OORD OP ORADOUR °jste bedrijf wVsnapt de kerk waarom? getuigenis I. verhulst .TERDAG 7 JUNI 1986 aterdag 10 juni 1944. Geen enkele Jonrust verstoort het rustige attelandsleven in het dorp, 'le petit urg' zoals de Fransen zeggen. De nderen zijn weer naar school gegaan, otseling rijden twee lichte tanks, volgd door een tiental vrachtwagens, orafgegaan door SS-'ers op motorfietsen t dorp binnen. De SS-mannen in mouflage-uniformen, dragen tomatische wapens en geweren, korte tijd zijn alle uitgangen van het dorp zet. SS'ers patrouilleren door de straten, at zou er aan de hand zijn", vragen de woners zich af. De ondergrondse, de aquis, bevindt zich niet meer in het dorp ch in de naaste omgeving. Zou het iets te aken hebben met de landing in -rmandië, die vier dagen eerder heeft aatsgevonden? Er zijn veel vreemde ensen in het dorp. Vluchtelingen uit de zas, uit Parijs en andere delen van ankrijk, die rust en veiligheid waren 'men zoeken in het gebied van 'le imousin'. Zelfs is er een schoolklas, nderen uit de Elzas, met hun eigen eester. jaar klinkt de bel van de dorpsomroeper. edereen verzamelen op het dorpsplein", s de mensen niet zo'n haast maken, men de SS'ers aanstormen, dringen de izen binnen, sleuren de bewoners, zieken, den van dagen naar buiten. Niemand tgezonderd. De onderwijzers krijgen de 1 dracht de kinderen in rijen op te stellen, gehoorzamen, doen gedwee wat hen rdt toegesnauwd. „Opschieten, schnell". gehoorzamen, behalve één jongetje, omstig uit Lotharingen. Tegen zijn hoolkameraadjes had hij gezegd, dat hij "sthoe de Duitsers waren, dat ze gekomen -ren om hem kwaad te doen. Via een raam n de achterkant van de school weet hij te tkomen. Hij vlucht, dwars door de tuinen velden en houdt zich een etmaal schuil in t struikgewas. In de loop van de zondag mthij doodvermoeid en totaal overstuur n bij zijn ouders, die wonen in een hucht, bij Oradour. ,,|S ifeétv. *2 De uitgebrande auto van dokter (en burgemeesterDesourteaux fotografie: Sidney henneman de martelgang van een frans dorp bevolking staat samen met vele mensen e opgepakt zijn in de naaste omgeving, jeen op het dorpsplein. Gaat het om ntrole van de identiteitspapieren? mmigen vinden het allemaal maar eemd. Hardhandig wordt de menigte deeld. Aan de ene kant de mannen, aan andere kant vrouwen en kinderen, ijfel en angst nemen toe. Wat zijn ze van an? |e mannen moeten op de stoep gaan zitten et hun gelaat naar de huizen gekeerd. |mkijken betekent de dood. Misschien zijn vrouwen wel opgelucht, als ze, met de nderen worden weggevoerd naar de kerk. |e kerk, het huis van God en van de Vrede, at zou er met hen kunnen gebeuren, innen de muren van het heiligdom? Ze zijn oral bevreesd om hun mannen, hun nen, hun vaders. n uur verstrijkt. Orders en tegenorders linken door de angstige stilte. Een Duitse "cier, ongeveer 25 jaar oud, blond, iaalblauwe ogen en een slanke gestalte, 1st gijzelaars. De burgemeester, dokter jesourteaux, biedt zich aan met zijn vier nen. De officier dringt niet verder aan. as het een eis, die alleen maar voor 'de rm' werd gesteld? de wijde omgeving van het dorp gaat het |ven zijn gewone gang. Wie zou kunnen rmoeden wat zich afspeelt in Oradour? taal onkundig van wat er gaande is in het irp, komen zes mensen aanrijden op de ts: vijf jongens en één meisje. Ze maken n weekeindtocht door de streek, jnmiddellijk worden ze gearresteerd en dergaan hetzelfde lot als de anderen. Wie u alarm kunnen slaan? |eer gaat een uur voorbij. Dan verdelen de "ërs de wachtende mannen in groepen, htereenvolgens worden de groepen in 'ie schuren, twee garages, een wijnkelder een grote loods gedreven. P het dorpsplein klinkt een schot. Een I gesproken sein? Meteen daarna ratelen de mitrailleurs op zeven verschillende Kaatsen... anuit de kerk, waar ze nog altijd zijn gesloten, horen de vrouwen de schoten, j raden: ze doden onze mannen. Zij zullen et alles kunnen raden; zij zullen het [grijselijke schouwspel niet zien. Ze zien et hoe stro en alles dat brandbaar is, op de ergevallen mannen, van wie Kischillende nog in leven zijn, wordt Bstapeld en in brand gestoken. Weldra ■aan de schuren en garages in lichterlaaie. Ie in doodstrijd verkerende mannen ■orden levend verbrand. pijl mannen zijn uit deze hel ontkomen, ■et onmenselijke inspanning en gedreven Jor doodsangst. Ze deden allen hetzelfde: h bij het eerste salvo op de grond laten vallen en doen alsof ze dood zijn. Door de hen neervallende lichamen van andere chtoffers worden ze min of meer schermd tegen het mitrailleren, s het schieten ophoudt en de SS'ers zijn ggegaan, proberen de vijf mannen, die I et zo zwaargewond zijn, onder de op hen I Igende lichamen vandaan te kruipen. Ze I m kans, onder dekking van de rook en het I iur een gat in de muur van de schuur te reiken. Daar de muren van tufsteen niet veel weerstand bieden, kunnen ze zonder I el moeite het gat vergroten, zodat ze er I 'orheen kunnen kruipen en terecht komen I een grote konijnenren. Maar ook daar irden ze achterhaald door het vuur. Ze Zaterdag 10 juni 1944 sloegen eenheden van de SS-divisie Das Reich hard en massaal toe in het bezette Frankrijk. In weinige uren voltrok zich de slachting van Oradour-sur-Glane: de moord op een heel dorp. Ora dour werd mét Lidice een blij vend merkteken tegen de fas cistische terreur. Het dorp is een nationaal monu ment geworden, een geëerde ruïne die het de bezoeker on mogelijk maakt te vergeten. komen terecht in een smalle gang, tussen twee gebouwen. Hier kunnen ze even blijven schuilen, maar de wind jaagt ook hier het vuur doorheen. Op het gevaar af door de SS-schildwachten te worden opgemerkt en te worden neergeschoten, steken ze een pad over dat door de tuinen loopt. Het lukt. Ze komen terecht in het dichte struikgewas aan de rand van het dorp, bij het kerkhof; ze blijven daar ineengedoken zitten tot het donker is en het vertrek van de SS-wachten verder vluchten mogelijk maakt. Enkele inwoners die geen gehoor hadden gegeven aan de oproep om zich te verzamelen, konden ontsnappen, zonder zelfs maar door de Duitsers gezien te zijn. In totaal dertien mensen èn de jongen uit de Elzas. Verder is iedereen omgebracht door de SS. Later zijn deze mensen door de instanties gehoord. Hun getuigenissen stemmen volledig overeen in de beschrijving van de snelheid, de woestheid, de vooropgezette planning van de overval, alsmede van de afgrijselijke dingen die zij gehoord èn gezien hebben. Na uren van angst en onzekerheid over het lot van hun geliefden, zien de vrouwen en kinderen hoe de deur van de kerk opengaat. Eindelijk. Betekent dat de redding? Reeds golft een beweging naar de uitgang, wanneer twee SS'ers, jongens van ongeveer twintig jaar, een zware kist neerzetten vlak bij het altaar. Uit de kist hangen enkele lonten. Deze worden aangestoken, waarna de twee onmiddellijk naar buiten gaan en de kerkdeur weer sluiten. Nauwelijks zijn de deuren dicht of er volgt een explosie: een zurige, verstikkende, zwarte rook verspreidt zich. Ontzetting en paniek is het gevolg. Kinderen werpen zich op hun moeders: kreten van doodsangst vermengd met het aanroepen van God en Maria. Als in een hels visioen vluchten de ongelukkigen alle richtingen uit, botsen tegen de gesloten uitgangen op, met hun handen klauwen ze zich vast aan de muren. Nergens een uitweg. Onder de druk van de aanstormende mensenmassa bezwijkt de deur van de sacristie: een vluchtweg misschien? Redding? De beulen hebben aan alles gedacht. Ze schieten door de kerkramen uit alle macht. Vrouwen en kinderen vallen dodelijk getroffen op elkaar. Elke ontsnappingsweg wordt onder vuur genomen. Door welk wonder slaagt één vrouw erin tot achter het altaar te komen? Daar staat een trapje, dat gebruikt wordt bij het aansteken van de kaarsen. Boven haar lokt het middelste kapotgeschoten kerkraam. Met inspanning van al haar krachten hijst de vrouw zich omhoog tot op de onderdrempel van het raam. Een sprong van drie meter. Ze staat weer op en wil wegrennen als ze wordt tegengehouden door een snerpende gil boven haar. Ze kijkt omhoog, een tweede vrouw, een jonge moeder met haar baby in haar armen, heeft dezelfde weg gevolgd. „Red mijn kind, pak het aan", roept deze moeder en werpt het kind naar beneden. Het valt dood op de grond. Wanneer de moeder op het punt staat zelf naar beneden te springen, schieten de Duitsers haar neer. De eerste vrouw probeert weg te komen in de richting van de pastorietuin. Te laat. Ook zij is gezien. Ze wordt geraakt en zwaargewond weet ze zich te verbergen onder de bladeren van de klimerwten die langs stokken omhoog groeien. De jonge blaadjes bedekken haar uitgeputte lichaam: half buiten bewustzijn blijft ze daar liggen, uren en uren, tot de volgende dag. Zondagmiddag.... Haar man en haar zoon gedood in een van de schuren; haar beide dochters en kleinzoon omgebracht in de kerk. Van de ongeveer vijfhonderd vrouwen en kinderen in de kerk, is zij de enige die wist te ontkomen. In de kerk loopt de tragedie op zijn einde: de SS'ers hebben de deuren half opengezet, zij schieten in het wilde weg de kerk in, in de rook, tot ze geen munitie meer hebben. Daarna stapelen ze stoelen en banken en alles dat brandbaar is op elkaar tot één grote brandstapel. Een reusachtige kolom vuur en rook stijgt omhoog. Tegen zeven uur 's avonds, als de tram uit Limoges aankomt op de brug over de Glane, wordt hij tegengehouden door de SS. De ontstelde passagiers worden in twee groepen ingedeeld: één groep met inwoners van Oradour, de andere groep wordt na controle van de papieren, teruggestuurd naar Limoges. De ongeveer twintig mensen van de eerste groep worden naast elkaar gezet tegen een houten afrastering, een mitrailleur wordt op hen gericht. Ze verwachten de dood. Drie uur lang moeten ze blijven staan, teken voor nu en later Vandaag, de tiende juni in het ver schiet, vragen wij - nogmaals - aan dacht voor de tragedie van Oradour. Daar voltrok zich ruim veertig jaar gele den een ramp die doorklinkt. De fascistische terreur toonde zich er in haar volle omvang: een vredig dorp werd er door de willekeur van de gestolen macht tot Cité Martyre. Een in de verdruk king geraakte moordenaarsbende liet - als blijvende indruk - een bloedig teken na. De samenleving, geconfronteerd met de feiten, reageerde geschokt. Oradour werd méér en betekenender dan een nationaal monument kan zijn, een gedenkplaats voor een wereld waarin vrijheid en mense lijkheid tot de leefregels horen. Oradour is één macaber feit in een hope loos lange reeks. Waarom dan die extra aandacht die van het ruïne-dorp in de Limousin een bedevaartsoord heeft ge maakt? Het heeft waarschijnlijk te maken met de massaliteit, de complete uitroeiing van een gemeenschap in het Westen. De mens heid zoekt gedenktekens en ze verschaft ze zelf. De SS-eenheid Der Führer, onderdeel van de divisie Das Reich, wordt direct verantwoordelijk geacht voor de massa moord. De divisie had - voor ze Oradour-sur- Glane bereikte - een bloedspoor door grote delen van Europa getrokken. Waar de pantsers verschenen, heersten dood en verschrikkingfoltering en brandschat ting. In Zuid-Slavië maakten de SS-Man- ner duizenden slachtoffers, in het Russi sche Charkow alleen al twintigduizend. Het is nog maar een begin. Begin 1944 krijgt generaal-majoor der Waffen-SS Heinz Lammerding het com mando over de enigzins in wanorde ge raakte divisie. Hij belooft zijn mannen, ter verbetering van de stemming, voorname lijk bloed. Dat zal geleverd moeten worden door de maquis, de Franse verzetstrijders. Worden ze niet gepakt, dan moet de burgerbevol king boeten. Frans bloed is immers Frans bloed In de dorpen rondom de legerplaats Mon- tauban komt de vernietigingsmachine op gang. Maar 'machine' klinkt koeler en afstandelijker dan wat zich in werkelijk heid afspeelt. De SS-ers gaan als losgeslagen beesten te keer: Ze drijven mensen in het vuur, kruisigen vermeende partizanenhelpers, gooien hun slachtoffers in bakkerij-ovens, roven en verkrachten. Vrijdag 9 juni stormt Das Reich het stadje Tulle binnen. De SS-ers hangen negenennegentig men sen op en vermoorden meer dan honderd andere burgers op alle denkbare (en vooral ook ondenkbarewijzen. De volgende dag is het de beurt van Oradour. Daar vallen 642 doden. Hierbo ven leest u het verslag van die bloedige zaterdag, de moord op de mannen, de tragedie in de Martinuskerk, het ontsnap- pingsverhaal van madame Rouffanche, de allesverwoestende brand. Het is ook het verhaal van angst en onzekerheden, een intro voor het verder moeten leven met het 'beeld van deze verschrikking. Januari 1971 trekt een droeve stoet door de straten van Düsseldorf. Honderden oud-SS-ers begeleiden hun commandant Heinz Lammerding naar zijn graf. Het is een begrafenis in nazi-stijl. In Oradour leeft madame Rouffanche verder, in het zwart, zwaar gehandicapt. In 1953 staan in Bordeaux een aantal overlevenden van Das Reich terecht. Ze beroepen zich - naar beproefd gebruik - op de bevelen van hoger geplaatsten. De meesten blijken - schande voor Frankrijk - vrijwilligers uit de Elzas. Nog hetzelfde jaar krijgen ze, met steun van de volkstri buun Mitterrand, collectief amnestie. De oorlog is immers voorbij Niet voor Oradour. Het dorp is - uitge moord, gewond, platgebrand - een levend teken gebleven. Een teken, géén vuist. Het is er een in een droeve reeks: Lidice, Tulle, Guerét, Put ten, My Lai, Atjeh, Katyn en al die andere namen. Het is een reeks die om waakzaamheid vraagt en het Grote Vergeten verbiedt. SilenceSouviens-toi O. waarbij ze gedwongen worden te luisteren naar de grollen en grappen van de jonge SS'ers, die dronken zijn van vuur en bloed. Wanneer na verloop van méér dan drie uur hen wordt meegedeeld dat ze vrij zijn, kunnen ze hun oren en ogen niet geloven. Verbijsterd zoeken ze onderdak in de omliggende gehuchten, want het is hen ten strengste verboden Oradour binnen te gaan. Ze zien hoe de kerk in brand staat, hoe overal in het dorp rookkolommen omhoogstijgen in de vallende nacht. Van de inwoners is geen spoor te bekennen. Wat is er van hen geworden? De gehele nacht hebben de beulen van Oradour feestgevierd. Het dorp was rijk, er waren goed gevulde wijnkeldersPas tegen zondagmorgen hebben ze de twee nog overeind staande huizen waarin zij hun Commandopost hadden, in brand gestoken en vernietigd, waarna ze de plek van hun misdaad verlaten. Achter zich niets dan zwart geblakerde stukken muur, massa's losse stenen wat eens huizen waren, in een garage door de hitte kromgetrokken en verwrongen restanten van auto's, het skelet van de kerk.... Eindelijk is de totale stilte neergedaald op het dode dorp. Van de kerkklok is niets meer over dan een gesmolten hoop metaal die naar beneden gevallen is en op de vloer van de kerk ligt. Dan komen de mensen van de streek naar Oradour. Wat ze daar aantreffen laat zich niet in woorden uitdrukken. Bij het betreden van de puinhoop die eens de kerk was, deinzen ze vol afgrijzen en ontzetting achteruit. Verbrande en verminkte lichamen. Niemand is meer in leven. Bovendien beseffen de mensen die het dorp zijn binnengegaan, dat ze het grote gevaar lopen dat de SS terugkomt om hen ook om te brengen. Pas enkele dagen later geven de Duitse autoriteiten toestemming de slachtoffers te bergen en te begraven. Laat in de middag van die Zwarte Zondag wordt de vrouw gevonden, die uit de kerk wist te ontkomen. Door haar papieren te vervalsen, ziet de dokter van een nabijgelegen dorp kans haar in het ziekenhuis in Limoges te krijgen. Op haar ziekenhuisbed zal deze vrouw, 46 jaar oud, vertellen over de uren van doodsstrijd die de weggevaagde bevolking beleefde. Twee dagen na d.e moord op Oradour zijn de Duitsers teruggekomen om te proberen de sporen van hun misdaad uit te wissen. Daarbij hebben zij bijna alle menselijke resten begraven in ondiepe kuilen, die ze inderhaast gegraven hebben. Het blijkt voor de mannen van de hulpdienst en het medisch team uit Limoges een enorme opgave de resten klaar te maken voor de begrafenis. De gebruiksvoorwerpen worden nu bewaard in het monument 'La Maison du Souvenir'. Weinig lichamen worden geï dentificeerd. Toen enkele dagen na de nazi-misdaad tegen Oradour Radio France-Londres meedeelde, dat de geallieerden bekend was, welk onderdeel van de SS deze wandaad tegen de mensheid had begaan, en een vergelding niet zou uitblijven, hebben de nazi's zich gehaast verklaringen te geven. Ze lopen sterk uiteen: De Duitsers hadden zich vergist in de plaats. Men moest niet Oradour-sur-Glane hebben, maar Oradour-sur-Vayres, een belangrijk centrum van de Maquis (gewapend verzet). Het laatstgenoemde Oradour ligt kilometers zuidelijker van Limoges. Er zouden wapens en munitie zijn gevonden in een schuur in Oradour, waarop de nazi's besloten wraak te nemen. Er zou op een Duitse colonne zijn geschoten, die op weg was naar het front in Normandië. (6 juni 1944). Een bus met SS-officieren op een toeristische tocht door het gebied zou onder vuur zijn genomen in Oradour. In werkelijkheid is nooit bekend geworden welke de beweegredenen zijn geweest van de Duitse barbarij. De bevelvoerende officier van de eenheid is in Normandië gesneuveld: bij een later proces, waarbij gewone SS-mannen betrokken waren, beriepen deze zich op het bevel van hogerhand. Wilden de Duitsers een voorbeeld stellen aan de Maquis? Waren ze nerveus geworden, nu ze moesten gaan vechten in het noorden van Frankrijk? La cité-Martyre van Oradour-sur Glane is een gruwelijk getuigenis, dat blijft gegrift in het geheugen van degenen die het verwoeste dorp hebben gezien. Als men komende van Limoges, Oradour nadert, de auto parkeert vóór de muur die om het voormalige dorp is heen gebouwd, ziet men een groot bord, waarop de woorden: Silence, Souviens-toi. Stilte. Vergeet niet. De naam Oradour, die komt van het Latijnse 'oratorium', geeft aan, dat daar, reeds ten tijde van de Romeinen een 'oratoire' was, een altaar en een gebedsplaats voor de doden, die toen aan de kant van de weg begraven werden en vaak in de nabijheid van kruispunten van wegen. Oradour heeft aan dat deel van zijn bestemming beantwoord. Oradour is levend geofferd op het 'oratoire' van Frankrijk.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1986 | | pagina 37