdat we ons maar al te weinig
realiseren, hoe vrouwen op bij
zondere wijze betrokken zijn bij
het onheil dat ons leven en deze
wereld treft.
Pinksteren, het minst verstane
van de christelijke feesten. De
betekenis ervan laat zich ook
niet definiëren. Stel je voor,
daarmee zou de bewéging ook
voor altijd vastgelegd zijn! Maar
hoe mensen 't ook ervaren, het
gaat in elk geval om een gewel
dige vernieuwing en bevrijding.
RWANDA
BLOEDT
In dexo actie werken samen:
Artsen zonder Grenzen, Memisa, Mensen in Nood, Nederlandse Rode Kruis,
Novib, Stichting Oecumenische Hulp, 5tichting Vluchteling, Tearfund,
Torre des Hommes, Unicef Nederland
Pinksteren, de bezieling van
eens duidelijker herkenbaar
was. Het anders-zijn dan wat de
maatschappij verwachtte, de ge
richtheid op Gods Rijk, de crea
tiviteit in het zoeken van nieuwe
wegen, dat alles en meer nog was
daarbij in het geding. Zoiets als
een aparte Pinkster-bewéging.
We moeten de Pinksterbewe
ging niet idealiseren. Juist het
spontane enthousiasme, het
achterblijven van leer en duide
lijke structuur maken haar
kwetsbaar. Ze is niet zelden af
gegleden naar traditionele ge-
voelsvroomheid en zelfs naar
fundamentalisme. Wanneer de
bezieling vrijwel uitsluitend
naar binnen gericht werd, ver
loor ze licht haar revolutionaire
gloed.
Dat is zeker niet typerend voor
de héle Pinksterbeweging.
Frank Chikane bijvoorbeeld,
predikant in de Pinksterbewe
ging in Zuid-Afrika en als zoda
nig secretaris van de Zuidafri-
kaanse Raad van Kerken, was
fervent strijder tegen de apart
heid. En de opwekkingscampag
nes in het Noord-Amerika van
de 19e eeuw vormden met hun
Pinksterinspiratie een stuwen
de kracht achter acties voor af
schaffing van de slavernij en
voor emancipatie van de vrouw.
Pinksterkerken participeren dy
namische in de Wereldraad van
Kerken.
Onlmoetingen
Zo komen er, niet alleen daar
maar ook elders, in onze tijd
weer intensieve ontmoetingen
tussen Pinksterbeweging en
kerken. Dat is over en weer be
vruchtend. We leren beter ver
staan wat de uitstorting van de
Geest betekenen kan voor men
sen persoonlijk en in wereld ver
ervaren van geest en lichaam als
één geheel.
Dat alles samen geeft er een
speels karakter aan, wat wel de
belangrijkste bijdrage is van de
ze beweging. Zou het spél niet
wezenlijker zijn voor onze huma
niteit dan de vaak dodelijke
ernst van ons maatschappelijk
en ook kerkelijk bestel? Huizin-
ga wees er al op, dat niet alleen
het denken en maken, maar
vooral ook het spelen (homo lu-
densl een mens tot mens maakt.
Daar ontspringt onze creativi
teit. Suurmond benadrukt, hoe
dat speelse karakter, meer dan
we vaak beseffen, eigen is aan
het christelijke geloof. Juist
daarin doorbreekt het de angst,
die ons steeds maar weer leidt
tot zelfrechtvaardiging en zelf
verdediging, tot dat alles dat ons
bestaan zo'n grauw en vaak
grimmig karakter geeft. Meer
dan de dodelijke ernst is het de
humor (de Joodse gein!), die 't
mensen mogelijk maakt door re
lativering om te gaan met de on
gerijmdheden, ja, onmogelijkhe
den van het bestaan.
Het Pinksterverhaal laat allerlei
mensen, ieder in de eigen taal,
van Gods grote daden spreken.
Toch, op de een of andere ma
nier, verstaan ze elkaar. Er is dus
zoeits als eenheid in verschei
denheid. Als God mensen in be
weging brengt, betekent dat ook
dat we niet langer tegenóver el
kaar, maar naast elkaar staan.
Bezield worden we door wat sa
menbindt, niet door wat scheidt.
Geïnspireerd tot een, niet zelden
onverwachte, vernieuwing.
De Raad van Kerken roept daar
om op tot een gebedsdienst of
wake in verband met Pinksteren
met het oog op gerechtigheid,
vrede en heelheid van de schep-
door Hans Leber
De georganiseerde mis
daad in de driehoek
Amsterdam-Utrecht-Haar
lem wordt voortaan niet
door één, maar door twee
IRT-achtige recherche-or
ganisaties bestreden. Elk
team krijgt een eigen poli-
tiebaas en valt onder een ei
gen hoofdofficier van justi
tie die de opsporingslakens
uitdeelt. De schade die was
aangericht door de bestuur
lijke ruzies rond het interre
gionaal rechercheteam
Noord-Holland/Utrecht is
daarmee door de politiemi
nisters Van Thijn (binnen
landse zaken) en Hirsch Bal-
lin (justitie) 'geformali
seerd'. Moeilijk dus, waar
het makkelijker had ge
kund.
Wat was bedoeld als afkoe-
lingsmodel - het tijdelijk
splitsen van het oude IRT -
wordt nu voor de langere ter
mijn vastgelegd. Terwijl de
commissie-Wierenga nog
concludeerde dat daadwer
kelijke samenwerking in de
bedoelde regio voor de toe
komst onontbeerlijk was en
de scheiding slechts tijdelijk
moest blijven, wordt op
nieuw duidelijk dat binnen
de top van politie en justitie
in Nederland een ernstige
crisis bestaat.
Ter illustratie: de Haarlemse
korpschef Straver stelt zelfs
dat de zeggenschap van Ne
derlands belangrijkste poli-
tiebaas (Nordholt) over een
nieuw IRT voor de hele regio
„een schoffering" (beschadi
ging) van de andere korp
schefs zou inhouden.
Brief
Stravers opmerking volgde
op onduidelijkheid over een
gezamenlijke brief van de
ministers. De kwaliteit van
die brief werd bepaald door
de vertroebelde relatie tus
sen de beide bewindslieden.
Van Thijn vond Hirsch Bal-
lin te hard in zijn oordeel je
gens de Amsterdamse poli
tietop die (volgens het rap-
port-Wierenga) het IRT on
nodig ophief. Hirsch Ballin
vindt dat Van Thijn eigenge
reid de commissaris steunde
die hij als burgemeester van
Amsterdam jarenlang zijn
gang liet gaan. Van Thijn en
Hirsch Ballin spreken elkaar
nauwelijks meer. Alleen over
de hoogstnoodzakelijke on
derwerpen wisselen zij nog
koeltjes van gedachten.
Geen gunstige omstandig
heid voor bewindslieden die
samen het politiebeleid in
Nederland moeten bepalen,
of het kabinet nu demissio
nair is of niet.
Ook binnen de politietop
zijn personen dusdanig ge
brouilleerd dat samenwer
king onmogelijk is. De c
merking van Straver zaait
twijfel over de „duidelijke in
druk" van de minister van
binnenlandse zaken als zou
den de korpschefs Nordholt
(Amsterdam) en Wiara
(Utrecht) weer met elkaar
kunnen en willen samenwer
ken.
Rust niet terug
Het beeld ontstaat dat Nord-
holts glanzende politiecar-
rière door de IRT-affaire ern
stig is beschadigd en dat aan
zijn vooroplopende, rich-
tingbepalende functie bin
nen de Nederlandse politie
een einde is gekomen. Als
leidinggevende wordt hij
door zijn collega's van omlig
gende regiokorpsen in elk
geval niet meer geduld.
Stravers zware uitspraak is
door hem zeker niet zomaar
gedaan; de Haarlemse
korpschef geldt niet alleen
als een inhoudelijk man,
maar was tot voor kort z
een persoonlijke vriend van
Nordholt, met wie hij school
maakte binnen de Neder
landse politie.
Al met al is sinds het begin
van de IRT-affaire in decem
ber 1993 de rust in de rand
stedelijke misdaadbestrij
ding nog niet teruggekeerd
Na enkele maanden
diostilte' die de hoofdbe
trokkenen voor de buiten
wacht in acht namen, barst
het relationele tumult weer
in volle hevigheid los, tot de
ministers aan toe. De prijs
die Van Thijn bereid is te be
talen voor het steunen van
zijn voormalige korpschef is
hoog.
De uitstorting van de Heilige Geest. Schilderij van El Greco dat het
pinksterevangelie artistiek een bredere betekenis geeft: tongen
van vuur boven de hoofden van de gelovigen met Maria in het mid
den. Del Prado-museum Madrid.
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
Hoofdredactie: M. P. Dieleman, algemeen hoofdredacteur;
C. van der Maas, hoofdredacteur commentaar;
A. L. Oosthoek, adjunct-hoofdredacteur.
Eindredactie: K. Cijsouw en J. D. van Scheijen.
Bureauredactie provincie: N. T. T. Banh, M. E. Ernens-Abrahamse;
B. Goudswaard; P. C. de Jonge; S. C. Osman;
M. T. O. van der Vleuten; I. D. A. M. Russel; J. P. van de Sande;
J. P. Verbeek.
Redactie binnen- en buitenland: M. S. van Reems (chef);
G. J. Kers, J. P. H Noot; C. J. Schets; W. P. Staat.
Sportredactie: R. Thannhauser (chef); J. F. D. Bakker;
E. L. Ramakers; T. J. van den Velde; K. L. de Vries.
Redactie bijlagen: A. L, Kroon (chef); J. van Damme;
F. P. J. Doeleman; J. A. M. Tabbers; A. Zevenbergen.
Vormgeving: A. A. Adriaanse; N. Geelhoed; A. F, Schreurs;
W. M. J. Verstuyf.
Systeembeheer: C. W. M. Keuning.
Nieuwsdienst: M. Antonisse (chef).
Algemeen verslaggevers (Vlissingen): W. A. Bareman;
J. C. M. Cats; W. J. van Dam; A. M. van der Jagt; B. Jansen
(plv. chef nieuwsdienst); H. O. Postma; E. J. Rozendaal;
M. J. Schrier; A. J. Snel; H. van der Werf; M. van Zuilen (Den Haag).
Regio Bevelanden/Noord-Zeeland: F. B. Balkenende (chef);
M. van Barneveld; I. M. Dekker; M. A. de Jongh; A.W.C. Mullink;
M. E. Woudenberg.
Regio Walcheren (Vlissingen): A. A. van der Sluis (chef);
R. Bosboom; Y. Hoekstra; N. J. C. Kluijtmans;
C. M. J. Sondervan (ondernemend Zeeland).
Regio Zeeuwsch-Vlaanderen (Terneuzen):
C A. M. van Gremberghe (chef); P. I. F. M. Cappetti, J J. Heijt;
R. E. A. Hoonhorst; M. Modde.
Correspondenten Geassocieerde Persdiensten (GPD):
A. Knol (Brussel); P. de Vries (Brussel);
H. B. Hoogendijk (Berlijn); J. W. M. Gertsen (Parijs);
C. van Zweeden (Londen); A. Bloemendaal (Te' Aviv);
E. J. A. van der Linden (Rome); S. van Rijn (Willemstad);
J. A. Geleijnse (Moskou); D. R. M. de Wit (Madrid);
W. Bunschoten (Paramaribo); J. A. M. de Bruijn (Washington);
F. J. M. van der Houdt (Nairobi); F. Hellinga (Johannesburg).