PROCES
PASSTOORS
Klaas de Jonge
de grote afwezige
Latijns-Amerikaanse
schuld onbetaalbaar
3.895.-
GEHEEL KOMPLEET, MET
ALLES EROP EN ERAAN
EIKEN LANDHUISKEUKEN
ALS BRUGMAN T NIET HEEFT.
MOET T NOG WORDEN UITGEVONDEN.
PZC/ °P"n*e en achtergrond 4
Wanneer aanstaande maandag voor het hooggerechtshof
van Johannesburg het proces tegen Helène Passtoors
(44) aanvangt, zal haar medebeschuldigde en voormalige
echtgenoot Klaas de Jonge (49) ontbreken. Want het is
onwaarschijnlijk, dat De Jonge vrijwillig in Johannesburg
zijn opwachting zal maken, nu hij met zijn verblijf in de
Nederlandse ambassade te Pretoria nog altijd aan gerechte
lijke vervolging in Zuid-Afrika kan ontkomen. Maar hoewel
door De Jonge's afwezigheid slechts Passtoors in de beklaag
denbank zal plaatsnemen, mag worden aangenomen dat ook
de rol van De Jonge uitgebreid aan bod zal komen.
Ontkomen
Drie punten
Informatie
Terug in armoede
Onbetaalbaar
Goudmijn
Ondogmatisch
stemmen uit de kerken
Bevrijdend
VRIJDAG 11 APRIL 1986
(Door Ruud de Wit)
De op dat moment in Zimbabwe
wonende Klaas de Jonge werd op 23
juni van het vorig jaar bij het plaatsje
Lichtenburg door de Zuidafrikaanse
veiligheidspolitie gearresteerd, terwijl
hij op de terugweg was naar de Zim-
babweaanse hoofdstad. Zijn ex-
vrouw, die vanaf februari van hetzelf
de jaar als student aan de Witwaters-
rand-universiteit van Johannesburg
stond ingeschreven en ook in die stad
woonachtig was, werd op 28 juni gear
resteerd. Beiden werden onder sectie
29 van de interne veiligheidswetten
aangehouden, wat onder meer in
houdt dat zij voor een onbeperkte
duur in eenzame opsluiting konden
worden gehouden en ook geen juridi
sche bijstand mochten ontvangen.
Zo kon het dan ook gebeuren, dat pas
een week later de Nederlandse consul-
generaal te Johannesburg, Meihuizen,
door de veiligheidspolitie van hun
arrestatie op de hoogte werd gesteld,
hoewel inmiddels ook de media er
achter waren gekomen, onder meer
door telefoontjes van familieleden en
vrienden van De Jonge vanuit Harare.
Al snel doken er in de Zuidafrikaanse
en Nederlandse kranten berichten op
over de mogelijke reden van hun
arrestatie en ondanks aanvankelijke
ontkenningen van familie en vrienden
in zowel Harare als in Nederland werd
snel duidelijk, dat hun arrestatie iets
te maken had met hun mogelijke
betrokkenheid bij activiteiten voor
het in Zuid-Afrika verboden ANC (Af
rican National Congress).
Ruim een week later werd De Jonge
pas echt nieuws toen hij erin slaagde
aan zijn bewakers te ontkomen, na
dat hij hen had toegezegd naar een
plaats te zullen brengen, waar hij -
om met zijn eigen woorden te spre
ken, zoals die enige weken geleden
stonden afgedrukt in een Nederlands
weekblad - „hen iets wilde laten
zien". Deze plaats was niets anders
dan het gebouw van de Nederlandse
ambassade in Pretoria.
Ofschoon De Jonge een beenketting
om had, die het hem uiterst moeilijk
maakte om zich voort te bewegen,
wist hij de wachtkamer te bereiken:
,,Ik liep even de gang in tot voorbij de
lift, pakte de ketting tussen mijn
voeten en zette het op een sprint. Ik
hoorde kreten achter me, maar geen
schot. De deur was open, ik stormde
naar binnen en schreeuwde: 'Ik ben
een politieke gevangene, een Neder
lander, mijn naam is Klaas de Jonge!'.
Verder kwam ik niet. Een van de
veiligheidsmensen haalde me onder
uit en wierp me op de grond. Ze
sleurden me bij de schouders en voet
ketting de wachtkamer uit. Ik strib
belde natuurlijk tegen, maar voelde
tegelijkertijd een enorme voldoening:
het was mij gelukt, de ambassade wist
van mijn bestaan, ik had mijn bewa
kers te pakken genomen en wie weet,
zou er nog wel meer uit voortkomen".
Aldus De Jonge in De Groene Amster
dammer.
Nederland protesteerde onmiddellijk
tegen deze schending van diplomatie
ke codes - want er was een Nederlan
der weggesleept uit het diplomatiek
onschendbare gebouw van de Neder
landse ambassade -, maar het duurde
nog ruim een week voordat De Jonge
naar de ambassade werd terugge
bracht, waar hij zich nu nog altijd
bevindt. Door de grote publiciteit
rond dit diplomatieke incident voelde
de Zuidafrikaanse regering zich ech
ter ook verplicht wat meer bekend te
maken over de achtergrond van de
arrestatie van De Jonge en zijn ex-
vrouw, maar omdat dat eigenlijk niet
kon volgens de Zuidafrikaanse wet -
de twee Nederlanders waren immers
gearresteerd onder sectie 29, die geen
openbaarheid toestaat - gebeurde dat
op een indirecte manier. Eerst door
een persconferentie van de minister
van buitenlandse zaken 'Pik' Botha,
vervolgens door een briefing van een
aantal westerse ambassades, alsmede
een apart onderhoud met de Neder
landse ambassadeur in Pretoria, en
tenslotte ook via informele gesprek
ken ('uitgelekte informatie') tussen
persvertegenwoordigers en de veilig
heidspolitie. En aldus kon het gebeu
ren, dat reeds eind juli in grote lijnen
bekend was waarvan De Jonge en
Passtoors beschuldigd zouden wor
den.
En maandag is het dan zover, wan
neer Helène Passtoors in haar eentje
terecht zal staan, aangezien De Jonge
niet bij verstek kan worden veroor
deeld. Volgens de officiële aanklacht
zal zij zich op drie punten moeten
verdedigen; tegen de beschuldigin
gen van hoogverraad, terrorisme en
deelname aan terroristische activi
teiten. Aanklachten overigens waar
op in het uiterste geval de doodstraf
staat.
Klaas de Jonge
Volgens de officier van justitie, mr. K.
von Lieres und Wilkau, hebben zowel
Passtoors als De Jonge nauw samen
gewerkt met het ANC, een in Zuid-
Afrika verboden organisatie „die zich
tot doel heeft gesteld de huidige Zuid
afrikaanse regering omver te werpen
met gebruikmaking van geweld". Hun
activiteiten voor het ANC zouden
reeds in 1981 zijn aangevangen, toen
zij beiden nog woonachtig waren in
het buurland Mozambique, maar de
meeste punten in de aanklacht betref
fen de periode van februari tot juni
1985. De aanklacht bevat een gede
tailleerde lijst van hun activiteiten,
die variëren van het onderhouden van
contacten met ANC-leden in en bui
ten Zuid-Afrika, het binnenbrengen
en verbergen van wapens, bommen en
ontstekingsapparatuur, het uitzoeken
van doelen voor aanslagen en het
opzetten van een communicatienet
ten behoeve van het ANC.
Het enige verschil in de aanklacht van
Passtoors en die van De Jonge - die
pro forma bij hem op de ambassade is
afgeleverd - is, dat bij de laatste niet
de beschuldiging van hoogverraad is
opgenomen. In juridische kringen in
Zuid-Afrika wordt gesteld dat de aan
klacht tegen Passtoors zeer ernstig is
en weinig ruimte laat voor twijfels,
laat staan voor de aanvankelijk met
name in Nederland gesuggereerde op
vatting, dat De Jonge en Passtoors
het slachtoffer zouden zijn van een
val, die voor hen door de Zuidafri
kaanse veiligheidspolitie was opge
steld.
De aanklacht bevat gedetailleerde in
formatie over telefoongesprekken, die
Passtoors en De Jonge met elkaar en
anderen hebben gevoerd, over plaat
sen die zij hebben bezocht alsmede
over de wapenopslagplaatsen die zij
zelf tijdens hun verhoor hebben aan
gewezen. Een belangrijk punt in de
aanklacht vormen ook de activeiten
die De Jonge en Passtoors hebben
gepleegd om het ANC-lid Ismail Ebra-
him (alias Moosa) over de grens te
smokkelen, terwijl de directe aanlei
ding van hun uiteindelijke arrestatie,
namelijk het verbergen van een zoge
naamde 'autobom' in de nacht van 22
op 23 juni 1985 bij Halfweghuis, even
eens een prominente plaats in de
aanklacht heeft gekregen.
In zowel de Nederlandse als Zuidafri
kaanse media is er de afgelopen we
ken op gewezen, dat in de aanklacht
één zaak niet is opgenomen, namelijk
de eerder beweerde betrokkenheid
van Passtoors bij een bomontploffing
in Pretoria in mei 1983, waarbij 19
mensen om het leven kwamen. Zoals
reeds in juli vorig jaar werd bericht,
zou haar dit ook niet ten laste worden
gelegd, aangezien het juridisch bewijs
voor haar betrokkenheid niet te leve
ren is. Haar eigen getuigenis daarom
trent gedurende de verhoren kan na
melijk volgens de Zuidafrikaanse wet
niet als bewijsmateriaal worden ge
bruikt.
Het is nu al zeker, dat het proces
tegen Passtoors grote aandacht zal
krijgen, vooral in Zuid-Afrika zelf en
in Nederland. Hoewel het niet de
eerste keer is, dat een buitenlander in
Zuid-Afrika terecht staat wegens ac
tieve steun aan de gewapende strijd
van het ANC, is het wel voor het eerst
dat tegen een buitenlander een pro
ces wordt gevoerd waarbij de aan
klacht, althans volgens juridische
kringen, zo overtuigend is. Al met al
moet worden geconcludeerd, dat He
lène Passtoors zichzelf in een uiterst
Helène Passtoors
moeilijke positie heeft gebracht,
waarbij slechts een miniem lichtpun
tje is te bespeuren. En dat is het feit,
dat in Zuid-Afrika de veelvuldig op
gelegde doodstraf slechts zelden bij
een vrouw - en zeker geen blanke of
een buitenlandse - ten uitvoer wordt
gebracht. Naar verwachting zal het
proces tegen Passtoors zes weken
duren.
(Door Rob SprenkelsI
In Latijns-Amerika volgt de ene
staking de andere op. Deze week
kwam het tot rellen in Bolivia.
Vorige week was het mis in Peru. En
voor het einde van deze maand staat
er weer een nationale staking op het
programma in Argentinië.
De bestormingen van supermarkten
in Brazilië, de voedselrellen in de
Dominicaanse Republiek en op Ja-
Advertentie
VAN DE WEEK
Nostalgische keuken, leverbaar in 3 kleuren eiken: donker, rustiek of
natuur. Afmeting 270 cm. Geheel kompleet met PHILIPS gas/elektro
kombinatie, PHILIPS afzuigkap, geïntegreerde ZANUSSI koelkast, bruine
spoelbak, kunststof werkblad, mengkraan, krans- en lichtlijsten,
TL-verlichting en aansluitsnoer.
Adviesprijs 6.845,-
BRUGMANKOMPLEETPRIJS
Brugman Keukenkopers profiteren van de vele Brugman Pluspunten:
Keuze uit meer dan 300 modellen, waarvan een groot aantal kompleet
opgesteld en ingericht.
De laagste prijsgarantie, zwart op wit gegarandeerd.
Vijf jaar garantie op Brugman kwaliteit.
Keuze uit alle grote merken inbouwapparatuur.
Gratis ontwerptekening van üw droomkeuken.
Vakkundige montage of gratis advies aan doe-'t-zelvers.
Levering volgens konsumentenvoorwaarden.
Geopend: dinsdag t/m vrijdag van 09.00 tot 18.00 uur
zaterdag van 09.00 tot 17.00 uur
vrijdagavond van 18.00 tot 21.00 uur
ROOSENDAAL, STATIONSTRAAT 49,
TEL. 01650-69852.
PUTTE (NB), ANTWERPSESTRAAT 65,
TEL. 01645-2943.
Deze aanbieding is geldig van woensdag 9 april t/m zondag 20 april.
maica, de rebellie tegen diktators als
de Chileense generaal Augusto Pino
chet, ze hebben allemaal een grote
gemeenschappelijke deler: de gigan
tische economische crisis op het
Amerikaanse subcontinent.
Overal in Latijns-Amerika is het het
zelfde lied: een scherpe daling van de
koopkracht, een snelle stijging van
de werkloosheid, een algemene ver
paupering van de infrastructuur en
onvoorstelbare inflatie- en devalua-
tie-cijfers. Bolivia voert wat dat laat
ste betreft de boventoon. Kreeg je in
La Paz zes jaar geleden nog voor 24
Boliviaanse pesos een dollar, nu heb
je meer dan anderhalf miljoen pesos
nodig mocht je het geluk hebben een
dollar tegen te komen.
De bezuiningingsrecepten van het
Internationale Monetaire Fonds
(IMF) hebben de afgelopen jaren
tienduizenden mensen terug in de
armoede geworpen. Herfinancie
ring, verse kredieten, langere afbe
talingstermijnen, een economische
herorganisatie, inflatiebestrijding.
De meeste Latijnsamerikanen we
ten zo onderhand al wat hen staat te
wachten als ze van bovenaf dergelij
ke kreten horen roepen. Eerste le
vensbehoeften als brood en benzine
zullen duurder worden omdat de
staatssubsidies zullen worden ver
minderd. Duizenden ambtenaren
zullen worden afgevloeid. En de
belastingen zullen nog hoger wor
den.
De toch al niet erg stabiele samenle
vingen in Latijns-Amerika zijn nog
verder ontwricht. Bijna overal heb
ben de arbeiders in een vrij kort
tijdsbestek de helft of meer van hun
koopkracht moeten inleveren. Fa
brieken sluiten hun poorten omdat
ze te weinig afzet hebben. De crimi
naliteit bereikt dagelijks nieuwe
hoogtepunten omdat niet iedereen
zomaar zonder meer zijn levensni
veau wil opgeven.
Wegen worden onberijdbaar, brug
gen onveilig, havens slibben dicht.
Onderhoudsmonteurs van de Mexi
caanse luchtvaartmaatschappj 'Me-
xicana' protesteren al ruim een jaar
tegen het gebrek aan nieuwe reserve
onderdelen en mankracht. Op 31
maart van dit jaar, op dezelfde dag
dat een Boeing-727 van de maat
schappij met 166 mensen aan boord
verongelukte, moesten drie toestel
len van Mexicana hun vlucht onder
breken wegens motorstoringen. De
buitenlandse schuldenlast wreekt
zich op alle niveaus.
Latijns-Amerika staat op het ogen
blik voor dik 360 miljard dollar bij
het Westen in het krijt. Een onbe
taalbaar bedrag. Zelfs met de meest
gunstig voorstelbare afbetalingsre
gelingen en rentevoeten van rond de
vijf procent zal de Latijnsameri-
kaanse schuldenlast tegen het jaar
2000 de 1000 miljard dollar berei
ken. En met name aan de basis in de
schuldenlanden zelf begint de roep
toe te nemen dat de schuldenlast
niet langer moet worden erkend.
„Wij hebben nooit wat van al die
miljoenen gezien, bij ons zijn ze
nooit terecht gekomen. Dus waarom
moeten we er nu voor opdraaien", zo
luidt de redenering die bijna overal
in Latijns-Amerika op straat is te
horen.
Volgens sommige becijferingen is de
werkelijke schuldenlast met alle ren
tebetalingen en aflossingen eigenlijk
al lang voldaan. Zo maakte Latijns-
Amerika alleen al tussen 1983 en
1985 105 miljard dollar over naar de
Westerse schuldeisers. Maar dat is
lang niet alles. Veel van het geleende
geld kwam altijd vrijwel onmiddel
lijk weer bij de Westerse banken
terug. Experts geloven dat maar
slechts een kwart van de huidige
schuldenlast ooit op zijn plaats van
bestemming kwam. Ruim eenderde
van de huidige last moest worden
geleend om eerder aangegane beta
lingsverplichtingen na te kunnen ko
men, terwijl de rest werd opgeslokt
door de corruptie.
In Argentinië, Brazilië en Chili waren
het vooral de militairen die het geld
opstreken, in Mexico en Venezuela
de politici. Amerikaanse banken
schatten dat er de afgelopen tien jaar
vanuit Mexico zo'n 55 miljard dollar
is verdwenen. Het Amerikaanse mi
nisterie van financiën beweert dat
sinds 1980 de omvang van de kapi-
taalvlucht vanuit Mexico naar de
Verenigde Staten groter is geweest
dan het totaalbedrag aan leningen
dat de Mexicaanse regering met
bloed, zweet en tranen bij elkaar wist
te slepen.
Alle bezuinigingen en offers die La
tijns-Amerika de afgelopen jaren
heeft gebracht hebben in feite tot
niets geleid. De sociale spanningen
zijn ernstig toegenomen terwijl de
schuld is blijven groeien. Langzaam
maar zeker beginnen de schulden
landen in opstand te komen. Peru
heeft als eerste het IMF het land
uitgezet en weigert om meer dan 10
procent van zijn exportopbrengsten
aan de afbetaling van zijn buiten
landse schuld uit te geven. De
schuldeisers beginnen zich te realise
ren dat de kans op een frontale
botsing steeds groter wordt.
Eigenlijk is de hele schuldenproble
matiek voor de banken altijd een
fantastische goudmijn geweets. Men
leende een forse som geld, kreeg
dankzij de corruptie in het land van
bestemming bijna onmiddellijk een
groot gedeelte van het geleende geld
weer in eigen beheer en men bleef
tegelijkertijd toch de rente's over de
leningen ontvangen en de afbetalin
gen zelf. En als klap op de vuurpijl
is de schuldenlast inmiddels uitge
groeid tot een eindeloze hypotheek.
Volgens heel wat Latijnsamerikaan-
se intellectuelen is niet betalen ei
genlijk de enige oplossing. Op rege-
ringsniveau's pleit men vooralsnog
voor lagere rentevoeten en verse
kredieten om economisch te kunnen
groeien. „Zonder economische groei
zijn we niet in staat om te blijven
betalen", zo hebben de belangrijkste
schuldenlanden al verschillende ke
ren laten weten en inmiddels lijkt die
analyse geaccepteerd door de groot
ste schuldeisers.
Toch is een daadwerkelijke oplos
sing voor het gigantische schulden
probleem nog lang niet in zicht.
Niemand weet hoe de ontwikkelings
landen onder de huidige economi
sche verhoudingen ooit tot een
werkelijke economische groei zullen
kunnen komen. De voorstellen van
de Latijnsamerikaanse regeringen
zelf houden in feite niet meer in dan
dat ze zelf net het hoofd boven water
kunnen houden zolang hun tijd
duurt. En het Plan-Baker, genoemd
naar de Amerikaanse minister van
financiën, gaat er van uit dat buiten
landse investeringen voor de econo
mische groei moeten zorgen, iets wat
in de Latijnsamerikaanse ervaringen
meestal precies andersom is uitge
vallen. Voorlopig is en blijft de
schuld onbetaalbaar.
Vrijzinnig protestantisme geanalyseerd
Het is en blijft een hachelijke onderneming een
duidelijke karakteristiek te geven van het
vrijzinnig protestantisme. Het woord 'vrijzinnig' is
zowel overbelast als erfelijk belast. Rechtzinnige en
confessionele christenen om liever niet te spre
ken van extreem-rechtse groeperingen binnen en
buiten de Nederlands Hervormde Kerk hebben al
te dikwijls wat laatdunkend gedacht over en gerea
geerd op vrijzinnige concepties. Hun oordeel werd
luchtig en vluchtig uitgesproken: vrijzinnigen gelo
ven niet in de opstanding en al evenmin dat Jezus
Gods Zoon was. Ze zien de bijbel niet als Gods
Woord en nemen het niet zo nauw met allerlei
kerkelijke voorschriften. Intellectualisme en indi
vidualisme vieren er hoogtij en ze mijmeren meer
over bloemen en vlinders dan over de vragen
betreffende het tijdelijke en eeuwige leven.
Toen ik eens met een theologisch student van zeer
rechtse signatuur een wandeling maakte, passeerde
ons een keurig heer, die ons groette. Ik nam mijn
hoed af, maar mijn goede vriend keek strak voor zich
uit. Toen ik hem vroeg waarom hij de groet niet
beantwoord had, zei hij wat nors: „Dat is een
vrijzinnige dominee; die groet ik niet".
Die hooghartige houding is nagenoeg verdwenen.
Althans in deze vorm. Vrijzinnigen en rechtzinnigen,
hervormden en gereformeerden, rooms-katholieken
en protestanten en zelfs christenen en mohamme
danen behandelen elkaar wat vriendelijker. De
protestantse delegatie in Rome kreeg nul op het
request, maar sprak toch minzaam van een 'betere
relatie'. Ze werden het Vaticaan niet uitgezet, ze
werden niet vogelvrij verklaard, noch in de ban
gedaan, gelijk weleer is geschied, integendeel: paus
en kardinalen glimlachten innemend, boden de
delegatie een lunch aan, maar bleven onwrikbaar op
hun standpunt staan. Roma locuta causa fïnita.
Rome spreekt, schrijft voor, stelt vast en daarmee
moeten de gelovigen genoegen nemen. Hetgeen
velen van hen niet doen noch van plan zijn. In 'Tijd
en Taak' trof ik een interessant gesprek aan tussen
prof dr C. Verhoeven en ds L. H. Ruitenberg, die
elkaar alleen maar door hun publicaties kenden.
Twee ogenschijnlijk totaal verschillende typen
met althans een verschillende culturele achtergrond
spraken met elkaar over vrijzinnigheid. De aarts
bisschop van Utrecht, kardinaal Simonis, heeft in
het verleden zijn ongerustheid uitgesproken over de
zijns inziens 'gevaarlijke tendens' binnen de katho
lieke geloofsgemeenschap, namelijk de de neiging
tot vrijzinnigheid. De vraag blijft bestaan of er zoiets
bestaat als een rooms-katholieke vrijzinnigheid.
Maar de heren waren er zich wèl van bewust, dat de
meningen over wat vrijzinnig eigenlijk is, sterk
uiteen lopen. En passant en al luisterend voeg ik
daar direct aan toe, dat de vraag, wat rechtzinig is, al
even moeilijk beantwoord kan worden.
Als vrijzinnig predikant werd ik in Zeeland telkens
weer door rechtzinnige collega's en kerkeraden uit
genodigd, terwijl ik ook brieven kreeg van rechtzin
nige gelovigen uit de zeer rechtse hoek, die mij tot
heiden en godloochenaar degradeerden en hun te
leurstelling erover neerschreven, dat ik geen fietse-
maker of assistent-vuilnisman was geworden. In die
amachtelijke situatie zou ik minder kwaad kunnen
doen dan in mijn ambtelijke....
Een recent congres over 'De toekomst van de
vrijzinnigheid', georganiseerd door de Nederlandse
Protestanten Bond te Wassenaar, gaf een kaleidosco-
pische reeks meningen over vrijzinnigheid te zien,
maar bovenal een noodsignaal: wie helpt ons vertel
len wie we zijn? Vrijzinnigen moeten prikkelend en
uitdagend zijn, ze moeten het dogmatisme ,van een
verstarde orthodoxie doorbreken; ze moeten de
avant garde zijn in het wetenschappelijk onderzoek
naar de zin, de inhoud en de achtergrond van de
bijbel, ze moeten met nadruk verkondigen, dat
geloven met hart en ziel niet voldoende is, dat het
verstand moet worden ingeschakeld; ze moeten in
hun handel en wandel meer christenen van de daad
dan van het woord zijn; ze moeten in hoge mate
verdraagzaam zijn ook al leven ze te midden van
onverdraagzamen, ze moeten de moed hebben, tradi
ties los te laten en atavistische godsbeelden achter
de vitrine te zetten. De definitie van vrijzinnigheid
blijkt telkens weer een moeilijke kwestie, maar de
toekomst van de vrijzinnigheid is zo mogelijk nog
moeilijker omdat er ternauwernood 'uitnodigende
impulsen' uitgaan naar de jonge generatie. Maar
niemand kan tegenspreken dat een groeiend aantal
christenen in toenemende mate ondogmatisch wil
geloven, zonder dat zij daarbij een expliciet vrijzinni
ge houding demonstreren.
Wie van goede wil is en eerlijk de ontwikkeling in het
kerkelijk leven observeert, moet wel toegeven dat
het vrijzinnig protestantisme niettemin wel zóveel
kracht heeft (gehad) dat het christendom in zijn
geheel erdoor geraakt en zelfs bevrucht werd. Wat in
deze tijd in hervormde, gereformeerde en rooms-
katholieke kringen duidelijk wordt, is toch wel dat
velen zich vrijzinnig opstellen, al wil men het woord
liever niet horen of uitspreken.
Steffenski wijst er in zijn boek 'Het leven vieren' op,
dat ons geloof krachteloos wordt als het voor onszelf
niet meer herkenbaar is in het leven van alledag:
„Wij moeten ook zwijgen, luisteren, leren, vasten,
zegenen, bloemen neerzetten, biechten, onze ver
wachtingen herhalen in velerlei gebaren. En al die
dingen moeten in het leven van alle dag gebeuren,
niet alleen op aparte feestdagen. Want juist in het
gewone leven is regelmatige troost nodig, regelmati
ge stichting, regelmatige reiniging.
Godsdienst is alleen godsdienst als het iets van het
dagelijks leven is, een regelmatige oefening. Het gaat
om onze dagelijkse voeding. In deze tijd is het
moeilijk de hoop vast te houden en het geloof niet te
verliezen. Daarom moeten wij het geloof vóórzeggen
en de hoop vóórspelen op de instrumenten van de
vroomheid die we nog hebben en die we nog kunnen
gebruiken".
Heel bewust heb ik, geboren en getogen in een
mild-rechtzinnig milieu, gekozen voor het vrijzinnig
protestants klimaat. Ik heb zowel de kracht als de
zwakheid van het vrijzinnig protestantisme leren
kennen en erkennen. In het verleden is teveel
verkondigd, wat we niet moeten of kunnen geloven;
te weinig, wat nodig is voor een gezond geloofsleven,
de stille omgang met God. Maar erkend moet worden
dat het juist vrijzinnige theologen zijn (geweest) die
hebben gewaarschuwd tegen vanzelfsprekende bij
belopvattingen, tegen kritiekloos belijden van 'het
allerchristelijkst en allerheiligst geloof. Maar even
eens moet ik erkennen dat juist onze vrijzinnigheid
in hoge mate aan sprakeloosheid lijdt, aan onvermo
gen om ons geloof en onze hoop godsdienstig te
verwoorden. Veel van de uitingsvormen en rituelen
hebben hun kracht verloren in onze tijd. Vrijzinnige
christenen kunnen niet zonder meer terug keren
naar oude rituelen en hun inhoud. Toch zal hun
geloof, wil het krachtig blijven, niet alleen een
nieuwe taal, maar ook nieuwe vormen en gebaren
nodig hebben om ruimte te scheppen voor het
onzegbare.
Tegen de gevestigde mening van andersdenkenden
heeft prof dr A. van der Meiden, hoogleraar massa
communicatie en public relations, op een congres
onlangs gezegd dat het vrij Hij wees erop dat het
aanbod van plaatselijke gemeenten en gemeen
schappen sterker moet worden geprofileerd.
„Ik geloof niet in grote campagnes, wel in reclame
van mond tot oor. Het verkoopargument is nog
steeds sterk. De vrijzinnigheid heeft nog altijd een
verrassende, bevrijdende kijk op het geloof, bijbel en
samenleving. Ook al hebben anderen veel gedachten
overgenomen de club moet toch blijven bestaan
om de kar te trekken".
Ruitenberg wees er tijdens het dialoog met profes
sor Verhoeven nadrukkelijk op, dat de vrijzinnige
houding vrijheid impliceert om geloofsobjecten in
vrijheid te kiezen en te beoordelen, los van kerke
lijk gezag.
Vrijzinnig Protestantisme streeft niet naar een mas
sale aanhang. Het laat zich nooit verleiden tot het
citeren van bijbelteksten om het eigen gelijk te
bewijzen. Wonden krijgt 't, vele en diepe. Het zal
altijd weer kritisch moeten staan tegenover zijn
verkondiging en presentatie. Het heeft kleine kracht,
maar is voldoende sterk en heeft voldoende inhoud
om in het mondiale christendom vruchtbaar te
functioneren. Met dit kleine credo moge ik mijn
medewerking aan deze rubriek beëindigen met een
dankbaar gevoel jegens allen, die mijn bijdragen in
het verleden met begrip, liefde en zelfkritiek hebben
gelezen. Zo werden ze namelijk ook geschreven.
W. de Weerd