Het hart van de volkstuinder The Scene vult witte vlek in Willem Breukers Waakvlam bleek verrassend stuk Op de bres voor Braziliaanse straatkinderen Vergane glorie in vergeten hoekje provincie M'n buurman gaat dood zonder z'n lapje grond waarom zo? MAANDAG 28 JUNI 1993 7 Rockgroep wilonvergetelijke indrukmaken tijdens Beachpop door Ingrid Dekker Thé Lau vindt het een 'opwindend' idee met The Scene in Zeeland op te treden. „Kort geleden hebben wij de kaart van Nederland gepakt en de plaat sen gearceerd waar wij regelmatig ons gezicht laten zien. Zeeland bleef toen akelig wit." Thé Lau, zanger en gitarist van de Nederlandse rockband The Scene wil proberen in deze provincie een 'on vergetelijke indruk' achter te laten. Hij krijgt de kans daartoe tijdens het Beach- popfestival in Renesse op 3 juli. The Scene laat, dan alvast enkele num mers horen van de cd die in september uit komt. „Maar niet te veel. Dat komt de sfeer op zo'n festival niet ten goede." Daarvan is Thé Lau overtuigd. „Mensen moeten uren lang luisteren. Dan willen ze vooral bekende nummers horen." Desondanks wil de rockband kijken hoe het nieuwe repertoire aanslaat bij het pu bliek. Dat is volgens Thé enorm moeilijk van te voren vast te stellen. De nieuwe cd borduurt, voort op 'Blauw', de voorganger van de laatst verschenen cd 'Open'. 'Blauw' is de succesvolste cd van The Scene tot nu toe. „Af en toe expe rimenteren we wel met wat anderssoor- tige ritmes, maar het handschrift blijft be waard." Dat betekent dat The Scene op de ingeslagen Nederlandstalige weg door gaat. Stonden op 'Rij rij' nog Engelstalige nummers, de teksten op 'Blauw' waren uitsluitend in het Nederlands. Thé: „Uit Daarom heeft hij van harte zijn steun be tuigd aan de Actie Solingen. Eind vorige week is de single 'Iedereen is van de we reld' opnieuw uitgebracht en de op brengst daarvan gaat naar Artsen Zonder Grenzen, Overigens heeft Thé Lau wel diep moeten nadenken of hij op deze ma nier wilde meewerken. „Je begeeft je op heel schimmig terrein. Je eigen platenver- koop kan weer gaan stijgen. Het laatste wat ik wil is zelf voordeel halen uit de el lende van anderen." Geen illusie Overigens maakt hij zich geen enkele illu sie over het effect van het lied. „Ik denk dat onze aanhang bestaat uit mensen die er net zo over denken als wij. Ik kan op het podium wel zeggen: Weg met discrimina tie en me een hele bink voelen als het pu bliek begint te klappen, maar dat slaat nergens op." Publiek dat iets zou kunnen opsteken van 'Iedereen is van de wereld' komt volgens Thé niet naar zijn optre dens. De zanger heeft het gevoel dat de mens heid momenteel in afwachting is van het magische jaar 2000. „Alles en iedereen is op zoek naar zijn wortels." Dat ziet hij ook terug in de muziek. Hij registreert een gro te verscheidenheid aan stijlen, maar bijna alle zijn volgens hem geleend van de mu ziek van zwart Amerika. Na de eeuwwisse ling verwacht hij een explosie van nieuwe ideeën. door Marten de Jongh Volkstuinders: vraag ze naar hun lapje en ze vertellen honderduit. Over de prachtige kleur van de tomaten, de puike kwaliteit van de piepers en de heerlijke smaak van plukrijpe tuinbonen. Maar ook over smerig onkruid dat overwaait uit buurmans verwaarloosde tuin. En over vraatzuchtige vogels die maar niet van de bessen afblijven. Vol overgave werken de tuinders zich in het zweet. De liefde voor het lapje zit diep. „M'n oude buurman zou het niet lang meer maken, als hij z'n tuin moest missen." Op veelal overgeschoten stukjes grond, aan de rand van het dorp of langs de spoorlijn: daar ligt het hart van de volkstuinder. Op pakweg hon derdvijftig vierkante meter vervult hij z'n dro men door het telen van de sappigste tomaten, de grootste bloemkolen en de lekkerste komkom mers. De hele familie eet ervan, twaalf maanden in een jaar. En als het even meezit, pikken ook de buren een graantje mee. Want een beetje volks tuinder .teelt meer sla dan hij zelf kan verkrop pen. Of ze goedkoper uit zijn dan bij de groente boer zal de meesten een zorg zijn. Het gaat vooral om het plezier. „Iets zien groeien en rijpen. Fan tastisch is dat." Bram Nowé (66) woonde nog maar amper in Heinkenszand toen hij een lapje huurde op het plaatselijke volkstuincomplex, vier jaar gele den. Zijn perceel ligt er piekfijn bij. Alle gewas sen staan keurig op een rij. Ieder soort in een ei gen hoekje. Zelfs met een vergrootglas is het zoe ken naar een sprietje onkruid. Voorzichtig loopt Nowé over een smal pad tussen de planten door. Liefdevol buigt hij zich over zijn groente en fruit. Over zijn spinazie, radijs, diverse soorten sla en kool, bruine bonen, erwten, zomer- en winter peen, aardappelen, uien, tomaten, tuinbonen, bessen en kruiden. Buitenleven Voor zijn pensionering werkte Nowé vele jaren als directeur op een verkoopkantoor van trans portmiddelen. Uitstekend had hij het daar naar zijn zin. En toch: zijn ware passie is het buitenle ven. Heel vroeger was hij vast van plan landbou wer te worden. Onvoorziene omstandigheden verhinderden dat. In zijn volkstuin haalt de vijf enzestig-plusser nu de schade in. Bijna iedere dag is hij daar te vinden. Het lapje schenkt Nowé veel momenten van vreugde. Momenten die hij koestert, zoals het wassen en snijden van de soepgroenten. Daar voor wordt regelmatig de keuken vrij gemaakt. „Vele uren gaan daar in zitten. Het hele huis ruikt dan naar ui, prei, bloemkool en maggie. Dertig tot veertig porties verdwijnen tegelijk in de vrieskist." Dat er vrijwel dagelijks een goed gevuld soepje bij Nowé op tafel staat, behoeft geen betoog. Onkruid De natuur laat hem nimmer los. „M'n vrouw en ik lopen voortdurend naar plantjes te kijken. We nemen steevast wat mee naar huis als we een paar dagen weg zijn geweest. Ik kan het niet over m'n hart verkrijgen om een zaadje of stekkie in de prullebak te gooien. Alles moet de grond in." Alleen als hij onkruid ziet, krijgt Nowé het te kwaad. Want als er iets is waar hij niet tegen kan. is het dat wel. Het ongerief moet en zal de grond uit. Ook buiten zijn eigen perkje kan Nowé het wieden niet laten. „Laatst heb ik stiekum nog het pad bij de buurman gedaan." Op zijn lapje aan de rand van Lewedorp is ook Han Korstanje (35) regelmatig met de schoffel in de weer. Net als zijn collega uit Heinkenszand teelt hij voor zijn plezier. „Voor het geld hoef je het niet te doen. Een besparing levert het nauwe lijks op. Misschien is de groenteboer zelfs goed koper als je alles verrekent." Korstanje houdt het niet enkel bij het traditionele slaatje. Experi menten met kiwi. abrikoos en perzik gaat hij niet uit de weg. En in een onlangs geplaatste glazen kas wil hij meloen gaan telen. Alle soorten zijn hem dierbaar, maai- het liefst kijkt Korstanje naar z'n bloemkolen. „Het is vrij moeilijk om ze goed te krijgen. Er zit snel ongedierte in. Ik mag al blij zijn als vijf van de twintig het overleven. Als er echt hele grote staan, vraag ik kennissen of ze eens komen kijken. De grootste geef ik dan weg." Gul Voorzitter Bram Westdorp (75) van volkstuinver eniging 'Altijd Vers' te Kortgene is ook een gulle gever. Wie toevallig op het goede moment zijn volkstuin passeert., maakt kans huiswaarts te keren met een flink portie groenvoer. Tientallen jaren ervaring heeft Westdorp. Hij weet precies wat er komt kijken bij het houden van een volks tuin. Zijn lapje, ingeklemd tussen een weg en een boomgaard, brengt het nodige op. Bij de groen teboer zien ze hem niet of nauwelijks. Westdorp laat zijn rijk gesorteerde tuin zien. Met gepaste trots steekt hij een paar witte asperges. En hij wijst naar struiken, die een zware vracht rijpe aalbessen torsen. De vruchten zijn goed afge schermd zodat vogels er niet bij kunnen. Waar het Westdorp om te doen is? „Vers, goed. onbespoten voedsel eten. Dat ben ik van huis uit gewend. Het is ook goedkoper dan groente ko pen. Als je tenminste je uren niet telt," En niet te vergeten: de volkstuin is goed voor de sociale contacten. Voor het praatje met de buurman over de teelt, en over alledaagse beslommerin gen. Westdorp zou het missen als hij z'n lapje moest afstaan. Hoewel hij ook andere hobby's heeft. Alle voordelen ten spijt, de hoogtijdagen van de Kortgeense vereniging lijken verleden tijd. Voor bij zijn de jaren dat de club nog een wachtlijst moest hanteren. Tegenwoordig ligt er zelfs een lapje braak. Westdorp heeft wel een idee waarom de belangstelling tanende is. „Gemakzucht, dat speelt vast en zeker een rol. De mensen gaan lie ver naar de supermarkt waar ze alles kant en klaar kunnen kopen. Maar ze weten niet wat ze missen. Vanochtend om zeven uur bijvoorbeeld heb ik erwten geplukt. Heerüjk in de vrije na tuur. Met alleen het geluid van de koekoek op de achtergrond." MIDDELBURG, OOSTKERK Xenakis Ensevible onder leiding van piego Massoji, met medewerking van 'Jannie Pranger, Barbara Borden, Il se van de Kastelen en Ananda Goud, sopraan: Elisabeth Chojnacka, kla vecimbel van Xenakis. Rueda, Breu- en Ambrosini Leen de Broekert Muziek van Iannis Xenakis - de beschermheilige van liet Festival Nieuwe Muziek - klonk aan het begin en aan het slot van de openingsmanifesta tie van het 17e Festival. 'La Déesse Athena' bleek een werk te zijn, 'dat bij uitstek geëigend ivas om als 'openingsceremo te fungeren. Een sacraal, en zich met een liturgische strengheid stuk. Sopraan Jan Pranger worstelde zich moe- door de moordende solopar heen. Dm deze Turandot-achtige par- ;ij volkomen recht te kunnen loen dient men over de stem- niddelen van een Eva Turner of MUZIEK :en Birgit Nilsson te beschik komt mij zo voor... Het En- slaagde er trouwens in, het koele, granieten van deze partituur te polijsten. een veel conventioneler ge- was het werk van Jesus tueda. Zijn op impressionisti- che leest geschoeide droom- leelden - nerveuze klankgestal- en met een fijne toets gepen- eeld - werden door het Ensem- >le subtiel en suggestief gereali- eerd, waarbij de ruimte de mu- ici op een bijzonder voordelige ze in de kaart speelde. werd een virtuoze, jazzy en compositie", ver- rouwde het programmablad de luisteraar al bij oorbaat toe. Geen woord te eel gezegd! 'Waakvlam' voor klavecimbel en ensemble - een n opdracht van het Festival lieuwe Muziek dit jaar vol- ooide compositie van Willem - vormde naar mijn me ning het hoogtepunt van deze openingsavond. Het stuk klonk verrassend, zo kreeg commissa ris Van Gelder dan toch nog zijn zin, onderhoudend en ritmisch uitermate flamboyant. Als we ons dan nog realiseren, dat al dit moois over de toonbank gaat in een bijzonder aantrekkelijke 'verpakking' - de instrumenta tie is zeer inventief - dan heeft de luisteraar zeker geen reden tot klagen. Geen wonder dat de musici het stuk met zichtbaar genoegen en met een formidabele precisie en flair over het voetlicht slinger den. Elisabeth Chojnacka speel de de solopartij met de souples se en de koelbloedigheid van een tijgerin. Eigenlijk is het jammer, dat het gebruik van zo'n electro- nisch gesynthetiseerde, reso- nans-arme confectie-Neupert blijkbaar niet te vermijden valt. Ik vraag me overigens af. of het werk op een 'gewone' vleugel niet even goed of zelfs béter tot zijn recht zou komen. Poulenc, die van Wanda Landowska óók zo'n klavecimbelconcert in de maag gesplitst kreeg, schijnt la ter te hebben toegegeven, zijn Concert Champètre eigenlijk liever op piano te horen... Van Claudio Ambrosini beleefde 'Orfeo, L'Ennesimo' ('De Zoveel ste Orfeus') de wereldpremière. Het betreft hier een vrij omvang rijke compositie, een kamerope ra eigenlijk, waarin de compo nist een twinstigste-eeuwse Ha- des verklankt. Diego Masson wist de grote doorgaande lijnen, de klagende klankdraden prach tig op te spannen. Het aandeel van de vocale solisten Barbara Borden, Ilse van de Kastelen en Ananda Goud was, zowel op het expressieve als ook op het tech nische vlak bewonderenswaar dig. Pianist Gerard Bouwhuis verleende als een goede conti- nuospeler ritmisch profiel aan het geheel. Xenakis' 'A l'ile de Gorée' klonk na de overrompelende Waak vlam van Breuker een beetje als een gloeiende spijker. Chojnac ka beroerde haar kansarme spij- kerkist weliswaar virtuoos en met een scherp gestoken rit miek. in het 'orkest' wilde het heilig vuur maar niet oplaaien. Een nadrukkelijk woord van lof voor dirigent Diego Masson mag tenslotte niet ontbreken. Zijn alertheid, zijn heldere gestiek en zijn inspirerend leiderschap wa ren voorbeeldig. De aanwezigen - de opkomst was voor zo'n openingsconcert aan de magere kant - staken hun waardering niet onder stoe len of banken. ervaring heb ik gemerkt dat je je in je ei gen taal veel genuanceerder kunt uitdruk ken. Je woordenschat is uitgebreider. Bo vendien weet je zeker dat de grammatica klopt." Eerlijker Hij vindt het ook eerlijker. Het publiek weet precies waarover de teksten gaan. Thé heeft gemerkt dat dat wordt gewaar deerd. „Als we in het Engels zongen, stond er een muur tussen ons en het publiek. Schakelden we over op het Nederlands dan ontstond een geweldige sfeer." Met zijn teksten vil Thé iets overbrengen. Liedjes moeten niet alleen verpakking zijn. „Ik wil wat raken dat in de hoofden van alle mensen speelt. Wat hem zelf mo menteel erg bezighoudt, is de vraag in wat voor wereld wij leven. „Ik heb het gevoel dat die niet zo beschaafd is als wij denken. Maar tegelijkertijd is er een stem in mij die dat niet wil horen. Het is heel beangsti gend namelijk, als je er diep over nadenkt. Maar toch wil ik niet dat het wordt ont kend." Een echte volkstuinder koestert z'n lapje in zijn hart. foto's Ruden Riemens door Nicole Kluijtmans Met diverse acties brachten de leerlingen van de Kla- renbeek CTS in Middelburg meer dan 20.000 gulden bijeen voor straatkinderen in Belo- Horizonte in Brazilië. Hier runt het Zeeuwse echtpaar Jan en Sophia van de Beek een school voor dakloze kinderen namens de organisatie 'Jeugd met een opdracht'. Morgen wordt het eindbedrag uitgereikt aan de organisatie. „Wij hebben alles wat ons hartje begeert. Zij hebben niets. Ze le ven op straat, hebben niets te eten en belanden zó in het crimi nele circuit. Ik vind het een goed doel", zegt de 16-jarige Marcus Mol. derdejaars leerling Installa tietechniek. Het was niet moei lijk om hem te motiveren mee te doen aan de eenmalige actie ter gelegenheid van het 25-jarige be staan van de school. „Ik zou het zo weer doen. De andere leerlin gen ook." Iedere maandagochtend wordt er gecollecteerd op de Klaren- beek CTS. De opbrengst gaat ie der jaar naar een ander doel. Slechts bij speciale gelegenhe den wordt naast de collecte een aantal activiteiten opgezet, zo als nu voor het lustrum. Voor de Braziliaanse straatkinderen werden balpennen en gereed schap verkocht en een sponsor loop gehouden. Het boeiende van het project is dat het geld wordt gebruikt voor de inventa ris van een technische werk plaats, waar de kinderen een eenvoudige beroepsopleiding krijgen. Voor de leerlingen van de CTS is er morgen nog een hoogtepunt. Als de opbrengst hoger is dan 22.250 gulden gaat de baard van de godsdienstdocent eraf. Bij afgaand tij komen de aangevreten ribben boven water. foto Willem Mieras der opgescharreld aan de Engel se oostkust. Het schip kwam oorspronkelijk waarschijnlijk van Katwijk; vandaar de Neder landse naam. Van 't Hof knapte de Jacob Dirk op en nam de tweemaster in gebruik voor de pleziervaart, Tegenwoordig be vaart een aanzienlijke vloot van oude zeilschepen de Zeeuwse stromen, maar dertig jaar gele den was Van 't Hof de eerste re creatie-ondernemer te water. Tien jaar diende de Jacob Dirk trouw zijn kapitein. Het was ech ter afgelopen toen de paalworm - een mosselsoort die zich in schepen en palen boort - de huid van de trawler opvrat. Het schip zonk in de Zandkreek. Het wrak belemmerde de scheepvaart, kreeg Van 't Hof van de rijksha venmeester te horen en moest dus geborgen worden. „Vier da gen en vier nachten zijn we bezig geweest om het schip daar weg te krijgen", aldus de voormalige eigenaar. Vrienden en bekenden staken een handje toe, maar uit eindelijk moest een bergingsbe drijf uit Hansweert de klus kla ren. Van 't Hof vaart sindsdien met de Anita Jacoba. het schip waar mee Sint Nicolaas traditioneel zijn intocht in Goes maakt. Het nieuwe schip is een ijzeren klip per. een stuk bestendiger dan de Jacob Dirk. „Die houten sche pen. dat is alleen maar zorg." De masten van de Jacob Dirk - des tijds al tweedehands - doen nu nog dienst op de Anita Jacoba. Soms passeert Van 't Hof de laatste rustplaats van de Jacob Dirk. „Dan kijk ik maar een beetje de andere kant op." De historie van het tweede wrak blijft duister. De één heeft het over een mijnenveger uit de Eer ste Wereldoorlog, de ander meent dat het een torpedojager uit de Tweede Wereldoorlog be treft. Engels of Nederlands, de precieze herkomst is onduide lijk. Zeker is wel dat ook dit schip voor de pleziervaart is ge bruikt. Het verhaal wil. dat de laatste eigenaar er zelfs vakan tieverblijven op wilde bouwen en het schip als een soort 'hotel boot' aan de steiger wilde leg gen. Het heeft niet zo mogen zijn. Han Korstanje: „Voor het geld hoefje het niet te doen." door Louwke Meinardi Wie weet dat ze er liggen, zal bij het passeren van de Zandkreekdam altijd even een blik werpen op de twee scheepswrakken die langzaam tot stof wederkeren naast de voormalige veerstciger bij Kat- seveer. Met laag water liggen de staketsels - de resten van een oorlogsschip en van een zoge noemde bliksemtrawler - op het droge. De aangevreten rib ben steken met een zekere waar digheid de lucht in. Vergaan? Het zij zo, maar niet zonder glo rie. In de Zeeuwse archieven is over de wrakken nauwelijks iets te vinden. Daarvoor zijn ze kenne lijk niet historisch genoeg. Ook de officiële instanties weten ner gens van. Hoe en wat. wanneer, waarom? Informeert u eens bij onze collega's! De Koninklijke Maatschap de Wilhelminapol- der laat weten het betreffende stukje grond te hebben verkocht aan de uitbater van restaurant Katseveer. Die beweert op zijn beurt, dat hij wel de steiger maar niet de wrakken in eigendom heeft. Waterschap, rijkwater staat: niemand neemt verant- woordelijkheid voor het verge ten hoekje slik met de pittoreske scheepsresten. Een tip van restaurateur N. van der Wolf, die dagelijks uitkijkt op de wrakken - 'het wordt elk jaar een stukje minder' - leidt naar de voormalige eigenaar van één van beide schepen. Laatste Jan van 't Hof was de laatste ka pitein van de Jacob Dirk. die in 1970 - het mag ook '71 geweest zijn - zonk in de Zandkreek. De eikehouten bliksemtrawler was door Van 't Hof zo'n tien jaar eer- Marcus Mol: wij hebben alles, zij niets

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1993 | | pagina 7