Afscheid
best moeilijk
Als je soms ziet hoe mensen van
je eigen leeftijd er aan toe zijn
streek WOENSDAG 1 FEBRUARI 1989 z2 1
ONDER ZEIL:
Eerste vracht
Geregelde dienst
if ge brand
Driekwart nieuw
Padvinderij
Selectie
Mijn methode
Ie bemanning va de Albatros. Vlnr: Ton Brouwer, Lizzy Nieuwehuis, Harold Linssen, Gelske van Beekhof en Robert
tager
Albatros: een
traditie
men. „Die passagiers betekenen voor
ons de krenten in de pap", verduide
lijkt Brouwer.
In oktober 1988 boekte zijn bevrach
tingskantoor Nera Maritime uit Am
sterdam de eerste reis voor de Alba
tros: een lading sojaschroot van Gent
naar het Schotse Macduff en terug li
mestone van Sunderland naar Rotter
dam. Een trip die een maand duurde,
met inbegrip van een week wachten op
lading. „Wat betreft Nera Maritime
had ik het niet beter kunnen treffen",
vervolgt Brouwer. „Zakelijk is de Al
batros nauwelijks interessant voor een
kantoor. Deze mensen doen het werke
lijk voor de gein", licht hij dankbaar
toe.
Onder zijn verhaal is het scheepje in
middels ter hoogte van de ligplaats,
Zuid-Chemie in Sas van Gent, gearri
veerd. Het afmeren gebeurt met nauti
sche ondersteuning van een schijnwer
per die wordt gehanteerd door de
stuurman. Onder de Zuidkraan wordt
vastgemaakt. De 27 meter lange
hoofdmast loopt geen kans de kraan te
raken. Als de stuurman het schip bij de
portier van het bedrijf aanmeldt ver
neemt hij dat pas maandagochtend
wordt begonnen met laden. De zon
dagavond is voor ontspanning.
Die masten zijn een verhaal apart. In
zijn pogen om zo goedkoop mogelijk
aan de hoofd- en bezaanmast te ko
men liep hij tegen de masten op van
de 'Charlotte Rhodes', het vlagge-
schip van reder Onedin uit de gelijk
namige tv-serie, dat in 1981 liggend in
de haven van Amsterdam op on
verklaarbare wijze is uitgebrand.
Maar in 1985 bleek het Amerikaanse
grenen aangetast door een geheimzin
nige schimmel die van het onver
woestbaar gedachte hout een spons
maakte. Brouwer restte niets anders
dan de filmmasten te verwijderen en
een nieuwe boom te kopen. Kosten
van de ruwe boom die alleen een
hoofdmast opleverde: vierduizend
gulden.
De Albatros. Lang 30 meter, breed 6
meter, diepgang 2,10 meter. Hoofdmo
tor een twee cylinder, 160 PK Hundes-
ted. Het zeiloppervlak bedraagt 360
m2. „We gaan uit van 50 varen op de
zeilen, maar in de praktijk is het
meer", aldus Brouwer. „Niet alleen is
het goedkoper maar tevens sneller".
Het laadvermogen in de winter is 120
ton. Maandagmorgen blazen de kra
nen deze hoeveelheid kunstmest in
minder dan twee uur in het ruim. De
vaartijd naar de haven van bestem
ming - Gunness aan de rivier de Trent
in Engeland - is twintig maal langer.
De bemanning ziet met verlangen uit
naar deze bestemming. Maar niet
Kokkie de scheepshond. Deze krui
sing tussen tekkel en terrier weet dat
hij gedurende het verblijf in het Ko
ninkrijk vanwege de quarantaine
maatregel niet van boord mag. Zelfs
blaffen kan hem, maar meer nog zijn
baas, duur komen te staan.
Ton en Gelske zelf hebben goede her
inneringen aan het land. De Schotse
ontvanger van de lading in Macduff
was dermate gecharmeerd van het
zeilvrachtschip dat hij ter plekke een
contract aanbood voor een geregelde
dienst tussen Rotterdam/ Gent naar
Macduff. Het zou een geweldige finan
ciële opsteker zijn voor de twee. „Want
van hartstocht alleen kun je niet le
ven", stelt Brouwer. Hij vervolgt:
„Maar wat ook ooit mag gebeuren,de
ze jaren nemen ze me nooit meer af'.
Ondanks de inspanningen van zijn be
vrachtingskantoor in Amsterdam
heeft schipper Ton eéri vracht zelf ge
boekt. Een lading eikenhout uit Dene
marken, bestemd voor het VOC-schip
de Batavus. Een erezaak voor de blau
wogige viking zoals ook zijn deelname
deze zomer aan Sail '89. Een zeilmani-
festatie voor tall-ships, deels wed
strijd. deels show. De trip voert de
schepen onder meer naar Hamburg.
Malmo. Lubeck en London. „Als ik
meedoe moet dat zijn als geladen
schip. Alleen zo wil ik de Thames opva
ren. Ik wil niet alleen uniek zijn op pa
pier, maar waarmaken dat ik het laat
ste beroepsmatige zeilvrachtschip
ben".
Bij het horen van deze geluiden draait
Kokkie misnoegd zijn kop om. Zijn
baas mag dan een Anglofiel zijn, voor
hem is Engeland een honds land.
Pierre H. Eijsackers
.stalen Albatros afgemeerd aan de steiger bij Zuid-Chemie in Sas van Gent.
JAS VAN GENT - Een klomp met een
eiltjeOp het eerste gezicht zou
tien geneigd zijn de vergelijking door
e trekken naar de 'Albatros'. Zeker
vanneer men de dertig meter lange
Joordzeeklipper de ruime Oostbui-
enhaven van Terneuzen ziet opdraai-
n. Zonder zeilen weliswaar, want on-
lanks de passie die kapitein Ton
Jrouwer voor het zeilen heeft, staat
le veiligheid van schip, opvarenden
n lading bovenaan. Een nadere ken-
tismaking met het in 1899 gebouwde
raartuig doet de eerdere gedachte
ran de klomp en het zeil snel verdwij-
ten.
let afmeren in de sluis wordt geken-
nerkt door rust, passend bij de zon-
lagmiddag. De bevelen die de veertig-
arige Brouwer via de intercom door
leeft klinken - ondanks zijn door wilde
taardos en ruige baard gesierde gelaat
opvallend beschaafdDe bemanning
óór, evenals achter een vrouw en
nan, geeft met gebaren aan hoever het
chip nog van de sluisdeur af ligt. In
ifwachting van het op gelijk peil ko
nen van het water in de sluis en op het
:anaal wordt in de stuurhut thee ge-
Ironken: het bakje bier dat koel staat
n het sloepje wordt bewaard tot na het
fineren in Sas van Gent.
'erwijl Brouwer een pijp opsteekt
rordt duidelijk wie de andere opva-
enden zijn. Theezetster Lizzy Nieuwe-
iuis is de enige die niet op de monster-
ol staat; als vriendin van stuurman
larold Linssen maakt zij een reisje
nee. Linssen zelf is de op een na jong-
fcé'aan boord: 23 jaar en in het bezit
||i het diploma A- werktuigkundige
n derde stuurman. Zijn leerlingentijd
licht hij door bij de Nedlloyd. De pe-
;ode aan boord van de 'Albatros' ziet
mals een tussenstap die hem de nodi-
e levenservaring en wijsheid voor zijn
erdere studie moet geven,
lenj amin Robert J ager is zestien jaar.
fkomstig uit Enschede en bezeten
an varen. Waarop en in welke hoeda-
igheid zal hem een zorg zijn. Op de
lbatros wordt hij gekwalificeerd als
pstapper. De tweede vrouw aan
oord is bestman Gelske van Beekhof,
fkomstig uit het land van Maas en
raal. Zij leeft, woont en werkt aan de
jde van Ton Brouwer en heeft alle lief
i leed meegemaakt met betrekking
)t het schip waarvan zij beiden sinds
180 eigenaar zijn.
on Brouwer, geboren in Oudewater
abij Gouda maar al vrij spoedig ver-
uisd naar Amsterdam was ruim tien
ar leraar Duits. Bij het onderwijs
erde hij Gelske kennen: ook zij heeft
bevoegdheid les te geven in het
uits. Tijdens hun lange vakantie-pe-
oden en andere vrije uren waren zij
rvente zeilers, aan boord van een
>ot van vrienden. De liefde voor de
en 'je na tien jaar als leraar afge
zand voelen' deden hen in 1980 be
sluiten het slooprijpe karkas van het
in Kopenhagen liggende schip voor
een appel en een ei te kopen. Plan: het
schip weer geschikt maken voor het
doel waarvoor het ooit op de voorma
lige werf van Kalkman in Capelle a/d
IJssel was gebouwd: zeilen.
Om de kosten te drukken gebeurde dit
opknappen 'in eigen beheer'. Om vaart
in het werk te krijgen stopte Ton in
1981 met les geven. Twee jaar later be
sloot Gelske eveneens het klaslokaal
te verruilen voor het vermolmde stuur
huis. Datzelfde jaar kwamen zij tot de
conclusie dat hun liefhebberij een
geldverslindende grap was. Omdat ze
het schip voor geen goud meer wilden
missen, besloten ze om de Albatros
niet alleen te renoveren, maar ook om
het vaargeschikt te maken voor de vijf
tig mijls kustvaart en om het te gaan
uitbaten als vrachtschip.
Germanischer Lloyd verleende de Al
batros de kwalificatie 100 A 4 K. Stabi-
liteitsberekeningen werden gemaakt
voor zowel motorschip als zeilschip.
Deze ommezwaai betekende wel dat
de restauratie van het sinds 1920 onder
Deense vlag gevaren hebbende schip
duurde tot 1987. Onder Malteser vlag,
thuishaven Valleta, maakte het in sep
tember van dat jaar de eerste proef
vaart. Begin 1988 kon kapitein/ eige
naar Brouwer het roer definitief in
handen nemen.
Van het oorspronkelijke bijna hon
derd jaar oude schip zijn alleen nog
een aantal huidgangen authentiek,
driekwart van de Albatros is nieuw.
Soms geholpen door vrienden voer
den Ton en Gelske het merendeel van
het werk zelf uit, waarbij zij aan de
hand van oude fotos de vrachtvaarder
in zijn oorspronkelijke brachten. Al
leen het stuurhuis werd groter dan
het originele: het pakket moderne na-
vigatie-middelen, en de gedachte dat
buiten staan niet meer van deze tijd
is, lagen hieraan ten grondslag. De le
raar Duits deed de laswerkzaamhe-
den, waarvoor hij een spoedcursus
lastechniek volgde, betimmerde de
schotten en haalde tussen de bedrij
ven door aan de Enkhuizer Hogere
Zeevaartschool zijn diploma stuur
man Kleine Handelsvaart.
„Wat begon als hobby, groeide uit tot
een ziekte, een hartstocht liever", ver
woordt Brouwer die periode waarin hij
eerst tijd en later ook geld tekort dreig
de te komen. „De verbouwing heeft
ruim zeven ton gekost, een bedrag dat
je na tien jaar leraar zijn niet hebt ge
spaard". Dat hij het karwei toch wist
te klaren was te danken aan het feit
dat hij een aantal belegginkjes goed te
gelde wist te maken. Zijn enige knieval
voor de noodzakelijke commercie was
het inbouwen van twee extra hutten
op de plaats van de vroegere voorpiek
om zes passagiers te kunnen meene
De jaarlijkse mosselmaaltijd met de gasten van De Zonnebloem.
TERNEUZEN - De klus lijkt ge
klaard. En dus kan Corrie Gerre-
man met een gerust hart afscheid
nemen van de afdeling Groot-Ter-
neuzen van De Zonnebloem. Er is
een organisatie op poten gezet, een
die zelfs landelijk de aandacht heeft
getrokken. In het jaarverslag staat
het afgebeeld, in schema. Het heeft
iets weg van een holding met ver
schillende werkmaatschappijen.
Met een 'tak' ziekenbezoek en een
voor de evenementen. Een en ander
is voor een belangrijk deel het werk
van Corrie Gerreman, al laat ze niet
na bij herhaling te wijzen op het feit
dat 'ze het natuurlijk niet allemaal
alleen heeft gedaan'.
Feit is dat de afdeling Groot-Terneu-
zen sinds de komst van Corrie Gerre
man, 12,5 jaar geleden, een enorm
groeiproces heeft doorgemaakt. Een
verdubbeling van het aantal gasten,
van 150 naar iets meer dan 300. De
belangstelling voor de activiteiten -
de evenementenkalender werd dooi
de jaren heen steeds omvangrijker -
is enorm. Zo zelfs dat zo langzamer
hand de behoefte aan een 'gasten-
stop' is ontstaan. Er wordt strenger
geselecteerd dan vroeger. Noodge
dwongen. „Dat blijft natuurlijk ont
zettend jammer. Maar het kan ge
woon teveel worden. En je kunt de
vrijwilligsters ook weer niet teveel
belasten. Het blijft immers allemaal
vrijwilligerswerk.
Zaterdag neemt ze afscheid van de
gasten, tijdens de jaarlijkse mossel
maaltijd. En op 21 februari wordt ze
door het bestuur uitgezwaaid. „Dat
zal nog best moeilijk zijn", vreest ze.
Want moeilijk heeft ze het er wel de
gelijk mee, met het afscheid. „Maar
het kan gewoon niet anders. Het
wordt me allemaal een tikkeltje te
veel. Punt is dat als ik iets doe ik het
ook gewoon heel goed wil doen. Mis
schien streef ik wel teveel naar het
volmaakte, dat kan best. Maar zo zit
ik nu eenmaal in elkaar. Anderen
binnen De Zonnebloem hebben het
daarmee af en toe best moeilijk ge
had. Vooral in het begin werd er
vreemd tegenaan gekeken als ik op
merkingen maakte over de organisa
tie van bepaalde dingen. Ik vond het
er soms zo chaotisch aan toe gaan.
Toen ik na twee jaar hoofd van de
evenementencommissie werd, heb
ik ook het systeem van de draaiboe
ken geïntroduceerd. Een hele duide
lijke taakverdeling bij evenementen
dus. Ook dat vond men vreemd.
Maar tegenwoordig zouden ze niet
meer zonder draaiboek willen..."
In '76 wilde ze 'weer eens iets gaan
doen'. Jarenlang was ze actief ge
weest in de padvinderij ('Akela, wij
doen ons best!'), maar daar was ze
mee gestopt. „Op een bepaald mo
ment vroeg Piet, m'n man, zich af of
het niet aardig zou zijn weer iets aan
te pakken. Ik heb me toen aange
meld voor zo'n welfarecursus van
het Rode Kruis. Die speld heb ik ook
gehaald, maar toen ik me aanmeld
de voor dat werk, bleek er geen be
hoefte te zijn. Toen las ik een adver
tentie waarin De Zonnebloem vrij
willigers zocht. Zo ben ik erin ge
rold. Ik kwam voor het eerst in actie
tijdens de paasviering van '77. Dat
kostte, ontdekte ik, ontzettend veel
geld. En bovendien zaten er ook or
ganisatorisch nogal wat haken en
ogen aan. Tja, ook bij de padvinde
rij was ik op dat organisatorische
gebied nogal actief geweest. Mis
schien heb ik daar gewoon talent
voor... In ieder geval dacht ik dat
het anders kon. Er was, volgens mij,
veel meer uit te halen. En al dat
geld... zonde".
Ze stak haar mening niet onder stoe
len of banken en dat leverde nogal
dens zo'n tocht natuurlijk ten alle tij
den goed in het oog houden, over
zicht bewaren. En dat ging ook al
mis. Uiteindelijk heb ik gebruik ge
maakt van een aantal goeie contac
ten en dat leverde toch zulke leuke
resultaten op dat de zaken allemaal
wat veranderden. We kregen bijvoor
beeld de Philips-kantine ter beschik
king voor de kerstviering. En zo wa
ren er wel meer dingen. Tja, mis
schien was mijn werkwijze voor som
migen moeilijk te aanvaarden. Maar
ik wist gewoon dat het beter kon".
En toen het oude bestuur in '79 werd
„Ze vonden me weieens wat streng,
moeilijk te volgen ook. Nou ja. er was
natuurlijk altijd wel iets op die gezel
lige middagen enzo aan te merken.
Maar ik zei er dan wel direct bij dat
daar ook weer niet te zwaar aan ge
tild moest worden. In ieder geval
breidde het aantal activiteiten sterk
uit. We kregen de spelenmiddag, de
paasviering, de boottocht, de Natio
nale Ziekendag natuurlijk, de bus
tocht en nog zo wat van die activitei
ten. En dan natuurlijk de actie 'Zon
in de schoorsteen' en de oecumeni
sche dienst.
Van 150 gasten met 25 vrijwilligers
groeide De Zonnebloem Groot-Ter-
neuzen uit tot een afdeling met 300
gasten en 90 vrijwilligers. „Er zijn na
tuurlijk altijd wel nieuwe vrijwilli
gers nodig, maar ze moeten wel aan
een aantal eisen voldoen. Ja, hoe zeg
je dat... van onbesproken gedrag zijn
in ieder geval. De selectie van de gas
ten is trouwens ook strenger gewor
den. Vroeger waren het voorname
lijk oude mensen, zo zonder meer. Nu
hebben we in de verschillende ker
nen hoofden ziekenbezoek die bij de
aangemelde mensen langs gaan en
vervolgens in goed overleg een selec
tie maken. We richten ons nu in de
eerste plaats op gehandicapte men
sen, langdurig zieken en mensen van
wie we weten dat ze in een isolement
verkeren. Dat ziekenbezoek blijft na
tuurlijk een van de belangrijkste ac
tiviteiten van De Zonnebloem".
Over de gasten en hun begeleiding
wordt trouwens intensief overleg ge
pleegd met de stichting Welzijn en
andere instellingen. Bezuinigingen
in die sectoren? Corrie Gerreman:
„Daar merken wij natuurlijk wel de
gevolgen van. De mensen letten
meer op het geld, zitten misschien
wel wat krapper bij kas. Maar of wij
met onze vrijwilligsters nu meer
werk toegespeeld krijgen... We heb
ben altijd heel duidelijk een grens ge
trokken. We zijn immers geen gezins
hulp, geen verlengstuk van het
maatschappelijk werk en geen vere
delde kruisvereniging of zo. We voe
len er dus niets voor taken over te ne
men van al die instanties. Maar het
zal in de praktijk natuurlijk wel eens
voorkomen dat een van onze vrijwil
ligsters - ze krijgen maximaal drie
gasten toegewezen - eens iets extra's
doet voor zo iemand. Als het maar
geen verplichting wordt, hebben wij
daar geen moeite mee".
Corrie Gerreman stelt niet ontevre
den vast dat er een goede organisa
tie is opgebouwd. „Er is weieens ge
zegd: Je doet het veel te goed. Als we
met andere afdelingen vergaderen,
merk je dat ook wel eens. Zoiets
van: Ja, jullie zijn zo professioneel,
daar kunnen wij toch niet aan tip
pen... Tja, dat is dan maar zo; dat is
nu eenmaal mijn methode".
Ziekenbezoek, evenementen, een
'tilcursus' (hoe til je een zieke of ge
handicapte op), reanimatiecursus-
sen, themadagen. „Ik heb wel dagen
van drie vergaderingen en ben sowie
so twee tot drie uur per dag bezig
voor De Zonnebloem. Maar als ze me
nu op de man af zouden vragen: Wat
doe je dan allemaal, dan kan ik dat
niet altijd even precies zeggen. Je
doet zoveel dingen. Eén ding weet ik
zeker: Dit werk geeft ontzettend veel
voldoening. Maar af en toe schrik je
toch ook weieens. Als je ziet hoe som
mige mensen van je eigen leeftijd er
aan toe zijn". Ze gaat zich nu, zegt ze,
weer helemaal richten op haar gezin.
„Want dat heb ik door al dat georga
niseer misschien toch wel tekort ge
daan. Hoewel... ze riepen altijd alle
maal in koor: Ma, doe maar! En ei
genlijk heeft iedereen ook altijd een
handje toegestoken". Ze blijft - voor
de lol - gewoon lid van het bestuur
van de stichting Evenementencom
missie De Vliegende Hollander. Dat
wel. En ach, man Piet blijft natuur
lijk gewoon voorzitter van De Zonne
bloem. Dus van een écht afscheid is
eigenlijk ook weer geen sprake. Ze
lacht: „Ja voor Piet is het misschien
wel aardig. Die mag nu zelf meer
gaan organiseren en krijgt dus meer
te vertellen..."
Wout Bareman
Corrie Gerreman, hoofd evenementencommissie én hoofd ziekenbezoek van
de afdeling Groot-Terneuzen van de Zonnebloem, legt na 12,5 jaar het bijltje
erbij neer.
wat gefronste wenkbrauwen op. „Ja,
sommige mensen van De Zonne
bloem hadden toch zoiets van: Wat
denkt die wel... ze is er pas bij en ze
probeert de zaken al naar haar hand
te zetten... Zo'n winkeldag in het
Waasland ook. Je moet de gasten tij-
vervangen, kreeg Corrie Gerreman
min of meer de vrije teugel. Ze werd
hoofd evenementencommissie en
uiteindelijk ook hoofd ziekenbezoek,
twee loodzware taken die straks na
haar vertrek dan ook worden opge
splitst.
®#ls