Continue-kw aliteit daar gaat het om FNV: „Met een loongolf bijten we in eigen staart VNO: „De patiënt geneest, maar mag bed nog niet uit Ruim twee weken geleden brak er in het kernenergiepark Doel, vlakbij de Nederlands-Bel gische grens, een staking uit. Zevenhonderd werknemers van de energiemaatschappij EBES legden uit ontevredenheid met de nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst het werk neer. De vier kerncentrales werden niet stilgelegd. Ongeveer 100 man kaderpersoneel, waaron der enkele deskundigen van het ingenieursbureau Tractabel, zorgden ervoor dat de electrici- teitsproduktie onbelemmerd doorging. Geen haan kraaide er naar. Totdat de Verenigde Actie groepen voor Kern Stop (VAKS) een telex de wereld inzonden, waarin gesteld werd dat de centrales draaiende werden gehouden door onervaren en onbevoegde werknemers. Sindsdien is het kernpark Doel het doelwit geworden van verontruste milieuactivisten, politici en vak bondsbestuurders. Terecht of niet? Andere mening Teruggelopen Het andere kaasland Doortimmerd Centraal akkoord Beneden de maat Vermeend! Moor DINSDAG 7 APRIL 1987 PZC/opmie en achtergrond 4 van onze verslaggever Conny van Gremberghe) "Onterecht", stelt EBES-woordvoer- der Patrick de Vos nadrukkelijk. „Tel kens wanneer kernenergie op een vrij negatieve manier in het nieuws komt, maken tegenstanders van deze metho diek van stroomopwekking hun onge noegen kenbaar. Zo ook deze keer. Ik vind het overigens onbegrijpelijk dadt er in Nederland zoveel aandacht ge richt wordt op Doel. Politici, van alle rangen en standen, milieugroeperin gen en noem maar op, zijn ongerust. De veiligheid zou in het geding zijn in Doel. Hoe komt men erbijIk heb het al verschillende malen gesteld: er is nog nooit tevoren zoveel hooggeschoold nucleair personeel in de centrales werkzaam geweest als de afgelopen dagen", beklemtoont hij. De Vos vindt het dan ook overdreven dat er door mi lieubewegingen en Nederlandse en Vlaamse politicie geroepen is dadt de centrales stilgelegd moeten worden. „Ik heb gehoord dat een Zeeuwse poli ticus (Don) die iets te maken heeft met de centrale in Borssele gezegd heeft, dat in Nederland de zaak zou worden stopgezet als het merendeel van de werknemers zou staken. Welja, dat is niet zo vreemd. In Nederland zijn niet genoeg geschoolde mensen te vinden om de twee kerncemtrales in het land draaiende te houden. In België hebben we haast onuitputtelijke voorraad van deskundigen. Er is zelfs een groot over schot aan nucleaire deskundigen. Om die reden kunnen wij dan ook gewoon doordraaien, terwijl in Borssele de pro- duktie gestaakt zou moeten worden. Dat is het grote verschil", aldus De Vos. Vakbonbdsbestuurder Richard Fre- deriks van Gazelco houdt er een ande re mening op na. Volgens hem zijn de circa 100 kaderleden die sinds 23 maart de vier centrales draaiende houden 'niet tegen hun taak opgewas sen'. „Ik wil die mensen echt niet afvallen op hun technische kennis, maar dat is iets anders dan bekwaamheid. Het ka derpersoneel beschikt niet over de on dervinding en de nodige ervaring om de Doelcentrales draaiende te houden. De ongerustheid over de veiligheid is dan ook volgens ons terecht. Temeer omdat die mensen nu al meer dan veertien dagen - 12 uur op en af - aan het werk zijn. De vermoeidheid zal ze ker een rol gaan spelen", redeneert Frederiks. De Belgische overheid heeft zich tot nu toe niet in het arbeidsconflict - daar gaat het uiteindelijk om - ge mengd. Minister Hansenne van arbeid en tewerkstelling verklaarde het afge lopen weekeinde dat er geen enkele re den voor ongerustheid bestond. Zijn Nederlandse ambtsgenoot E. H. T. M. Nijpels (VROM) kon door die verkla ring niet worden gerustgesteld. „Als je drie centrales draaiende houdt en er een opstart met 200 in plaats van ööu man. dan moet dat vroeg of laat leiden tot onveilige situaties", merkte Nijpels op. Ook de Zeeuwse gedeputeerde W. Don plaatste zaterdag tijdens een tv- uitzending kritische kanttekeningen bij de houding van de EBES-directie om de hele zaak draaiende te houden. Hij vond dat 'onverantwoord'. De Vos, zaterdag optredend in hetzelf de actualiteitenprogramma, weet in middels hoe er in Nederland over de hele affaire gedacht wordt. „De hele zaak wordt door kemactivisten en bonden enorm opgeblazen. Dat is ook hun tactiek. Mochten de centales, me de door politieke druk vanuit Neder land, niettemin worden stilgelegd, dan heeft ook voor Nederland grote econo mische gevolgen. Zoals wellicht bekend is, dragen de Belgische centrales zorg voor een deel van de Nederlandse stroomvoorzie ningen, met name in de winter. Als het park in Doel stil komt te liggen moeten de Nederlanders er op rekenen dat zij duurdere stroom zullen moeten impor teren", verklaart hij. Volgens gedeputeerde Don klopt De Vos zijn verhaal niet. „De import van stroom is de laatste tijd drastisch te ruggelopen", benadrukt hij, „boven dien kunnen wij in Nederland met op gesteld vermogen aan de vraag vol doen. Import van stroom is gewoon een kwestie van prijs. Als het goedkoper is stroom te impor teren dan in Nederland de brandstof kosten zijn, dan importeer je stroom, want dan is dat voordelig. Dat verschil zit er echter op dit moment niet meer in". De voorzitter van de raad van be stuur van de PZEM vindt voorts de kostprijs van geïmporteerde of geëx porteerde stroom geen argument om de Doelcentrale draaiende te houden. „Als het om zo'n belangrijke zaak gaat als kernenergie, dan staat de veilig heid van de procesvoering bovenaan. Dat is gewoon een vereiste", aldus Don. De EBES laat de centales vlak bij de havenstad Antwerpen sinds het afge lopen weekeinde weer gewoon door draaien. Doel 3, die vorige week we gens een mankement aan een olielei ding moest worden stopgezet, produ ceert weer. De jongste kerncentrale, Doel 4, die acht dagen geleden eigen lijk aan zijn jaarlijkse revisiebeurt toe was, levert ook nog aan het net. Risico's? „Welnee", zegt De Vos, „in de zogenaamde stretch-out periode mag deze centrale nog zo'n twee weken op halve kracht doordraiien en dat ge beurt ook". Volgens de EBES-zegs- man moet er de komende tijd niet te veel waarde gehecht worden aan het „onverantwoord proza dat door bon den en milieubewegingen verspreid wordt". Hoe het ook zij, vanochtend - dinsdag - bestaat er een kans dat alle verontrus ten in België en Nederland een zucht van verlichting kunnen slaken. Bon den en EBES-directie gaan dan in Brussel weer om de tafel zitten in bij een poging om het arbeidsconflict te beëindigen. Een hard gevecht op de buiten landse markten staat ons als land- en tuinbouw te wachten. Da's een direkt gevolg van de overvoerde markten van vele produkten. In zo'n situatie geeft de kwaliteit van je produkten de doorslag. Evenals een regelmatige, constante, betrouwba re aanvoer. Sprekend over kwaliteit van landbouwproduktie kun je het beste spiegelen aan de Franse consu menten. Die zijn kieskeurig en ui terst kwaliteitsbewust. Ik herinner me dat we op gezins vakantie een paar jaar gelegen in Lot et Garonne steeds door de dorpse su permarkt van Villereal dwaalden. Bij de afdeling zuivel en kaas zag je een grote affich met bekende Nederland se kaassoorten, Edam, Gouda etc. Eronder de kaas in vele soorten en maten. Ze werden goe,d om niet te zeggen gretig gekocht door de van nature erg chauvinistische Fransen. Maar hoe hoog zij la douce France in het vaandel hebben, als er kaas en ander voedsel van uiterst hoogwaar dige kwaliteit en smaak (zij het van buitenlandse origine) op de toon bank ligt, dan kopen de Fransen, Franpaises, het wel. Want bij kies keurige en verwende consumenten als de Fransen zijn, mag de vader landse liefde verheven zijn, de groot ste liefde gaat echter over de smaak papillen van de ton en dwars door de maag. Het betekent niet dat de Fransen nu a bout portant omschakelen op Ne derlandse kaas, ze nemea er een stukje Nederlandse kaas bij. Het as sortiment in Frankrijk, dat grote land (16 a 17x Nederland) met al zijn departementen, zijn klimaat en leef- verschillen is enorm rijk en geva rieerd in kaassoorten. De Nederland se harde koeiekaas echter ontbreekt vrijwel in dat geheel. De smaak kan concurreren tegen die van de Fran sen, die toch de naam van de beste kaasmakers hebben en hooghouden. De houdbaarhjeid van onze kaas is veel en veel beter. Sterker nog, mits goed bewaard, neemt onze kaas toe in aroma en smaak. Om terug te komen op de affiche in die winkel: onder de smakelijk afge beelde Nederlandse kazen stond de slogan 'La Hollande, l'autre pay du fromage' (Holland, het andere kaas- land). Da's een heel goed bedachte zin die er bij de Fransen ingaat als koek. Je moet de Franse mentaliteit terzake kennen om te weten hoe goed deze spreuk bedacht is. Zoals gezegd, de Fransen zijn op het gebied van voedsel uiterst kieskeu rig en verwend. Dat gevoel sublime ren ze ook en al vele eeuwen lang. In feite vinden ze dat iedere niet-Frans- man zich wel voedt, maar niet met smaak weet te genieten. De echte cu linaire geneugten kunnen alleen in Frankrijk met Franse produkten en door Franse mannen en vrouwen ver vaardigd en genoten worden. Zij heb ben dus ook de beste kazen. Maar toch.... zegt die spreuk, dat volmon dig erkennende, zoiu je toch ook eens onze kaas (die uit dat landse waar ze ook kaas kunnen maken) moeten proeven. Die spreuk doet goed werk dus. Reclame is belangrijk voor de verkoop van een voedselprodukt in een zichzelf hoogachtend land. Het produkt zelf moet natuurlijk ook van volstrekt, onberispelijke kwaliteit zijn. Maart dat is onze kaas, dat wordt al zo lang bewezen. Ze gaat niet voor niets naar haast alle delen van de wereld. Nu ook in steeds stij gende hoeveelheden naar Frankrijk. Naast het produkt echter is ook een goede reclame nodig. Een goed toe pasbare reclame die inspeelt op de gevoelens van een bepaald volk. Dat moet overal weer anders. „In Frank rijk moet je dat erg onoipvallend en vrijwel geruisloos doen met produk ten als kaas" pleegt Hans Wijnma len, onze landbouwraad in Parijs te zeggen. „Anders wek je alleen maar irritatie op. Je moet in dit land werken met diplomatiek koopman schap". Niet alleen het produkt moet goed zijn, ook de reclame en het koopman schap. En niet te vergeten, de distri butie en de afzet op de markt moeten van hoge kwaliteit zijn. Misschien scoren we als Nederlanders wat dat laatste betreft nog wel de hoogste punten. Als Nederlandse produkten als kaas aof tomaten (of bijvoorbeeld Heineken bier) in de winkels liggen dan moeten ze ook dagelijks zonder onderbreking op de toonbank liggen. Niet nu eens wel en dan weer niet. Er moet sprake zijn van een ononder broken stroom van constante en goe de kwaliteit. Wat dat betreft heeft Nederland in Frankrijk maar ook in vele andere landen, vooral bij de gro te ketens van supermarkten (goed voor meer dan 60 van alle voedse- laankopen) een uitstekende naam. De zwakheid van de Fransen in de zen is hun individualiteit. Ze doen te veel in hun eentje. Zoals de bakker op de camping die 's morgens met zijn brood leurde. Zijn collega ban ketbakker van twee huizen verder in het dorp kwam eveneens met zijn au to naar de camping en verkocht er zijn croissants (meestal tenminste, je kon er niet altijd van op aan). Zo gaat het met de aanvoer van nog al wat Franse voedselprodukten in de winkels. Nu eens wel, dan weer niet. Teveel individualisme, te wei nig samenwerking. Het hecht door timmerde geheel van Nederlandse produkten die (meestal coöperatief) hun spullen verwerken, afzetten, re clame bedrijven en vervoeren naar het buitenland en dat ook in rede lijke samenwerking met de overheid springt er erg goed uit in vergelij king met bijvoorbeeld de Franse pro dukten die te veel op een slof en een oude schoen hun zaakjes individueel trachten te regelen. Exporteren van Nederlandse artike len kun je alleen met behulp van én een uitstekend produkt én met goe de reclame én door een hechte sa menwerking tussen producenten en exporteurs. Dit doorwrochte trio zorgt bijna altijd voor goede resul taten. Da's prettig en in feite een he le eer voor onze produkten. Want de Fransen en de Fran?aises zijn en blijven rasechte gourmets. Die we ten kwaliteit te waarderen waar het ook vandaan komt. Mr. Gerard W. Smallegange Johan Stekelenburg (Van onze verslaggever Harry Meijer De tijd van rendementsherstel is eigenlijk voorbij. De vakbeweging f voelt er weinig voor om opnieuw extra loonruimte in te leveren voor versterking van het bedrijfsleven, als daar geen doeltreffend werkgele genheidsbeleid tegenover staat". Johan Stekelenburg, vice-voorzitter van de vakcentrale FNV, maakte onlangs in het Friese dorp Kollum de balans op van het sociaal-economisch beleid van de afgelopen jaren. Het werd een ge ruchtmakende rede, omdat Stekelenburg aankondigde dat een nieuw ak koord tussen werkgevers, vakbonden en overheid nodig is om de economi sche ontwikkeling in goede banen te leiden. In 1982 sloten werkgevers en werkne mers in de Stichting van de Arbeid al zo'n historische akkoord: door mid del van rendementsherstel en herver deling van arbeid moest de recessie worden beteugeld. Op het Amster damse hoofdkantoor van de FNV zegt Stekelenburg: „Wij kozen toen voor werk boven inkomen. De vakbe weging vond dat loonmatiging een belangrijk middel was om de werk loosheid te bestrijden, naast de nood zakelijke herverdeling van werk. Om dat werkgevers en overheid ons op het gebied van werkgelegenheid wei nig perspectief bieden kiezen we nu zowel voor méér loon als voor herver delende maatregelen. Dit gebeurt wel binnen de marges van wat verant woord is". Het recept van het akkoord werkte: de arbeidstijd van de meeste werkne mers is teruggebracht tot een gemid delde werkweek van 38 uur, en de ren dementen in het bedrijfsleven heb ben zich hersteld. Het dieet van de loonmatiging heeft het weerstands vermogen van de economie vergroot. „Door de combinatie van matiging en herverdeling van werk hebben we vanaf 1982 250.000 mensen aan de slag geholpen. De werkloosheid was anders boven het miljoen uitgeko men. Lubbers mag daar blij om zijn", constateert Stekelenburg. In het recente kamerdebat over het sociaal-economisch beleid is gesug gereerd dat het kabinet de voorwaar den voor een verdere loonmating kan scheppen door de lasten voor be drijfsleven en burgers te verlichten. „Dan is er wel een nieuw akkoord, zo als we dat in 1982 hebben gesloten, nodig. Het gaat natuurlijk niet alleen om loonmatigingen, eventueel ge ruild tegen lastenverlichting. Er is een offensief werkgelegenheidsbeleid nodig, dat voor alle partijen een min of meer verplichtend karakter heeft. In een nieuw centraal akkoord dient de inzet van vakbeweging, werkge vers en overheid evenwichtig aan el kaar verbonden te worden". In het komende voorjaarsoverleg tussen regering en sociale partners zou een centraal akkoord uit de bus kunnen rollen. De kansen daarop zijn vooralsnog niet groot. De werk gevers voelen weinig voor nieuwe afspraken over werkgelegenheid. Maar de FNV wil de loonstrijd niet hanteren als breekijzer om werkge vers tot arbeidsduurverkorting en maatregelen voor langdurig werklo zen te dwingen. „We mikken niet op een loongolf, want daarmee lopen we het risico dat we in eigen staart bij ten. Uitgangspunt blijft dat de loon kostenstijging binnen de perken blijft, dus binnen de marges van de produktiviteitstijging. Anders kom je weer in de situatie van de jaren zeven tig terecht. Maar als er op decentraal niveau toch een loonstrijd ontstaat, dan ligt dat aan overheid en werkge vers, die ons niet in staat hebben ge steld een matigingsbeleid vol te hou den". Volgens de FNV hebben regering, vakbeweging en werkgevers elkaar genoeg te bieden om tot een nieuwe afspraken op centraal niveau te ko men. De vakbeweging kan een be heerste loonontwikkeling aanbieden, naast 'maatwerk' bij de invulling van de arbeidsduurverkorting, medewer king aan scholing en flexibilisering van de arbeidsvoorwaarden en een positieve opstelling tegenover ver lenging van de bedrijfstijd. 'Ruilob jecten' van werkgevers zijn onder meer: verkorting van de arbeidsduur per week, andere vormen van herver deling van werk als de vut, arbeids plaatsen voor langdurig werklozen en extra werkgelegenheid door invest? ringen. De overheid zou in zijn rol als werkge ver dezelfde punten in kunnen bren gen. Daarnaast kan de overheid zor- gen voor een 'min of meer' gelijke be handeling van ambtenaren en uitke ringsgerechtigden met werknemers in de marktsector, de voorwaarden scheppen voor werkgelegenheids plannen (bijvoorbeeld het jeugd- werkgarantieplan), extra scholings inspanningen leveren en de lasten voor burgers en bedrijfsleven vermin deren. Voor de FNV is de gelijke behanöe ling van mensen in de collectieve set tor en de marktsector geen voorwaar de vooraf meer bij de onderhandelin gen over een mogelijk centraal ak koord. Tot dusver liep het overleg o; dit punt telkens stuk. „Wij werpendr gelijke behandeling niet op als eet blokkade vooraf. Wanneer de drii partijen het eens kunnen wordes over een verplichtend werkgelegen heidsbeleid, dan blijft er vanzelf een zeer beperkte ruimte over loonstij gingen. Een gelijke inkomensontwik keling moet het resultaat zijn van een samenhangend pakket maatregelen om de werkloosheid te bestrijden Het is onzin om tegen de vakbewe ging te zeggen: ga maar op de nulliji zitten en zoek het verder maar uit Het is niet de bedoeling van de FN\ dat een mogelijk centraal akkoord een strakke richtlijn wordt voorde cao-onderhandelingen in bedrijfstak ken en ondernemingen. Het gaat meer om een wilsovereenkomst, die de richting van het sociaal-econo misch beleid aangeeft. In zo'n koord past ook geen centraal vastge stelde loonruimte. Die ruimte moetin bedrijfstakken en ondememingei worden bepaald, zegt Stekelenburg Het landelijk akkoord moet „hou vast" geven bij de cao-onderhande lingen. De kansen op een nieuw sociaal ak koord schat Stekelenburg niet al te hoog in. „We houden ook rekening met het scenario dat we er op korte termijn niet helemaal uitkomen, maar dat er in september, wanneer de nieuwe cijfers van het Centraal Plan Bureau bekend zijn, wel zaken zijn te doen". Mr. C. J. A. van Lede (Van onze verslaggever Harry Meijer Het lijkt wel of de wereld in scherven uiteen valt wanneer er geen cen- f traal akkoord komt", spot voorzitter mr. C. J. A. van Lede van het herbond van Nederlandse Óndernemingen.„De vakbeweging ziet een ak koord als een doel op zich, zonder dat men zich afvraagt wat de inhoud moet zijn", vervolgt hij. „Het gaat er echter om dat de werkloosheid omlaag gaat en dat we doorgaan met loonkostenmatiging. Daar heeft ieder z'n partij in mee te blazen. Een centraal akkoord is alleen maar een middel. Ik denk dat we moeten uitvoeren wat we hebben afgesproken, met mogelijk hier en daar een verfijning. Als dat wordt opgenomen in een nieuw akkoord, mij best". De voorzitter van de grootste werkge versorganisatie is het oneens met stelling van de FNV-top dat het ren dementsherstel inmiddels zover is voortgeschreden, dat het op de nood situatie van de beginjaren tachtig toegesneden akkoord in de Stichting van de Arbeid deels is achterhaald. „Feit is dat de rendementen behoor lijk zijn toegenomen, vooral vorig jaar. Feit is ook dat 1986 een buiten gewoon goed jaar is geweest, waar van we weten dat het niet snel zal te rugkomen. In tegendeel, het is nu al duidelijk dat dit jaar de rendementen weer een flinke deuk zullen oplopen door de daling van dollar en pond sterling. Bovendien neemt de belas tingdruk voor de Nederlandse onder nemingen toe, terwijl in het buiten land sprake is van het tegenoverge stelde". Volgens Van Lede is het niet reëel om het stichtingsakkoord van '82 over rendementsherstel en herverdeling van werk op losse schroeven te zet ten. Dat akkoord was het fundament van enkele vervolgakkoorden in '84 en '86 met betrekking tot jeugdige werklozen, langdurig werklozen, scholing en verbetering van de werk loosheidscijfers. „De vakbeweging kan nu niet eenzijdig zeggen: de helft die ons aanstaat houden we, de rest mogen jullie hebben. Wij willen nog steeds doorgaan met alle gesloten ak koorden, we nemen er geen jota van terug". Van Lede geeft toe dat de daling van de werkloosheid nog beneden de maat blijft. Dat mag echter nog geen reden zijn om het pad van de loon kostenmatiging een doodlopende weg te noemen. „Het is net als met een patiënt die een succesvolle kuur heeft ondergaan, maar dfe snel zijn bed uit gaat, waardoor hij weer achterop raakt. Stel dat de vakbewe ging uit onvrede met de werkgele genheidsontwikkeling in de cao-on derhandelingen eruit klopt wat er uit te kloppen is, dan weten we zeker dat we in de problemen komen". „Als de FNV met een alternatief zou komen, dan zouden we daarover na kunnen denken. Maar Stekelenburg komt met een strafclausule: als wij niet aan hun verlangens tegemoet ko men, dan gaan de vakbonden de loon kostenmatiging verknoeien door looneisen te stellen. Dat is de drei ging". De VNO-leider zegt zich niet bezig te willen houden met vraag hoe de vak beweging de achterban tot blijvende loonmatiging kan enthousiasmeren wanneer daar niets tastbaars van werkgeverskant tegenover staat. „Ik denk dat de mensen voor loonmati ging relatief het beste scenario voor de werkgelegenheid krijgen". En„Ik denk dat we op het gebied van scholing een grotere inspanning kun nen leveren. Maar we kunnen de eco nomie nationaal niet zo plannen, dat we nieuwe arbeidsplaatsen kunnen garanderen. Iedere keer dat we het proberen, gaat het verkeerd. Over een langere periode kan het mis schien wel. Ik denk dat we in 1990 best op een half miljoen werklozen kunnen uitkomen als we maar ver standige dingen doen". De werkgevers hebben samen met overheid en vakbeweging afgespro ken dat de werkloosheid in vier jaar tijd met 200.000 verminderd moet worden. Volgens Van Lede hebben de werkgevers dit streven steeds van een nuancering voorzien. „Toen wij die afspraak maakten, gingen we uit van een harde kern van 400.000 lang durige werklozen op een totale werk loosheid van 700.000. We zouden dus tweederde van het aantal mensen dat wèl voor de arbeidsmarkt beschik baar is, via normaal beleid aan het werk helpen. Mocht het nu zo zijn dat er helemaal geen vrije arbeidsreserve is, dan komen we voor een heel ander probleem te staan". De scholing van langdurige werklozen is in de visie van het VNO namelijk op de eerste plaats een overheidstaak. Voor groep wil het VNO geen arbeidsplaat sen inruimen. In werkgeverskring is het enthousias me over de wet Vermeend/Moor, die het in dienst nemen van langdun? werklozen stimuleert door middel van een loonkostensubsidie, gering „We lopen met de subsidie om het probleem heen. Het werkelijke pro bleem is dat deze mensen onvoldoen de opleiding hebben en teveel blijven kosten. Met een verlaging van de loonkosten, met behoud van het net to-inkomen, zouden we een stuk ver der komen. Als we in dit land werkho ven inkomen willen stellen dan zal de politiek de moed moeten hebben om de loonkosten, die gemiddeld vijftien procent boven de internationale markt liggen, te verlagen via een ver mindering van premies of belastin gen". Opgetogen is hij over de daling van de jeugdwerkloosheid. „De jongeren lopen met gemak de scholen uit, de banen in". De discussie over algeme ne arbeidstijdverkorting wordt door hem niet meer serieus genomen, om dat veel bedrijven nu al met een ern stige schaarste aan vakbekwaam personeel kampen. Aan herverdeling van arbeid hebben de werkgevers desondanks al een belangrijke bijdra ge geleverd, aldus Van Lede. „Alle akkoorden na '82 hadden met herverdeling te maken. Wat moet nog meer doen? Van wezenlijk be lang is de loonkostenmatiging hebben de afgelopen tijd uitsteken de ervaringen opgedaan met decen trale onderhandelingen. Als je con tractspartijen onderhandelingsvrij- heid geeft, dan hou je de loonkosten beter in de hand dan wanneer je rich tinggevende afspraken op centraal niveau maakt. Dat hebben de jaren zeventig voldoende aangetoond". We

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1987 | | pagina 4