Maagdelijke kusten en
pittoreske stadjes
Vakantie in een plaggenhut
sum'-,
*SNS
Voorheen verboden
Albanië nu gastvrij
PZC
ZATERDAG 21 MEI 1994
vrije tijd
Het belangrijkste advies dat ik mensen kan geven, is dat ze alles
moeten vermijden dat door de staat wordt gerund. De staatshotels
en-restaurants zijn verschrikkelijk, maar als je privékamers weet te
vinden, blijken de Albanezen ontzettend gastvrij te zijn. En het land
heeft heel veel te bieden. Ik had in het begin van de week mijn twijfels
of dit wel een leuke vakantie zou worden, maar die zijn helemaal over."
Verlaten Albanese stranden.
Voor Charles Schwanck, een Ameri
kaan woonachtig in Frankfurt, was
Albanië tot de val van het communisme
verboden gebied. Dat maakte hem zeer
nieuwsgierig en hij greep de paasvakantie
aan om het land te bezoeken voor het gro
te toerisme er vat op krijgt. Met zijn
twaalfjarige zoon Christopher trok hij een
week met bus en trein rond. De ongemak
ken had hij er graag voor over. „Het was
uiteindelijk een van de leukste vakanties
van mijn leven."
Met zijn eindeloze, nog volkomen maag
delijke kusten, hoge bergketens, verwaar
loosde, maar pittoreske stadjes en opgra
vingen uit Illyrische, Griekse en Romein
se tijd heeft Albanië genoeg in huis om
toeristen tevreden te stellen. Schwanck is
nog steeds onder de indruk van de rit
langs de kust van het zuidelijke Sarandë
naar de havenstad Vlorë. „De kustweg in
Californiè wordt altijd aangeprezen als
een prachtige rit. Maar dit was veel spec
taculairder."
Maar toch is Albanië niet direct de eerste
vakantiebestemming die een mens te bin
nen schiet. En niet voor niets. Toeristi
sche voorzieningen zijn zo goed als afwe
zig en de gebrekkige infrastructuur maakt
rondreizen tot een moeilijk karwei. Bus
sen rijden niet meer dan één, twee keer per
dag. Campings zijn er niet, reisgidsen be
staan er nauwelijks en als ze er al zijn, zijn
ze verouderd. Georganiseerde tours zijn er
evenmin.
foto GPD Veel Albanese stadjes zijn verwaarloosd, maar mooi.
Lyrisch
De kustweg waar Schwank zo lyrisch over
is, werd gebouwd door de Italianen en
sindsdien niet meer onderhouden. Een
Duitse reisgids uit 1989 omschrijft de rit
als een absolute topper. Maar de tocht
langs de smalle, bochtige en onbeveiligde
weg met zijn afgebrokkelde asfalt, zijn ho
ge passen en zijn stijle afgronden ondanks
het grandioze landschap is niet ieders
vakantiedroom. Een paar Italiaanse toe
risten in Vlorë zijn de stille baaien totaal
ontgaan. In een restaurant zitten ze bij te
komen van de schrik. Hun Albanese gast
heer die de tocht had aangeraden, staart
wat beteuterd naar zijn bord.
Voorlopig is Albanië vooral een vakantie
land voor de avontuurlijke trekker. Maar
er wordt aan gewerkt om dat te verande
ren, want de Albanezen realiseren zich
zeer wel dat toerisme een van de belang
rijkste bronnen van inkomsten kan wor
den.
„Het grote probleem, ook voor buiten
landse investeerders, is het gebrek aan in
frastructuur", aldus Vasil Cako, hoofd van
de districtsraad in de regio Sarandë, een
badplaats in het zuiden van Albanië. „We
missen goede wegen en de waterleiding en
elektriciteitsnet functioneren gebrekkig.
We hebben geen luchthaven en de haven
is te klein voor grote toeristische sche
pen."
Sarandë heeft vorig jaar enkele duizenden
toeristen op bezoek gehad. Maar het me
rendeel waren dagjesmensen die over
kwamen wippen van het Griekse eiland
Korfu om even een korte blik op het ge
heimzinnige Albanië te werpen. Ze aten
een maaltijd, keken wat rond en gingen
hooguit nog even naar Butrint, een Illyri
sche opgraving in de buurt van de Griekse
grens. Maar veel inbrengen deed dat niet.
Cako realiseert zich dat er veel moet ge
beuren, eer dat verandert.
Voorwaarden
Toch zijn de voorwaarden voor toerisme
in Sarandë zeker aanwezig. Behalve Bu
trint is er de museumstad Gjirokaster op
een uurtje rijden, een tocht dwars door
een schitterend berggebied. Er is het
Blauwe Oog, een romantische bron waar
het goed toeven is. En er is de fabelachtige
kust, met volkomen lege stranden aan de
voet van hoge rotsen.
Er zijn tot nu toe twee investeerders ge
weest die belangstelling hebben getoond
om iets te bouwen, zegt Cako. De ene was
een Maltees bedrijf, de andere een Ita
liaan. Vooral de laatste leek een serieuze
kandidaat, maar de bouwwerkzaamhe
den, die een jaar- geleden hadden moeten
beginnen, zijn nog steeds niet van start ge
gaan en het gerucht wil dat het bedrijf ge
sneuveld is in de strijd van de Italiaanse
justitie tegen de mafia.
Tot nu toe komen de toeristische initiatie
ven vooral van de Albanezen zelf. Veel in
woners van de stad hebben een kamer in
gericht voor verhuur aan toeristen en op
de kade worden met in Griekenland ver
diend geld restaurants met uitzicht op zee
gebouwd. Hotel Butrint, een staatsonder
neming, is er zelfs in geslaagd een aantal
contracten met reisorganisaties af te slui
ten. Hotelmanager Edmond Kavaja ver
wacht al met al vijf reisgroepen.
Hij ziet hun komst met vertrouwen tege
moet. Hotel Butrint geldt als het beste ho
tel van het land en heeft, aldus de direc
teur, ruime ervaring met de afhandeling
van groepen. In het verleden, toen toeris-<
ten in Albanië nauwelijks welkom waren,'
waren groepsreizen de enige mogelijkheid
om het land te leren kennen. Nu die groe
pen waren vaak politieke sympathisanten
van het Albanese systeem en bleven ze bo
vendien maar een dag of twee.
Handel
Of het hotel is ingesteld op groepen die
een week volpension hebben en voorna
melijk komen om te zwemmen, is maar de
vraag. Vervoer naar de stranden is er niet,
en Kavaja ziet dat als een zorg voor de
reisorganisatie. De hotelmanager lijkt er
ook niet buitengewoon over in te zitten
dat zijn personeel buitenlandse gasten
stelselmatig te veel laat betalen. „Ik heb
een tijd in een café op Korfu gewerkt. Daar
had ik van de baas de opdracht buitenlan
ders meer te berekenen, dat is handel."
Toch is het juist dat probleem dat de Ame
fotoGPD
rikaan Schwanck op zijn rondreis het
meeste heeft gestoord. „Zodra ik met een
Albanese begeleider op pad ben, wordt dit
land aanzienlijk goedkoper dan wanneer
ik alleen rondloop", vertelt hij in het café
van Hotel Butrint, waar we even later 200
lek betalen voor drie koppen koffie en een
cola die bij navraag door een Albanees sa
men niet meer dan 90 lek blijken te kos
ten.
Projecten
Ondanks alle problemen zijn de eerste
buitenlandse investeerders al serieus be
zig met de ontwikkeling van toeristische
projecten. De Oostenrijkse firma Rogner,
gespecialiseerd in de bouw en beheer van
hotels en vakantiedorpen, wil komend
jaar beginnen met de bouw van twee pro
jecten aan de kust. Het probleem van ver
voer van en naar de vakantiebestemming
wil het bedrijf oplossen met een boot-
dienst van de havenstad Durres, niet al te
ver van het enige vliegveld van het land
vandaan. Op de langere termijn heeft
Rogner plannen voor een vakantiedorp in
de bergen.
Op kleine schaal worden er al nieuwe pro
jecten ontwikkeld. Op de Llogara-pas, het
hoogste punt van de smalle kustweg van
Sarandë naar Vlorë, is met Deens geld en
Deense materialen een kamp voor berg-
klimmers gebouwd. De Skandinavische
hutten, voorzien van vier bedden, verwar
ming en permanent warm water, zijn voor
buitenlanders te huur voor veertig gulden
per nacht.
„Maar we moeten het ook niet overhaas
ten", zegt districtsraadsvoorzitter Cako,
„We hebben een onbedorven natuur en we
moeten uitkijken dat we niet dezelfde fou
ten maken als andere landen en onze kus
ten straks dichtpleisteren met vakantie
complexen. We hebben nog de kans om
het goed te doen. Die moeten we grijpen."
Runa Hellinga
Ze vonden het aanvankelijk maar niks,
daar in Ansen. Voor je lol in een
plaggenhut verblijven? Nee, dat konden
de oudere inwoners van de gemeente
Ruinen, waartoe ook Ansen behoort, zich
niet voorstellen. Zij wilden liever niet
blijvend worden herinnerd aan die
droevige tijden op het Drentse platteland.
Bert en Elly van Zanten stelden zich
onwrikbaar als een hunebed op. Zij
hadden in hun onschuld een alternatieve
manier van recreëren bedacht en waren
zich van geen kwaad bewust. Ze wilden
bij wijze van attractie op het terrein rond
hun kampeerboerderij d'Olde Kamp zes
nagemaakte plaggenhutten plaatsen en
er dan ook echt gasten in laten wonen.
„De trekkershut bracht ons op het idee,"
zegt Bert van Zanten. Trekkershutten
staan op campings, zijn minimaal inge
richt en worden verhuurd aan passan
ten, aan fietsers en lange afstandwande
laars. „Mij te kaal," vond Van Zanten.
Dus zocht hij samen met echtgenote Elly
naar een aantrekkelijke variant. „In
Schoonoord zag ik een plaggenhut uit
het begin van deze eeuw. Drentser kan
het niet. Ik ontwierp de plaggenhut-
nieuwe-stijl, simpel van opzet, maar wel
zo origineel mogelijk."
Tot rond 1930 werden de plaggenhutten
in Drenthe bewoond door straatarme ge
zinnen. Als een landarbeider ging trou
wen, kreeg hij het kozijn voor zijn plag
genhut van de boer. Zo'n hut werd in één
nacht gebouwd en mocht, dat was de on
geschreven wet, blijven staan als er
's ochtends rook uit de schoorsteen
kwam. Onder een dak van heideplaggen
in een ruimte van een paar vierkante me
ter moesten man, vrouw en kinderen het
zien te redden. Vaak stond de geit er ook
nog bij. Een geit gaf melk, daar moest je
zuinig op zijn.
Die allerbelabberdste omstandigheden
willen de Drenten op leeftijd uit hun ge
heugen bannen. Vandaar hun verzet te
gen het initiatief van Bert en Elly van
Zanten, uiteindelijk omgezet in het voor
deel van de twijfel.
Het half dozijn plaggenhutten werd een
voudig en doeltreffend gebouwd met lan
ge latten, dunne platen, een schoorsteen
voor het haardvuur en dikke plaggen als
een warme jas er overheen. Van Zanten
maakte wat reclame voor de plaggenhut
ten, volgens hem de gulden middenweg
tussen een luxe caravan en een tentje, en
zie daar, de eerste gebruikers meldden
zich spoedig. Aangelokt door het voor
uitzicht van een romantisch weekeinde?
Bert van Zanten: „Romantiek? Nee, de
mensen willen weer eens wat anders en
'anders' is een plaggenhut toch zeker.
Geen video, geen televisie, nauwelijks
comfort. Je wordt gedwongen je zelf be
zig te houden en juist dat is weer hele
maal in trek. Spelletjes, een goed boek.
een interessant gesprek rond het vuur."
Dat vuur speelt een dominante rol tij
dens een tweedaags uitstapje naar een
plaggenhut in Ansen. Er ligt een giganti
sche stapel hout waarin onbeperkt (en
tegen een geringe vergoeding) mag wor
den gegraaid. De haard is de enige ver
warming in het hutje, het centrale punt
ook meteen. Het vuur trekt de bewoners
aan als een straatlantaarn vliegen. Om
dat het er aangenaam warm is en omdat
je eigenlijk nergens anders kunt zitten.
Om goed de brand te krijgen in zo'n enor
me brok hout moetje trouwens een paar
jaar padvinderservaring hebben. Het
blijkt veel beter te gaan met kleine tak
jes dan met oude kranten. Zo sta je daar
als stadsmens opeens voorover gebogen
hout te sprokkelen en het is nog leuk
ook, zeker als na de zoveelste mislukte
poging het hout eindelijk vlam vat en tot
ver na middernacht blijft branden. Het
licht gaat uit, maar het vuur blijft als het
binnen in de hut net zo donker is als bui
ten no§ heel lang nagloeien. Dat zie je
Sf:.
„..IA
De plaggenhutten
geit.
i Bert en Elly van Zanten in het Drentse Ansen. Vroeger leefden ze erin met man, vrouw, kinderen en de
foto GPD
vanaf de houten zit/slaapbank net zo
lang totdat je in slaap valt en dat ruik je
's ochtends bij het ontwaken aan je
De plaggenhut is net groot genoeg voor
drie personen, van wie eentje in de bed
stee slaapt. Waar verhuurder Van Zan
ten de ruimte voor een vierde gast van
daan wil halen, blijft een raadsel. Knus is
het er wel, met veel Drents boerenbont,
geraniums in de vensterbankjes, vier
stoelen en een tafel, wat kookgerei, een
ijskast annex mini-bar, driepitsgasstel
en een grote mand met hout. De zes scha
mele optrekjes staan op een keurig ga
zon. gegroepeerd rond een barbecue
plaats, met wat zwerfkeitjes ter decora
tie in het gras.
Geen radio, geen televisie, geen centrale
verwarming, geen warm stromend wa
ter, geen douche, geen toilet. Kampeer
ders kunnen er aardig mee uit de voeten,
degenen die nog nooit in een tent hebben
geslapen zullen er meer moeite mee heb
ben.
't Is zoals met kamperen. Voor elke sa
nitaire stop moet je de hut uit, douchen
en tanden poetsen doe je ook buiten de
deur en 's avonds ben je gedwongen je
zelf te amuseren. Lezen, een woordspel
letje, kletsen, mijmeren, glaasje wijn en
luisteren naar het knisperen van het
haardvuur. Zo kom je de uurtjes, zelfs de
kleine, wel door.
Overdag heb je weinig te zoeken in de
plaggenhut. De omgeving van Ansen
biedt voldoende alternatieven. Fietsen
naar het brinkdorp Dwingeloo, wande
len in de Anserdennen, natuurexcursies,
een speelgoedmuseum, een schaapskud
de, het Planetron. Wil je je echt verdie
pen in de ellende in het Drentse veen en
op het platteland, waardoor het plaggen-
hut-ar?angement wellicht aan 'invoel
baarheid' wint, dan is er nog altijd het
openluchtveenmuseum 't Aole Kompas
in Barger-Compascuum, even onder Em-
men.
Twee dagen genoeg
Weer terug in de plaggenhut kun je of een
blik soep opentrekken of je in het toilet
gebouw opfrissen om in een van de res
taurants in Ruinen of Dwingeloo aan ta
fel te gaan. Uitgebreid koken in de plag
genhut is nagenoeg net zo gecompli
ceerd als een viergangenmenu op het
gasflesje voor de tent bereiden.
Na twee dagen plaggenhut vraag je je
echt hardop af hoe de Drenten het er
vroeger rooiden. Gezinnen met vijf, zes,
zeven kinderen in zo'n hutje. En dan had
den ze niet eens elektrisch licht, een koel
kastje en water uit de kraan. Twee dagen
is trouwens lang genoeg. Daarna begint
het toch te kriebelen en speelt de rug net
zo op als na twee nachten op een lucht
bed. Dan wil je weer verder trekken. Naar
een nieuwe bestemming. Een plaggen
hut is gewoon een trekkershut. Ge
bouwd van plaggen in plaats van hout.
Maar dan wel met een open haard.
Robin Bruinsma