HET JUK SCHRIJNT PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Wr het juk eigen staat bayrut-syndroom schotwonden law and order verraders peter van der maat ZATERDAG 12 MAART 1988 a precies vier maanden opstand is het Ziad Abdullah wel duidelijk dat hij maar het beste aan de ongeschreven ls kan houden van het grimmige spel lijp de Westbank wordt gespeeld. Als we Bmmalah, ten noorden van Jeruzalem Tderen, vraagt hij me zijn coufeija voor P uit het dashboardkastje te pakken. Al di id drapeert hij de Palestijnse sjaal nl zijn nek. Eenvoudige zwart/witte Arafat-doek is Bijvoor hem van levensbelang. Zouhij 'm [et'dragen, dan zou hij op basis van de gele [ntekenplaten op zijn oude Ford Escort i&er meer voor Israëliër worden -Mfiezien. En dientengevolge vrijwel zeker Tstenen worden getracteerd. Aan het Hte heeft hij al geen behoefte, aan het :M|rie nog minder. ■uto's van de Arabieren in de bezette Meden hebben blauwe nummerborden. A de 29-j arige socioloog Abdullah kreeg Titaagen van een in West-Jeruzalem |nfend familielid en hij dient de risico's van Ijandelijke gele platen voor lief te Éjen. Hij en zijn passagier weten de Jrotende ogen van zijn volk op hun ^Ept. Toegegeven, het hier geschetste ileem is van persoonlijke aard en inaal. Maar het zegt veel over de te, dramatische ontwikkelingen in het lisch-Palestijns conflict. Zo het er fenlijk niet alles over zegt. De pierikaanse minister van buitenlandse jn Shultz was in het Midden-Oosten, zijn |desmissie leverde niets op. De Israëlische ier Shamir reist een dezer dagen naar lington, ook daarvan wordt weinig heil acht. irtussen zet de revolte in Gaza en op de bank zich voort Meer dan 80 doden, m de Israëliërs. Minstens 130, beweren Éklestijnen. Het zijn er veel, dat staat jehsdag, 9 maart: in het Arabische deel in Jeruzalem en in de bezette gebieden zijn praten uitgestorven. Behalve bij pjiieken zijn voor alle winkels stalen Ike i neergelaten. Transport vindt niet És, geen vrachtwagens, geen bussen. Ttaal is gehoor gegeven aan de algemene Bngsoproep van de PLO-organisatie —Jnigde Nationale Leiding', pok Siad Abdullah was van zins geweest om Ich a an de staking te houden en thuis te "Jn. Het Palestijnse persbureau vroeg [em i hter om de Nederlandse j ournalist op |eWt lijke Jordaanoever te begeleiden en geen dergelijk verzoek voldoet hij graag, hdt Palestijnen eindelijk de aandacht van |ewereldpers hebben, moet daarvan profijt den getrokken, zo is de achterliggende pte. Jfhij mag niet al te lang van huis blijven, pij anders zouden de buren kunnen jten dat hij zich aan de staking onttrekt, jfloopt hij de kans als collaborateur te den beschouwd. En dergelijke figuren _|n het tegenwoordig niet lang, zo heeft |praktijk de afgelopen weken inmiddels naai uitgewezen. Bülah is een beminnelijk mens, doch zal joedelijk niet als groot vrijheidsstrijder Ie geschiedenis ingaan. Hij is in Amerika in je sociologie geschoold en hij doceert nu gttirele wetenschappen aan de Palestijnse iitUniversiteitbij zijn woonplaats ïmalah. Vanwege de opstand heeft 8 de Arabische onderwijsinstellingen Iter gesloten en derhalve heeft hij tijd Irandere zaken: „Ze proberen ons met die iüng onder druk te zetten, maar het iütaat is juist dat mensen in de strijd gaan Mtiperen. Van parttime-activist worden ferotlme". get zjn veiligheidsgordel (volgens «aëlische voorschriften) netjes vast, rijdt giaar een paar vrienden die bij het "Stijnse vluchtelingenkamp Amari in jnalah wonen. De wegen rond het 4500 ners tellende kamp zijn bezaaid met Iblokken en stukken ijzer. Het lijdt geen Al dat hier binnen een paar minuten Jké barricades kunnen worden opgericht, [«bestemder plekke schuift Ziad zijn sjaal huldig achter de voorruit - in de hoop de n straks nog in originele staat terug te den. J huis van de smid Abed Ayyad scharen Kleven mannen rond de verslaggever, let e kaar maken ze duidelijk wat ze onder Hik van Israël moeten trotseren. Sinds ■wetting van Gaza en de Jordaanoever Jïljl zijn 5000 boeken verboden, meer dan 'ocent van het land is door de Israëliërs nfisceerd, er is geen Egingsvri jheid, ze mogen zelfs niet bij Uie overnachten in het Arabische Jeruzalem. enaamd vallen wij onder de Jordaanse jfv'nf>"> zegt Ziad Abdullah, „maar die l'P 1100 punten aangepast. Dat betekent ■praktijk dat Israël volledig bepaalt ge ons dagelijks leven er uitziet". "d Ayyad haalt een bonnenboekje van de Hing tevoorschijn: „Volgens het Jationaal recht is het een bezettende |t verboden om de onderdrukten fting te laten betalen. Maar Israël trekt n niets van aan. Op alle manieren Iren ze ons geld uit de zakken te Jen". Monnenboekje toont aan dat hij in gnen jaarlijks voor omgerekend bijna lerdduizend gulden wordt aangeslagen. Hf drag dat volgens hem op niets is boeerd. „Ze proberen je gewoon onderuit jfc n. Als je niet betaalt sluiten ze je Dooreen listig [Chuwingssysteem met zijn a-winkeliers inde straat lukt het hem «jaar om zijn rolluiken op tijd te _b als de fiscus in aantocht is. ■f wonen ze niet meer in het kamp, alle mannen zijn nazaten van Palestijnen die bij de vorming van Israël in 1948 uit het toenmalgie Palestina zijn gevlucht. Zo woonde de vader van Ziad Abdullah in Lifta bij Jeruzalem, op die plek staat nu het Hilton Hotel waar minister Shultz twee weken terug tijdens zijn bezoek logeerde. Volgens Ziad en zijn vrienden was de Amerikaanse bewindsman er louter en alleen op uit om Israël uit de huidige problemen te helpen. „Hij kwam niet voor ons, want hij zegt 'nee' tegen de PLO en 'nee' tegen een Palestijnse staat. Ze spreken er nu over om ons autonomie te geven, maar daarin zijn wij niet geïnteresseerd. We willen onafhankelijkheid". In een internationale conferentie voorafgaande aan werkelijke vredesbesprekingen zien de mannen niks. „Wat hebben Thatcher en Mitterrand met onze toekomst te maken? Ook het voorstel om een Jordaans-Palestijnse onderhandelingsdelegatie te vormen wijzen ze van de hand. Ziad: „We hebben dezelfde rechten als iedereen en kunnen uitstekend voor onszelf opkomen. Het gaat om ons, om ons land. We zijn mensen met nationale rechten, geen vluchtelingen, geen zigeu ners". Een Palestijnse staat zou volgens Salim Bast, een vriend van Ziad, vreedzaam naast Israël kunnen bestaan: „Iedereen heeft het altijd maar over de veiligheid van de joden. Niemand neemt het ooit voor de Palestijnen op, terwijl wij uit Palestina zijn geknikkerd, uit Libanon en Jordanië. Het is zionistische propaganda dat wij hen in zee zouden willen drijven. De zee is voor de vissen". Ziad vult hem aan: „Natuurlij k erkennen wij Israël niet, omdat de joden ons niet erkennen. Als zij dat nu eens als eerste zouden doen, waren we een stuk verder. Wat hebben ze te vrezen? Iedereen kent de machtsverhoudingen: zij atoomwapens, wij stenen. Bovendien kunnen ze rugdekking van de Verenigde Naties krijgen". De Palestijnen hebben door de buskaping van afgelopen maandag internationaal ingeboet op hun sinds december vorig jaar gegroeide slachtoffer-imago. Geconfronteerd met de stelling dat zijn volk toch bepaald niet uit 'duiven' bestaat, zegt Ziad: „Natuurlijk weet Israël die kwestie met de bus weer prachtig in hun eigen voordeel uit te leggen". Van buiten klinkt opeens geschreeuw. Jongens en jongemannen vluchten richting heuvels. Ze ontkomen maar net aan een groep gewapende soldaten die via een achteringang het kamp Amari binnendraaft. De mannen rond Ziad zijn wat lacherig, alsof ze er plezier aan beleven dat deknapenhetleger voor de zoveelste keer op stang hebben gejaagd. „Nee. Het is meer omdat je er toch wel zenuwachtig van wordt"zegt Ziad. „Al beginnen we er langzamerhand aan te wennen. Drie keer per dag eten, en één keer per dag het leger, zo gaat het hier tegenwoordig". De demonstranten schreeuwen „Allah akbar, Allah akbar- God is groot". Dat heeft niets met toenemend fundamentalisme te maken, haast Ziad zich te verklaren.,Het is een manier van uitdrukken, per slot van rekening zijn wij allen moslim. Nee, het is absoluut niet zo dat de acties door religieuze fanatici worden opgezet. De opstand is van iedereen, oud en jong, man en vrouw, gelovigen en minder-gelovigen' Desondanks is geen van de mannen bereid om mee naar het kamp te gaan. Ze wagen zelfs geen stap buiten de deur. Bij de hoofdingang van de krottenwijk staan schots en scheef zo'n tien militaire voertuigen. Met machinegeweren gewapende soldaten hangen eromheen. Vrouwen huilen, schreeuwen, één roept om haar zoon. Die blijkt samen met zijn vriendje te zijn afgevoerd. Vier internationale tv-ploegen zijn ter plaatse, plus een zelfde aantal fotografen. Een Amerikaanse cameraman vertelt dat er zo'n 50 soldaten het kamp zijn binnengetrokken. Nee, gewonden zijn er niet, het viel dit keer eigenlijk allemaal wel mee. In tegenstelling tot andere berichten lijken de militairen geen moeite te hebben met de aanwezigheid van de pers. De Newyorkse fotograaf Bill vertoont tekenen van een Bayrut-syndroom: „Ik ben hier nu drie weken en het wordt steeds agressiever. Het gaat een keer echt mis, dat duurt niet lang meer. Ik kan het bijna met Libanon vergelijken". Het leger rukt in, de reportageteams volgen. In hun wagens hebben ze apparatuur waarmee ze de militaire zenders kunnen afluisteren. „Vaak arriveerden we eerder bij een opstand dan de legereenheden", zegt Bill, „en die Palestijnen raken door het dolle heen als ze de camera's zien". Ziad Abdullah is inmiddels met zijn (ongeschonden) wagen een zijstraat ingereden, zo'n 200 meter van het tumult. Hij houdt vol: „De opstand van jong en oud. Iedereen levert op zijn eigen manier een bijdrage. De een bezoekt gewonden in het ziekenhuis, de ander gooit stenen, ik voel het als mijn plicht om journalisten bij hun werk te helpen". Volgens hem worden de demonstraties door minstens 85 tot 90 procent van de Palestijnen onderschreven. Zij zijn het met de PLO eens. „De rest kan je vergelijken met lieden die tijdens de Duitse bezetting met de nazi's heulden". Dit keer dus geen gewonden in het Amari-kamp, maar in de ziekenhuizen worden dagelijks nog steeds tientallen verminkten binnengedragen. In het Ac-Naqassed-hospitaal in Arabisch Jeruzalem liggen zo'n 40 jongens en jongemannen. Sinds begin december zijn hier bijna 600 gewonden verpleegd en ongeveer tien doden afgeleverd. Sommige gewonden verblijven er inmiddels voor de tweede keer binnen korte tijd, zoals Imad Sbach (17) uit de Gaza-strook. Anderhalve maand geleden lag hij hier nog met een kapotgeschoten rechterdijdrie weken terug werd hij genezen verklaard en nu is hetzelfde been op twee plaatsen door stokslagen gebroken. Zijn fanatisme lijdt er niet onder: „Mij houden ze niet tegen, over een paar weken sta ik weer op de barricade". Het lijkt nauwelijks nodig, maar moedigt zijn vader hem aan: „Als iemand jou slaat, moetje antwoorden". De moeder van Raouf Ibrahim, uit het dorp Hussan bij Betlehem, is niet minder trots op haar zoon; „Hij stond in de eerste lijn". Het gevolg was dan ook dat een kogel in de linkerdij van de 14-jarige knaap belandde. Het lood zit nog in het bot, maar Raouf geeft geen krimp: „Gevaarlijk? Maakt niet uit. Het is ons land en we moeten het beschermen". Nasser Towfiq (17) houdt een verlamde voet aan zijn verwondingen over, zijn zes jaar oudere broer Gamel mag hopen dat het weer goed komt met zijn rechter bovenbeen. Ondanks de ellende hangt er een soort heroïsche sfeer in de ziekenzalen. IssamBarbaroui (21), een verwoeste arm, over zijn kussen een Palestijnse sjaal, zegt: „We gaan door met vechten tot de laatste er bij neer valt. Ik ben bereid om voor ons land te sterven". Uit soortgelijk hout is de 21-jarige Israëlische legerwoordvoerder 'call me X' (hij wil zijn naam niet vermeld hebben) gesneden. Deze in Amerika geboren joodse jongen trok naar het Heilige Land om het militair uniform te mogen dragen. „De gebieden zijn onder controle", meldt hij fier, „er is geen anarchie, er heerst law and order". Het betreft zijns inziens geen opstand doch 'verstoringen', die voortkomen uit frustratie. Hij lijkt er enig begrip voor te hebben..Veertig j aar bezetting en de Arabieren kan het niks schelen. Op de Arabische top in Amman kust koning Husayn iedereen bij aankomst op de wangen, behalve Arafat. De Palestijnse kwestie stond ergens onderaan op de agenda. De Palestijnen hebben dat als een klap in het gezicht ervaren. Ze zijn gefrustreerd en uiten dat op de meest voor de hand liggende manier: tegen de Israëliërs". Dat het leger krachtig optreedt vindt hij vanzelfsprekend: „Wij voeren de orders van de regering uit". Zo heeft hij evenmin twijfels over de wijze waarop het leger Palestijnen aanpakt die een collaborateur opknopen, zoals in Kabatiyah is gebeurd. Op bevel van de legerstaf vernietigden soldaten de huizen van de moordenaars. 'I'm sure that was right', blaast 'call me X'. Wegens klachten over het gebrek aan voorlichting hebben de militaire autoriteiten onlangs een speciaal persinformatiecentrum ingericht. Toch doen veel westerse verslaggevers liever een beroep op de 'concurrent', het Palestijns Persbureau (PPS) dat ondanks een uitgesproken standpunt een redelijke mate van objectiviteit lijkt na te streven. Het PPS geeft tevens het Engelstalige weekblad Al-Awdah (De Terugkeer) uit, dat wel in Jeruzalem mag worden verspreid maar in de bezette gebieden verboden lectuur is. Hoofdredacteur Elias Zananiri dient tot de rechtlijnigen binnen de Palestijnse beweging te worden gerekend: „We hebben niets meer te verliezen". De redactie is gevestigd aan de belangrijke Arabische winkelstraat Salah El-Din Street,1 die wegens een staking is uitgestorven. Al maandenlang zijn de winkels uit protest slechts drie uur per dag geopend. „Dat is geen probleem", beweert Zananiri, „iedereen doet tijdens die uren zijn inkopen. En niemand denkt aan geldverdienen. In een tijd van opstand beperk je je tot je dagelijkse behoeften en ben je niet geïnteresseerd in nieuwe huizen of auto's". Hij beschouwt de kaping van de Israëlische bus, eerder deze week, als het begin van een nieuwe golf van geweld. „Hetgaatnu escaleren. Arafat heeft er voor gewaarschuwd. Nee, het slaat beslist niet over naar andere delen van de wereld, de bezette gebieden vormen het slachtveld. PLO-voorman Yasser Arafat heeft aan Elias Zananiri een uitstekend volgeling. De hoofdredacteur wenst niets te weten van een verzwakte positie van zijn leider ten gunste van George Habbasj van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina. „Arafat is het hoofd van de PLO en het is absoluut nonsens dat hij de buskaping nodig had om zijn positie te verstevigen". Ook hij hecht geen waarde aan de vredesmissie van Shultz: „Zo lang de PLO niet wordt erkend, is er geen Palestijn die wil onderhandelen. Iemand die daartoe wel bereid is, is een verrader. En wie wil dat stempel dragen? Iedereen is voor de opstand, zelfs de lieden die tot nu toe met de Israëliërs hebben samengewerkt. We bieden hen aan om met die activiteit te stoppen en een nieuwe carrière onder de eigen mensen te beginnen. Goed, er zijn twee verraders vermoord. Wat moet ik daar van zeggen? De rechter had hen ook onmiddellijk ter dood veroordeeld". Zananiri vindt het onzin dat de Palestijnen eerst Israël moeten erkennen, om te mogen meepraten over vrede: „Toen de Fransen door de Duitsers bezet waren, is hen toch ook niet gevraagd om die te erkennen. Wij bevinden ons in een zelfde situatiewe zijn het slachtoffer". „Hoe lang we dit nog volhouden? Israël heeft twee mogelijkheden: of het wordt een tweede Zuidafrika en dan graaft het zijn eigen graf, of het wordt eindelijk de westerse democratie die het al zo lang beweert te zijn. Wij zijn klaar voor beide...". PAGINA 27

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1988 | | pagina 27