Puinruimen
en rekenen
week-in
ZATERDAG 10 MAART 1990 31
Voetbalveld
Claims
Woest was de wind, vraatzuchtig de zee.
Schuren werden weggeblazen, daken van
huizen gelicht. Het water bonkte deuken in
dijken, hapte gretig in duinen.
Zeeland hield in de voorbije weken, terwijl
tien zware stormen over het gewest raasden,
de adem in. De spannendste weken sinds 1953
waren het.
Nu de elementen zijn bedaard, zijn de
waterbouwers verwoed aan het meten
geslagen. De verzekeraars rekenen.
Zeeland in de stilte na de storm.
klaart directeur Doeleman zich nader,
„voor ons wel eens goed dat zich zoiets
voordoet. Nu het weer 's flink gestormd
heeft, realiseert iedereen zich plotseling
hoe belangrijk het is om goed verzekerd te
zijn. Die stormen zullen voor veel mensen
aanleiding zijn hun verzekeringspolissen
eens op te zoeken en de hoogte van het
verzekerd bedrag bij te stellen."
Er zit voor de verzekeraars nog een zonni
ge kant aan zo'n flinke storm. En dat is de
zekerheid, dat zij een volgende keer min
der diep in de beurs zullen moeten tasten.
„Iedereen heeft alles 's flink vastgespij
kerd. Alle losse planken liggen bij wijze
van spreken weer vast. En dat betekent
dat het aantal schadegevallen bij een vol
gende storm een stuk minder hoog zal
zijn."
Een volgende storm - de Zeeuwse duinen
en dijken zullen ook een volgende aanval
kunnen weerstaan. Op tal van plaatsen
heeft de zee de dijken aangetast, grote
happen uit de duinen genomen; langs de
hele Zeeuwse kust is - grove schatting - an
derhalf miljoen kubieke meter duinzand
weggeslagen. Om een idee te geven: daar
mee kan een voetbalveld met dertig meter
worden opgehoogd; het moet genoeg zijn
om het hele Feyenoordstadion mee vol te
storten. Het duinzand is of aan de vooroe
vers terecht gekomen, öf door de zee voor
goed afgevoerd.
Veel schade is inmiddels weer (proviso
risch) hersteld. Definitieve herstelwerk
zaamheden zullen in de zomermaanden
verricht worden, zodat Zeeland nog voor
het volgend stormseizoen klaar is om
nieuwe aanvalsgolven op de kusten te
kunnen trotseren.
Op het kantoor van Provinciale Water
staat in Middelburg is de schade die het
water aan de Zeeuwse zeeweringen toe
bracht globaal in kaart gebracht. Tholen,
midden- en oostelijk Zeeuwsch-Vlaande-
ren zijn er betrekkelijk goed van afgeko
men. Op Noord- en Zuid-Beveland be
draagt de schade enkele tonnen. Voor
Schouwen-Duiveland moet rekening ge
houden worden met een miljoen. In
West-Zeeuwsch-Vlaanderen gaat het om
rond de twee miljoen. De meeste schade
werd op Walcheren aangericht: ongeveer
zes miljoen gulden. Alles bij elkaar toch
al gauw tien miljoen gulden.
Dertig miljoen gulden heeft minister
Maij-Weggen van verkeer en waterstaat in
het vooruitzicht gesteld om de stormscha
de aan de Nederlandse kust zo snel moge
lijk te kunnen herstellen. Of dat genoeg is;
ir P. A. Zijderveld en ir C. Visser van de
afdeling zeeweringen en waterschapsza
ken van Provcinciale Waterstaat kunnen
die vraag niet met een simpel 'ja' of 'nee'
beantwoorden. Ze hebben geen zicht op
de situatie in de rest van het land. Boven
dien: het is zeer onwaarschijnlijk dat Zee
land de rekening van tien miljoen gulden
volledig aan de minister kan presenteren.
Een aantal herstelwerkzaamheden moet
tot het normale onderhoud van de water
schappen gerekend worden. Bovendien
staat de absolute noodzaak om al het ver
loren gegane duinzand te vervangen niet
vast. Dat zullen metingen moeten uitwij
zen. Bij Domburg zal het vrijwel zeker
moeten gebeuren. En in de omgeving van
Cadzand. Want ook daar zou de Deltavei
ligheid wel eens in het geding kunnen zijn.
Ir Visser, terugkijkend op die stormachti
ge dagen: „Zo'n storm kan geen kwaad. Er
heeft geen moment echt gevaar gedreigd.
Even afgezien van alle persoonlijke ellen
de die de storm voor veel mensen met zich
heeft meegebracht; het is wel eens goed
dat er zoiets gebeurt. Met de ervaringen
die wij de afgelopen periode hebben opge
daan kunnen we ons voordeel doen. Het
was een mooie gelegenheid om eens te tes
ten of het bewakingssysteem werkt, of de
stormvloedkering goed functioneert. Zo'n
stormpje houdt ons wakker."
Goed slapen, daar heeft mevrouw W. M. L.
Francke (78) uit Goes normaal gesproken
toch al zo'n moeite mee. En toen het afge
lopen donderdagnacht weer knap begon
te waaien, 'nou, ik had het niet meer'.
De schrik zit er sinds die maandagavond
de 26e februari nog stevig in. De bewoners
van het van het bejaardenwoningencom-
plex aan de Louise de Colignylaan in Goes
werden die avond met één daverende klap
dakloos toen de storm het dak van het
complex afrukte. De ravage was enorm.
De herstelwerkzaamheden zullen gerui
me tijd in beslag nemen. De bewoners zijn
voorlopig ergens anders ondergebracht.
In haar tijdelijke woning aan de Churchill-
stede in de Goese Polder draagt het meu
bilair de sporen van die stormachtige
avond: een regen van stenen sloeg gaten
in het bergmeubel, beukte barsten in de
secretaire. „Het is een wonder", zegt me
vrouw Francke, „dat niemand een
schrammetje heeft opgelopen."
Niets dan lof over het personeel van het
verpleegtehuis Ter Valcke, waar zij en nog
een aantal gedupeerde bejaarden de eer
ste nachten werden opgevangen. Tevre
denheid ook over het huis ('lekker ruim')
aan de Churchillstede waar zij de komen
de maanden zal moeten doorbrengen. Al
leen, ze mist 'ons buurtje toch wel een
beetje'.
„Ze zeggen dat het nog wel drie of vier
maanden zal duren voordat we weer te-
rugkunnen. Maar er zijn bewoners die
niet meer terug willen. En wat mij be
treft: ik heb liever dat ze het hele gebouw
afbreken. Want ik ben bang dat het zo'n
klap heeft gekregen, dat het bij een vol
gende storm helemaal in mekaar stort."
Willem van Dam
De stilte na de storm
Strandpaviljoenhouder Frits Caljouw
(45) stuurt z'n rode Suzuki-jeep soe
peitjes door het mulle zand van het Oost-
kapelse strand. Heel in de verte, aan de
waterlijn, tekenen de silhouetten van
twee eenzame strandwandelaars zich af
tegen grauwgrijze luchten. Een tractor
gromt aan de voet van de gehavende dui
nenrij, waar voorman David Wisse en bad
man Henk Maas van de stichting Bad-
plaatsbelangen Domburg (belast met het
beheer van de stranden) druk doende zijn
met puinruimen. Met het ruimen van afge
knapte paalhoofden, glasscherven, funde
ringen van stuk geblazen toiletgebouw
tjes, prikkeldraad, vijf- tot achthonderd
kilo zware betonnen platen die water en
wind met speels gemak uit de duinover
gangen hebben getild en over het strand
hebben verspreid.
Vier man heeft de stichting ingezet. En
trekkers, landrovers en laadschoppen.
Goed dat de ploeg puinruimers volgende
week met twee man wordt uitgebreid,
zucht Wisse. Maar zelfs dan. Eind maart
zou het strand weer helemaal op orde
moeten zijn. Of dat lukt; voorman Wisse
heeft er een hard hoofd in. „Zoals het er nu
,naar uitziet, zal dat wel midden mei wor
den."
Caljouw klimt lenig via een noodladdertje
het terras van strandpaviljoen Berken
bosch op. Er staan emmers vol met glas
scherven, de schermen zijn verwrongen,
de terrassen kapot. Even verderop, bij De
Piraat en De Vrijbuiter, de twee andere
strandtenten van Caljouw, is het beeld al
even treurig. Maar ze staan nog. En dat is
al heel wat. Caljouw mag niet mopperen,
vindt-ie zelf. Heeft-ie niet gehoord dat in
Zandvoort zeven strandtenten compleet
de lucht in zijn gevlogen?
Frits Caljouw heeft een aantal doorwaak
te en vooral spannende nachten achter de
rug. Nachten van stutten en spijkeren.
„We zitten hier nu zeven jaar. Maar zó erg
hebben we het nog nooit meegemaakt."
'Heute glühwein', staat er op het bordje op
de bar van De Piraat. Veel Duitsers ('we
zaten nokkie vol') waren er die maandag
de 26e februari binnen. En er werden pan
nekoeken gebakken. De berichten waren
onheilspellend: het water zou het hoogste
peil sinds '53 bereiken. Caljouw zal die
stormachtige nacht niet licht vergeten.
„Die kolkende watermassa, het was zó in
drukwekkend. Naar buiten kijken konden
we niet meer. De ramen zaten potdicht
met zeeschuim. Ik ben samen met mijn
twee zoons de hele nacht binnen en buiten
bezig geweest met stutten. Want als er er
gens ook maar een millimeter speling op
komt, dan gaat het hele spul."
De schade: Caljouw houdt het voorlopig
op vijftienduizend gulden. Verzekerings-
werk? Daar is-ie nog niet zo heel erg zeker
van. „Moeilijk onderwerp", zegt Caljouw.
„Ik ben wel verzekerd, maar die verzeke
ringsmaatschappijen zijn zó slim, ze we
ten altijd wel een paar haken en ogen te
vinden."
Op het kantoor van Verzekeringen ZLM te
Goes heeft men de afgelopen weken nieu
we archiefkasten moeten laten aanruk
ken om alle schadeclaims te kunnen ber
gen. Hoeveel alleen de ZLM al aan storm
schade zal moeten uitkeren; 3 miljoen gul
den, als het niet meer is.
En tóch, toch ogen de heren verzekeraars
in het directievertrek van het verzeke
ringsgebouw aan de Frans den Hollander
laan opmerkelijk opgewekt. Want als di
recteur H. Doeleman eerlijk moet zijn; een
aardige storm is wel eens goed voor de ver
zekeringsbranche: iedereen loopt zo'n po
lissen weer eens na en dat wil al gauw lei
den tot een verhoging van de verzekerde
bedragen.
Storm liep het bij de verzekeringsmaat
schappij. Er werd overgewerkt. Vele uren.
Door het administratieve personeel, door
de schade-experts. „Het waren", zegt H. P.
Meeuwsen, „hoofd van de schade-afde
ling, „ontzettend drukke dagen. Maar het
was meteen een mooie gelegenheid om te
testen of we een dergelijke drukte organi
satorisch aankonden. En het is heel ple
zierig als je achteraf kunt constateren, dat
onze organisatie tegen zo'n druk is opge
wassen. Het was echt een aparte beleve
nis. Er heerste al die dagen een plezierige
stemming. Het was een kwestie van: alle
maal de mouwen opstropen en d'r tegen
aan."
Het is, zegt Meeuwsen, heel moeilijk op dit
moment al exacte cijfers te geven. Want
nog steeds druppelen er schadeformulie
ren na. Toch een poging gewaagd: sinds
eind januari kwamen er bij Verzekeringen
ZLM ongeveer 2000 stormschademeldin
gen binnen. Betrekkelijk kleine schades
aan auto's, daken, tuinmuren, schuttin
gen, pergola's. Grote schades aan - soms
volledig ingezakte - landbouwschuren.
Schades, die variëren van een simpele
honderd - tot zo'n vijftigduizend gulden.
Het kan verleidelijk zijn; de schutting
die al jarenlang op instorten staat, het
dakraam dat het maanden geleden al be
geven heeft - geef de storm de schuld, de
verzekeringsmaatschappij betaalt wel.
Enig idee hoeveel verzekerden de storm
hebben aangegrepen om enig achterstal
lig onderhoud aan de eigen woning op re
kening van de verzekeringsmaatschap
pij te laten repareren? Valt mee, denken
Meeuwsen en Doeleman. „D'r zullen na
tuurlijk altijd mensen tussen zitten die
de boel willen bedonderen. Dat weet je
als verzekeraar. Maar dat soort risico's
zit in de premies verwerkt."
Meer dan de helft van de schadegevallen
is inmiddels door de ZLM afgewikkeld.
Voor zo'n 1,2 miljoen gulden is er al uitge
keerd. In de loop van april zal het meren
deel van de schademeldingen met het
stempel 'afgehandeld' in de dossierkasten
zijn opgeborgen. En is de verzekerings
maatschappij 3 tot 3, 5 miljoen gulden ar
mer. Met als gevolg: hogere premies? Nee
hoor, klinkt het geruststellend, onze reser
ves zijn groot genoeg.
„We zaten eigenlijk een beetje op een
storm te wachten." Het klinkt een beetje
verrassend uit de mond van een directeur
van een verzekeringsmaatschappij die
een toch niet onaanzienlijke greep in de
geldpot zal moeten doen. „Het is", ver-
ÜIMW!»'»
De storm nam grote happen uit de duinen, bij Domburg verdween zoveel zand dat oude golfbrekers tevoorschijn kwamen, de opgezweepte zee trok veel belangstellenden naar
het windorgel op de Vlissingse Nolledijk (fotografie Wim Riemens)