PZC
Boekenweek
cadeauweek
Duivelse begeerte
Schrijvers te gast
Goud en Zilver
taalwijzer
WeGk-Llit ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1989 2 2
Idiote wereld
Prentenboekje
Victor Frederik
Lo van Driel
Knutselen
Brievenbus
Gerlof Leistra
Een van de mooiste kinderboeken van het afgelopen jaar
is ongetwijfeld Dat rijmt van Ivo de Wijs en Alfons van
Heusden. Terecht is het dubbel bekroond: De Wijs krijgt
voor zijn rijmpjes de Zilveren Griffel, Van Heusden voor
zijn prenten het Gouden Penseel. Aan de vooravond van de
Kinderboekenweek een gesprek met twee eenvoudige
jongens.
Dat een bijzonder iemand iets
bijzonders doet is niet zo bij
zonder. Dat een porseleinen
meisje breekt als zij valt en dat
een robotjongen olie drinkt is wel
vreemd, maar logisch als je er
van uit gaat dat dergelijke figu
ren bestaan. Het is veel grappiger
als iets gewoons bijzonder wordt.
Als aan een normale jongen de
vraag wordt gesteld of hij geen
last heeft van al dat vlees als hij
gaat zitten, dan geeft dat een bij
zondere kijk op iets heel ge
woons.
Het eiland daarginds, geschre
ven door Paul Biegel, is het
leukst als met zo'n 'zonnebril' op
wordt gekeken naar bekende za
ken. Bij aankoop van f 19,50 aan
kinderboeken krijgt men dit
boekje gratis tijdens de Kinder
boekenweek (van 4 tot 15 okto
ber)., Voor het eerst is het ge
schenk ook echt gratis. Vorige ja
ren moest een luttel bedrag wor
den neergeteld voor het promo
tieboekje.
Het onderhoudende verhaal van
rasverteller Paul Biegel houdt de
lezer 95 bladzijden lang bezig. De
thematiek van het boek pro
blemen rond de scheiding tussen
fantasie en werkelijkheid is in
de jeugdliteratuur niet nieuw.
"Wat is echt en wat is fictie", is de
vraag en het antwoord wordt
nooit gegeven. En helaas, net als
meer literair georiënteerde
schrijvers maakt Biegel niet dui
delijk of het verhaal nu echt ge
beurt of dat alles op fantasie be
rust.
Hoog-Keesje en zijn zusje Miertje
geloven dat er ver in zee een ei
land ligt waar de meisjes van por
selein zijn en de jongens van ijzer.
Onafhankelijk van elkaar komen
ze op het eiland terecht en daar
gebeuren de meest afschuwelijke
dingen. Jongens worden vastge
plakt aan een magneet en meis
jes worden gebakken. Iedereen
moet naar een afleerschool om al
les af te leren, want later moet je
wat worden (herderinnetje voor
op de schoorsteenmantel of kap
stokstang).
Biegel is heel consequent in het
doordenken van die vreemde we
reld en dat zorgt voor heerlijk
idiote scenes. Maar het leukst is
het om te zien hoe het gewone
tweetal op deze bijzondere omge
ving reageert. Het eiland daar
ginds is niet alleen een fantasie
vol verhaal, het is ook uiterst
beeldend geschreven: "zij sloop
muis-muis-muis de trap af'. Door
vaak gebruik te maken van klan
ken ('Hierrrr!' De langgerekte rrr
klonk als een ketting over een
tandwiel") kan de lezer de ge
beurtenissen als het ware horen.
Omdat Biegel al zo plastisch
schrijft, doet het werk van illu
strator Fiel van der Veen storend
aan. Het realisme van zijn pente
keningen geeft zo'n ingevuld
beeld dat het de eigen fantasie
van de lezer in de weg gaat zitten.
Tekeningen met meer sfeer en
minder informatie zouden beter
passen bij Biegels concrete beel
den.
Voor jongere kinderen is tijdens
de Kinderboekenweek een pren
tenboekje van Ingrid en Die ter
Schubert verkrijgbaar. Niet gra
tis, er moet f. 3,95 voor worden be
taald. Op de voorkant van De Uit
vinder staat een jongen met de
op zijn trui de tekst Be an origi
nal!.
Hoe leuk de gezellige, rommelige
waterverfprenten ook zijn, de in
houd is niet erg origineel. Het
middenstuk bestaat uit een serie
bladzijden met vreemde uitvin
dingen. Doordat de pagina's in
drie delen zijn 'geknipt', kan de
lezer de verschillende onderde
len tot nieuwe uitvindingen com
bineren. Een principe dat bij
voorbeeld ook is toegepast in Dat
Rijmt, het bekroonde boek van
Alfons van Heusden en Ivo de
Wijs.
Ook het slot van het boek is al
eerder vertoond. Op de laatste
bladzijde wordt een nieuwe uit
vinder onthuld. In het boek is een
spiegeltje geplakt, dat erg doet
denken aan de hologrammen in
het prachtige boek De Spiegel-
steen. Met de twee knutselop-
drachten die de Schuberts geven,
stimuleren ze kinderen niet tot
orginaliteit. Immers er wordt
niets anders van hen verwacht
dan dat ze precies namaken wat
op de tekening staat.
Zo maken de Schuberts hun cre
do van de originaliteit niet waar.
Het geheel komt rommelig over,
er zit geen helder verhaal in en
het is gebaseerd op drie verschil
lende concepten. Maar daarmee
is nog niet gezegd dat de tekenin
gen niet van grote klasse zijn; de
'olifantenleesstoel' mag meteen
op posterformaat aan de muur.
Het eiland daarginds, Paul Biegel, ill.
Fiel van der Veen, uitgave CPNB, gra
tis bij aankoop van f 19,50 aan kinder
boeken;
De Uitvinder, tekst en illustraties In
grid en Dieter Schubert, f 3,95, uitg.
CPNB.
Paul Biegel,
In een rare straat in een vreemde
plaats zie je in het voorbijgaan
op een soort bioscoop een uitnodi
ging. Of we even komen genieten
van wat onze voorouders een rol
prent noemden. Ter aanmoediging
is de titel er uitdagend bij geschil
derd: Duivelse begeertes. Zoiets
zet aan het denken.
De bijgevoegde beelden geven be
slist de indruk dat er meer perso
nen bij betrokken zijn. Het meer
voud zal dus wel gemotiveerd zijn.
Maar waarom geeft de exploitant
der lusten ruimte aan begeertes in
plaats van begeerten? Straks is al
les maar toegestaan. Zijn er dan in
de taal helemaal geen normen
meer, hoor je een schuin kijkende
voorbijganger mompelen.
Een week later, de duivelse begeer
te allang vergeten, praten twee
sprekers bij een diploma-uitrei
king. Je zit erbij en kijkt ernaar. De
eerste spreker heeft het over akten
die uitgereikt zullen worden. De
tweede minder begaafde spreker
doet mededelingen over aktes die
de kandidaten een voor een in ont
vangst moeten nemen. Werden er
nu akten Of aktes uitgereikt? Dit
zijn natuurlijk geen wereldschok
kende vraagstukken. Maar toch.
Hoe komt het dat op het ene stads
kantoor een ambtenaar in ont-
werpnota's gemeentes vervangt
door gemeenten, terwijl op een an
dere secretarie het omgekeerde
zou kunnen plaatsvinden? Demo
nische vragen.
Als je een paar docenten ziet, dan
zijn dat mannen. Ondanks onze
behoefte zonder discriminatie on
derscheid te maken, noemen we
ook een groep mannen èn vrouwen
gewoon docenten. Als je uitslui
tend een paar onderwijzende da
mes bedoelt, geef je de voorkeur
aan docentes. Zo'n verhaal kan je
ook over agent, agente, agentes,
agenten schrijven. Maar de krant
komt toch wel vol.
Het kost inderdaad niet veel moei
te meer voorbeelden te bedenken.
Je hoeft het kleine pakket van de
Zekatel maar aan te boren of de s-
meervouden vliegen je om de oren.
Op een avond zegt iemand die her
kozen wil worden het zo: als we ons
erfgoed willen bewaren, moeten we
keuzes maken. Zeker, de politicus
heeft gelijk - elke politicus heeft al
tijd gelijk - maar moeten we keuzes
maken of keuzen?
Op een stadhuis heet de conciërge
bode; soms zijn er twee. Zijn er dan
bodes of boden? In collegiale ge
sprekken gebruiken zij nooit bo
den. Maar het Grote Boek van de
schoolmeester uit Sluis geeft beide
meervouden met een voorkeur
voor boden. In geschreven taal
heeft de n-vorm vrijwel altijd de
voorkeur. Natuurlijk, Van Dale
heeft minder gelijk dan de taalge
bruiker.
Lijden de bodes aan ziekten of aan
ziektes? Spreekt u bij voorkeur
over geraamten of geraamtes? Be
strijdt u een en ander met vitami
nen of vitamines?
Nu zou gemakkelijk in het hoofd
van een taalgebruiker een gedach
te kunnen opkomen. Bijvoorbeeld
deze: alle woorden op een e - onder
intellectuelen ook wel stomme e
genoemd - hebben een dubbele
meervoudsvorm. Deze gedachte is
onjuist zoals u ziet bij blinde, met
het meervoud blinden. Er zijn ge
noeg van die woorden met alleen
een n-meervoud, zoals gaven en se
conden.
Daartegen hebben we ook e-woor-
den met alleen een meervoud op -s.
Zet deze zin maar in het meervoud
In de file(s) zagen wij dame(s).
Je rijdt nietsvermoedend door een
grensdorp en ziet op een smoezeli
ge gevel uitgestalde begeertes. Ge
prikkeld door zo'n meervouds
vorm ervaar je dat zo iets simpels
als het meervoud van een groepje
woorden die op een e- eindigen,
zo'n klein stukje van de taal, toch
relatief ingewikkeld en tegelijker
tijd eenvoudig is. Gelukkig weten
we zelf niet wat we weten. Je zal
dat toch allemaal moeten onthou
den. Dan zou een woord als begeer
te echt duivels zijn.
Alfons en Ivo krabbelen verder
Als je ze op hun woord zou moeten gelo
ven, heeft het werk van Ivo de Wijs
(44) en Alfons van Heusden (58) weinig te
betekenen. Ze kunnen domweg niets an
ders en het resultaat van hun arbeid is zo
eenvoudig, dat kan iedereen. De dubbele
bekroning van Dat rijmt spreekt echter
boekdelen. En halverwege het gesprek
merkt De Wijs terloops op: „Die prenten
van Alfons zijn professioneel simpel en
dat is het moeilijkste wat er is".
Beide heren hebben hebben hun sporen
ruimschoots verdiend. Ex-cabaretier Ivo
de Wijs is nu al weer jaren als tekstschrij
ver hofleverancier van Jasperina de Jong.
Verder schrijft hij onder meer voor Kinde
ren voor Kinderen en presenteert hij sa
men met Letty Kosterman op de zondag
ochtend het radioprogramma Vroege vo
gels. Met de tekenaar Ivo de Weerd maak
te hij het boek Zwarte Jan en het Grote
Kapersfeest, dat in de Kinderboekenweek
zal verschijnen. Verder staat het jeugd
boek Een potje geschiedenis op stapel,
een bundeling van de stukjes die hij voor
De Blauw Geruite Kiel van Vrij Nederland
maakte.
Alfons van Heusden begon als typograaf
bij De Arbeiderspers, maar ontpopte zich
al snel als illustrator. In de loop der jaren
voorzag hij vele tientallen boeken van illu
straties en ontwierp hij spelletjes en puzz
les. Hij is docent aan de Koninkijke Aca
demie in Den Haag en maakt in zijn vrije
tijd ('als niemand kijkt') abstracte schil
derijen.
De rijmpjes en prenten in Dat rijmt passen
zo goed bij elkaar dat het lijkt alsof ze aan
eén hersenpan zijn ontsproten. Het is een
boek vol verrassingen waarin je bij wijze
van hoge uitzondering zelfs mag scheu
ren, langs de voorgedrukte gaatjes. Wie
dat doet, ontdekt dat de plaatjes van de
ene pagina samen met die van de andere
weer een nieuwe prent vormen. Dat er
soms sprake is van kleurverschil mag de
pret niet drukken. En niet voor niets be
hoort Dat rijmt ook nog eens tot de 42 Best
Verzorgde Boeken van 1988.
Het idee is van Ivo de Wijs. „De meeste
vaders zijn berehandig en gaan voor hun
kinderen van alles zitten knutselen. Maar
ik heb een afschrik van vieze handjes, verf
en lijm. Het enige wat ik kan, is schrijven
en rijmen. Toen mijn kinderen nog klein
waren, maakte ik aan de lopende band
boekjes voor ze, op bestelling. Soms met
tekeningetjes, maar die lijken nergens op.
Tekeningen moeten magie toevoegen,
niet wegnemen en dat laatste was bij mij
het geval. Daarom ben ik ook zo blij met
Alfons. Ik kan wel zo ongeveer aangeven
wat ik wil en Alfons kan alles tekenen.
Mijn tekst is gaan leven door zijn tekenin
gen".
Al eerder had De Wijs een boek willen ma
ken waarin ongestoord kan worden ge
scheurd, „maar er was mij steeds gezegd
dat zo'n boek onbetaalbaar zou worden.
Dat zou je dan in Hongkong moeten laten
drukken. Maar tegenwoordig blijkt het
ook gewoon in Nederland te kunnen".
Het boek vertelt geen verhaal en de tekst
doet hier en daar bijna ouderwets aan
Een woord als 'sakkerloot' wordt niet
meer gebruikt en 'Een mees op het hoofd
van Kees' lijkt regelrecht afkomstig van
een Aap-Noot-Mies-leesplankje. De Wijs:
„Een kinderboek hoeft toch niet onmatig
trendy te zijn?! En kinderen verzinnen al
bladerend hun eigen verhaal wel. Wat dat
betreft zijn er volop mogelijkheden".
De tekeningen heeft Van Heusden bewust
zo simpel mogelijk gehouden. Bescheiden
lachend: „Maar ik kan ook niet beter. Ik
doe alles uit mijn hoofd, maar gelukkig
herkennen kinderen snel genoeg wat ik
bedoel. Overigens kijk ik zo min mogelijk
naar het werk van andere illustratoren.
Het is moeilijk te kijken zonder beïnvloed
te worden". De Wijs: „Alfons heeft in dit
boek duidelijk zijn adem ingehouden. Hij
is de weg teruggegaan naar het niveau van
de kinderen en dat is een enorme presta
tie".
Gestimuleerd door het succes van Dat
rijmt, is het duo al weer volop bezig met de
voorbereidingen van een nieuw boek. De
titel is er al: Even naar de brievenbus.
De Wijs: „Dit keer is het wel een doorlo
pend verhaal, maar verder ben ik nog heel
voorzichtig aan het krabbelen. Ik weet
zelfs niet of het gaat rijmen. In het geniep
verheugen Alfons en ik ons natuurlijk op
allerlei buitenlandse snoepreisjes, maar
het is maar de vraag of 'kat' en 'rat' in het
Japans met elkaar vallen te rijmen. Maar
ja, dat rijmen gaat bij mij bijna automa
tisch. Daar hoef ik echt niet een hele dag
op te lopen zweten".
In het kader van de kinderboeken
week-van 4 tot 15 oktober- zijn enkele
schrijvers te gast in Middelburg
Guus Kuijer geeft vrijdag 6 oktober
'gastcolleges' op de basisschool De
Burch. Na afloop zal hij van 15.30 tot
16.30 uur in boekhandel Fanoy signe
ren. Kuijer kreeg de afgelopen jaren
griffels voor zijn Madelief-boeken,
Krassen in het tafelblad en Tin Toeval.
Een dag later, zaterdag 7 oktober, zijn
Paul Biegel en Wim Hofman van de
partij. Biegel schreef dit jaar het kin
derboekenweekgeschenk Het Eiland
daarginds. Eerder kreeg hij voor De
Kleine Kapitein, het Olifantenbeest en
De rode Prinses Gouden en Zilveren
griffels.
Wim Hofman krijgt dit jaar de Gouden
Griffel voor zijn boek Het Vlot. In dat
boek vertelt hij over zijn jeugd in het
door de oorlog verwoeste Vlissingen.
Paul Biegel signeert zaterdag 7 okto
ber in boekhandel Fanoy van 15 tot 17
uur; Wim Hofman houdt hem van 16 tot
17 uur gezelschap.
Foto Peter Senteur
Alfons van Heusden(l) en Ivo de Wijs in de kinderhoek van de bibliotheek.