PRIJZEN
BEWUST WONEN
energiezuinige
woningbouw
het is
bijna een
obsessie
geworden
PZC/ vrijdagkrant
tweeën
twintigste
week in
cijfers
Meterkaart
ACTIE ZUINIG STOKEN
SCHEMA BIJ
METERKAART
normen
stookgrens
VRIJDAG 28 MAART 1986
actie sluit
met inleveren
meterkaart
Het is bijna zover. De actie
Zuinig Stoken is op een oor
na gevild. Zondag 30 maart
moeten de deelnemers voor de
laatste keer de meterstand
opnemen. In de
PZC-Vrijdagkrant van 4 april
verschijnt de laatste
weektabel, met gegevens over
week- en totaalstreefverbruik,
afkomstig van de Vereniging
van Exploitanten van
Gasbedrijven in Nederland
(Vegin). Dan kan iedere
deelnemer voor zichzelf nagaan
hoe het stookgedrag in de
winter van 1985/1986 is
geweest, of er bespaard is op
het gasverbruik, of eventuele
besparende maatregelen
vruchten hebben afgeworpen
en of er een lagere rekening van
het nutsbedrijf te verwachten
is. Eén en ander aan de hand
van de cijfers in de kolommen
van de meterkaart en het
normale jaarverbruik.
In totaal 24 keer moest de
meterstand worden
opgenomen. Het zag er
aanvankelijk naar uit dat het
een zacht wintertje zou worden,
met een gasverbruik onder het
gemiddelde. In het begin van
1986 keerde het tij echter. Het
werd flink koud (uiteindelijk
zelfs nog een Elfstedentocht) en
dus steeg de afname van gas.
Besparende maatregelen
konden in de praktijk getoetst
worden. Als het goed is biedt de
meterkaart, met name kolom 6,
een aardig overzicht van het
temperatuurverloop in de
achterliggende zes maanden.
Ondanks het feit dat de
schaatsliefhebbers volop aan
hun trekken kwamen, zal de
winter van 1985/1986 zeker niet
als een strenge de geschiedenis
ingaan. Daarvoor waren de
temperaturen alles bijeen niet
laag genoeg.
Met het invullen van de laatste
rij cijfers op de meterkaart is de
actie Zuinig Stoken nog niet
helemaal afgelopen. De directie
van de NV Provinciale Zeeuwse
Energie-Maatschappij (PZEM)
heeft gezorgd voor een staartje.
Er is namelijk een bedrag van
50.000 gulden beschikbaar
gesteld voor het aankopen van
prijzen voor verbruikers die
meedoen aan de actie Zuinig
Stoken. Dit onder het motto
'meedoen loont'. De directie van
de PZEM is erg nieuwsgierig
naar de wijze waarop de
deelnemers het zuinig stoken in
de praktijk hebben gebracht. Is
er bespaard? Om welke
hoeveelheden gaat het? Vallen
er lessen te leren uit het
stookgedrag van de deelnemers
aan de actie? Zijn er nieuwe
tips, die de moeite van het
doorgeven waard zijn? Kortom,
vele vragen waarop de
deelnemers aan Zuinig Stoken
mogelijk een antwoord kunnen
geven. Voor het uitstippelen
van het beleid bij de PZEM is
het op de hoogte zijn van wat er
leeft onder de afnemers één van
de belangrijke bouwstenen.
Daarom ook het gebaar van de
directie van de PZEM. Immers:
voor wat, hoort wat.
Een telefonische enquete van
PZC en PZEM, gehouden onder
inwoners van de Borselse
woonkern Heinkenszand,
toonde al aan dat de actie
Zuinig Stoken een ruime
bekendheid geniet. Het aantal
mensen dat ook elke week de
meterstand opneemt en de
meterkaart bijhoudt, bleek
insturen met meterkaart)
Naam:
Adres:
Postcode en Woonplaats
Debiteurennummer PZEM:
Keuze attentie taangeven vierkleuren ballpoint,
thermometer, kunstleer of metaal, sleuteletui/portemonnee
digitaalklokje:
Beginverbruik, 20 oktober
Eindverbruik, 30 maart
Verschil totaal- en streefverbruik (plus/min)
Keuze attentie bij minder VERBRUIK (aangeven
rolbandmaatlwaterpas, knijpkat,
betaalcheque/portefeuille
aanzienlijk geringer te zijn,
ongeveer een kwart (overigens
nog altijd een opvallend hoog
aantal, dat ook bij een eerder
gehouden stookactie in
Friesland gehaald werd). De
deelnemers die de actie van A
tot Z hebben gevolgd, kunnen
meedoen aan het vervolg. Voor
hun moeite ontvangen ze een
attentie. Degenen die het
meeste wisten te besparen
dingen mee naar een grotere
prijs.
WAT MOET ER GEBEUREN?
Heel eenvoudig: de ingevulde
meterkaart opsturen of
inleveren. Maar eerst op de
achterzijde vermelden: naam,
adres, postcode, woonplaats en
debiteurennummer van de
PZEM (te vinden op de
energierekening en de
maandelijkse girokaart). Voor
het inleveren is een attentie
beschikbaar. Er is keus uit: een
vierkleuren ballpoint, een
thermometer (kunstleer of
metaal), een
sleuteletui/portemonnee, een
digitaalklokje. Op de
achterzijde van de kaart kan
worden aangegeven naar welke
attentie de voorkeur uitgaat.
Verder moeten op de
achterkant van de kaart worden
vermeld: de beginstand van de
meter (20 oktober) en de
eindstand (30 maart), alsmede
het verschil (plus of min) ten
opzichte van het
totaalstreefverbruik
(to taal verbruik aftrekken van
totaalstreefverbruik). Wanneer
er bespaard is (dus minder is
verbruikt dan het
streefverbruik), wordt nóg een
attentie gegeven. De keus is uit:
een rolbandmaat/waterpas, een
knijpkat, een
betaalcheque/portefeuille. Ook
hiervoor geldt: op de kaart
aangeven waar de voorkeur
naar uitgaat. Onderstaand is
nog eens aangegeven in een
schema wat er op de kaart moet.
Schrijf het over, of knip uit en
plak op de kaart (voor alle
duidelijkheid: niet alleen het
schema inleveren; de
meterkaart moet er altijd bij).
WAAR MOET DE
METERKAART NAAR TOE?
Per post naar het adres: PZC,
Zuinig Stoken, postbus 18, 4380
AA, Vlissingen. Of inleveren bij
de kantoren van de PZC en de
PZEM. De adressen van de
PZC-kantoren zijn: Walstraat
56, Vlissingen; Markt 51,
Middelburg; Grote Markt 2,
Goes; Nieuwstraat 22,
Terneuzen; Steenstraat 6,
Hulst. De adressen van de
PZEM-kan toren
zijn:Poeldaelesingel 10 of
M9FEC nwater 97, Middelburg;
Edisonweg 41, Vlissingen;
Evertsenstraat 98, Goes;
Haarmanweg 52, Terneuzen;
Hogeweg 6, Hulst; Industrieweg
15, Oostburg; Groene Weegje 23,
Zierikzee; Ten Ankerweg 1,
Tholen. De kaarten moeten
uiterlijk zaterdag 12 april
binnen zijn.
Kou lijden voor de actie Zuinig Stoken is niet nodig en onverstandig; zorg er in elk geval voor dat de
kamerthermostaat hoog genoeg staat.
Bas Chamuleau
Ontwerp een woning waar
van het energieverbruik
minder dan 1000 m3 gas per
jaar is, zonder afbraak te doen
aan ruimte, traditionele
bouwkwaliteit en praktische
bruikbaarheid. Verder moet
de bouw te realiseren zijn
binnen de premiegrenzen en
op basis van kleinschalige
bouwprojecten. Met die
ideeën in het achterhoofd ont
stond drie jaar geleden de
stichting 'Bewust Wonen' in
Kapelle. Vier Zuid-Bevelan
ders met een bouwkundige
achtergrond kwamen toen bij
elkaar, omdat zij ervan over
tuigd waren dat de huidige
woningbouw te ver afstaat
van wat kan en moet op het
gebied van energiebezuini
ging. De stichting hoopt met
de ontwikkeling van de wo
ningen het energiebewust
bouwen en wonen te stimule
ren. „We zijn met een ideële
boodschap bezig", zegt Bas
Chamuleau, één van de vier
initiatiefnemers.
Het ontwerp van de energie
zuinige woningen lijkt op het
eerste oog heel eenvoudig. De
zon speelt een grote rol. Verder
zijn grote glasvlakten op het
zuiden heel belangrijk. Zelfs
de Grieken maakten al ge
bruik van de zonnestraling om
hun grotten te verwarmen. Zij
bouwden hun simpele onder
komens met de openingen
naar het zonnige zuiden ge
richt. De diverse schetsen van
de stichting 'Bewust Wonen'
hebben die traditie overgeno
men. „Ons ontwerp gaat uit
van een goede stedebouwkun-
dige oriëntatie", aldus archi
tect Levien de Putter. De
stichting probeert bij het ont
wikkelen van de woningen zo
veel mogelijk de achterkant
van de huizen naar het zuiden
te richten. De Putter erkent
echter dat hij als architect niet
veel invloed kan uitoefenen op
bestemmingsplannen. Cha
muleau, werkzaam bij de ge
meente Kapelle als bouwkun
dige, stelde onlangs een rap
port op waarin hij de link
beschrijft tussen woningbouw
en bestemmingsplannen. In
zijn visie moet de afdeling
ruimtelijke ordening van een
gemeente bij het opstellen van
een bestemmingsplan zoveel
mogelijk rekening houden met
het oriënteren van de wonin
gen naar de zon. Mochten zon
necollectoren in de toekomst
rendabel worden, dan is de
opvang van de zonnewarmte
alvast geregeld.
De grote glasvlakten op het
zuiden en de kleinere ruiten op
het noorden betekenen een
energiewinst van ongeveer 10
percent. De vormgeving van
de huizen zijn ontworpen op
het verkleinen van de afstra
ling van de zon en het vergro
ten van de instraling op het
zuiden. Aan de noordkant van
de woning wordt het buitenop
pervlak zoveel mogelijk ver
kleind om de warmte binnen
te houden. Een ander belang
rijk punt is de indeling van de
huizen. De warmtevragende
ruimten, zoals de woonkamer
en de slaapkamers, zijn in het
ontwerp van de stichting aan
de zuidkant geprojecteerd. De
zogeheten 'koude' of warmte-
gevende ruimten, zoals de keu
ken, komen bij de indeling aan
de noordkant te liggen. Een
aangebouwde serre moet de
warmte opvangen en tevens
fungeren als tochtsluis. „De
instraling komt zo ten goede
aan de woning", zegt De Put
ter, „en de zon wordt zoveel
mogelijk benut". De entree
van de woning is afgeschermd
door een muur en een dak,
waardoor de windstroom
wordt gebroken.
Verder maakt de bouwonder
neming op advies van de
stichting gebruik van ver
gaande isolatievoorzieningen.
De ideeën daarvoor zijn af
komstig van Chamuleau die
zich beroepsmatig interes
seert voor warmte- en ener
gievraagstukken. De wanden,
vloeren - ook tussen de verdie
pingen - en het dak van de
energiezuinige woningen
worden ver boven de landelij
ke normen geïsoleerd. „De re
gels zijn een handleiding. Wij
proberen het optimale te be
reiken", motiveert Chamu
leau de voorzieningen. Nor
maal gesproken is een 4 tot 6
centimeter dikke laag glas
wol regel. In het ontwerp van
'Bewust Wonen' is uitgegaan
van een vergelijkbare laag
van 15 centimeter glaswol.
In plaats van glaswol gebruikt
de aannemer polyurethaan-
schuim, wat een driemaal zo
sterke isolatie tot gevolg heeft.
Verder wordt het zogeheten
thermoplus-glas in de wonin
gen gebruikt. „Iets duurder,
maar het isoleert driemaal zo
veel als dubbelglas", aldus De
Putter. De woning krijgt door
al deze isolatievoorzieningen
een optimale kierdichting.
Maar omdat de woning zo
goed geïsoleerd is, is het be
langrijk dat er een goed venti
latiesysteem is. Ook daaraan
hebben de ontwerpers ge
dacht. „Er is een bepaalde
ventilatie nodig voor het leef
kwaliteit", zegt de Putter. De
verwarming en de ventilatie is
aan elkaar gekoppeld, waarbij
evenveel lucht wordt toege
voegd als wordt afgevoerd, al
naar gelang de behoefte van
de bewoners. Om van het ven
tilatiesysteem goed gebruik te
maken, wordt 70 percent van
de naar buiten afgevoerde
(warme) lucht terug gewon
nen. Die warmte wordt weer in
het verwarmingssysteem ge
bruikt. Een ventilator blaast
de warme lucht naar de ka
mers, waar het uit een vloer- of
wandrooster stroomt. Radia
toren zijn niet meer nodig. Dit
verwarmings- en ventilatiesys
teem is uit Canada overge
waaid en wordt pas de laatste
paar jaren ook in ons land
gebruikt. „In traditioneel ge
bouwde woningen werd de
lucht ververst door raampjes
en klepjes, maar je bleef afhan
kelijk van de wind. Zowel voor
luchtverversing als voor de
energiebezuiniging een slecht
systeem. Bij een hoge vocht-
graad heb je zo vochtproble-
men en schimmels", vertelt
Chamuleau.
Het is niet de bedoeling dat de
stichting 'Bewust Wonen' con
curreert met woningcorpora
ties of ander bouwonderne
mingen. „Iedere vereniging
mag ons ontwerp zien en het
overnemen", zegt Chamuleau.
„Als een bouwonderneming
onze boodschap overneemt,
dan is voor ons de kous af. Tot
nu toe heeft het ons alleen
maar geld gekost". De stich
ting 'Bewust Wonen' neemt
genoegen met 500 gulden aan
administratie- en benzinekos-
ten. De verkoop van de ener
giezuinige woningen is overge
dragen aan makelaardij 'Stad
en (Zee) Land' in Goes, die wel
brood zag in de energiezuinige
woningen en achter de idealen
staat van de stichting. „We
willen niet commercieel, maar
ideëel bezig zijn", zegt ook De
Putter. „We zijn geen gladja
nussen of verkopers. Alles ge
beurt in de vrije tijd".
Sinds 6 december vorig jaar
zijn de eerste twee woningen
in het plan 'Eliwerve' van
Kapelle bewoond. Cijfers om
trent het gasverbruik zijn nog
niet bekend, omdat de huizen
de eerste maanden moeten
worden drooggestookt. Cha
muleau en De Putter ver
wachten uiteindelijk dat het
gasverbruik ver beneden de
1000 m3 zal komen te liggen.
Zij denken zelfs dat het gas
verbruik tussen de 400 en 800
m3 per jaar uitkomt. Met de
huidige energieprijzen levert
dat voor een gemiddeld gezin
ongeveer 90 gulden per
maand op. „Er is natuurlijk
een aantal factoren dat elkaar
beïnvloedt. Verder is het ge
drag van de bewoners belang
rijk", besluit Chamuleau.
Voor de toekomst staan ener
giezuinige woningen in Vlis
singen, Borsele, Yerseke en
Goes op stapel.
AB VAN DER SLUIS
De actie Zuinig Stoken heeft
ook zijn nadelige kanten.
Huiselijke onenigheden over de
hoogte van de thermostaat bij
voorbeeld. Kou lijden om op
een weekverbruik uit te komen,
dat in de pas loopt met het
streefverbruik. De brief van
mevrouw M. G. van Dijken-
Baars uit Veere is illustratief
voor de problematiek waarmee
de actie sommige deelnemers
opzadelt. „Wat eerst wel leuk
leek, is bijna een obsessie aan
het worden. Elke week houd ik
de stand bij. De eerste weken
liep het gelijk of was ik zuini
ger geweest. De laatste weken
zit ik er ver overheen, hiervoor
is geen aanleiding", aldus me
vrouw Van Dijken-Baars. Maar
daar blijft het wat haar betreft
niet bij.
„Soms zit ik in de kou (15 gra
den) om maar aan het streefver
bruik te komen. Mijn vraag: is
het streefverbruik zo zuinig dat
het niet meer comfortabel is, of
zou er iets aan mijn centrale
verwarming mankeren". Tot
zover de briefschrijfster uit Vee-
re. In de eerste plaats natuurlijk
de opmerking dat de actie Zui
nig Stoken nooit bedoeld is om
mensen in de kou te laten zitten.
Besparen op energie is leuk en
financieel mooi meegenomen,
maar het woongenot hoeft daar
niet de dupe van te worden.
Zoals het woord al zegt, gaat het
om een streefverbruik. Een lan
delijk gemiddelde, met een cor
rectiefactor per regio. Zo zal het
streefverbruik in het koudere
Friesland altijd hoger uitkomen
dan in het warmere Zeeland.
In feite is voor iedere individue
le stoker het streefverbruik an
ders. De getallen die in het
kader van Zuinig Stoken in de
tabellen verschijnen, zijn ge
middelden. Het zogenaamde
weekstreefverbruik is recht
streeks afgeleid van het norma
le jaarverbruik aan gas. Daar
over zijn volop cijfers beschik
baar bij onder meer de Vereni
ging van Exploitanten van Gas
bedrijven in Nederland (Vegin).
Het jaarverbruik wordt bere
kend aan de hand van het gewo
ne aantal graaddagen maal het
verbruik in kubieke meters per
graaddag. Voor het verbruik
zijn de situering en eigenschap
pen van een woning erg belang
rijk (isolatie, grootte, en derge
lijke) én de eigenschappen van
de bewoners (stookgedrag).
Daaruit volgt dat er per week
soms wel grotere verschillen
kunnen optreden tussen het fei
telijke en het berekende theore
tische verbruik.
De energiebedrijven maken al
langere tijd gebruik van het
graaddagensysteem, onder
meer om bij een tariefverho
ging te kunnen berekenen hoe
veel gas er voor de oude en
hoeveel voor de nieuwe prijs is
gebruikt. De buitentempera
tuur speelt een grote rol in het
systeem van graaddagen. Bij
acht graden boven nul moet
uiteraard veel minder ver
stookt worden dan bij acht gra
den onder nul. Er wordt van
uitgegaan dat bij een buiten
temperatuur van achttien gra
den en hoger niet gestookt
wordt. Bij deze temperatuur is
dan ook de stookgrens gelegd.
Komt de buitentemperatuur
beneden deze grens, dan moet
in huis verwarmd worden om
het behaaglijk te hebben. En bij
iedere graad verlaging in tem
peratuur zal daarvoor meer gas
nodig zijn. Omdat de buiten
temperatuur niet constant is -
overdag warmer dan 's nachts -
wordt gerekend met de gemid
delde temperatuur gemeten
over een heel etmaal.
Iedere graad Celsius die de ge
middelde etmaaltemperatuur
van de buitenlucht beneden de
stookgrens van achttien graden
ligt, is één graaddag. Een voor
beeld. De stookgrens is 18 gra
den. De gemiddelde etmaaltem
peratuur 12 graden. Het aantal
graaddagen is dan 6. Nog een
voorbeeld. De stookgrens is (al
tijd) 18 graden. De gemiddelde
etmaaltemperatuur min 5 gra
den. Het aantal graaddagen
wordt dan 23.
Behalve de buitentemperatuur
zijn er nog andere zaken die hun
invloed doen gelden op de hoog
te van het gasverbruik. Bijvoor
beeld de straling van de zon in
de zomer en de werking van de
wind in de winter. Daarom
wordt aan de graaddagen in de
winter een zwaarder gewicht
toegekend dan in de zomer
maanden. Er zijn zogenaamde
wegingsfactoren bepaald. Voor
november tot en met februari is
die 1,1. Voor maart en oktober
1,0. Voor april tot en met sep
tember 0,8. Het aantal graadda
gen in een maand wordt ver
menigvuldigd met de wegings
factor. Nog maar een voorbeeld.
Stel dat in januari het aantal
gemeten graaddagen 480 be
draagt. Dat getal wordt ver
menigvuldigd met de wegings
factor 1,1. Het totaal aantal ge
wogen graaddagen is dan 528.
Gemiddeld zijn er in Nederland
ruim 3245 gewogen graaddagen
per jaar. De laatste 30 jaar is de
verdeling over de verschillende
maanden als volgt: januari 545;
februari 492; maart 403; april
242; mei 149; juni 76; juli 49;
augustus 49; september 94; ok
tober 238; november 400; de
cember 508. Een ingewikkelde
zaak. In het kader van Zuinig
Stoken zorgt de Vegin voor de
berekeningen, waarbij voor Zee
land de temperaturen die in de
Vlissingse vestiging van het
KNMI genoteerd worden, uit
gangspunt zijn. Maar het blijven
altijd gemiddelden, waarbij af
wijkingen naar boven en 'oene
den niet te vermijden zijn. Me
vrouw Van Dijken-Baars - en
met haar ongetwijfeld anderen -
doet er verstandig aan in het
vervolg géén kou meer te lijden.
Letten op energiebesparende
maatregelen is voldoende.
RINUS ANTONISSE
-
Totale streef
Streefverbruik
verbruik
Normaal
week van 17-03
vanaf 21-01-85
verbruik
t/m 23-03
t/m 23-03-86
800 m3
23 m3
657 m3
1.000
29
822
1.200
35
985
1.400
41
1149
1.600
47
1313
1.800
53
1481
2.000
59
1644
2.200
65
1808
2.400
70
1971
2.600
76
2134
2.800
82
2301
3.000
88
2465
3.300
97
2709
3.600
106
2957
3.900
115
3203
4.200
123
3448
4.500
132
3695
5.000
147
4109
5.500
162
4518
6.000
176
4929