Landschap in het licht
van de Zeeuwse hemel
Voor mij is
Zeeland leeg
en toch heel vol
Het landschap
is niet
na te doen
Het is altijd een
geweldig kijkland
Ik probeer niet het landschap
na te doen. Dat wordt een af
gietsel en dat is altijd minder dan de
werkelijkheid. Met het landschap
bezig zijn is voor mij ook je kijk op
het landschap en hoe je een land
schap ervaart. Dat alles boeit me erg
en ik wil dat ook weergeven. In mijn
werk probeer ik het landschap terug
te brengen, via een eigen weergave.
Niet alleen het kijken speelt mee;
ook je gevoel komt erbij.
ZATERDAG 23 SEPTEMBER 1989
Geen vogels
Somber
Verkenning
week-uit
In de jaren veertig legde ir P. J. 't Hooft het voor eens en altijd vast (in zijn boekje Dorpen
in Zeeland). Het reine licht van de Zeeuwse hemel. „Dat licht dat soms mateloos zuiver en
transparant straalt door het Zeeuwsche land en dan weer zacht en puur parelt in de diezige
atmosfeer. Altijd anders, maar altijd smetteloos rein, als de klaarte van gebrand glas."
Zeeland: die wijde koepel van licht, in een geweldige ruimte van lucht, land en water. Zo
was het, zo is het en zo zal het altoos zijn. Daar doen industrie, recreatie en uitdijende
woonkernen niets aan af. Is het een wonder dat kunstenaars hierdoor geïnspireerd
worden? Nee toch. Een beter landschap is er nauwelijks.
Het thema van de week van het landschap 1989 is dan ook toegesneden op Zeeland: Kunst
en het landschap. Van 23 september tot en met 1 oktober staat dit thema centraal. De
Stichting Het Zeeuwse Landschap haakt in Zeeland in op de week van het landschap. De
nadruk van de activiteiten ligt overigens niet op kunst, maar op het landschap en de
noodzaak dat te beschermen.
Het Zeeuwse Landschap heet belangstellenden vooral welkom op het landgoed Ter Hooge
bij Middelburg. Dagelijks worden om 10.00 en 14.00 uur twee excursies gehouden. Speciale
aandacht wordt besteed aan de aanleg van het park en aan de geschiedenis van kasteel en
landgoed. Op de parkeerplaats van Ter Hooge is een diaserie te zien over kunst en het
landschap, dagelijksom 13.30 uur. Op 29 en 30 september, om 21.00 uur, is er op het gazon bij
het kasteel een diapresentatie van werk van tien amateur-natuurfotografen.
In he!t informatiegebouw bij de eendenkooi te Anna Jacobapolder exposeert Jaques Willems.
Kleine olieverfpanelen, vogelafbeeldingen op eieren, diermodellen in brons of was. Ook hier
zijn dia's over kunst en landschap te zien. De expositie is te bezichtigen op 23 september van
10.00 - 14.00 uur; 27 september van 13.00 - 17.00 uur; 29 september 13.00 - 21.00 uur en in
oktober elke woensdag van 15.00 - 20.00 uur. Drie Zeeuwse kunstschilders leggen uit op welke
wijze zij het landschap in hun werk verweven.
Nellij van Nieuwenhuijzen,
1944, Lewedorp.
Landschap schilderen - ik
doe bijna niets anders.
Óét wordt me wel eens verwe
ten. Ik kom er steeds weer op te
rug. Die wijdsheid, dat eindelo
ze. Voor mij is Zeeland heel leeg
en toch heel vol. Het is ruim,
licht, hoog en dampig van de
zee. De akkers staan er soms pa
radijselijk bij. Ik woon midde
nin de polder. Ik zie niet anders
dan Zeeland.
Het is ook belangrijk dat mijn
man boer is. Hij is altijd bezig in
en met het landschap. Hij be
kijkt mijn werk ook kritisch. Ie
mand zei eens: misschien beeld
je wel de eenzaamheid van de
boer uit. Ik geloof dat niet. Een
boer is helemaal niet zo een
zaam. Hij heeft het landschap.
Het klinkt misschien afgezaagd,
maar de boer beheert in veel ge
vallen het landschap ook.
Ik maak vooral aquarellen of
acrylschilderijen. Beide op ba
sis van water. Het zijn transpa
rante, vluchtige waterverfschil
derijen. De zuiverheid en een
voud van deze techniek passen
bij mijn Zeeland. Een gebied
met veel water, zo plat als een
cent en prachtige luchten die
het omringen. Dat is geweldig.
Ik voel me heel klein temidden
van immense wolkenluchten.
Die fascinatie voor het land
schap - ik weet niet of ik die al
tijd heb gehad. Ik heb wel altijd
goed gekeken. Dat doe ik nog.
Het beeld van het landschap of
de bloem zit in me. Af en toe
maak ik foto's. Wanneer ik twij
fel, dan pak ik mijn flets en zoek
de werkelijkheid op. Als ik bui
ten schilder, dan ga ik teveel de
tails opzetten. Dan zie ik teveel.
Dus zit ik maar het liefste op
m'n knieën in mijn atelier. Ik
vernietig nogal eens wat. Ook
als een ander het mooi vindt.
Dan ben ik gewoon ontevreden.
Soms wordt iets wel eens dier
baarder als iemand er helemaal
weg van is. De schoonheid zien
door de ogen van een ander;
daar moetje voor open staan.
Ik moet wijdsheid om me heen
hebben. Ik ben een druk type; ik
heb ruimte nodig. Zeeland heeft
lucht en tegelijk begrenzing. Er
zijn het ijle van de lucht en het
zware van de grond. Dat frap
peert me. Dat kleiland. Daarom
misschien is de strook grond op
mijn schilderijen altijd zo smal.
Ik schilder geen mensen en die
ren. Ik weet niet of ik dat goed
kan. Die eenzaamheid, die leeg
te - die vind ik het mooiste. Het
stoort erg als je er iets in zet. Vo
gels zijn hartstikke mooi, maar
ik wil ze niet in mijn luchten
zien. Ik moet immers steeds op
passen voor teveel details. Soms
is een dak al teveel.
Ik heb er eigenlijk geen behoefte
aan om iets anders te doen dan
landschappen. Ik probeer het
wel eens, maar kom steeds terug
op het landschap en de bloemen
daarin. Ik vind het prima. Het
past ook bij me. Een landschap,
een aquarel, dat moet ontzet
tend snel. Je moet goed weten
wat je wilt, anders mislukt het.
Elke beslissing is definitief en
niet te corrigeren. Het is mijn
karakter. Het snelle van de luch
ten.
Iemand stuurde me een gedicht
naar aanleiding van een exposi
tie van mijn schilderijen. Mooie
omschrijvingen: het licht en
lucht in rood en zilvergrijs, in
grijzig blauw en groen. In dat ge
dicht is Zeeland een land waar
verten wazen en kleuren zich
koepelen als een hemelboog.
Daar kan ik me heel erg in her
kennen. Je ziet het wanneer je
goed om je heenkijkt. Zeeland:
zoveel lucht en zo weinig land.
Ik ben blij met reacties. Die heb
ik nodig. Mensen die blij zijn
met je werk - dat is zalig.
Mijn werk is typisch Zeeuws. Ik
ben ook erg aan dit land ge
hecht. Zeeland is het mooist als
het een beetje nevelig is. Een
stralende dag is ook fijn, maar
dan let je minder op het land
schap en geniet je meer van de
mensen. Ik hou wel van het som
bere. Zeeland maakt meer in
druk op je als het wazig is, be
zwangerd met vocht. Daarom
vallen de luchten boven het
Sloegebied mij zo op. Ik denk
dat de uitstoot van de industrie
er mee te maken heeft. Je hebt
daar fellere luchten. Mijn werk
wordt trouwens ook steeds fel
ler. Daar ontkom je niet aan.
Alleen lucht en water is er niet
bij.Ik heb één keer een aquarel
met water en lucht gemaakt.
Meer niet. Je ziet in Zeeland al
tijd land. Ook als je midden op
de Oosterschelde zit. Altijd wel
land. Daar kun je niet omheen."
Marinus van Dijke,
1952, Burgh-Haamstede.
Ik heb een gebondenheid met Zee
land. Ik ben er opgegroeid. De sfeer
van het landschap, je hebt er de zee,
je kunt door de duinen lopen. Dat
heeft allemaal wel wat. Het is ook
heel prettig om hier te wonen en te
werken. Ik ga ook wel eens de bergen
in. Altijd voor korte tijd. Die bergen
komen in mijn werk ook niet tot ui
ting. Je bent vertrouwd met dat
Zeeuwse. Je ervaart het als je eigen
wereld. Daardoor kun je er mee
werken.
In de Schouwse Westhoek komen 's-
zomers heel veel toeristen. Dat is een
beperking. In een bepaalde periode
is het landschap overspoeld met
mensen. Dan ga ik zo weinig moge
lijk naar buiten. Ik sta niet zonder
meer negatief tegenover het toeris
me. Zo'n vijftien jaar geleden schil
derde ik bijvoorbeeld badhokjes op
het strand. Maar de invloed van
mensen op de natuur - ik mijd dat
zoveel mogelijk. Ik heb niet echt de
behoefte hier weg te gaan. Ondanks
alle menselijke inbreng kan ik er nog
leven.
Voor mij is de natuur gewoon het zijn
op aarde. Er is leven. Schouwen zie
ik als iets kleins, als je het vergelijkt
met de totale aarde. Natuur en land
schap bestaan uit talloze onderde
len. Uit allerlei stukjes vormt zich
één geheel. Schouwen zit daar als
stukje tussen. Neem de stormvloed
kering in de Oosterschelde. Die
moet volgens de ontwerpers 200 jaar
mee kunnen. Dat is zeer tijdelijk.
Al jaren is het landschap de bron van
mijn werk. Het zijn voor mij de herin
neringen en de Waarnemingen, die
het gevoel oproepen van wat er in
mijn omgeving gebeurt. Ik denk wel
dat mijn werk herkenbaar is. Het is
als met een gedicht. Dat heeft een
bepaalde lading. Mijn werk heeft
ook een bepaalde lading. Als je er
naar kijkt, dan kun je dat ervaren.
Waarom ik een voorkeur heb voor
het landschap is moeilijk te zeggen.
Het gaat in het bijzonder om ge-
voelsbegrippen. Ruimte en beslo
tenheid; warmte en kou - dat soort
dingen die je in een landschap ont
moet. Er zijn dingen die ontstaan ge
woon. Die bedenk ik niet van tevo
ren. Het is niet zo datje zegt: nu ga ik
duin schilderen. Je gebruikt het ma
teriaal datje nodig denkt te hebben.
Belangrijk is: ervaren wat het beste
overkomt voor mij, wat het meeste
mijn gevoel dekt en wat het duide
lijkste is. Dat moet al werkende ont
staan.
Landschap en de elementen vormen
voor mij één geheel. Je pakt er delen
uit. Lucht, begroeiing van de duinen,
wind. Je rent over het strand, ogen
dicht, en dan ervaar je dingen die je
wilt weergeven. Daarom zit ik zelf in
het landschap. Ik moet het kennen
om ermee te kunnen werken. Het
moet doorleefd zijn. Ik wil niet zeg
gen dat Zeeland nu hét licht heeft,
dé wind en dé beste zee. Het is niet
een kwestie van beter of slechter. Ik
zou bijvoorbeeld in Bretagne ook
kunnen werken.
Ik ben geen natuurkenner in de zin
van namen kunnen noemen. Op die
manier ben ik niet bezig. De natuur
vind ik mooi, maar ik hoef geen tekst
en uitleg. Ik gebruik soms dingen die
in het landschap passen. De mens,
een vogel; het ligt eraan. Als ik die
nodig zou hebben, gebruik ik bij
voorbeeld ook de stormvloedkering.
Het ligt eraan, de dingen staan wel in
het landschap. Ze worden met de na
tuur in verband gebracht.
Je werkt vanuit jezelf. Er achter
staan en het beleefd hebben. Je bent
niet een eenling, dus zullen ook an
dere mensen het beleefd hebben en
het herkennen. Ik kan zo vrij moge
lijk weergeven hoe ik het landschap
beleef. Er is niemand die mij be
perkt. Dat is juist heel spannend; je
hebt duizenden mogelijkheden. Ik
werk in mijn atelier. Het is toch weer
anders dan wanneer je over strand
loopt. Er zit een afstand tussen. Je
sprokkelt in je geest dingen bij el
kaar en zo ontstaat er een beeld."
situeerde er zelfs het bijbelse verhaal over
de wonderlijke visvangst. Ik heb veel
aquarellen van duinen gemaakt. Ook veel
steden. Ik ben altijd erg geïnspireerd door
Vlissingen. Nu is er veel moois verdwenen.
Ik heb dertien jaar in Groningen gewoond
en gewerkt. Daar zat ik, op grond van
voorstudies, steeds maar Zeeland te schil
deren. Al gauw kochten we een vakantie
huisje in Zeeland. Toen we uit Zeeland
weggingen zeiden we Van Schagen na:
eens gaan we retour, naar Veere toe. We
wisten bij ons vertrek naar Groningen dat
we terug zouden komen.
Ik heb onder meer gestudeerd in Limburg.
Als je daar keek naar een boerderij, een
koe en een pruimboom, dan was dat heel
materialistisch. In Zeeland is alles opge
nomen in een grote sfeer, ook als er geen
mist is. Het is - voor mijn gevoel dan - veel
abstracter. Ik voel me ook verbonden met
Zeeland door de verhalen van mijn vader
en door wat ik zelf ervaren heb. Ik maakte
in Limburg kennis met een boer. Dat was
voor mij geen échte, vergeleken met die
trotse Zeeuwse boeren. En als je Zeeuwse
vissers kent, dan zie je hun schepen an
ders. Hoekiger, korter. Het karakter beïn
vloedt de vormgeving van de schepen.
Zoals ik het Zeeuwse landschap weer geef
is het in diepste zin een verkenning van
mezelf. Niet alleen zoals je het ziet, ook zo
als je het voelt en ervaart in de mensen. Je
kunt Zeeland ook alleen schilderen als je
het enige tijd kent.
Het befaamde Zeeuwse licht is een oud
thema. Het was al bekend in de tweede
helft van de vorige eeuw. Toen kwamen er
al Belgen hier schilderen. Vooral impres
sionisten kregen het in de gaten. De waren
onder de indruk van dat blonde licht. Als
ik regelrecht in de natuur schilder, dan
heeft mijn werk ook wel dat hele blonde.
Ik ben in de loop van de jaren steeds lich
ter gaan schilderen. Ik vertrok vanuit een
donkere periode. Ik was vroeger zwaar op
de hand en ben lichtzinniger geworden.
Landschap schilderen betekent niet al
leen boompjes. Dat is maar een afperking.
Zoals je spreekt over zeegezichten, land
schappen, dorps- en stadsgezichten. Ik
heb het landschap in de breedste zin ge
schilderd. En niet altijd scheepjes, haven
tjes en steden. Ook mensen. Ik heb zelfs
een abstracte periode gehad. Daar is niet
veel van over. Ik heb veel werk afgekrabt.
Dat doe ik nog. Ik moet achter mijn werk
kunnen staan. De zee alleen heb ik nooit
geschilderd. Daar zie ik nog geen kans toe.
Het is ontzettend moeilijk, zo'n lege zee.
Met een schip erop of een duin, is het al
weer iets anders. Ik vind de zee geweldig.
Een zonsondergang boven zee is schitte
rend. Maar ik zie het me nog niet schilde
ren. Ik ben ook niet geïnspireerd door in
dustriële ontwikkelingen. Het Sloegebied
is foeilelijk. Die wolken stoom vind ik een
bedreiging.
Hans Heeren,
1926, Oostkapelle.
Als kind begon ik al te schilderen.
De wallen van Middelburg. Voor
dé oorlog kwamen er op donderdag bui
tenlandse kunstenaars. Daar zat ik dan
bij. Ik kon naar de natuur tekenen. De
waarneming is voor mij nog altijd de
sterkste kant. Ik heb wel wat aan verbeel
ding gedaan, maar kom toch steeds op
waarnemen terug. Mijn uitgangspunt is
kijken. Als je een geboren en getogen
Zeeuw bent, is hier veel te beleven. Zee
land is altijd een fantastisch kijkland ge
weest.
Als je schildert dan moet je een keus ma
ken uit hetgeen je ziet. Ik vond haventjes
geweldig. Slib, laagwater en schepen
schots en scheef. Dat pakte me enorm. Erg
symbolisch. Het is de vloed die zich terug
trekt. De mensen op de schepen gaan ook
weg. Het wordt stil. Je hoort nog het gor
gelen van het water. Je ziet een krabbetje
lopen. Op het slik liggen de schepen zoals
ze helemaal zijn; mét de kiel die anders
verborgen is. Prachtige kleuren.
In die Zeeuwse haventjes ontdekte ik een
verlangen naar de oorsprong. Iets van de
eeuwigheid en vooral het onbewuste. Ik
ben nu nog bereid haventjes te schilderen.
Maar ze zijn ons ontnomen. De Paal is vre
selijk geworden. Kruispolderhaven is
weg. Colijnsplaat is dicht. En wat is er in
Yerseke niet kapot gegaan.
Ik ben helemaal vervuld van Zeeland. Ik