VEILIG OP LEE
Oud lichaam heeft
bescherming nodig
Meer aandacht voor slachtoffers misdaad
IIN JUNI '88 EERSTE LANCERING SINDS ONGELUK
PZC/ varia
roefneming
Militaire invloed
Drempels
[INSDAG 29 SEPTEMBER 1987
NASA houdt adem in
bij vlucht ruimteveer
Door Ben Apeldoorn)
ls alles volgens plan verloopt
Lmoet de eerstvolgende vlucht met
It space shuttle Discovery ('Ontdek-
ling') ergens in juni 1988 plaatsvin-
|tn. Als gevolg van het ongeluk met
space shuttle Challenger in januari
zal het Amerikaanse bemande
Jjimtevaartprogramma dan 30
Landen hebben stilgelegen. De NA-
li-leiding heeft er in ieder geval alle
Itrtrouwen in dat in juni 1988 inder-
Igad weer gestart zal worden met de
luttle-vluchten. In dat vertrouwen
|men nog eens extra gesterkt door de
Ivoor zover men nog kan overzien -
|iccesvol verlopen proef die men be-
i september met een vaste brand-
lofraket heeft gedaan,
■et shuttlesysteem bestaat namelijk
It een enorme externe brandstoftank
Icladen met vele tonnen vloeibare
l'jrstof en waterstof) die rechtstreeks
Jrbonden is met de motoren van de
diezelfde tank vastzittende shutt-
|en uit twee bijna 55 meter lange vas-
brandstofraketten (Solid Rocket
kosters SRB's) die de grote brand-
loftank als twee torenhoge kaarsen
(inkeren.
Jaandenlang onderzoek naar de oor-
jak (of oorzaken) van de enorme ont-
jofflng waarmee de shuttlevlucht 51-
lalsmede de levens van zeven astro-
juten op 28 januari 1986 eindigden
:eft aangetoond dat de hoofdoorzaak
de ramp een niet goed functione-
Inde afdichtring van één van de
JRB's is geweest; Dit mankement trad
(bij eerdere shuttlevluchten op en
|as trouwens door technici ook al wel
neld maar door de NASA-leiding in
(wind geslagen.
ndaar dat het onderzoek zich niet
(een beperkte tot louter technische
ingelegenheden maar zich ook uit-
rekte tot in de hoogste manage-
|entsregionen van de NASA en van
kele van zijn belangrijkste toeleve-
Igsbedrijven.
resultaten daarvan waren de be
nde nieuwe schoonvegende bezems
laraan bijna geen enkele topmana-
rontkwam. Het lag al gauw voor de
nd dat het accent van het techni-
lie onderzoek zou liggen bij een
mdige inspectie van de gedragin-
igedurende de ontbranding van de
i segmenten opgebouwde vaste
mdstofraket (SRB). Na een aantal
«efnemingen met onderdelen van
SRB, waarbij onder andere een ge-
jzigde versie van de afdichtringen
ssen de segmenten werd uitgetest,
onlangs een complete en volgens de
itste richtlijnen ontworpen SRB in
rizontale stand tot ontbranding ge
acht.
ontbrandingstijd was even lang als
werkelijkheid tijdens een lancering:
ee volle minuten. Gedurende die
i beletten massieve, zwaar veran-
rde stalen stootblokken dat de ge
ldige stuwkracht van de SRB vrij
el zou krijgen.
(vuurspuwende kolos was 'behan-
n' met sensoren om trillingen, bui-
igen, grootte en richting van duw- of
kkrachten te kunnen vaststellen
durende de ontbrandingstijd. Ver-
r was deze proef-op-werkelijke-
ïaal bedoeld om de invloed van de
twikkelde hitte na te gaan op de ver
dingen tussen de ringdelen onder-
g en die tussen het onderste ring
el en het gedeelte ter hoogte van de
aalpijp-bevestiging. Het onderste
el van een SRB is het sterkst onder-
vig aan buigkrachten gedurende de
icering want juist daarmee moeten
vooroverhellende krachten van de
iittlemotoren worden gecorrigeerd,
t ingewikkelde dynamische stuw-
)ces tijdens de lift-off staat bekend
Main Engine Twang'; het veroor-
ikt het duidelijk zichtbare heen en
er zwaaien van het totale systeem
lens de ontbranding van de moto-
i vlak voordat het geheel door de
orme klemmen van het lanceerplat-
m wordt losgelaten.
ptimisme
n denkt dat juist die sterke buig-
ichten, gecombineerd met overma-
e ijsafzettingen zowel aan als in die
ierste SRB-delen, geleid hebben
het totaal verbranden van de vei-
heidsringen tijdens de 73 seconden
rende shuttlevlucht 51-L in januari
16. Ook onderzoek naar de weersin
Een testmodel van het ontsnappingssysteem voor de bemanningen van de
Shuttle. Bij de rechterarm van de liggende proefpersoon is het uit acht delen
bestaande stuwraketsysteem te zien.
vloeden op de SRB staat op het pro
gramma. Zo heeft men zelfs al een
soort gigantische vriescel gecon
strueerd waarin de SRB zodanig kan
worden diepgevroren dat zich grote
hoeveelheden ijs kunnen afzetten op
het systeem. Op zich is dat geen over
bodige luxe gezien het feit dat de
SRB's zijn bevestigd aan de externe
brandstoftank die, met zijn tonnen
diepgekoelde vloeibare waterstof en
zuurstof, een ijzige invloed uitoefent
op zijn directe omgeving.
Om te zien hoe de nieuwe afdichtrin
gen en verbindingsdelen zich tijdens
de laatste volledige ontbranding heb
ben gedragen, zal de SRB medio sep
tember geheel uit elkaar worden ge
haald en millimeter voor millimeter
worden onderzocht.
Maar NASA-onderdirecteur Dale M.
Myers is over de kolossale proefne
ming optimistisch. „Alle meetresulta
ten laten zien dat de proef goed is ver
lopen", aldus Myers in het toonaange
vende Amerikaanse blad Aviation
Week Space Technology van 9 sep
tember. „Het is een mijlpaal op de weg
terug naar veilige shuttlevluchten. De
ze test is van zeer cruciaal belang en
als ook inspectie van het interieur, zo
als verwacht, geen complicaties ople
vert dan zitten we goed op schema
voor de eerstvolgende bemande shutt
levlucht in juni 1988.'
Andere NASA-functionarissen zijn
echter niet zo optimistisch. Zij wijzen
op andere noodzakelijke wijzigingen
aan het shuttlesysteem die „minstens
zo belangrijk zijn als de veranderin
gen die de vaste brandstofraketten
hebben ondergaan". Zo moeten de
turbines van de externe brandstof
tank, waarmee vloeibare waterstof
en zuurstof naar de ontbrandings
ruimte in de shuttle wordt gepompt,
nog de nodige wijzigingen ondergaan
en hetzelfde geldt voor de in de brand
stofleidingen tussen externe tank en
shuttle aan te brengen nieuwe af
sluitkleppen. Die zijn noodzakelijk
om de shuttle los te kunnen koppelen
van zijn grote brandstofreservoir in
het geval van dreigende calamiteiten.
Daarnaast zijn er dan nog de techni
sche problemen rond de ontsnap
pingsmogelijkheden voor de beman
ningsleden. Diverse interessante ver
sies zijn al helemaal uitgewerktop
papier wel te verstaan.
Myers: „De aanbevelingen rond de
ontsnappingsmogelijkheden voor de
bemanning hebben onze voortduren
de aandacht. We kijken nu speciaal
naar twee tot drie alternatieven die op
papier staan. We moeten ons door een
berg papier heenworstelen, maar de
geschiedenis leert dat een berg papier
voor ons geen beletsel is om onze plan
nen ten uitvoer te brengen."
NASA heeft een ontsnappingsconcept
in onderzoek waarbij een astronaut in
liggende houding plaats moet nemen
op een aan een drie meter lange rail be
vestigd soort schietstoel aangedreven
door een miniraketsysteem.
Ironisch genoeg werd de produktie
van dat raketsysteem vier jaar gele
den stopgezet door de in de Ameri
kaanse staat Phoenix gevestigde Uni
versal Propulsion Corporation die de
hele voorraad, op drie systemen na,
voor een zacht prijsje verkocht aan de
luchtmacht van Thailand. Die kon de
raketten goed gebruiken in combina
tie met de FT-600 Fantrainer ge
vechtsjager van Duitse makelij.
Nu heeft NASA 30 van dat soort raket
systemen weer van Thailand terug
moeten kopen om uit te proberen hoe
ze bevallen bij de proefnemingen. Zijn
de resultaten daarvan bevredigend
dan wil NASA soortgelijke, maar-aan
gepaste raketten gaan gebruiken in
het shuttle-ontsnappingssysteem.
Men heeft uitgerekend dat een minira-
ket slechts gedurende eentiende van
een seconde een felle vuurstoot be
hoeft te geven om een astronaut van 75
kilogram zo ver uit de shuttle te trek
ken dat deze niet ook nog eens zijn of
haar hoofd stoot aan het grote vertika-
le staartstuk van de shuttle.
De eerste daadwerkelijke experimen
ten met dit systeem zullen overigens
op z'n vroegst eind september kunnen
plaatsvinden inplaats van eind juli zo
als men eerst had gepland.
De Amerikanen gaan deze maand ook
nog met Europa, Canada en Japan in
de slag over het toekomstige gebruik
van het ruimtestation en de bijdragen
van de diverse landen en ruimtevaart
organisaties daaraan.
Dat is hoog tijd want enerzijds zal de
ontwikkelingsfase van het ruimtesta
tion (Spacestation) half november
aanvangen en in diezelfde maand ko
men de ministers bijeen van de lan
den die bij de Europese ruimtevaart
organisatie ESA zijn aangesloten.
Twee onderwerpen staan nog steeds
een overeenkomst rond het gebruik
van het ruimtestation in de weg. In de
eerste plaats is dat de mate van mili
tair gebruik van het station; de Ameri
kanen zouden dat, om redenen van na
tionale veiligheid, het liefst ongelimi
teerd willen zien terwijl met name de
ESA een sterk voorstander is van
slechts een zeer beperkte en liefst hele
maal geen militaire invloed.
Een tweede struikelblok is de verde
ling rond de operationele controle van
het ruimtestation. NASA heeft de
partners al voorgehouden liefst de al
gehele controle, ook over de aan het
station bevestigde delen (zoals bij
voorbeeld het Columbus van de ESA)
van andere organisaties, voor het over
grote deel in eigen beheer te willen
hebben. De deelnemende landen heb
ben daarop afwijzend gereageerd.
Het toekomstige ruimtestation over het gebruik waarvan de NASA binnenkort zal onderhandelen met Europa (ESA),
Canada en Japan.
Het spreekwoordelijke ongeval...
Jaarlijks overlijden ongeveer 1600
mensen boven de 65 jaar ten ge
volge van een ongeval in de privé-
sfeer. Dat is bijna 80 van alle dode
lijke gevallen die in of om het huis
plaatsvinden. Daarnaast komen nog
eens 45.000 mensen in die leeftijds
categorie in het ziekenhuis terecht
als gevolg van een ongeluk dat hun
thuis is overkomen. Van al die tien
duizenden ongelukken kunnen er
zeer veel worden voorkomen. Ten
minste: dat de Stichting Consument
en Veiligheid.
Deze stichting heeft het jaar 1987 uit
geroepen tot ouderenjaar. Tal van
activiteiten die in het gehele land
plaatsvinden moeten de ouderen wij
zen op het omvangrijke probleem
van de veiligheid. In Zeeland is geko
zen voor een aantal veiligheidsten
toonstellingen. In de plaatselijke
pers kunt u zien wanneer de tentoon
stelling bij u in de buurt komt. En
voor diegenen die niet in staat zijn
deze tentoonstellingen te bezoeken
volgen hier een paar willekeurige
punten uit het fraai geïllustreerde
boekje 'Veilig op Leeftijd' dat door de
stichting is uitgegeven.
Het ouder wordende lichaam wordt-
dat weet iedereen - steeds kwets
baarder. Niet alleen gaan veel zaken
- zoals bijvoorbeeld de zintuigen -
minder goed functioneren, maar
wanneer ouderen ongevallen krijgen
zijn de gevolgen vaak ook véél ernsti
ger dan bij jonge mensen.
Een paar voorbeelden: een oudere
heeft - doordat de ooglenzen enigs
zins vertroebelen - bijna vijf maal zo
veel licht nodig dan een jonger ie
mand. Een oudere is dus niet alleen
sneller toe aan een (sterkere) bril dan
een jongere maar heeft ook veel baat
bij krachtiger lampen en meer licht
punten in huis. Bepaalde 'moeilijke'
plekken in huis worden, naarmate
men ouder wordt, steeds minder
goed zichtbaar en een gericht lampje
is dan ook beslist geen overbodige lu
xe.
Dan de reuk en smaak: die wordt er-
naarmate we ouder worden - ook
niet beter op. Dat betekent dat we
erg moeten gaan oppassen voor
voedselvergiftiging. Vroeger konden
we nog wel eens op onze reuk of
smaak vertrouwen, maar omdat de
reuk- en smaakcellen echt hard
achteruit zijn gegaan kan het gebeu
ren dat we bedorven voedsel eten
zonder dat we dat ruiken of proeven.
Tip: houdt de uiterste verkoopda
tum van de produkten goed in de ga
ten of - als die er niet of onduidelijk
op staat - schrijf met een viltstift
even de datum van aankoop op de
boodschappen voordat u ze opruimt.
U kunt dan later altijd nagaan hoe
oud iets is.
Er zijn natuurlijk nog een heleboel
dingen te vertellen over het ouder
wordende lichaam. Het gehoor en
het geheugen zijn bijvoorbeeld ook
van die zaken die onze aandacht ver
dienen. Als u hierover meer wilt we
ten dan kunt u dat lezen in het bo
vengenoemde boekje 'Veilig op Leef
tijd'.
In dat boekje staan trouwens toch
een heel aantal nuttige tips om uw
leven zo veilig mogelijk te maken.
Zo blijken voor veel ouderen de
drempels ware struikelblokken te
worden. Het is natuurlijk even werk
maar in de meeste huizen zijn ze vrij
gemakkelijk te verwijderen. Wan
neer er nu een tochtgat mocht ont
staan dan is dat met behulp van een
tochtstrip simpel te verhelpen.
Verreweg de meeste letsels in huis
ontstaan doordat de mensen vallen.
En dat geldt zeker voor ouderen. Zo
is bijvoorbeeld de badkamer een be
ruchte plek. Wat daar wordt 'afgeval
len' valt haast met geen pen te be
schrijven. Ook zonder stukjes zeep
zijn gladde badkamertegels - en niet
te vergeten de douchevloer - levens
gevaarlijk. Gelukkig zijn er ook anti-
sliptegels te koop en als u niet aan in
vesteringen van die grootte denkt
zou de aanschaf van een anti-slip
badmat het overwegen waard zijn.
En dan het toilet: deze kan ook een
bron van ellende zijn. Bijvoorbeeld
wanneer u niet meer in staat bent om
zelfstandig op te staan. Wanneer u
het nu niet leuk vindt om altijd de
hulp van een ander in te moeten roe
pen - en wie vindt dat wel? - zou u
kunnen denken over een toiletbril-
verhoger. En als u een tijdelijk onge
mak hebt waardoor u zich iets min
der makkelijk beweegt is zo'n ding
bij de kruisvereniging ook te leen.
Trouwens, u kunt al heel veel plezier
hebben van een stevige handgreep
aan de muur. Naast het toilet is er
nog zo'n alledaags ding dat veel el
lende kan veroorzaken: de trap. Van
de trap vallen is al bijna spreekwoor
delijk gewoon geworden. Toch is met
anti-slipstrips en (het liefst 2) stevige
leuningen al veel leed voorkomen.
Overigens geeft de Stichting Consu
ment en Veiligheid ook over vaste
trappen en huishoudtrappen hand
zame brochures uit. Het laatste
hoofdstukje in de brochure 'Veilig op
Leeftijd' is de keuken. We brengen
best veel tijd in de keuken door en
dus is het zaak om deze werkplek zo
veilig mogelijk te maken. Nu zijn de
meeste keukens niet echt handig in
gericht. En doordat veel dingen niet
op de meest geschikte plek staan
moeten ouderen vaak veel te veel on
nodig bukken en rekken. Het handig
ste is natuurlijk dat alles op grij
phoogte staat, maar daarvoor zijn re
delijk grote veranderingen nodig.
Trouwens; hebt u er wel eens over na
gedacht dat veel van de werkzaam
heden die u in de keuken doet - zoals
bijvoorbeeld afwassen - ook zittend
gedaan kunnen worden?
Wist u dat de laatste jaren het aantal
koolmonoxidevergiftigingen - in de
volksmond 'kolendampvergiftigin
gen' - weer sterk toeneemt? Voor
een deel natuurlijk te wijten aan
open haarden en de zogenaamde al-
lesbranders maar voor een deel ook
aan achterstallig onderhoud aan ka
chels en geisers. Hebt u in dit ver
band wel eens aan een onderhouds-
abonnement gedacht? U kunt inlich
tingen vragen bij het energiebedrijf.
De brochure 'Veilig op Leeftijd' is gratis
aan te vragen bij de Stichting Consument
en Veiligheid, Antwoordnummer 17035,
1000 SL Amsterdam. Telefoon: 06-0220220.
De stichting betaalt uw postzegel of tele
foonkosten.
Lieke Jansen
Consulent gezondheids
voorlichting en
-opvoeding DGD Zeeland
■f
(Door Thea van Beek
Twee jaar geleden keek de ge
middelde politiefunctionaris
'og op bij het noemen van het woord
lachtoffer. Vroeger moesten we ver
ellen wie we als Slachtofferhulp
taren. Politie en justitie hadden de
aak de dader op te sporen en te be-
echten; niet meer en niet minder,
'egenwoordig vind je onder de offi-
ieren van justitie een medewerker
oor slachtoffer-registratie. Ook de
olitie is eerder bereid tot een luiste-
end oor en doorverwijzing. Op dit
loment zijn we redelijk tevreden
ver de toegenomen belangstelling
oor het slachtoffer van een mis-
rijf. Je kunt spreken van een voor-
ichtige kentering", aldus Stan
!aars, coördinator bij de Stichting
lachtofferhulp in Amsterdam,
'e stichting maakt deel uit van de
ereniging Landelijk Overleg Slacht
offerhulp (LOS) te Utrecht. Verspreid
over het land zijn sinds 1981 57 van
dergelijke hulpprojecten ontstaan.
De eerste projecten ontstonden in
Groningen, Rotterdam en Amster
dam. In 1986 kwamen bij de 57 projec
ten bijna 3300 vragen om hulp bin
nen. Het grootste aantal hulpvragen
(34%) ging om gewelds- en levensde
licten.
Afgelopen week presenteerde de Am
sterdamse stichting haar jaarverslag
over 1986. Daarin werd in vergelijking
met het voorgaande jaar een stijging
geconstateerd in het aantal hulpvra
gen van 31% tot een totaal van 558.
Op een aantal van bijna 133-duizend
slachtoffers dat in Amsterdam aan
gifte van een misdrijf deed bij de poli
tie, nog altijd een gering cijfer. Naar
schatting is in Amsterdam een kwart
van de bevolking jaarlijks het slacht
offer van een misdrijf. Dat loopt uit
een van diefstal of vernieling tot een
ernstig geweldsmisdrijf.
Stan Baars: „Mensen zijn veel meer
geschokt door een misdrijf dan zij te
voren ooit hadden verwacht. Ze rea
geren zeer geschokt. Generaliserend
kun je ook zeggen dat de omgeving
behoorlijk normatief reageert. Het
slachtoffer krijgt bijvoorbeeld te ho
ren: had je zelf geen schuld, of de jus
titie moet dit en de politie moet dat.
De samenleving reageert vaak vrij
lauw op het slachtoffer, zeker waar
het gaat om de zogenaamde kleine
criminaliteit. Met uitzondering
waar het gaat om zeer ernstige mis
drijven, voelt men zich in de steek
gelaten door politie en justitie. Al
met al voelt het slachtoffer zich dan
dubbel gepakt".
„Als het gaat om de gevoelens die een
slachtoffer na een misdrijf onder
vindt dan gaat het, behalve om agres
sie tegenover de dader vooral ook om
het gevoel de dader duidelijk te ma
ken wat hem of haar werd aangedaan.
De dader moet een schaderegeling
bieden. Dit soort gevoelens zijn vaak
veel interessanter dan een soort
wraakgedachte".
Bij Slachtofferhulp in Amsterdam
werken binnenkort een dertigtal vrij
willigers, ondersteund door een klei
ne kantoorstaf. Het bestuur van de
stichting bestaat uit mensen die uit
hoofde van hun beroep te maken heb
ben met misdrijven. Medewerkers
vai^ justitie, politie, reclassering en
hulpverlening.
De vrijwilligers hebben lang niet al
tijd zelf met een misdrijf te maken ge
had. Wel worden ze vooraf geselec
teerd op luistervaardigheid, stabili
teit, het omgaan met instanties en
hulpvaardigheid. Baars: „Per se geen
mensen die uit zijn op sensatie of met
vooropgezette ideeën hoe het alle
maal in Nederland moet".
„In eerste instantie willen de slacht
offers hun verhaal kwijt. Vaak be
staat het eerste contact na bijvoor
beeld doodslag uit het helpen schrij
ven van de rouwkaarten of het zetten
van een kop kofie. Pas na zo'n eerste
emotionele opvang probeer je des
kundige hulp te vinden als het
RIAGG of het maatschappelijk werk.
Daarnaast bieden we hulp in het ver
halen van schade bij verzekerings-
maatschappijen, de contacten met
politie en de rechtsgang als een dader
wordt aangehouden. Als geen dader
wordt gevonden wordt het heel moei
lijk. Dan valt er behalve de eerste op
vang door ons weinig te doen".
Als ruwe vuistregel kan worden ge
steld dat naarmate het gepleegde
misdrijf ernstiger is, des de groter de
kans dat het slachtoffer zich bij een
van de steunpunten meldt. Van de
714 in Amsterdam gemelde delicten,
gingen er 239 om geweldpleging. On
geveer 16% van de seksuele misdrij
ven die in Amsterdam bij de politie'
werden gemeld, kwam terecht bij
Slachtofferhulp.
Als het gaat om mishandeling, dan
doet bijna tien procent een beroep op
de stichting. Overigens komt slechts
het topje van de ijsberg van seksueel
geweld op het bureau van de politie
terecht. Vorig jaar kwamen in Am
sterdam slechts 21 aangiften bij de
politie binnen over geweld tegen ho
moseksuelen. Organisaties als 'Op Je
Flikker Gehad' of 'Gay Switchboard'
die zich met dergelijk geweld bezig
houden, ontvangen een veelvoud aan
anonieme meldingen. Hetzelfde geldt
voor seksueel geweld tegen vrouwen.
In 1985 werden bij de Amsterdamse
politie 326 aangiften gedaan. Alleen
al bij de Stichting Tegen Haar Wil ko
men enkele duizenden meldingen
binnen. Baars: „Mensen zijn zeer te
rughoudend waar het gaat om aangif
ten over lichamelijk of seksueel ge
weld".
De toenemende bekendheid van de
projecten Slachtofferhulp wordt
voornamelijk toegeschreven aan de
voorlichting bij politie, justitie,
huisartsen en het maatschappelijk
werk. Het zijn ook deze instanties die
naar de projecten doorverwijzen.
Baars: „En niet te vergeten de media,
die daaraan met grote regelmaat aan
dacht besteden. Als de NCRV in een
programma als 'Rondom Tien' het
over slachtoffers heeft, kun je er don
der op zeggen dat de volgende dag de
telefoon roodgloeiend staat".
I
1