PROCES PASSTOORS Klaas de Jonge de grote afwezige Latijns-Amerikaanse schuld onbetaalbaar 3.895.- GEHEEL KOMPLEET, MET ALLES EROP EN ERAAN EIKEN LANDHUISKEUKEN ALS BRUGMAN T NIET HEEFT. MOET T NOG WORDEN UITGEVONDEN. PZC/ °P"n*e en achtergrond 4 Wanneer aanstaande maandag voor het hooggerechtshof van Johannesburg het proces tegen Helène Passtoors (44) aanvangt, zal haar medebeschuldigde en voormalige echtgenoot Klaas de Jonge (49) ontbreken. Want het is onwaarschijnlijk, dat De Jonge vrijwillig in Johannesburg zijn opwachting zal maken, nu hij met zijn verblijf in de Nederlandse ambassade te Pretoria nog altijd aan gerechte lijke vervolging in Zuid-Afrika kan ontkomen. Maar hoewel door De Jonge's afwezigheid slechts Passtoors in de beklaag denbank zal plaatsnemen, mag worden aangenomen dat ook de rol van De Jonge uitgebreid aan bod zal komen. Ontkomen Drie punten Informatie Terug in armoede Onbetaalbaar Goudmijn Ondogmatisch stemmen uit de kerken Bevrijdend VRIJDAG 11 APRIL 1986 (Door Ruud de Wit) De op dat moment in Zimbabwe wonende Klaas de Jonge werd op 23 juni van het vorig jaar bij het plaatsje Lichtenburg door de Zuidafrikaanse veiligheidspolitie gearresteerd, terwijl hij op de terugweg was naar de Zim- babweaanse hoofdstad. Zijn ex- vrouw, die vanaf februari van hetzelf de jaar als student aan de Witwaters- rand-universiteit van Johannesburg stond ingeschreven en ook in die stad woonachtig was, werd op 28 juni gear resteerd. Beiden werden onder sectie 29 van de interne veiligheidswetten aangehouden, wat onder meer in houdt dat zij voor een onbeperkte duur in eenzame opsluiting konden worden gehouden en ook geen juridi sche bijstand mochten ontvangen. Zo kon het dan ook gebeuren, dat pas een week later de Nederlandse consul- generaal te Johannesburg, Meihuizen, door de veiligheidspolitie van hun arrestatie op de hoogte werd gesteld, hoewel inmiddels ook de media er achter waren gekomen, onder meer door telefoontjes van familieleden en vrienden van De Jonge vanuit Harare. Al snel doken er in de Zuidafrikaanse en Nederlandse kranten berichten op over de mogelijke reden van hun arrestatie en ondanks aanvankelijke ontkenningen van familie en vrienden in zowel Harare als in Nederland werd snel duidelijk, dat hun arrestatie iets te maken had met hun mogelijke betrokkenheid bij activiteiten voor het in Zuid-Afrika verboden ANC (Af rican National Congress). Ruim een week later werd De Jonge pas echt nieuws toen hij erin slaagde aan zijn bewakers te ontkomen, na dat hij hen had toegezegd naar een plaats te zullen brengen, waar hij - om met zijn eigen woorden te spre ken, zoals die enige weken geleden stonden afgedrukt in een Nederlands weekblad - „hen iets wilde laten zien". Deze plaats was niets anders dan het gebouw van de Nederlandse ambassade in Pretoria. Ofschoon De Jonge een beenketting om had, die het hem uiterst moeilijk maakte om zich voort te bewegen, wist hij de wachtkamer te bereiken: ,,Ik liep even de gang in tot voorbij de lift, pakte de ketting tussen mijn voeten en zette het op een sprint. Ik hoorde kreten achter me, maar geen schot. De deur was open, ik stormde naar binnen en schreeuwde: 'Ik ben een politieke gevangene, een Neder lander, mijn naam is Klaas de Jonge!'. Verder kwam ik niet. Een van de veiligheidsmensen haalde me onder uit en wierp me op de grond. Ze sleurden me bij de schouders en voet ketting de wachtkamer uit. Ik strib belde natuurlijk tegen, maar voelde tegelijkertijd een enorme voldoening: het was mij gelukt, de ambassade wist van mijn bestaan, ik had mijn bewa kers te pakken genomen en wie weet, zou er nog wel meer uit voortkomen". Aldus De Jonge in De Groene Amster dammer. Nederland protesteerde onmiddellijk tegen deze schending van diplomatie ke codes - want er was een Nederlan der weggesleept uit het diplomatiek onschendbare gebouw van de Neder landse ambassade -, maar het duurde nog ruim een week voordat De Jonge naar de ambassade werd terugge bracht, waar hij zich nu nog altijd bevindt. Door de grote publiciteit rond dit diplomatieke incident voelde de Zuidafrikaanse regering zich ech ter ook verplicht wat meer bekend te maken over de achtergrond van de arrestatie van De Jonge en zijn ex- vrouw, maar omdat dat eigenlijk niet kon volgens de Zuidafrikaanse wet - de twee Nederlanders waren immers gearresteerd onder sectie 29, die geen openbaarheid toestaat - gebeurde dat op een indirecte manier. Eerst door een persconferentie van de minister van buitenlandse zaken 'Pik' Botha, vervolgens door een briefing van een aantal westerse ambassades, alsmede een apart onderhoud met de Neder landse ambassadeur in Pretoria, en tenslotte ook via informele gesprek ken ('uitgelekte informatie') tussen persvertegenwoordigers en de veilig heidspolitie. En aldus kon het gebeu ren, dat reeds eind juli in grote lijnen bekend was waarvan De Jonge en Passtoors beschuldigd zouden wor den. En maandag is het dan zover, wan neer Helène Passtoors in haar eentje terecht zal staan, aangezien De Jonge niet bij verstek kan worden veroor deeld. Volgens de officiële aanklacht zal zij zich op drie punten moeten verdedigen; tegen de beschuldigin gen van hoogverraad, terrorisme en deelname aan terroristische activi teiten. Aanklachten overigens waar op in het uiterste geval de doodstraf staat. Klaas de Jonge Volgens de officier van justitie, mr. K. von Lieres und Wilkau, hebben zowel Passtoors als De Jonge nauw samen gewerkt met het ANC, een in Zuid- Afrika verboden organisatie „die zich tot doel heeft gesteld de huidige Zuid afrikaanse regering omver te werpen met gebruikmaking van geweld". Hun activiteiten voor het ANC zouden reeds in 1981 zijn aangevangen, toen zij beiden nog woonachtig waren in het buurland Mozambique, maar de meeste punten in de aanklacht betref fen de periode van februari tot juni 1985. De aanklacht bevat een gede tailleerde lijst van hun activiteiten, die variëren van het onderhouden van contacten met ANC-leden in en bui ten Zuid-Afrika, het binnenbrengen en verbergen van wapens, bommen en ontstekingsapparatuur, het uitzoeken van doelen voor aanslagen en het opzetten van een communicatienet ten behoeve van het ANC. Het enige verschil in de aanklacht van Passtoors en die van De Jonge - die pro forma bij hem op de ambassade is afgeleverd - is, dat bij de laatste niet de beschuldiging van hoogverraad is opgenomen. In juridische kringen in Zuid-Afrika wordt gesteld dat de aan klacht tegen Passtoors zeer ernstig is en weinig ruimte laat voor twijfels, laat staan voor de aanvankelijk met name in Nederland gesuggereerde op vatting, dat De Jonge en Passtoors het slachtoffer zouden zijn van een val, die voor hen door de Zuidafri kaanse veiligheidspolitie was opge steld. De aanklacht bevat gedetailleerde in formatie over telefoongesprekken, die Passtoors en De Jonge met elkaar en anderen hebben gevoerd, over plaat sen die zij hebben bezocht alsmede over de wapenopslagplaatsen die zij zelf tijdens hun verhoor hebben aan gewezen. Een belangrijk punt in de aanklacht vormen ook de activeiten die De Jonge en Passtoors hebben gepleegd om het ANC-lid Ismail Ebra- him (alias Moosa) over de grens te smokkelen, terwijl de directe aanlei ding van hun uiteindelijke arrestatie, namelijk het verbergen van een zoge naamde 'autobom' in de nacht van 22 op 23 juni 1985 bij Halfweghuis, even eens een prominente plaats in de aanklacht heeft gekregen. In zowel de Nederlandse als Zuidafri kaanse media is er de afgelopen we ken op gewezen, dat in de aanklacht één zaak niet is opgenomen, namelijk de eerder beweerde betrokkenheid van Passtoors bij een bomontploffing in Pretoria in mei 1983, waarbij 19 mensen om het leven kwamen. Zoals reeds in juli vorig jaar werd bericht, zou haar dit ook niet ten laste worden gelegd, aangezien het juridisch bewijs voor haar betrokkenheid niet te leve ren is. Haar eigen getuigenis daarom trent gedurende de verhoren kan na melijk volgens de Zuidafrikaanse wet niet als bewijsmateriaal worden ge bruikt. Het is nu al zeker, dat het proces tegen Passtoors grote aandacht zal krijgen, vooral in Zuid-Afrika zelf en in Nederland. Hoewel het niet de eerste keer is, dat een buitenlander in Zuid-Afrika terecht staat wegens ac tieve steun aan de gewapende strijd van het ANC, is het wel voor het eerst dat tegen een buitenlander een pro ces wordt gevoerd waarbij de aan klacht, althans volgens juridische kringen, zo overtuigend is. Al met al moet worden geconcludeerd, dat He lène Passtoors zichzelf in een uiterst Helène Passtoors moeilijke positie heeft gebracht, waarbij slechts een miniem lichtpun tje is te bespeuren. En dat is het feit, dat in Zuid-Afrika de veelvuldig op gelegde doodstraf slechts zelden bij een vrouw - en zeker geen blanke of een buitenlandse - ten uitvoer wordt gebracht. Naar verwachting zal het proces tegen Passtoors zes weken duren. (Door Rob SprenkelsI In Latijns-Amerika volgt de ene staking de andere op. Deze week kwam het tot rellen in Bolivia. Vorige week was het mis in Peru. En voor het einde van deze maand staat er weer een nationale staking op het programma in Argentinië. De bestormingen van supermarkten in Brazilië, de voedselrellen in de Dominicaanse Republiek en op Ja- Advertentie VAN DE WEEK Nostalgische keuken, leverbaar in 3 kleuren eiken: donker, rustiek of natuur. Afmeting 270 cm. Geheel kompleet met PHILIPS gas/elektro kombinatie, PHILIPS afzuigkap, geïntegreerde ZANUSSI koelkast, bruine spoelbak, kunststof werkblad, mengkraan, krans- en lichtlijsten, TL-verlichting en aansluitsnoer. Adviesprijs 6.845,- BRUGMANKOMPLEETPRIJS Brugman Keukenkopers profiteren van de vele Brugman Pluspunten: Keuze uit meer dan 300 modellen, waarvan een groot aantal kompleet opgesteld en ingericht. De laagste prijsgarantie, zwart op wit gegarandeerd. Vijf jaar garantie op Brugman kwaliteit. Keuze uit alle grote merken inbouwapparatuur. Gratis ontwerptekening van üw droomkeuken. Vakkundige montage of gratis advies aan doe-'t-zelvers. Levering volgens konsumentenvoorwaarden. Geopend: dinsdag t/m vrijdag van 09.00 tot 18.00 uur zaterdag van 09.00 tot 17.00 uur vrijdagavond van 18.00 tot 21.00 uur ROOSENDAAL, STATIONSTRAAT 49, TEL. 01650-69852. PUTTE (NB), ANTWERPSESTRAAT 65, TEL. 01645-2943. Deze aanbieding is geldig van woensdag 9 april t/m zondag 20 april. maica, de rebellie tegen diktators als de Chileense generaal Augusto Pino chet, ze hebben allemaal een grote gemeenschappelijke deler: de gigan tische economische crisis op het Amerikaanse subcontinent. Overal in Latijns-Amerika is het het zelfde lied: een scherpe daling van de koopkracht, een snelle stijging van de werkloosheid, een algemene ver paupering van de infrastructuur en onvoorstelbare inflatie- en devalua- tie-cijfers. Bolivia voert wat dat laat ste betreft de boventoon. Kreeg je in La Paz zes jaar geleden nog voor 24 Boliviaanse pesos een dollar, nu heb je meer dan anderhalf miljoen pesos nodig mocht je het geluk hebben een dollar tegen te komen. De bezuiningingsrecepten van het Internationale Monetaire Fonds (IMF) hebben de afgelopen jaren tienduizenden mensen terug in de armoede geworpen. Herfinancie ring, verse kredieten, langere afbe talingstermijnen, een economische herorganisatie, inflatiebestrijding. De meeste Latijnsamerikanen we ten zo onderhand al wat hen staat te wachten als ze van bovenaf dergelij ke kreten horen roepen. Eerste le vensbehoeften als brood en benzine zullen duurder worden omdat de staatssubsidies zullen worden ver minderd. Duizenden ambtenaren zullen worden afgevloeid. En de belastingen zullen nog hoger wor den. De toch al niet erg stabiele samenle vingen in Latijns-Amerika zijn nog verder ontwricht. Bijna overal heb ben de arbeiders in een vrij kort tijdsbestek de helft of meer van hun koopkracht moeten inleveren. Fa brieken sluiten hun poorten omdat ze te weinig afzet hebben. De crimi naliteit bereikt dagelijks nieuwe hoogtepunten omdat niet iedereen zomaar zonder meer zijn levensni veau wil opgeven. Wegen worden onberijdbaar, brug gen onveilig, havens slibben dicht. Onderhoudsmonteurs van de Mexi caanse luchtvaartmaatschappj 'Me- xicana' protesteren al ruim een jaar tegen het gebrek aan nieuwe reserve onderdelen en mankracht. Op 31 maart van dit jaar, op dezelfde dag dat een Boeing-727 van de maat schappij met 166 mensen aan boord verongelukte, moesten drie toestel len van Mexicana hun vlucht onder breken wegens motorstoringen. De buitenlandse schuldenlast wreekt zich op alle niveaus. Latijns-Amerika staat op het ogen blik voor dik 360 miljard dollar bij het Westen in het krijt. Een onbe taalbaar bedrag. Zelfs met de meest gunstig voorstelbare afbetalingsre gelingen en rentevoeten van rond de vijf procent zal de Latijnsameri- kaanse schuldenlast tegen het jaar 2000 de 1000 miljard dollar berei ken. En met name aan de basis in de schuldenlanden zelf begint de roep toe te nemen dat de schuldenlast niet langer moet worden erkend. „Wij hebben nooit wat van al die miljoenen gezien, bij ons zijn ze nooit terecht gekomen. Dus waarom moeten we er nu voor opdraaien", zo luidt de redenering die bijna overal in Latijns-Amerika op straat is te horen. Volgens sommige becijferingen is de werkelijke schuldenlast met alle ren tebetalingen en aflossingen eigenlijk al lang voldaan. Zo maakte Latijns- Amerika alleen al tussen 1983 en 1985 105 miljard dollar over naar de Westerse schuldeisers. Maar dat is lang niet alles. Veel van het geleende geld kwam altijd vrijwel onmiddel lijk weer bij de Westerse banken terug. Experts geloven dat maar slechts een kwart van de huidige schuldenlast ooit op zijn plaats van bestemming kwam. Ruim eenderde van de huidige last moest worden geleend om eerder aangegane beta lingsverplichtingen na te kunnen ko men, terwijl de rest werd opgeslokt door de corruptie. In Argentinië, Brazilië en Chili waren het vooral de militairen die het geld opstreken, in Mexico en Venezuela de politici. Amerikaanse banken schatten dat er de afgelopen tien jaar vanuit Mexico zo'n 55 miljard dollar is verdwenen. Het Amerikaanse mi nisterie van financiën beweert dat sinds 1980 de omvang van de kapi- taalvlucht vanuit Mexico naar de Verenigde Staten groter is geweest dan het totaalbedrag aan leningen dat de Mexicaanse regering met bloed, zweet en tranen bij elkaar wist te slepen. Alle bezuinigingen en offers die La tijns-Amerika de afgelopen jaren heeft gebracht hebben in feite tot niets geleid. De sociale spanningen zijn ernstig toegenomen terwijl de schuld is blijven groeien. Langzaam maar zeker beginnen de schulden landen in opstand te komen. Peru heeft als eerste het IMF het land uitgezet en weigert om meer dan 10 procent van zijn exportopbrengsten aan de afbetaling van zijn buiten landse schuld uit te geven. De schuldeisers beginnen zich te realise ren dat de kans op een frontale botsing steeds groter wordt. Eigenlijk is de hele schuldenproble matiek voor de banken altijd een fantastische goudmijn geweets. Men leende een forse som geld, kreeg dankzij de corruptie in het land van bestemming bijna onmiddellijk een groot gedeelte van het geleende geld weer in eigen beheer en men bleef tegelijkertijd toch de rente's over de leningen ontvangen en de afbetalin gen zelf. En als klap op de vuurpijl is de schuldenlast inmiddels uitge groeid tot een eindeloze hypotheek. Volgens heel wat Latijnsamerikaan- se intellectuelen is niet betalen ei genlijk de enige oplossing. Op rege- ringsniveau's pleit men vooralsnog voor lagere rentevoeten en verse kredieten om economisch te kunnen groeien. „Zonder economische groei zijn we niet in staat om te blijven betalen", zo hebben de belangrijkste schuldenlanden al verschillende ke ren laten weten en inmiddels lijkt die analyse geaccepteerd door de groot ste schuldeisers. Toch is een daadwerkelijke oplos sing voor het gigantische schulden probleem nog lang niet in zicht. Niemand weet hoe de ontwikkelings landen onder de huidige economi sche verhoudingen ooit tot een werkelijke economische groei zullen kunnen komen. De voorstellen van de Latijnsamerikaanse regeringen zelf houden in feite niet meer in dan dat ze zelf net het hoofd boven water kunnen houden zolang hun tijd duurt. En het Plan-Baker, genoemd naar de Amerikaanse minister van financiën, gaat er van uit dat buiten landse investeringen voor de econo mische groei moeten zorgen, iets wat in de Latijnsamerikaanse ervaringen meestal precies andersom is uitge vallen. Voorlopig is en blijft de schuld onbetaalbaar. Vrijzinnig protestantisme geanalyseerd Het is en blijft een hachelijke onderneming een duidelijke karakteristiek te geven van het vrijzinnig protestantisme. Het woord 'vrijzinnig' is zowel overbelast als erfelijk belast. Rechtzinnige en confessionele christenen om liever niet te spre ken van extreem-rechtse groeperingen binnen en buiten de Nederlands Hervormde Kerk hebben al te dikwijls wat laatdunkend gedacht over en gerea geerd op vrijzinnige concepties. Hun oordeel werd luchtig en vluchtig uitgesproken: vrijzinnigen gelo ven niet in de opstanding en al evenmin dat Jezus Gods Zoon was. Ze zien de bijbel niet als Gods Woord en nemen het niet zo nauw met allerlei kerkelijke voorschriften. Intellectualisme en indi vidualisme vieren er hoogtij en ze mijmeren meer over bloemen en vlinders dan over de vragen betreffende het tijdelijke en eeuwige leven. Toen ik eens met een theologisch student van zeer rechtse signatuur een wandeling maakte, passeerde ons een keurig heer, die ons groette. Ik nam mijn hoed af, maar mijn goede vriend keek strak voor zich uit. Toen ik hem vroeg waarom hij de groet niet beantwoord had, zei hij wat nors: „Dat is een vrijzinnige dominee; die groet ik niet". Die hooghartige houding is nagenoeg verdwenen. Althans in deze vorm. Vrijzinnigen en rechtzinnigen, hervormden en gereformeerden, rooms-katholieken en protestanten en zelfs christenen en mohamme danen behandelen elkaar wat vriendelijker. De protestantse delegatie in Rome kreeg nul op het request, maar sprak toch minzaam van een 'betere relatie'. Ze werden het Vaticaan niet uitgezet, ze werden niet vogelvrij verklaard, noch in de ban gedaan, gelijk weleer is geschied, integendeel: paus en kardinalen glimlachten innemend, boden de delegatie een lunch aan, maar bleven onwrikbaar op hun standpunt staan. Roma locuta causa fïnita. Rome spreekt, schrijft voor, stelt vast en daarmee moeten de gelovigen genoegen nemen. Hetgeen velen van hen niet doen noch van plan zijn. In 'Tijd en Taak' trof ik een interessant gesprek aan tussen prof dr C. Verhoeven en ds L. H. Ruitenberg, die elkaar alleen maar door hun publicaties kenden. Twee ogenschijnlijk totaal verschillende typen met althans een verschillende culturele achtergrond spraken met elkaar over vrijzinnigheid. De aarts bisschop van Utrecht, kardinaal Simonis, heeft in het verleden zijn ongerustheid uitgesproken over de zijns inziens 'gevaarlijke tendens' binnen de katho lieke geloofsgemeenschap, namelijk de de neiging tot vrijzinnigheid. De vraag blijft bestaan of er zoiets bestaat als een rooms-katholieke vrijzinnigheid. Maar de heren waren er zich wèl van bewust, dat de meningen over wat vrijzinnig eigenlijk is, sterk uiteen lopen. En passant en al luisterend voeg ik daar direct aan toe, dat de vraag, wat rechtzinig is, al even moeilijk beantwoord kan worden. Als vrijzinnig predikant werd ik in Zeeland telkens weer door rechtzinnige collega's en kerkeraden uit genodigd, terwijl ik ook brieven kreeg van rechtzin nige gelovigen uit de zeer rechtse hoek, die mij tot heiden en godloochenaar degradeerden en hun te leurstelling erover neerschreven, dat ik geen fietse- maker of assistent-vuilnisman was geworden. In die amachtelijke situatie zou ik minder kwaad kunnen doen dan in mijn ambtelijke.... Een recent congres over 'De toekomst van de vrijzinnigheid', georganiseerd door de Nederlandse Protestanten Bond te Wassenaar, gaf een kaleidosco- pische reeks meningen over vrijzinnigheid te zien, maar bovenal een noodsignaal: wie helpt ons vertel len wie we zijn? Vrijzinnigen moeten prikkelend en uitdagend zijn, ze moeten het dogmatisme ,van een verstarde orthodoxie doorbreken; ze moeten de avant garde zijn in het wetenschappelijk onderzoek naar de zin, de inhoud en de achtergrond van de bijbel, ze moeten met nadruk verkondigen, dat geloven met hart en ziel niet voldoende is, dat het verstand moet worden ingeschakeld; ze moeten in hun handel en wandel meer christenen van de daad dan van het woord zijn; ze moeten in hoge mate verdraagzaam zijn ook al leven ze te midden van onverdraagzamen, ze moeten de moed hebben, tradi ties los te laten en atavistische godsbeelden achter de vitrine te zetten. De definitie van vrijzinnigheid blijkt telkens weer een moeilijke kwestie, maar de toekomst van de vrijzinnigheid is zo mogelijk nog moeilijker omdat er ternauwernood 'uitnodigende impulsen' uitgaan naar de jonge generatie. Maar niemand kan tegenspreken dat een groeiend aantal christenen in toenemende mate ondogmatisch wil geloven, zonder dat zij daarbij een expliciet vrijzinni ge houding demonstreren. Wie van goede wil is en eerlijk de ontwikkeling in het kerkelijk leven observeert, moet wel toegeven dat het vrijzinnig protestantisme niettemin wel zóveel kracht heeft (gehad) dat het christendom in zijn geheel erdoor geraakt en zelfs bevrucht werd. Wat in deze tijd in hervormde, gereformeerde en rooms- katholieke kringen duidelijk wordt, is toch wel dat velen zich vrijzinnig opstellen, al wil men het woord liever niet horen of uitspreken. Steffenski wijst er in zijn boek 'Het leven vieren' op, dat ons geloof krachteloos wordt als het voor onszelf niet meer herkenbaar is in het leven van alledag: „Wij moeten ook zwijgen, luisteren, leren, vasten, zegenen, bloemen neerzetten, biechten, onze ver wachtingen herhalen in velerlei gebaren. En al die dingen moeten in het leven van alle dag gebeuren, niet alleen op aparte feestdagen. Want juist in het gewone leven is regelmatige troost nodig, regelmati ge stichting, regelmatige reiniging. Godsdienst is alleen godsdienst als het iets van het dagelijks leven is, een regelmatige oefening. Het gaat om onze dagelijkse voeding. In deze tijd is het moeilijk de hoop vast te houden en het geloof niet te verliezen. Daarom moeten wij het geloof vóórzeggen en de hoop vóórspelen op de instrumenten van de vroomheid die we nog hebben en die we nog kunnen gebruiken". Heel bewust heb ik, geboren en getogen in een mild-rechtzinnig milieu, gekozen voor het vrijzinnig protestants klimaat. Ik heb zowel de kracht als de zwakheid van het vrijzinnig protestantisme leren kennen en erkennen. In het verleden is teveel verkondigd, wat we niet moeten of kunnen geloven; te weinig, wat nodig is voor een gezond geloofsleven, de stille omgang met God. Maar erkend moet worden dat het juist vrijzinnige theologen zijn (geweest) die hebben gewaarschuwd tegen vanzelfsprekende bij belopvattingen, tegen kritiekloos belijden van 'het allerchristelijkst en allerheiligst geloof. Maar even eens moet ik erkennen dat juist onze vrijzinnigheid in hoge mate aan sprakeloosheid lijdt, aan onvermo gen om ons geloof en onze hoop godsdienstig te verwoorden. Veel van de uitingsvormen en rituelen hebben hun kracht verloren in onze tijd. Vrijzinnige christenen kunnen niet zonder meer terug keren naar oude rituelen en hun inhoud. Toch zal hun geloof, wil het krachtig blijven, niet alleen een nieuwe taal, maar ook nieuwe vormen en gebaren nodig hebben om ruimte te scheppen voor het onzegbare. Tegen de gevestigde mening van andersdenkenden heeft prof dr A. van der Meiden, hoogleraar massa communicatie en public relations, op een congres onlangs gezegd dat het vrij Hij wees erop dat het aanbod van plaatselijke gemeenten en gemeen schappen sterker moet worden geprofileerd. „Ik geloof niet in grote campagnes, wel in reclame van mond tot oor. Het verkoopargument is nog steeds sterk. De vrijzinnigheid heeft nog altijd een verrassende, bevrijdende kijk op het geloof, bijbel en samenleving. Ook al hebben anderen veel gedachten overgenomen de club moet toch blijven bestaan om de kar te trekken". Ruitenberg wees er tijdens het dialoog met profes sor Verhoeven nadrukkelijk op, dat de vrijzinnige houding vrijheid impliceert om geloofsobjecten in vrijheid te kiezen en te beoordelen, los van kerke lijk gezag. Vrijzinnig Protestantisme streeft niet naar een mas sale aanhang. Het laat zich nooit verleiden tot het citeren van bijbelteksten om het eigen gelijk te bewijzen. Wonden krijgt 't, vele en diepe. Het zal altijd weer kritisch moeten staan tegenover zijn verkondiging en presentatie. Het heeft kleine kracht, maar is voldoende sterk en heeft voldoende inhoud om in het mondiale christendom vruchtbaar te functioneren. Met dit kleine credo moge ik mijn medewerking aan deze rubriek beëindigen met een dankbaar gevoel jegens allen, die mijn bijdragen in het verleden met begrip, liefde en zelfkritiek hebben gelezen. Zo werden ze namelijk ook geschreven. W. de Weerd

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1986 | | pagina 4