Continue-kw aliteit
daar gaat het om
FNV: „Met een
loongolf bijten we
in eigen staart
VNO: „De patiënt
geneest, maar mag
bed nog niet uit
Ruim twee weken geleden brak er in het kernenergiepark Doel, vlakbij de Nederlands-Bel
gische grens, een staking uit. Zevenhonderd werknemers van de energiemaatschappij
EBES legden uit ontevredenheid met de nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst het werk
neer. De vier kerncentrales werden niet stilgelegd. Ongeveer 100 man kaderpersoneel, waaron
der enkele deskundigen van het ingenieursbureau Tractabel, zorgden ervoor dat de electrici-
teitsproduktie onbelemmerd doorging. Geen haan kraaide er naar. Totdat de Verenigde Actie
groepen voor Kern Stop (VAKS) een telex de wereld inzonden, waarin gesteld werd dat de
centrales draaiende werden gehouden door onervaren en onbevoegde werknemers. Sindsdien
is het kernpark Doel het doelwit geworden van verontruste milieuactivisten, politici en vak
bondsbestuurders. Terecht of niet?
Andere mening
Teruggelopen
Het andere kaasland
Doortimmerd
Centraal akkoord
Beneden de maat
Vermeend! Moor
DINSDAG 7 APRIL 1987
PZC/opmie en achtergrond 4
van onze verslaggever Conny van Gremberghe)
"Onterecht", stelt EBES-woordvoer-
der Patrick de Vos nadrukkelijk. „Tel
kens wanneer kernenergie op een vrij
negatieve manier in het nieuws komt,
maken tegenstanders van deze metho
diek van stroomopwekking hun onge
noegen kenbaar. Zo ook deze keer. Ik
vind het overigens onbegrijpelijk dadt
er in Nederland zoveel aandacht ge
richt wordt op Doel. Politici, van alle
rangen en standen, milieugroeperin
gen en noem maar op, zijn ongerust.
De veiligheid zou in het geding zijn in
Doel. Hoe komt men erbijIk heb het al
verschillende malen gesteld: er is nog
nooit tevoren zoveel hooggeschoold
nucleair personeel in de centrales
werkzaam geweest als de afgelopen
dagen", beklemtoont hij. De Vos vindt
het dan ook overdreven dat er door mi
lieubewegingen en Nederlandse en
Vlaamse politicie geroepen is dadt de
centrales stilgelegd moeten worden.
„Ik heb gehoord dat een Zeeuwse poli
ticus (Don) die iets te maken heeft met
de centrale in Borssele gezegd heeft,
dat in Nederland de zaak zou worden
stopgezet als het merendeel van de
werknemers zou staken. Welja, dat is
niet zo vreemd. In Nederland zijn niet
genoeg geschoolde mensen te vinden
om de twee kerncemtrales in het land
draaiende te houden. In België hebben
we haast onuitputtelijke voorraad van
deskundigen. Er is zelfs een groot over
schot aan nucleaire deskundigen. Om
die reden kunnen wij dan ook gewoon
doordraaien, terwijl in Borssele de pro-
duktie gestaakt zou moeten worden.
Dat is het grote verschil", aldus De
Vos.
Vakbonbdsbestuurder Richard Fre-
deriks van Gazelco houdt er een ande
re mening op na. Volgens hem zijn de
circa 100 kaderleden die sinds 23
maart de vier centrales draaiende
houden 'niet tegen hun taak opgewas
sen'.
„Ik wil die mensen echt niet afvallen
op hun technische kennis, maar dat is
iets anders dan bekwaamheid. Het ka
derpersoneel beschikt niet over de on
dervinding en de nodige ervaring om
de Doelcentrales draaiende te houden.
De ongerustheid over de veiligheid is
dan ook volgens ons terecht. Temeer
omdat die mensen nu al meer dan
veertien dagen - 12 uur op en af - aan
het werk zijn. De vermoeidheid zal ze
ker een rol gaan spelen", redeneert
Frederiks.
De Belgische overheid heeft zich tot
nu toe niet in het arbeidsconflict -
daar gaat het uiteindelijk om - ge
mengd. Minister Hansenne van arbeid
en tewerkstelling verklaarde het afge
lopen weekeinde dat er geen enkele re
den voor ongerustheid bestond. Zijn
Nederlandse ambtsgenoot E. H. T. M.
Nijpels (VROM) kon door die verkla
ring niet worden gerustgesteld. „Als je
drie centrales draaiende houdt en er
een opstart met 200 in plaats van ööu
man. dan moet dat vroeg of laat leiden
tot onveilige situaties", merkte Nijpels
op. Ook de Zeeuwse gedeputeerde W.
Don plaatste zaterdag tijdens een tv-
uitzending kritische kanttekeningen
bij de houding van de EBES-directie
om de hele zaak draaiende te houden.
Hij vond dat 'onverantwoord'.
De Vos, zaterdag optredend in hetzelf
de actualiteitenprogramma, weet in
middels hoe er in Nederland over de
hele affaire gedacht wordt. „De hele
zaak wordt door kemactivisten en
bonden enorm opgeblazen. Dat is ook
hun tactiek. Mochten de centales, me
de door politieke druk vanuit Neder
land, niettemin worden stilgelegd, dan
heeft ook voor Nederland grote econo
mische gevolgen.
Zoals wellicht bekend is, dragen de
Belgische centrales zorg voor een deel
van de Nederlandse stroomvoorzie
ningen, met name in de winter. Als het
park in Doel stil komt te liggen moeten
de Nederlanders er op rekenen dat zij
duurdere stroom zullen moeten impor
teren", verklaart hij.
Volgens gedeputeerde Don klopt De
Vos zijn verhaal niet. „De import van
stroom is de laatste tijd drastisch te
ruggelopen", benadrukt hij, „boven
dien kunnen wij in Nederland met op
gesteld vermogen aan de vraag vol
doen. Import van stroom is gewoon
een kwestie van prijs.
Als het goedkoper is stroom te impor
teren dan in Nederland de brandstof
kosten zijn, dan importeer je stroom,
want dan is dat voordelig. Dat verschil
zit er echter op dit moment niet meer
in". De voorzitter van de raad van be
stuur van de PZEM vindt voorts de
kostprijs van geïmporteerde of geëx
porteerde stroom geen argument om
de Doelcentrale draaiende te houden.
„Als het om zo'n belangrijke zaak gaat
als kernenergie, dan staat de veilig
heid van de procesvoering bovenaan.
Dat is gewoon een vereiste", aldus
Don.
De EBES laat de centales vlak bij de
havenstad Antwerpen sinds het afge
lopen weekeinde weer gewoon door
draaien. Doel 3, die vorige week we
gens een mankement aan een olielei
ding moest worden stopgezet, produ
ceert weer. De jongste kerncentrale,
Doel 4, die acht dagen geleden eigen
lijk aan zijn jaarlijkse revisiebeurt toe
was, levert ook nog aan het net.
Risico's? „Welnee", zegt De Vos, „in de
zogenaamde stretch-out periode mag
deze centrale nog zo'n twee weken op
halve kracht doordraiien en dat ge
beurt ook". Volgens de EBES-zegs-
man moet er de komende tijd niet te
veel waarde gehecht worden aan het
„onverantwoord proza dat door bon
den en milieubewegingen verspreid
wordt".
Hoe het ook zij, vanochtend - dinsdag -
bestaat er een kans dat alle verontrus
ten in België en Nederland een zucht
van verlichting kunnen slaken. Bon
den en EBES-directie gaan dan in
Brussel weer om de tafel zitten in bij
een poging om het arbeidsconflict te
beëindigen.
Een hard gevecht op de buiten
landse markten staat ons als
land- en tuinbouw te wachten. Da's
een direkt gevolg van de overvoerde
markten van vele produkten. In zo'n
situatie geeft de kwaliteit van je
produkten de doorslag. Evenals een
regelmatige, constante, betrouwba
re aanvoer. Sprekend over kwaliteit
van landbouwproduktie kun je het
beste spiegelen aan de Franse consu
menten. Die zijn kieskeurig en ui
terst kwaliteitsbewust.
Ik herinner me dat we op gezins
vakantie een paar jaar gelegen in Lot
et Garonne steeds door de dorpse su
permarkt van Villereal dwaalden. Bij
de afdeling zuivel en kaas zag je een
grote affich met bekende Nederland
se kaassoorten, Edam, Gouda etc.
Eronder de kaas in vele soorten en
maten. Ze werden goe,d om niet te
zeggen gretig gekocht door de van
nature erg chauvinistische Fransen.
Maar hoe hoog zij la douce France in
het vaandel hebben, als er kaas en
ander voedsel van uiterst hoogwaar
dige kwaliteit en smaak (zij het van
buitenlandse origine) op de toon
bank ligt, dan kopen de Fransen,
Franpaises, het wel. Want bij kies
keurige en verwende consumenten
als de Fransen zijn, mag de vader
landse liefde verheven zijn, de groot
ste liefde gaat echter over de smaak
papillen van de ton en dwars door de
maag.
Het betekent niet dat de Fransen nu
a bout portant omschakelen op Ne
derlandse kaas, ze nemea er een
stukje Nederlandse kaas bij. Het as
sortiment in Frankrijk, dat grote
land (16 a 17x Nederland) met al zijn
departementen, zijn klimaat en leef-
verschillen is enorm rijk en geva
rieerd in kaassoorten. De Nederland
se harde koeiekaas echter ontbreekt
vrijwel in dat geheel. De smaak kan
concurreren tegen die van de Fran
sen, die toch de naam van de beste
kaasmakers hebben en hooghouden.
De houdbaarhjeid van onze kaas is
veel en veel beter. Sterker nog, mits
goed bewaard, neemt onze kaas toe
in aroma en smaak.
Om terug te komen op de affiche in
die winkel: onder de smakelijk afge
beelde Nederlandse kazen stond de
slogan 'La Hollande, l'autre pay du
fromage' (Holland, het andere kaas-
land). Da's een heel goed bedachte
zin die er bij de Fransen ingaat als
koek. Je moet de Franse mentaliteit
terzake
kennen om te weten hoe goed deze
spreuk bedacht is.
Zoals gezegd, de Fransen zijn op het
gebied van voedsel uiterst kieskeu
rig en verwend. Dat gevoel sublime
ren ze ook en al vele eeuwen lang. In
feite vinden ze dat iedere niet-Frans-
man zich wel voedt, maar niet met
smaak weet te genieten. De echte cu
linaire geneugten kunnen alleen in
Frankrijk met Franse produkten en
door Franse mannen en vrouwen ver
vaardigd en genoten worden. Zij heb
ben dus ook de beste kazen. Maar
toch.... zegt die spreuk, dat volmon
dig erkennende, zoiu je toch ook eens
onze kaas (die uit dat landse waar ze
ook kaas kunnen maken) moeten
proeven. Die spreuk doet goed werk
dus. Reclame is belangrijk voor de
verkoop van een voedselprodukt in
een zichzelf hoogachtend land. Het
produkt zelf moet natuurlijk ook van
volstrekt, onberispelijke kwaliteit
zijn. Maart dat is onze kaas, dat
wordt al zo lang bewezen. Ze gaat
niet voor niets naar haast alle delen
van de wereld. Nu ook in steeds stij
gende hoeveelheden naar Frankrijk.
Naast het produkt echter is ook een
goede reclame nodig. Een goed toe
pasbare reclame die inspeelt op de
gevoelens van een bepaald volk. Dat
moet overal weer anders. „In Frank
rijk moet je dat erg onoipvallend en
vrijwel geruisloos doen met produk
ten als kaas" pleegt Hans Wijnma
len, onze landbouwraad in Parijs te
zeggen. „Anders wek je alleen maar
irritatie op. Je moet in dit land
werken met diplomatiek koopman
schap".
Niet alleen het produkt moet goed
zijn, ook de reclame en het koopman
schap. En niet te vergeten, de distri
butie en de afzet op de markt moeten
van hoge kwaliteit zijn. Misschien
scoren we als Nederlanders wat dat
laatste betreft nog wel de hoogste
punten. Als Nederlandse produkten
als kaas aof tomaten (of bijvoorbeeld
Heineken bier) in de winkels liggen
dan moeten ze ook dagelijks zonder
onderbreking op de toonbank liggen.
Niet nu eens wel en dan weer niet. Er
moet sprake zijn van een ononder
broken stroom van constante en goe
de kwaliteit. Wat dat betreft heeft
Nederland in Frankrijk maar ook in
vele andere landen, vooral bij de gro
te ketens van supermarkten (goed
voor meer dan 60 van alle voedse-
laankopen) een uitstekende naam.
De zwakheid van de Fransen in de
zen is hun individualiteit. Ze doen te
veel in hun eentje. Zoals de bakker
op de camping die 's morgens met
zijn brood leurde. Zijn collega ban
ketbakker van twee huizen verder in
het dorp kwam eveneens met zijn au
to naar de camping en verkocht er
zijn croissants (meestal tenminste, je
kon er niet altijd van op aan).
Zo gaat het met de aanvoer van nog
al wat Franse voedselprodukten in
de winkels. Nu eens wel, dan weer
niet. Teveel individualisme, te wei
nig samenwerking. Het hecht door
timmerde geheel van Nederlandse
produkten die (meestal coöperatief)
hun spullen verwerken, afzetten, re
clame bedrijven en vervoeren naar
het buitenland en dat ook in rede
lijke samenwerking met de overheid
springt er erg goed uit in vergelij
king met bijvoorbeeld de Franse pro
dukten die te veel op een slof en een
oude schoen hun zaakjes individueel
trachten te regelen.
Exporteren van Nederlandse artike
len kun je alleen met behulp van én
een uitstekend produkt én met goe
de reclame én door een hechte sa
menwerking tussen producenten en
exporteurs. Dit doorwrochte trio
zorgt bijna altijd voor goede resul
taten. Da's prettig en in feite een he
le eer voor onze produkten. Want de
Fransen en de Fran?aises zijn en
blijven rasechte gourmets. Die we
ten kwaliteit te waarderen waar het
ook vandaan komt.
Mr. Gerard W. Smallegange
Johan Stekelenburg
(Van onze verslaggever Harry Meijer
De tijd van rendementsherstel is eigenlijk voorbij. De vakbeweging
f voelt er weinig voor om opnieuw extra loonruimte in te leveren voor
versterking van het bedrijfsleven, als daar geen doeltreffend werkgele
genheidsbeleid tegenover staat". Johan Stekelenburg, vice-voorzitter van
de vakcentrale FNV, maakte onlangs in het Friese dorp Kollum de balans op
van het sociaal-economisch beleid van de afgelopen jaren. Het werd een ge
ruchtmakende rede, omdat Stekelenburg aankondigde dat een nieuw ak
koord tussen werkgevers, vakbonden en overheid nodig is om de economi
sche ontwikkeling in goede banen te leiden.
In 1982 sloten werkgevers en werkne
mers in de Stichting van de Arbeid al
zo'n historische akkoord: door mid
del van rendementsherstel en herver
deling van arbeid moest de recessie
worden beteugeld. Op het Amster
damse hoofdkantoor van de FNV
zegt Stekelenburg: „Wij kozen toen
voor werk boven inkomen. De vakbe
weging vond dat loonmatiging een
belangrijk middel was om de werk
loosheid te bestrijden, naast de nood
zakelijke herverdeling van werk. Om
dat werkgevers en overheid ons op
het gebied van werkgelegenheid wei
nig perspectief bieden kiezen we nu
zowel voor méér loon als voor herver
delende maatregelen. Dit gebeurt wel
binnen de marges van wat verant
woord is".
Het recept van het akkoord werkte:
de arbeidstijd van de meeste werkne
mers is teruggebracht tot een gemid
delde werkweek van 38 uur, en de ren
dementen in het bedrijfsleven heb
ben zich hersteld. Het dieet van de
loonmatiging heeft het weerstands
vermogen van de economie vergroot.
„Door de combinatie van matiging en
herverdeling van werk hebben we
vanaf 1982 250.000 mensen aan de
slag geholpen. De werkloosheid was
anders boven het miljoen uitgeko
men. Lubbers mag daar blij om zijn",
constateert Stekelenburg.
In het recente kamerdebat over het
sociaal-economisch beleid is gesug
gereerd dat het kabinet de voorwaar
den voor een verdere loonmating kan
scheppen door de lasten voor be
drijfsleven en burgers te verlichten.
„Dan is er wel een nieuw akkoord, zo
als we dat in 1982 hebben gesloten,
nodig. Het gaat natuurlijk niet alleen
om loonmatigingen, eventueel ge
ruild tegen lastenverlichting. Er is
een offensief werkgelegenheidsbeleid
nodig, dat voor alle partijen een min
of meer verplichtend karakter heeft.
In een nieuw centraal akkoord dient
de inzet van vakbeweging, werkge
vers en overheid evenwichtig aan el
kaar verbonden te worden".
In het komende voorjaarsoverleg
tussen regering en sociale partners
zou een centraal akkoord uit de bus
kunnen rollen. De kansen daarop
zijn vooralsnog niet groot. De werk
gevers voelen weinig voor nieuwe
afspraken over werkgelegenheid.
Maar de FNV wil de loonstrijd niet
hanteren als breekijzer om werkge
vers tot arbeidsduurverkorting en
maatregelen voor langdurig werklo
zen te dwingen. „We mikken niet op
een loongolf, want daarmee lopen we
het risico dat we in eigen staart bij
ten. Uitgangspunt blijft dat de loon
kostenstijging binnen de perken
blijft, dus binnen de marges van de
produktiviteitstijging. Anders kom je
weer in de situatie van de jaren zeven
tig terecht. Maar als er op decentraal
niveau toch een loonstrijd ontstaat,
dan ligt dat aan overheid en werkge
vers, die ons niet in staat hebben ge
steld een matigingsbeleid vol te hou
den".
Volgens de FNV hebben regering,
vakbeweging en werkgevers elkaar
genoeg te bieden om tot een nieuwe
afspraken op centraal niveau te ko
men. De vakbeweging kan een be
heerste loonontwikkeling aanbieden,
naast 'maatwerk' bij de invulling van
de arbeidsduurverkorting, medewer
king aan scholing en flexibilisering
van de arbeidsvoorwaarden en een
positieve opstelling tegenover ver
lenging van de bedrijfstijd. 'Ruilob
jecten' van werkgevers zijn onder
meer: verkorting van de arbeidsduur
per week, andere vormen van herver
deling van werk als de vut, arbeids
plaatsen voor langdurig werklozen en
extra werkgelegenheid door invest?
ringen.
De overheid zou in zijn rol als werkge
ver dezelfde punten in kunnen bren
gen. Daarnaast kan de overheid zor-
gen voor een 'min of meer' gelijke be
handeling van ambtenaren en uitke
ringsgerechtigden met werknemers
in de marktsector, de voorwaarden
scheppen voor werkgelegenheids
plannen (bijvoorbeeld het jeugd-
werkgarantieplan), extra scholings
inspanningen leveren en de lasten
voor burgers en bedrijfsleven vermin
deren.
Voor de FNV is de gelijke behanöe
ling van mensen in de collectieve set
tor en de marktsector geen voorwaar
de vooraf meer bij de onderhandelin
gen over een mogelijk centraal ak
koord. Tot dusver liep het overleg o;
dit punt telkens stuk. „Wij werpendr
gelijke behandeling niet op als eet
blokkade vooraf. Wanneer de drii
partijen het eens kunnen wordes
over een verplichtend werkgelegen
heidsbeleid, dan blijft er vanzelf een
zeer beperkte ruimte over loonstij
gingen. Een gelijke inkomensontwik
keling moet het resultaat zijn van een
samenhangend pakket maatregelen
om de werkloosheid te bestrijden
Het is onzin om tegen de vakbewe
ging te zeggen: ga maar op de nulliji
zitten en zoek het verder maar uit
Het is niet de bedoeling van de FN\
dat een mogelijk centraal akkoord
een strakke richtlijn wordt voorde
cao-onderhandelingen in bedrijfstak
ken en ondernemingen. Het gaat
meer om een wilsovereenkomst, die
de richting van het sociaal-econo
misch beleid aangeeft. In zo'n
koord past ook geen centraal vastge
stelde loonruimte. Die ruimte moetin
bedrijfstakken en ondememingei
worden bepaald, zegt Stekelenburg
Het landelijk akkoord moet „hou
vast" geven bij de cao-onderhande
lingen.
De kansen op een nieuw sociaal ak
koord schat Stekelenburg niet al te
hoog in. „We houden ook rekening
met het scenario dat we er op korte
termijn niet helemaal uitkomen,
maar dat er in september, wanneer
de nieuwe cijfers van het Centraal
Plan Bureau bekend zijn, wel zaken
zijn te doen".
Mr. C. J. A. van Lede
(Van onze verslaggever Harry Meijer
Het lijkt wel of de wereld in scherven uiteen valt wanneer er geen cen-
f traal akkoord komt", spot voorzitter mr. C. J. A. van Lede van het
herbond van Nederlandse Óndernemingen.„De vakbeweging ziet een ak
koord als een doel op zich, zonder dat men zich afvraagt wat de inhoud moet
zijn", vervolgt hij. „Het gaat er echter om dat de werkloosheid omlaag gaat
en dat we doorgaan met loonkostenmatiging. Daar heeft ieder z'n partij in
mee te blazen. Een centraal akkoord is alleen maar een middel. Ik denk dat
we moeten uitvoeren wat we hebben afgesproken, met mogelijk hier en daar
een verfijning. Als dat wordt opgenomen in een nieuw akkoord, mij best".
De voorzitter van de grootste werkge
versorganisatie is het oneens met
stelling van de FNV-top dat het ren
dementsherstel inmiddels zover is
voortgeschreden, dat het op de nood
situatie van de beginjaren tachtig
toegesneden akkoord in de Stichting
van de Arbeid deels is achterhaald.
„Feit is dat de rendementen behoor
lijk zijn toegenomen, vooral vorig
jaar. Feit is ook dat 1986 een buiten
gewoon goed jaar is geweest, waar
van we weten dat het niet snel zal te
rugkomen. In tegendeel, het is nu al
duidelijk dat dit jaar de rendementen
weer een flinke deuk zullen oplopen
door de daling van dollar en pond
sterling. Bovendien neemt de belas
tingdruk voor de Nederlandse onder
nemingen toe, terwijl in het buiten
land sprake is van het tegenoverge
stelde".
Volgens Van Lede is het niet reëel om
het stichtingsakkoord van '82 over
rendementsherstel en herverdeling
van werk op losse schroeven te zet
ten. Dat akkoord was het fundament
van enkele vervolgakkoorden in '84
en '86 met betrekking tot jeugdige
werklozen, langdurig werklozen,
scholing en verbetering van de werk
loosheidscijfers. „De vakbeweging
kan nu niet eenzijdig zeggen: de helft
die ons aanstaat houden we, de rest
mogen jullie hebben. Wij willen nog
steeds doorgaan met alle gesloten ak
koorden, we nemen er geen jota van
terug".
Van Lede geeft toe dat de daling van
de werkloosheid nog beneden de
maat blijft. Dat mag echter nog geen
reden zijn om het pad van de loon
kostenmatiging een doodlopende
weg te noemen. „Het is net als met
een patiënt die een succesvolle kuur
heeft ondergaan, maar dfe snel zijn
bed uit gaat, waardoor hij weer
achterop raakt. Stel dat de vakbewe
ging uit onvrede met de werkgele
genheidsontwikkeling in de cao-on
derhandelingen eruit klopt wat er
uit te kloppen is, dan weten we zeker
dat we in de problemen komen".
„Als de FNV met een alternatief zou
komen, dan zouden we daarover na
kunnen denken. Maar Stekelenburg
komt met een strafclausule: als wij
niet aan hun verlangens tegemoet ko
men, dan gaan de vakbonden de loon
kostenmatiging verknoeien door
looneisen te stellen. Dat is de drei
ging".
De VNO-leider zegt zich niet bezig te
willen houden met vraag hoe de vak
beweging de achterban tot blijvende
loonmatiging kan enthousiasmeren
wanneer daar niets tastbaars van
werkgeverskant tegenover staat. „Ik
denk dat de mensen voor loonmati
ging relatief het beste scenario voor
de werkgelegenheid krijgen".
En„Ik denk dat we op het gebied van
scholing een grotere inspanning kun
nen leveren. Maar we kunnen de eco
nomie nationaal niet zo plannen, dat
we nieuwe arbeidsplaatsen kunnen
garanderen. Iedere keer dat we het
proberen, gaat het verkeerd. Over
een langere periode kan het mis
schien wel. Ik denk dat we in 1990
best op een half miljoen werklozen
kunnen uitkomen als we maar ver
standige dingen doen".
De werkgevers hebben samen met
overheid en vakbeweging afgespro
ken dat de werkloosheid in vier jaar
tijd met 200.000 verminderd moet
worden. Volgens Van Lede hebben de
werkgevers dit streven steeds van
een nuancering voorzien. „Toen wij
die afspraak maakten, gingen we uit
van een harde kern van 400.000 lang
durige werklozen op een totale werk
loosheid van 700.000. We zouden dus
tweederde van het aantal mensen dat
wèl voor de arbeidsmarkt beschik
baar is, via normaal beleid aan het
werk helpen. Mocht het nu zo zijn dat
er helemaal geen vrije arbeidsreserve
is, dan komen we voor een heel ander
probleem te staan". De scholing van
langdurige werklozen is in de visie
van het VNO namelijk op de eerste
plaats een overheidstaak. Voor
groep wil het VNO geen arbeidsplaat
sen inruimen.
In werkgeverskring is het enthousias
me over de wet Vermeend/Moor, die
het in dienst nemen van langdun?
werklozen stimuleert door middel
van een loonkostensubsidie, gering
„We lopen met de subsidie om het
probleem heen. Het werkelijke pro
bleem is dat deze mensen onvoldoen
de opleiding hebben en teveel blijven
kosten. Met een verlaging van de
loonkosten, met behoud van het net
to-inkomen, zouden we een stuk ver
der komen. Als we in dit land werkho
ven inkomen willen stellen dan zal de
politiek de moed moeten hebben om
de loonkosten, die gemiddeld vijftien
procent boven de internationale
markt liggen, te verlagen via een ver
mindering van premies of belastin
gen".
Opgetogen is hij over de daling van
de jeugdwerkloosheid. „De jongeren
lopen met gemak de scholen uit, de
banen in". De discussie over algeme
ne arbeidstijdverkorting wordt door
hem niet meer serieus genomen, om
dat veel bedrijven nu al met een ern
stige schaarste aan vakbekwaam
personeel kampen. Aan herverdeling
van arbeid hebben de werkgevers
desondanks al een belangrijke bijdra
ge geleverd, aldus Van Lede.
„Alle akkoorden na '82 hadden met
herverdeling te maken. Wat moet
nog meer doen? Van wezenlijk be
lang is de loonkostenmatiging
hebben de afgelopen tijd uitsteken
de ervaringen opgedaan met decen
trale onderhandelingen. Als je con
tractspartijen onderhandelingsvrij-
heid geeft, dan hou je de loonkosten
beter in de hand dan wanneer je rich
tinggevende afspraken op centraal
niveau maakt. Dat hebben de jaren
zeventig voldoende aangetoond".
We