Ruding pakt
de draad
weer op
PZC/°Pinie en achtergrond
Kijken
naar
mamma
Prestige
Er moet een Deltaplan komen voor een schone Rijn. De zalm moet weer in de rivier
kunnen zwemmen, in groten getale en goed eetbaar. Het klinkt zo langzamerhand fan
tastisch, na jaren van overleg op allerlei niveau's zonder erg veel zichtbaar resultaat. Maar
volgens minister Smit-Kroes (verkeer en waterstaat) is nu de tijd echt rijp dat de regerin
gen van de Rijnoeverstaten de verontreiniging gezamenlijk en daadkrachtig aanpakken.
Uitvoering
Somber
Alarm
Aanmoediging
Spelenderwijs
Symbool
stemmen uit de kerken
VRIJDAG 19 DECEMBER 1986
(Door Henri Kruithof
Minister Ruding heeft een blauwtje gelopen. Een sollicitatie naar de
post van directeur van het internationale monetaire fonds liep op
niets uit. Wijselijk trok hij zich op het laatste moment terug ten gunste
van de Franse kandidaat Camdessus. De vraag die blijft is: kan Ruding
nu nog in Nederland functioneren?
Enkele maanden geleden prees pre
mier Lubbers zijn schatkistbewaar
der om zijn kwaliteiten. Het was
toch een geweldige eer dat Ruding
de belangrijkste, zo niet de enige
kandidaat was voor deze belangrij
ke post in de financiële wereld. Of
met een variant op Wim Sonneveld:
„Lubbers prees zijn minister regel
recht het graf in".
En daar lijkt het nu inderdaad op.
De Amerikanen verbaasden zich in
hoge mate over de botte manier,
waarop Nederland zich voor Ru
ding inzette. De Fransen schoven
hun kandidaat veel omzichtiger
naar voren en op veel verstandiger
wijze, zo vonden de Amerikanen. En
vooral de, door stom toeval uitge
lekte, brief van Lubbers aan Rea
gan deed weinig goed aan Rudings
zaak.
Al onmiddellijk nadat in september
Ruding werd gepolst voor deze
post, kreeg de Nederlandse ambas
sadeur in Washington de opdracht
zoveel mogelijk stemmen voor Ru
ding te vergaren. Maar dat moet na
tuurlijk wel op een verstandige, en
vooral zo geheim mogelijke, manier
worden gedaan. Zo niet onze am
bassadeur. Welke buitenlandse ver
tegenwoordigerhij ook tegenkwam,
hij probeerde hem om te praten.
Het nadeel van deze taktiek was,
dat degenen die min of meer tegen
waren, zich definitief tegen onze mi
nister van financiën uitspraken. De
Fransen waren aanmerkelijk handi
ger. Zij wendden zich eerst tot de
landen, waarvan ze konden ver
wachten dat ze voor Camdessus wa
ren. Daarna gingen ze naar de twij
felaars, die werden geconfronteerd
met de voorstemmers.
Een andere les die de Nederlanders
kunnen trekken is, dat ons land in
ternationaal steeds minder begint
voor te stellen. Hadden we enige ja
ren geleden nog het voorzitter
schap van de OESO, de secretaris
generaal van NAVO en al eerder
een directeur van het IMF, nu heb
ben we geen enkele internationale
post meer. Het ziet er ook niet naar
uit dat we binnen afzienbare tijd
enige post van belang zullen krij
gen.
Maar wat moet Ruding nu verder?
Kan hij nog functioneren als minis
ter van financiën? Als we Wim Kok
moeten geloven, had Ruding al
moeten verdwijnen toen hij had la
ten weten kandidaat te zijn voor het
IMF. Premier Lubbers vond echter
van niet. 'Hoe kun je nu zeggen dat
een minister, die kandidaat is ge
weest voor zo'n hoge functie, niet
meer kan functioneren op zijn hui
dige functie, als hij onverhoopt niet
naar Washington mag vertrekken',
zo vroeg Lubbers zich in een Kamer
debat af.
En hij lijkt gelijk te krijgen. Sommi
ge ministers zullen misschien pro
beren gebruik te maken van de
ogenschijnlijk verzwakte positie
van Ruding na het echèc in Ameri
ka. Maar dan rekenen zij buiten de
waard. Ook al in de afgelopen
maanden, tijdens de moordende on
zekerheid, bleek dat Ruding ge
woon zijn werk bleef doen. Op de
hem bekende wijze hanteerde hij op
strenge wijze het rode potlood als
collega's probeerden extra miljoe
nen los te peuteren voor hun depar
tement. Minister Van Eekelen (de
fensie) heeft dat tot zijn verdriet
moeten ervaren.
Ook dezer dagen, nu de bezuinigin
gen voor de rest van de kabinetspe
riode moeten worden ingevuld, laat
Ruding zich van zijn bekende, zuini
ge, kant zien. Hij haalt weer de be
kende trucs van stal, door juist nu te
laten uitlekken, dat er volgend jaar
belangrijke financiële tegenvallers
zullen zijn. De overige ministers
moeten op die manier in hun even
tuele voornemens om extra geld te
vragen, ontmoedigd worden.
Dat Ruding beschadigd uit de
strijd zou tevoorschijn komen, is
vooral ijdele hoop van de opposi
tie. Premier Lubbers blijft hem on
getwijfeld steunen. Het ziet er dan
ook naar uit, dat voordat de maand
januari voorbij is, niemand meer
over de mislukte sollicitatie van
onze schatkistbewaarder zal spre
ken.
(Door Weert Schenk)
Smit-Kroes weet het, zoals meestal,
aardig te zeggen. Net zoals in 1953
een stormramp nodig was voor het
Deltaplan, zo kunnen nu pas maatre
gelen voor de Rijnvervuiling worden
genomen na een brand bij het Zwit
serse bedrijf Sandoz, waarbij grote
hoeveelheden chemicaliën de rivier
instroomden. Echter, er is nog hele
maal geen sprake van een concreet
actieplan voor de Rijn.
Het is ook nog lang niet zeker dat de
ministersconferentie, met vertegen
woordigers uit Nederland, West-
Duitsland, Luxemburg, Frankrijk en
Zwitserland, vandaag in Rotterdam
tot ingrijpende besluiten zullen ko
men. Misschien dat de voorzitter,
mevrouw Smit-Kroes, elke afspraak
als een groot succes zal verkopen,
wat haar natuurlijk wel is toever
trouwd, maar de vraag is of het alle
maal werkelijk wat inhoudt. Tien
jaar geleden werd ook al afgesproken
om de watervervuiling terug te drin
gen.
Tot nu toe zijn Smit-Kroes en haar
collega Nijpels (milieubeheer) heel
voorzichtig over hun opstelling tij
dens de ministersconferentie, uit
angst dat de onderhandelingen mis
lopen. Het is al een teken hoe ver
schillend de Rijnoeverstaten over de
bestrijding van de vervuiling den
ken. Nederland, dat aan het eind van
de vuilpijp zit, maakt zich veel druk
ker dan de andere landen.
Frankrijk, bijvoorbeeld, is al tevre
den als de Rijn weer in een toestand
komt als voor de ramp bij Sandoz.
Nederland wil nu gebruik maken van
de druk vanuit de bevolking door af
te spreken dat het Rijnwater in het
jaar 2000 van eer dusdanige kwali
teit is dat vissen en lagere waterorga
nismen, die nu als gevolg van de ver
vuiling zijn verdwenen, weer in de ri
vier kunnen leven en zich voortplan
ten.
Wellicht is het voor de milieuminis
ters geen probleem om zich voor dat
streven uit te spreken. Maar Neder
land wil dat baseren op de uitvoe
ring van de reeds bestaande Rijn
verdragen voor Chemie, Zout en
Warm Water. En daar begint het al
te knellen. Want veel om het lijf heb
ben die verdragen tot nu toe niet ge
had.
Zo heeft Frankrijk het Rijnzoutver-
drag tot een giller gemaakt. Tegen de
in 1976 gemaakte overeenkomst in,
storten de Franse kalimijnen nog el
ke minuut 13.000 kilogram afvalzout
in de Rijn, waardoor tuinders en wa
terleidingmaatschappijen grote
schade lijden. Politieke druk en ci
viele rechtszaken hebben nauwelijks
tot werkelijke verbetering geleid.
Halverwege de jaren zeventig spra
ken de lidstaten van de Europese Ge
meenschap af om gezamenlijk de wa
tervervuiling terug te dringen. Dat
resulteerde in 1982 in de publikatie
van een lijst van 129 stoffen die met
voorrang onderzocht moesten wor
den op hun zeer schadelijke eigen
schapen voor mens en milieu.
Ofschoon over meer dan de helft van
de stoffen al meer dan genoeg be
kend is, werd sindsdien slechts een
tiental stoffen 'zwart' verklaard.
Daartoe behoort cadmium, maar de
fosfaatkunstmest-industrie, die het
meeste van dit zware metaal loost,
mag het in de Rijn blijven dumpen.
Smit-Kroes heeft wel laten weten dat
Windmill en DSM, de twee Neder
landse bedrijven die veertig procent
van de cadmiumvracht voor hun re
kening nemen, vanaf 1 juli 1988 een
andere oplossing voor dit gevaarlijke
gif moeten hebben gevonden.
Het is niet vreemd dat de milieu-or
ganisaties weinig optimistisch zijn
over de uitkomsten van de minis
tersconferentie. Ze zijn bang dat het
bij mooie woorden blijft. Vooral ook
omdat al zeker is dat het probleem
van de verontreiniging niet bij de
bron wordt aangepakt.
Het idee van minister Nijpels om de
veiligheidsmaatregelen van de che
mische bedrijven langs de Rijn en an
dere rivieren te laten controleren
door een onafhankelijk, internatio
naal samengesteld inspectieteam zal
hoogstwaarschijnlijk opnieuw stran
den. De Europese milieuraad, waarin
de minister het voorstel ook al deed,
wilde er niets van weten.
Met name Frankrijk riep luidkeels
dat pottekijkers niet welkom zijn.
Door dit heftige verzet hoefde West-
Duitsland zich al niet eens meer uit
te spreken. Het ligt voor de hand dat
de economische belangen ook daar
een belangrijk argument vormen om
de industrie niet al te hard aan te
pakken. Bovendien stroomt de vui
ligheid snel het land uit. Erg veel last
geeft het niet.
In plaats van dat het gif zal worden
tegen gehouden bij de bron, gaan de
ministers afspraken maken over
verbetering van de internationale
alarmregeling. Dat is een maatregel
die te maken heeft met bedrijfssto
ringen en calamiteiten. Er komt na
tuurlijk een werkgroep en het meet
systeem zal worden geperfectio
neerd.
Die alarmregeling heeft geen euect
op de reguliere en toegestane vervui
ling van de Rijn. Daarbij, er zijn vele
duizenden stoffen die uiteraard nooit
allemaal kunnen worden gecontro
leerd op hun aanwezigheid in het ri
vierwater. De bedrijven zullen dus
verplicht moeten worden melding te
maken van bepaalde bedrijfsstorin
gen.
Nu kan het nog gebeuren dat het
Zwitserse bedrijf Ciba Geigy „per on
geluk" gif laat weglopen, wat pas
blijkt door de extra metingen in ver
band met het Sandoz-ongeluk. An
dere, niet bekende bedrijven maak
ten met opzet misbruik van de gifgolf
van Sandoz. De milieu-organisaties
vinden een strafrechtelijke aanpak
van milieugevaarlijk gedrag en van
milieu-criminaliteit uiterst noodza
kelijk.
Naast overeenstemming over de
alarmregeling zullen de milieuminis
ters en bondspresident dr A. Egli van
Zwitserland wel tot een akkoord
kunnen komen over de nasleep van
de ramp bij Sandoz. Zwitserland en
Sandoz hebben al een schadevergoe
ding toegezegd. Wat Nederland be
treft, zullen ze niet ondersteboven
vallen.
Bij Rijkswaterstaat zijn nog niet erg
veel claims binnengekomen. Minis
ter Smit-Kroes spreekt over een to
taal-bedrag van „enkele miljoenen
guldens". Daar rekent ze ook de mi
lieuschade bijmaar die laat zich ech
ter heel moeilijk te bepalen. De Zwit
sers zullen daarvoor niet zomaar de
portemonnee trekken.
De verwachtingen voor de minis
tersconferentie mogen dus niet al te
hoog gespannen zijn. De politici zul
len onder druk van de achterban
vermoedelijk een mooi kunststukje
opvoeren. Er komt hoop dat mensen
en vissen op den duur weer kunnen
zwemmen in de Rijn. Maar zonder
harde saneringen bij de industrie
blijft dat een illusie. Bij een Delta
plan hoort „handen uit de mouwen".
Rijnwatervervuiling staat voor
vastlopend ambtelijk overleg en
weinig wijst er op dat daar verande
ring in komt.
Het spelen met pasgeboren
kinderen is van groot be
lang. Daardoor leert het kind re
laties te leggen tussen zichzelf I
en zijn omgeving en vooral met
zijn ouders. Het aankijken van
het kind is daarbij een onmisba- j
re ondersteuning. Het proef- j
schrift waarmee de Groninger
psychologe Titia Brantsma-Van
Wulfften Palthe vandaag aan de i
Rijksuniversiteit te Groningen
tot doctor in de geneeskunde
promoveert, staat bol van zulke i
bevindingen die veel moeders I
(en vaders) van nature al wel we
ten. „Maar", zegt Brantsma, „je
moet de normale gang van zaken
kennen om afwijkingen bij an
dere zuigelingen te kunnen vast-1
stellen en begrijpen".
Titia Brantsma en prof. Brian
Hopkins hebben onder supervi
sie van prof. H. Prechtl van het
Instituut voor Ontwikkelings-
neurologie te Groningen twaalf
zuigelingen en hun moeders re
gelmatig geobserveerd bij hunl
eerste pogingen om contact te
maken. Elke baby was in alle op
zichten gezond en bij het begin
van het onderzoek drie weken
oud. Het onderzoek werd beëin
digd als het kind 21 weken oud]
was geworden. Onderzocht is hoe I
de ontwikkeling van het sociale I
contact tussen moeder en kind I
verloopt in relatie tot de neurolo-1
gische ontwikkeling van het
kind.
De moeders en hun kinderen zijn I
thuis bezocht en alle observaties I
zijn op video vastgelegd. Geble-1
ken is dat de zuigelingen de eer-
ste drie weken nogal slap in hun I
stoeltje liggen en de moeder wei-1
nig of niet niet aankijken. Na zes I
weken kan het kindje zijn hoofd I
nog steeds niet omhoog krijgen,
omdat de spierkracht in de nekl
onvoldoende is. Na ongeveer ne-l
gen weken richt de baby zijnl
hoofdje op en begint er ineens I
een bijna spectaculair te noemenI
contact tussen moeder en kind tel
groeien, zeker versterkt door hetl
feit dat het kind inmiddels tot op I
een afstand van 30 a 40 cm scherp
kan zien.
Het oprichten van het hoofdje en|
het gericht kijken betekenen!
voor de moeder een aanmoedil
ging om met het kindje nog meer!
te gaan praten en te spelen. Opl
zijn beurt gaat de zuigeling hetl
kijken combineren met het la-I
chen en het keuvelen. De moederl
gaat haar gedragsrepertoire uit-l
breiden met spontaan bedachtel
spelletjes. Met minimale middel
len (ritmische geluidjes, aanra-|
kingen, bewegingen van hoofd en
handen) en met een eindeloze va-l
riatie van deze middelen gaat def
moeder het kind als het ware uit-l
dagen. Ze kijkt of het kind dief
spelletjes al aankan. In een laten
stadium voert de moeder tradi|
tionele spelletjes in zoals „daa
komt een muisje aangelopen" enl
„kiekeboe", omdat ze merkt dal
het kind deze moeilijker spel|
letjes al een beetje begrijpt.
„Moeders weten intuitief heel
goed hoe ze met pasgeboren kin-I
deren moeten spelen. Ze zijn e|
zich nauwelijks van bewust i
ze spelen. Ze doen dat spelenderl
wijs", zegt dr. Brantsma die er-I
aan toevoegt dat zelfs de knapst!
speelgoedjes niet kunnen wedijl
veren met de subtiele variaties irf
hun gedrag die de moeders huil
kindertjes tijdens het spel spon!
taan bieden. Uit het onderzoek il
gebleken dat een goede hou!
dingscontrole (hoofdje rechtop!
van belang is bij het totstand kol
men van contact met de oudersl
Belangrijk is ook dat een kina
door die houdingscontrole irj
staat is om invloed op het conl
tact uit te oefenen. Bijvoorbeeld
door weg te kijken als het geei]
zin meer heeft. Te slappe zuigel
lingen zouden daarom op welk!
wijze dan ook ondersteund moei
ten worden, meent dr. Brantsmaf
om een goed visueel contact me|
de moeder te krijgen. (GPD)
DE STEM VAN MARIA
De medewerkers van de gemeentereinigings
dienst waren nog niet klaar met het ophalen
van de restanten van de sinterklaasvreugde, toen in
etalages en huiskamers de eerste kerststalletjes be
hoedzaam werden opgezet. De Heilige Familie als
symbool in de verwachting van een knus gezins-
feest. Het licht dat nodig was om surprises uit te
pakken en kado's te bewonderen wordt getemperd
tot warm kaarslicht.
Kerstmis is een feest van tegenstellingen. De ver
wachting van licht en toekomst in een wereld die in
de ban lijkt van haar ondergang. Een lied van vrede
in een door oorlog verscheurd bestaan. Een feest van
rijkdom en oververzadiging in een wereld waar men
sen omkomen van honger en armoede. Een familie
feest waarbij vele alleenstaanden zich buitengeslo
ten voelen. Een geboortefeest in schril contrast met
ziekte en dood. Een groene boom in een dorre winter.
De Zoon van God in een stal.
Tegenstellingen die we met kerst liever zouden toe
dekken en ontkennen omdat ze een permanente be
dreiging vormen voor ons 'kerstgevoel'. We laten ons
vertederen door het oude verhaal van een kind dat
geboren wordt in een donkere nacht. Het verhaal
van een jonge toegewijde moeder. Een reine maagd,
voorbeeld voor vrouwen van alle eeuwen. Centraal
bij advent en Kerstmis staat de manifestatie van
God op aarde in de geboorte van Zijn Zoon. Maria
speelt daarin een rol van ondergeschikte betekenis
en wordt in de protestantse kerken dan ook nauwe
lijks genoemd. Toch is zij in de Schriften de eerste
gelovige van het Nieuwe Verbond. Terwijl in het Ou
de Testament aartsvader Abraham de eerste is in
het Verbond met God, begint het Nieuwe Verbond
met een vrouw.
De verhalen en beelden zoals die zijn overgedragen
op school en in de kerk hebben mij een voorstelling
van Maria gegeven als een vrome en onderdanige
vrouw, die in alle lijdzaamheid Gods opdracht ver
vult en dankbaar is, dat zij dat mag doen. De laatste
paar jaar ben ik echter steeds in de Adventstijd het
Magnificat, de lofzang van Maria, gaan lezen en uit
die woorden heb ik een heel andere indruk van Ma
ria gekregen.
Nadat Maria is aangezegd dat zij een zoon zal baren
die Zoon Gods genoemd zal worden en dat haar ver
wante Elisabeth, de onvruchtbare, ook een zoon ver
wacht, zegt Maria tegen de engel Gabriël: „Zie, mij
geschiede naar uw woord" (Lucas 1:38). Die woorden
duiden niet op passiviteit maar op bewuste ontvan
kelijkheid voor hetgeen Maria is aangezegd. Nog dui
delijker blijkt de actieve betrokkenheid van Maria
als zij Elisabeth bezoekt. Het evangelie van Lucas
brengt op ontroerende wijze het verhaal van de ont
moeting tussen deze twee vrouwen. Beiden zijn
zwanger van leven dat op beslissende wijze heilbren
gend zou zijn.
Maria groet Elisabeth met de groet waarmee zij zelf
van Godswege gezegend is. Elisabeth bevestigt Ma
ria in haar moederschap en zegent haar. Dan volgt
de enige zaligspreking van een vrouw aan een vrouw
die in de Bijbel voorkomt: „Zalig is zij, die geloofd
heeft, want wat vanwege de Here tot haar gezegd is,
zal volbracht worden". (Lucas 1:45).
De geboorte van Maria's Zoon is een omslag in de
geschiedenis, het is de aankondiging van het Nieuwe
Verbond van God en mensen. Wat dat betekent be
zingt Maria in haar loflied.
De twee voornaamste gedachten die er in uitgedrukt
worden zijn: de armen en geringen worden boven
de rijken en machtigen gesteld; Israël is, door de
belofte aan Abraham gedaan, voorwerp van Gods
gunst. Het lied van Maria is een lied waarin de ge
schiedenis van het joodse volk doorklinkt. Woorden
van Hanna, de moeder van Samuël en woorden uit
de psalmen klinken erin door. Maria en Elisabeth
staan in de heilshistorie van hun volk, samen met
Sara, Rachel en Hanna als vrouwen die allen leven
ten heil voortbrachten.
Het Magnificat is een tekst waarin dank wordt
gezegd voor de gaven van God en blijdschap
wordt uitgedrukt omliet zich door Hem bemind we
ten. Maar tevens is het één van de teksten uit het
Nieuwe Testament die het krachtigst over de be
vrijding spreekt en de grootste politieke reikwijdte
heeft. Dankzegging en blijdschap zijn gekoppeld
aan daden: „Heersers ontneemt hij hun troon, maar
hij verheft de geringen".... (Lucas 1:52). Jubel en pro
test klinken beide door. De lofzang van Maria is een
uiting van een persoonlijke ervaring, maar ook van
de heilservaring van het hele volk Israël. Naast
dank en lofprijzing klinken kritische, profetische
woorden. Het is een Bijbels protestlied.
Het beeld van Maria heeft in de geschiedenis van de
kerk telkens veranderingen ondergaan. De jonge
kerk van de eerste eeuwen had niet veel aandacht
voor haar, maar de kerkvaders betrokken haar in het
heilsgebeuren. Op het concilie van Ephese in 471
werd Maria uitgeroepen tot Godsmoeder, Theoto-
kos. Maria is gehuld in grijze sluiers voorbeeld ge
weest voor de ascese. In de 12e eeuw met zijn hoofse
minnen wordt Maria tot 'Ma Donna', Onze Lieve
Vrouwe. De Renaissance tekent Maria als een lieflij
ke, mooie, vriendelijke vrouw. In de 19e eeuw wordt
Maria gezien als de moeder bij uitstek: rein en verhe
ven, zichzelf wegcijferend en opofferend. Maria is in
de geschiedenis ook nog al eens geplaatst tegenover!
Eva. Eva, de moeder van het leven is wel de 'poort I
naar de hel' genoemd, de vrouw die de man verleidde I
tot de zondeval en daarmee de dood voortbracht
Maria daarentegen werd verheven tot de deur des I
hemels. De reine maagd die door haar kuisheid del
vrouw verhoogde. Een spiegel voor vrouwen, maar I
tevens voor vrouwen een onmogelijk voorbeeld want
wie is ooit in staat tot maagdelijk moederschap?
De Maria van het Magnificat roept bij mij een heell
ander beeld op. Het beeld van een zelfstandige!
vrouw die vervuld van Heilige Geest ons inspireert!
met een visioen van bevrijding. Maria behoort zelf!
tot de 'anawim', de armen van Jahweh en dus weet!
zij waar zij over spreekt als zij afroept dat machtigen!
en hoogmoedigen ten val gebracht zullen worden!
terwijl God verdrukten bevrijdt, geringen verhoogt r
Maria is voor mij het symbool geworden van de pro l
fetische kracht tot bevrijding. Symbool van overga-!
ve aan God en van zelf-verantwoordelijke betrokf
kenheid in de geschiedenis van Gods volk. De Maria!
in mijn kerststal is niet meer de bleke in zichzelf ge-I
keerde madonna. In haar begint een wending in del
geschiedenis, de bevrijding van alle vrouwen enl
mannen tot wederkerigheid. Dorothee Sölle zegt inl
haar meditatie over Lucas I (in haar bundel "De|
langste adem"):
"De grote verandering die zich aan ons en door ow|
voltrekt
zal zich aan allen voltrekken - of uitblijven
barmhartigheid geschiedt als de afhankelijken
hun verknoeide leven kunnen opgeven
en leren zelf te leven"
Zo wil ik toeleven naar de geboorte van de Zoonj
Gods. Het Nieuwe Verbond dat begint met de vrouw
Maria.
Anneloes Steglich-LentM