Veertig jaar
socialistische
arbeiders- en
boerenstaat
week-in ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1989 31
Akkoord
Honnie
Nieuw forum
Neutrale status
Opstand
Achterstand
Muur
kade, die mogelijk een gewapend conflict
met de VS zou opleveren, of de Muur.
„Toen was de keus niet moeilijk".
Aan de bouw gaat een keiharde campagne
tegen het Westen vooraf. De Oostduitse
kranten staan bol van gefingeerde grens
incidenten, van oorlogszuchtige taal in
Westduitse kranten en alarmoefeningen
van de NAVO. Honecker suggereert in zijn
memoires dat de hardliners in Bonn op
het punt stonden de DDR met wapenge
weld te vernietigen. En net als bij de nu
plaatsvindende exodus via Hongarije,
heeft hij het in 1961 over een „misdadige
hetze" tegen zijn land, over „mensenhan
delaars die Oostduitse werknemers ronse
len" en over „provocateurs die de DDR
ondermijnen".
In zijn memoires schrijft hij: „Konden wij
met de handen in onze schoot blijven zit
ten? Natuurlijk niet"... „De draagwijdte
van de 13e augustus heeft menigeen pas
jaren later begrepen en deze geldt tot 'de
dag van vandaag: pogingen om de arbei
ders- en boerenstaat te liquideren, zijn tot
mislukken gedoemd. Door de anti-fascis
tische beschermingsmuur is het klimaat
voor vrede en ontspanning in Europa ver
beterd".
Hoe men ook over de Muur denkt, een feit
is dat de economie in de DDR na de bouw
sneller groeit dan ooit. Maar er is meer aan
de hand. Voor West-Duitsland betekent
de Muur het einde van de hoop op een
snelle hereniging. De SPD-strateeg Egon
Bahr ontwikkelt zijn politiek van „veran
dering door toenadering" om de gevolgen
van de deling voor de Duiters aan beide
zijden dragelijker te maken. Hij legt de ba
sis voor de DDR-politiek, die Willy Brandt
zal voeren en die uiteindelijk in 1972 wordt
bezegeld met een akkoord. Aan Oostduit
se zijde tekent de nieuwe partijleider
Erich Honecker, die Walter Ulbricht dan.
toch eindelijk heeft weggepromoveerd als
ere-voorzitter.
Het is een bitte pil voor de oude stalinist,
die daarna ook nog moet mee maken hoe
zijn pupil zijn levenswerk vernielt. De ver
zamelde werken van Ulbricht worden uit
alle scholen en bibliotheken verwijderd,
de tientallen gebouwen die zijn naam dra
gen, krijgen een 'fatsoenlijke' socialisti
sche naam. Honecker verwerft zelfs een re
delijke populariteit als hij voorrang geeft
aan de produktie van consumptiegoede
ren. Hij moet wel, want zijn onderdanen
kijken allemaal naar het Westen en stellen
met eigen tv-ogen vast dat de kloof tussen
Oostduitsland en de Bondsrepubliek
steeds groter wordt.
Door harder werken en gesmeerd met
Westduitse miljarden, begint de DDR-
econnomie op toeren te komen. Van de
'Habe-nichts-republiek' ontwikkelt het
land zich tot het paradepaardje van het
Oostblok. Op sportgebied een absolute
topper, voor de meeste gezinnen een eigen
auto en een tv, de belofte van het regime
dat in 2.000 elk huis een eigen wc heeft,
reisjes naar de andere communistische
landen, waar de Oostmark tamelijk graag
wordt ingewisseld. Internationaal krijgt
het land eindelijk ook aanzien buiten
Mongolië, Cuba en Roemenië. Met enige
trots stelt de bevolking vast dat hun 'Hon
nie' een graag geziene gast wordt op het
wereldtoneel. Het wordt misschien nog
wel wat, hopen de meesten aan het einde
van de jaren 70.
Alleen meedenken, mag het volk niet. Al
in 1977 zegt de, nu nog in ambt zijnde, mi
nister van staatsveiligheid, Mielke over
dissidenten: „Wie van haat vervuld, de
hand tegen ons opheft, zal op hardhandi
ge wijze duidelijk worden gemaakt wie er
bij ons de baas is". Menigeen heeft het aan
den lijve ondervonden en likt nu nog in
het Westen de wonden. Het is in de DDR
het oude liedje: de partij heeft altijd gelijk
en de Politbureauleden, van wie de mees
ten er al vanaf de oprichting van de DDR
bij zijn, weten van geen wijken. Zelfge
noegzaam wordt het bereikte verheerlijkt
en de kritiek onderdrukt. Als een van de
ouder wordende heren eens beslopen
wordt door twijfels over de juistheid van
de koers, dan richt hij zijn blik op het Oos
ten, waarna hij voldaan vast stelt dat de
DDR jaren voor is.
Erich Honecker in zijn memoires: „Er zijn
gebeurtenissen in het leven van een volk,
waarvan de historische grootte met het
toenemen van de jaren, steeds markanter
naar voren treedt. De oprichting van de
DDR hoort daar zonder enige twijfel bij.
Voor iedereen moet het intussen wel een
onomstotelijk gegeven zijn, dat de DDR
een politiek stabiele, socialistische staat
is met een dynamisch economisch sys
teem en modern scholing, waarin weten
schap en kunst gedijen. Een staat die de
rechten en vrijheden van zijn burgers rea
liseert en beschermt".
Dat schreef hij bijna tien jaar geleden en
met dezelfde arrogantie regeert de partij
nu al 40 jaar tegen de wil van de meerder
heid van de bevolking. Hervormingen in
het Oosten worden genegeerd onder het
motto: wat niet kan zijn, zal niet zijn. Het
regime durft zelfs een prille discussie over
de eventueel gemaakte eigen fouten niet
aan. De chef-ideoloog Reinhold stelt dat
de DDR op de weg naar de hervorming
eerst het socialisme zal verliezen en daar
door zijn bestaansrecht.
Maar de bijna 17 miljoen Oostduitsers zijn
sinds het fenomeen Gorbatsjov steeds
minder bereid deze stalinistische bevoog
ding te accepteren. Een klein deel vlucht
naar het Westen, anderen leggen het moe
de hoofd in de schoot, maar een snel
groeiend aantal wil strijden voor hervor
mingen. Het 'Nieuwe Forum' krijgt steeds
meer aanhangers, die geen kapitalisme
wensen, maar wel een socialisme met een
menselijk gezicht. Het zijn mensen die wil
len dat er naar hun grieven wordt geluis
terd, die zich groen ergeren aan de corrup
tie, aan het wanbeleid en aan de verspil
ling.
De angst kleur te bekennen, wordt met de
dag kleiner. Het gist in de DDR. Miljoenen
hebben de moed nog niet helemaal opge
geven en in Oost-Berlijn gaan elke mor
gen vele hoofden richting partijcentrale.
Daar wappert sinds enkele dagen weer de
grote rode vlag ten teken dat Erich Honec
ker op zijn post is. „Als die vlag halfstok
hangt, dan gebeurt het misschien", klinkt
het.
Komt er een hervorming, blijft het regime
star of ontwikkelt de oplevende gedachte
aan de 'Wiedervereinigung' een eigen, niet
meer te controleren, dynamiek? Eén ding
staat vast: 40 jaar na de moeizame geboor
te van de DDR zijn de communistische
ouders druk bezig hun geesteskind om
zeep te helpen.
Hans Hoogendijk
m m
m *9*
Nikita Chroesstsjov en Walter Ulbricht in 1964.
De DDR is en
een couveusekindje
Een Oostduitse toerist in Praag kiest voor de vrijheid en klimt over het hek van de
Westduitse ambassade.
NlSii
Oostduitse vluchtelingen lopen in een mistig Boedapest naar een opvangkamp
voor DDR-burgers die naar het westen willen.
Zaterdag 7 oktober is het 40 jaar
geleden dat de Duitse Volksraad
in Berlijn werd omgedoopt in
Volkskammer en het door de Russen
bezette deel van het vroegere Duitse
Rijk werd uitgeroepen tot 'Duitse
Democratische Republiek'. De eerste
felicitaties voor het driemanschap
Pieck, Grotewohl en Ulbricht, dat de
jonge staat ging leiden, kwamen van
de toen nog almachtige Josef Stalin.
Het was een noodoplossing en
niemand gaf een cent voor de
overlevingskansen van dit
couveusekindje. Het werd geboren
als reactie op de samenvoeging van
de drie westelijke sectoren tot de
Bondsrepubliek. De jonge
communist Erich Honecker was er
toen al bij. In zijn autobiografie Uit
mijn leven (verschenen in 1980),
schrijft hij: „De oprichting van de
DDR, noodzakelijk geworden door
het imperialisme in het Westen, is
een keerpunt in de geschiedenis van
Europa. Voor het eerst is een Duitse
staat geschapen, waarvoor de weg is
geëffend door het karakter en de
wetmatigheden van de overgang van
het kapitalisme naar het socialisme.
Een zware nederlaag voor het
wereldimperialisme".
De vorming van Oostduitsland is een
zware bevalling. Vier jaar nadat op 30
april 1945 een paar Russische soldaten op
het dak van de resten van de Rijksdag met
het hijsen van een reusachtige rode vlag,
de ondergang van nazi-Duitsland hebben
bezegeld, is de onvermijdelijk geworden
deling van Duitsland ook staatsrechtelijk
een feit. Vlak voor de onvoorwaardelijke
capitulatie van de nazi's, hadden de zege
vierende machten in Jalta het rijk al opge
deeld in vier porties.
De Russen gaan er na de oorlog van uit
dat de zones uiteindelijk weer tot één land
zullen worden samengevoegd. Om dat te
bereiken, voeren de Sovjets de eerste ja
ren een tamelijk gematigd bewind. Na
tuurlijk worden er op grote schaal men
senrechten geschonden, nazi's zonder
vorm van proces opgehangen en honder
den fabrieken ontmanteld, maar er wordt
ook een serieuze denazificatie doorge
voerd. De rechtelijke macht wordt gezui
verd, tweederde van de 40.000 leerkrach
ten krijgt een beroepsverbod en duizen
den ex-nationaal-socialisten worden met
harde hand heropgevoed. Het levert de
'zone', zoals de DDR smalend in het Wes
ten wordt genoemd, veel moreel krediet
op bij vele anti-fascisten.
In de drie westelijke zones is van een zui
vering vrijwel geen sprake. Bijna iedereen
mag blijven zitten waar men zit, opdat het
land snel omgevormd kan worden tot een
kapitalistisch bolwerk tegen het opruk
kende rode gevaar. Stalin wil in eerste in
stantie echter helemaal geen Duitse va
zalstaat. Hij wenst aan zijn westgrens een
sociaal-democratisch, desnoods neutraal,
herenigd Duitsland.
In het Westen is de oude Konrad Ade
nauer, voor wie achter de Elbe al Siberië
begint, uitsluitend bezig met de integratie
van de geallieerde zones in het Westen.
Erich Honecker: „Toen de imperialisti
sche machten en de monopolistische ka
pitalisten moesten inzien, dat de revolu
tionaire hervorming bij ons, ondanks alle
problemen, vooruitgang boekte, werd hen
duidelijk dat een verenigd, imperialis
tisch Duitsland niet meer haalbaar was.
Daarom handelden zij volgens het princi
pe: 'Liever het halve Duitsland helemaal,
dan het hele Duitsland half.'"
September 1949 is het dan zo ver: de
Bondsrepubliek wordt in het leven geroe
pen, in oktober volgt de oprichting van de
DDR. Van de nagestreefde democratie in
het Oosten is dan al weinig overgebleven.
Het is de communistische Socialistische
Eenheidspartij Duitsland (SED), die bijna
alle touwtjes in handen krijgt. Walter Ul
bricht, die nog stalinistischer is dan de
machtige heerser in het Kremlin, stelt
met pruisische discipline orde op zaken.
Maar Stalin blijft de Duitse kaart spelen.
Zo brengt hij in 1952 het Westen in verle
genheid met zijn aanbod van hereniging,
vrije verkiezingen, een vredesverdrag, af
tocht van alle vreemde troepen, een eigen
Duits leger, maar een neutrale status.
De Amerikanen zijn om militaire redenen
tegen, de Fransen hebben economische
argumenten en de eerste bondskanselier
Konrad Adenauer stelt dat neutralisering
de ondergang betekent. Hij wil pas praten
als het Westen sterker is dan de Sovjetu
nie.
Nog steeds wordt er in Westduitsland ge
streden over de vraag of men hier een his
torische kans voorbij heeft laten gaan.
Hoewel het voorstel op deze wijze niet
meer op tafel is gekomen, komen Moskou
en Oost-Berlijn met de regelmaat van de
klok met andere plannen. Uiteindelijk
biedt Ulbricht in 1956-1957 zelfs een fede
ratie of confederatie aan.
Pas in 1974, onder de tot partijleider opge
klommen Erich Honecker, is het afgelo
pen met het geflirt. In de nieuwe Grond
wet komt te staan dat de DDR een 'socia
listische arbeiders-en boerenstaat' is en
dat deze staat een 'onafscheidelijk be
standdeel van de socialistisch^ maat
schappij' vormt.
Economisch wil het na 1949 niet zo best
lukken in de leeggeroofde DDR. Met har
de hand probeert Ulbricht boeren en mid
denstanders tot communisten om te vor
men. Hij kort hun rantsoenen, schroeft de
produktienormen op en terroriseert de
protestantse kerk. Volgens zijn dogmati
sche opvattingen vormen deze drie groe
pen de doodsvijanden van het communis
me. De reactie blijft niet uit. Het volk be
gint te morren. Op 17 juni 1953 breekt er
een volksopstand uit. In Berlijn en in een
aantal andere steden leggen bouwvak
kers het werk neer. Duizenden burgers
sluiten zich aan. Meer loon, vrije verkie
zingen, opheffing van de gehate volkspoli-
tie, de VOPO, amnestie voor politiek ver
volgden, zijn de voornaamste eisen.
Op de Brandenburger Poort wordt de ro
de vlag neergehaald en hijsen de woeden
de arbeiders de vlaggen van Berlijn en
Duitsland. Duidend op Ulbrichts baard,
buik en bril, scandeert de massa: „Spitz-
bard, Bauch und Brille sind nicht Volkes
Wille". De Russen slaan de opstand neer
met tanks, pantserwagens en geweren. Er
vallen tientallen doden en duizenden
mensen belanden in de gevangenis. De
Oostduitse communisten doen echter wa
ter bij de wijn. De prijzen voor levensmid
delen gaan omlaag, de normverhoging
wordt teruggedraaid, er komt een regeling
met de kerk en de partij wordt drastisch
gezuiverd. Maar de door iedereen ver
wachte val van Ulbricht blijft uit. Sterker
nog, hij komt vaster in het zadel te zitten
dan ooit.
Het Kremlin ziet in dat verdere ongere
geldheden alleen kunnen worden voorko
men als de teugels iets worden gevierd. De
Oostduitse herstelbetalingen aan Mos
kou worden opgeschort en de Russen bie
den hulp aan bij de opbouw van het land.
Dat is nodig ook, want de achterstand op
de Bondsrepubliek, die vanaf het begin
heeft geprofiteerd van de Marshallhulp,
bedraagt zeker acht jaar.
Terwijl de economie langzaam begint op
te leven, wordt de macht van de partij, zo
als dat in een goed socialistisch land
hoort, uitgebreid over alle sectoren van
het dagelijks leven. In Moskou is intussen
de meer hervormingsgezinde Nikita
Chroesjtsjov Stalin opgevolgd. Aarzelen
de pogingen van Oostduitse hervormers
om ook in eigen land een destalisering op
gang te brengen, worden door Ulbricht in
1956 hardhandig de kop ingedrukt. Tucht
huis of de vlucht naar het kapitalisme.
Nog altijd bestaan twijfels over de levens
vatbaarheid van de jonge staat. Die wor
den niet in de laatste plaats veroorzaakt
door de open verbinding met het Westen
via Berlijn. Met de verslechtering van de
relaties tussen beide blokken vindt al van
af 1949 via deze gedeelde stad een volks
verhuizing van Oost naar West plaats. De
DDR dreigt leeg te bloeden. Op een be
paald moment zullen de Russen hun zóne
op moeten geven of de massale vlucht on
mogelijk moeten maken. De DDR kan
Oost-Berlijn niet afsluiten voor de eigen
burgers. Daar aangekomen hoeven ze al
leen maar in de tram naar het westelijk
stadsdeel te stappen. Per vliegtuig gaat
het dan verder naar Westduitsland.
De machtbewuste Nikita Chroesjtsjov
stelt in 1958 bluffend voor om van heel
Berlijn een vrije, onbonden stad te maken.
Maar omdat dit het vertrek van de geal
lieerden zou inhouden, weigeren Washing
ton, Parijs en Londen. Het is het begin van
de Berlijnse crisis, die jaren zal duren en
bij miljoenen de vrees voor een nieuwe
oorlog wekt. Zo ver komt het niet, maar er
gebeurt wel iets anders. In de nacht van 12
op 13 augustus 1961 gaat om twaalf uur bij
duizenden Vopo's en Oostduitse partijle
den de telefoon: alarm. Een reusachtig ra
derwerk komt in beweging. De kamera
den rukken met betonnen palen, pantser
wagens, scheppen en geweren naar de
grens in Berlijn. Onder dekking van Sov-
jetrussische troepen wordt de Duitse de
ling met prikkeldraad bezegeld. Coördi
nator van de actie is de inmiddels tot
tweede man gepromoveerde Erich Honec
ker.
Een paar dagen later verklaart Nikita
Chroesjtsjov in een vertrouwelijk gesprek
met de toenmalige Westduitse ambassa
deur in Moskou, dat hij de muur een „af
schuwelijke zaak vindt". En dat deze do
delijke grens in de toekomst weer dient te
verdwijnen. „Maar wat moest ik? Meer
dan 300.000 mensen, en wel de best opge
leiden, verlieten alleen al in juli 1961 de
DDR. Het is niet moeilijk om uit te reke
nen, wanneer de Oostduitse economie in
elkaar zou zijn gestort". Chroesjtsjov zegt
dat hij moest kiezen tussen een luchtblok-