.je moet met hart en ziel des kleuters zijn... de ultra wil het beste en wil dat vandaag nog PZC/ week-in 29 pabo proefkonijn jan van damme merkprodukten huub klompenhouwer krediet Het kleuteronderwijs blijft een zorgenkindje. In de ba sisschool wordt te weinig ruimte gelaten om de tere kinderziel alle kansen op een optimale ontwikkeling te ge ven. Heimwee naar de 'ech te' kleuterleidster, dat speelt zeker mee. Maar een terug keer van de gescheiden kleu ter- en .lagere school wil nie mand. Wat mankeert er aan de basisschool en wat moet er gebeuren om de kleuters aan hun trekken te laten ko men? Een pleidooi voor dé erkenning van het jonge kind. Want, wordt er gezegd, nu wordt er wel erg gemak kelijk over de kleutertjes heen gelopen... tergroep van basisschool De Hanekam in Goes, met directrice Anne-Lies Peijen. fotografie wim riemens 12 MAART 1988 drie jaar basisschool begint Het langzamerhand te dagen: het I »ch wel eens niet zo goed met t k euteronderwijs kunnen gaan. Tlignalen zijn nog voorzichtig, lor de wol geverfde leerkrachten B vroegere lagere school kunnen Bnkort bijscholing krijgen voor Bderwijs aan de jongste leerlin- n. En staatssecretaris mevrouw [jaar-Maas wil laten onderzoeken er|bp de pabo (Pedagogische Aca- Me Basis Onderwijs) specialisa- kunnen worden ingevoerd voor Bwijs aan kinderen van 4 tot 8 Bi 8 tot 12 jaar. [ent dat de rentree van de oude ■rjuf? Zo'n vaart loopt het niet. Bidien: niemand wil echt terug rle strikte scheiding tussen kleu- |§n lager onderwijs. Het gaat er P om dat er meer waarborgen or goed onderricht aan de jongste Bpn worden ingebouwd. Want, I er gezegd, er wordt wel erg ge- lelijk over de kleutertjes heen 1 Rn... atie is bekend. In 1985 werden !Utf en lager onderwijs samenge- R in de basisschool. Bevordering i Ie continue ontwikkeling van Bid, was het parool. De opleiding funderwijsgevenden moest daar- Brden afgestemd. De pedagogi- icademie en de opleiding voor wonderwijs werden in de pabo gebracht. Dit jaar dient de eer- ihting nieuwe pabo-leerkrach- •h na een vierjarige cursus op de Ismarkt aan. lóór de invoering van de bhsis- - looi werd vanuit het kleuteronder- Igewaarschuwd voor het gevaar J§4- tot 6-jarigen en hun leidsters ipe zouden worden van de her- Nng Die geluiden zijn nimmer Hmd. Pas de laatste maanden lij- Ne aanhoudende protesten ge- lr|e vinden. Staatssecretaris Gin- Bpas is in elk geval bereid om te ||egen of de pabo, die nu opleidt 11 let onderwijs aan kinderen van Bp jaar, iets meer op het oude Ben van kleuter- en lager onder- 8 ki n worden afgestemd. toezegging, die veel weg heeft l|n handreiking naar de in nood Bende kleuterleidsters en hun Rn. Is daar aanleiding voor? Cij- de 'gezondheid' van het ba- [erwijs in kaart brengen, zijn Js. Het Nederlands Genoot- aP oor Leraren weet te melden [i ziekteverzuim onder de on- pgevenden van 6 procent in het iaar 1985-1986 is gestegen tot 'icent in het daaropvolgende >en. Een veelzeggend cijfer, misstanden duidt. --geland worden geen specifie- Êlfvens verstrekt. Maar uit niets Ffiat de omstandigheden van de landelijke situatie zouden afwijken. Leerkrachten, die zicht hebben op de praktijk van alledag, weten dat de nood in de basisschool hoog is. Zoals Anne-Lies Peijen. Ze vormt sa men met Marcel Koevoets de directie van de openbare basisschool De Ha nekam in Goes. In augustus 1967 be gon ze als kleuterleidster in Terneu- zen. Nu heeft ze de dit jaar voor het eerst gecombineerde groepen 2 en 3 onder haar hoede. Zelf heeft ze geen reden tot klagen, in de Hanekam ver loopt de samenwerking tussen het vroegere kleuter- en lager onderwijs naar ieders tevredenheid. „Ik ben daar heel blij mee", zegt mevrouw Peijen. „Van collega- kleuterleidsters hoor ik negatievere berichten. Op veel scholen wordt onvoldoende re kening gehouden met het jonge kind. De doorlopende ontwikkelingslijn is dikwijls ver te zoeken, omdat er vast wordt gehouden aan oude uitgangs punten. Als de kinderen in groep 3 - de vroegere eerste klas - komen, móe ten ze die en die stof beheersen. Dat vind ik heel erg. Hoor ik in mijn school zo'n geluid, dan zeg ik: alleen als de kinderen er aan toe zijn. Een kleuterleidster moet dat verduveld goed in de gaten houden". De Goese directrice heeft gezien hoe collega's in de regio tegen een muur van onbegrip botsten. Numeriek in de minderheid moesten ze maar al te vaak het onderspit delven. Ze zegt: „Ik betreur de kleuterleidsters, die steeds worden ondergesneeuwd. Mis schien heeft dat te maken met het on voldoende kunnen verwoorden van je doelstellingen. Het is ook moeilijk om je als eenling tegen een hele groep uit het lager onderwijs afkomstige leer krachten te moeten verantwoorden". De spanningen mondden in vele ge vallen uit in langdurig ziekteverlof of ontslag. Annie Vervaet in Biervliet is één van de kleuterleidsters, die het onderwijs vroegtijdig de rug heeft toegekeerd. Al haar pogingen om zitting te krij gen in het directieteam van de katho lieke basisschool De Komme liepen op niets uit. „Ik moest wel stoppen", vertelt ze. „De spanningen liepen zo hoog op dat mijn gezondheid eraan onderdoor dreigde te gaan". De fric ties binnen het schoolteam, de me ningsverschillen met het bestuur, het werd haar allemaal te veel. Na een twintigjarige loopbaan heeft ze er de overtuiging aan overgehouden, dat het kleuteronderwijs niet voor vol wordt aangezien. De bezuinigingsmaatregelen van ho gerhand hebben volgens de kleuter leidsters het onderwijs ondermijnd. Vergroting van de groepen en ar beidstijdverkorting hebben er toe ge leid dat de kleuters met twee, soms zelfs drie leerkrachten te maken krij gen. Lenie Wondergem van het Re gionaal Pedagogisch Centrum Zee land (RPCZ) op de Bevelanden ziet daarin een voor de hand liggende mo gelijkheid om de kwaliteit van het on derwijs te verbeteren. Na 22 jaar voor de kleuterklas en 15 jaar bij het RPCZ spreekt ze uit ervaring: „Ik ben er ze ker niet voor om de klok terug te draaien. De basisschool is op goede uitgangspunten gevestigd. Maar zo als het nu gaat ben ik bang dat juist die nagestreefde doorgaande ontwik kelingslijn stagneert. De eigenheid van het kind moet volledig uit de verf kunnen komen. Daarvoor is het no dig dat er zo weinig mogelijk wisse lende leerkrachten voor een kleuter groep staan. Voor de korte termijn zou dat één van de punten zijn, waar in verbetering kan worden gebracht". De opleiding van de nieuwe genera tie leerkrachten biedt een tweede mogelijkheid om de idealen van de basisschool te verwerkelijken. De huidige pabo-structuur wordt alge meen afgekeurd. Tot 1984 vergden de kleuteropleiding en de pedagogische academie voor het lager onderwijs elk vier jaar. Nu beide opleidingen zijn samengevoegd is er maar net zo veel tijd beschikbaar. „Dat kan ge woon niet", zegt mevrouw Peijen. „Zoals ik het zie heb je minstens twee jaar nodig om het kleuteron derwijs onder de knie te krijgen. Tel daarbij twee jaar op voor de midden groepen en één jaar voor de boven bouw, dan ben je al vijf jaar bezig". Ze heeft haar ongenoegen over de gang van zaken op de in Middelburg gehuisveste opleiding niet onder stoelen of banken gestoken. Pabo- stagiairs zijn niet langer welkom in De Hanekam. Mevrouw Peijen:.,,We kregen hier studenten, die absoluut niets van het kleuteronderwijs wis ten. Ze moesten opdrachten uitvoe ren, die niet in onze aanpak pasten. Daarbij kwam dat de begeleiders ook niet met de leefwereld van kleuters te maken hadden gehad. Zo ontstond er een situatie, waarin de stages hoe lan ger hoe meer op de schouders van on ze leerkrachten werden afgewenteld. Dat ging te veel ten koste van de leer lingen. Aangezien ik de kinderen ver duveld belangrijk vind, kon dat niet langer voortduren. Overleg met Mid delburg bracht geen verandering. Dus nu weigeren we alle stagiairs". Op de pabo tooiden de eindexamen kandidaten zich deze week met pa pieren konijne-oren. Het lespro gramma werd daarmee feestelijk af gerond, de komende maanden staan enkel nog examens voor de deur. „We zijn de eerste lichting van de nieuwe pabo", vertellen Sylvia de Geest en Mirjam Parent. „Inderdaad, we zijn proefkonijnen, vandaar die oren". Ze maken zich boos over de negatie ve berichtgeving over hun oplei ding. In koor: „Wie kan nu al zeggen dat we niet geschikt zijn voor het on derwijs aan kleuters. Onze opleiding is minder gespecialiseerd, maar we hebben daardoor een veel bredere basiskennis. Laat iedereen maar eens even afwachten of we zoveel slechter zijn dan de voormalige kleu terleidsters". Pedagoge Marijke ten Kortenaar valt haar leerlingen bij. Na tien jaar op de kleuteropleiding stapte ze in 1984 over op de pabo, waar ze onderwijs kunde doceert. Natuurlijk, geeft ze toe, de hoeveelheid tijd die voor de didactiek van het jongere en oudere kind kan worden uitgetrokken, is minder geworden. „Nee, je kunt niet zeggen dat de aandacht voor die on derdelen is gehalveerd. Onderwijs kunde is een algemener vak gewor den, de specifieke onderwerpen zijn bij de vakdocenten ondergebracht. Het kleuteronderwijs krijgt bij ons heus nog speciale aandacht". De pe dagoge is dan ook niet somber ge stemd over het niveau van de pabo leerlingen. Dat neemt niet weg dat ze het plan voor de invoering van een specialisatie in het laatste jaar van de opleiding van harte toejuicht. Mevrouw Peijen staat aan het eind van de schooldag in de deuropening van haar lokaal. Ze neemt van alle kinderen persoonlijk afscheid, al dan niet met een zoen. Zegt: „Contact met de leerlingen, daar gaat het om. Vlug even een knuffel geven hoort er voor mij "gewoon bij. In het onderwijs heb je mensen nodig die met hart en ziel des kleuters zijn. Als dat in Den Haag maar eens onderkend wordt, dat zou al een hele stap in de goede richting zijn". Daarmee komt de aloude fröbelschool weer in zicht. De uitgangspunten van de Duitse peda goog Friedrich Fröbel en de Italiaan se arts Maria Montessori zijn nog niet vergeten. Experimenterend en zelf- ontdekkend leren, daar zijn de kleu ters mee gebaat. Ook in de nieuwe ba sisschool. •-« ultra's tonen veel belangstelling voor het goede leven. Ze gaan meer dan gemiddeld uit en laterf zich de duurste lekkernijen goed smaken. Zij waarderen de dure Martell cognac en de Glenfiddieh whisky, Parijs en Londen zijn favoriet voor het weekeinde en korte vakanties staan meermalen genoteerd in hun kalfsleren agenda. De uitkomsten van het Nederlandse onderzoek geven een beeld van de ultra waar de reclamewereld van kan smullen: 1,3 miljoen Nederlanders die kien zijn op dure merkprodukten. Die merkprodukten kunnen zo duur zijn, omdat ze een toegevoegde waarde hebben die alleen met veel reclame in stand gehouden wordt. De typering van de ultra consumer is zo breed, dat er voor iedereen wel wat in te herkennen is. Zal het niet de Glenfiddieh zijn, dan misschien het gezondheidsimago met de muesli, de halfvolle melk of de kwark. Tegenstrijdigheden ook als er naast de suikervrije kauwgom nog mayonaise en ketchup genuttigd wordt. En behalve de Bijenkorf, Hij en!f Foxy Fashion is ook de Hema populair. Dat gaat ten koste van zaken als Blokker, Brons of Z Zeeman, die weer bij non-ultra's_ populair zijn. Een echte trendsetter is de ultra, niet. Wel heeft hij of zij een feilloze neus om heel snel trends op te pikken. Maar de trend uitzetten, nee. En zo makkelijk als er een lening afgesloten wordt om een nieuwe dure aankoop te: doen, zo makkelijk slaagt de ultra er ook in om tegen een koopje op te lopen". Wat verwacht Martin van der Pgl, 'managing-director' van Grey Amsterdam, van het effect op de reclame in de toekomst? Van d(jy Pal: „De ultra neemt weinig tijd voor het lezen van advertenties. Advertenties moeten de ultra dus recht tussen de ogen raken. Geen doordenkertjes, geen omstandige verhalen. Latta, die nieuwe margarine is een voorbeeld van een heel geslaagde campagne. Latta is dus geen yuppieboter, maar een ultraboter". Is er dan veel verschil tussen de yuppie en de ultra? Van der Pal: „Wel degelijk. De yuppie laat graag zien dat hij het royaal kan doen. De ultra heeft iets van een valse bescheidenheid. De yuppie koopt een dure auto vanwege het prijskaartje. De ultra zal er de smoes aan verbinden dat 'ie recht heeft op een veilige auto. De yuppie zal zijn auto op de gracht voor de deur parkeren. De ultra zal zijn BMW in een garage zetten. Hij is niet zozeer bezig met het maken van indruk op anderen. Daarvoor is hij teveel met zichzelf bezig". Als u dit artikel uitgelezen hebt, is de kans groot dat u geen ultra bent. Ultra's zijn wel - geïnteresseerd in cultuur, buitenlandse politiek en economie, in hun krant en tijdschrift, maar ze blijken echte 'koppensnellers' te zijn. Veel verder dan de koppen lezen in hun krant, komen ze niet. illustratie felix binicewtez Drinkt u Grolsch, halfvolle melk, gaat u meermalen op vakantie en werkt u wel hard, maar neemt u ook de tijd voor een sportieve ontspanning? Ligt de Playboy of Opzij op de leestafel en leest u de Volkskrant of de Telegraaf? Goed, dan ziet het ernaar uit dat u op weg bent om met 1,3 miljoen andere Nederlanders te behoren tot de groep ultra's. Ultra Consumers om precies te zijn, nog net geen yuppie dus. Als het goed is, staat u ook nog geregeld rood op de bank en houdt u van avontuur. Bent u ook niet zo geïnteresseerd in oudedagsvoorzieningen? Voor de reclamewereld bent u daarmee benoemd. Een interesante categorie, want u behoort tot de big spenders. En de reclamewereld denkt nu ook te weten waaraan u het rood staan op de banken te danken heeft en dus kunnen ze van nu af gericht een aanval doen op uw attentie. Grey Amsterdam is in Nederland een van de grotere reclamebureaus, onderdeel van Grey Advertising in New York. Grey heeft twee j aar geleden een onderzoek laten doen naar het verschijnsel yuppie. Volgens Grey kon die kleine groep big spenders onmogelijk verantwoordelijk zijn voor een aantal opvallende verschuivingen in het koopgedrag van de Amerikanen: de zucht naar dure merken, Europese auto's, dure etentjes en exclusieve kleding. Grey Advertising ontdekte dat die koopdrift niet alleen veroorzaakt werd door de yuppies, maar ook een categorie Amerikanen die omschreven werd als ,big spenders/small earners' (veel uitgeven en toch matig verdienen), kortom Ultra Consumers. Zo'n 27 procent van de Amerikanen zou tot die categorie behoren. De ultra's blijken vaker vrijgezel of gescheiden dan de traditional consumers, de trads. Ze wonen ook vaker in de 'trendsetting' steden. Kopen heel doelbewust het beste en het nieuwste. Ze zijn pragmatisch, sociaal ingesteld, en materialistisch. Toch zijn ze niet rijk. Dus moeten ze wel een neus voor koopjes hebben, weten ze compromissen te sluiten en maken ze moeiteloos gebruik van kredietregelingen. 'Wie dan leeft, die dan zorgt' lijkt hun levensovertuiging te zijn. Het Amsterdamse reclamebureau besloot ook voor de Nederlandse markt een onderzoek te doen naar het fenomeen ultra consumer. Daar werd het marktonderzoeksbureau Burke/ Interview voor ingeschakeld. Het resultaat was toch wel verrassend. Waar de Amerikanen spreken over een groep die meer dan een kwart van de bevolking uitmaakt, blijkt dat in Nederland ruim 12 procent als ultra's kan worden aangeduid. Burke/Interview selecteerde 605 personen in de leeftijd tussen 21 en 50 j aar met een modaal tot bovenmodaal inkomen. Volgens directeur Goos Eilander van het onderzoeksbureau behoren in Nederland iets meer mannen dan vrouwen tot de categorie ultra consumers. De Nederlandse

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1988 | | pagina 29