HUURSUBSIDIE WAT NOREN MET HOUT KUNNEN DOEN binnenzak boormachine hypotheken hypotheek dertig jaar vast is te duur PZC/ vrijdagkrant 2 theelen van der weele Onafhankelijk deskundig- Bemiddeling voor elke Vrijblijvend geldverstrekker Computeranalyse - Speciale aanbiedingen Geen extra kosten wet N VRIJDAG 28 MAART 1986 wet moet duidelijkheid verschaffen Voor de Noren, met hun uitgestrekte bossen, is hout door de eeuwen heen altijd het belangrijkste bouw materiaal geweest. Schuren en woningen, maar ook ker ken en hotels werden uit hout opgetrokken. De Noren bewe zen in de loop der eeuwen dat hout een uiterst veelzijdig materiaal was dat heel sim pel, maar ook heel luxueus verwerkt kon worden. Wat de Noren allemaal met hout konden en kunnen doen, is te zien op een tentoonstel ling in het Rotterdam Bouw centrum. Het is een niet al te grote expositie, georganiseerd door het Noorse Architectuur museum in opdracht van het Noorse Ministerie van Buiten landse Zaken. Hout was zeker in vroegere tijden van levensbelang voor de Noren. In tijden van noqd beet men letterlijk op een houtje: als voedsel schaars was, werd van boombast brood gebakken. Het mate riaal werd gebruikt voor meu bels, sieraden, serviesgoed en bestek. De tentoonstelling laat een aantal voorbeelden van dat soort gebruiksartike len zien. Maar het belangrijkste onder werp is de Noorse houtarchi tectuur. Met behulp van foto materiaal krijgt de bezoeker een overzicht van het enorme veelzijdige gebruik van hout in de bouw. Hele Noorse steden zijn van hout gebouwd. De wat popperig uitziende huisjes zijn vaak in felle kleuren geschil derd. Maar er zijn ook voor beelden van robuustere bouw: zware boerenschuren en boe- derijen die vaak afgewerkt worden met houtsnijwerk. Verbazingwekkend is de con structie van een opslagplaats met een gigantisch koepelvor mig dak dat geheel uit hout is gecontrueerd. Veel gebouwen zijn versierd met houtsnijwerk. Kerken hebben ingesneden motieven op de deur, balkons een ballu- strade die gemaakte lijkt te zijn van fijn kant. De huizen van de gegoede burgerij uit de negentiende eeuw zijn in de zelfde stijl gebouwd als elders in Europa in die tijd gebruike lijk was, met het belangrijke verschil dat ze van hout en niet van steen zijn gebouwd. Houten neo-Griekse zuilen sie ren de deurpost, een houten Moorse koepel bekroont een gevel en houten gedraaide pi laren ondersteunen de veran da. Nog steeds is hout in Noorwe gen een belangrijk bouwmate riaal. Daar zijn ook voorbeel den van te zien. De moderne huizen en interieurs komen bekend voor. De Skandinavi- sche meubelindustrie heeft een vaste voet op de Neder landse markt veroverd en Skandinavische huizen wor den hier als zelfbouwpakket ten te koop aangeboden. Maar de Noren gaan veel verder in het gebruik van hout en bou wen er ook grote openbare gebouwen mee. Een mooi voorbeeld daarvan op de ten toonstelling is een concertzaal met een gewelfd houten dak. De tentoonstelling in het Bouwcentrum loopt nog tot en met 19 april. Hij is van maan dag tot en met zaterdag te bezichtigen van 9 tot 21 uur. De toegang is gratis. De snoerloze (oplaadbare) elektrische machines die de laatste tijd sterk in opmars zijn, kenmerken zich door hun meestal erg compacte afmetingen. Er is nu een snoerloze boormachine verschenen die wel erg sterk opvalt door zijn bijzonder kleine afmetingen. De machine is van boorkop tot achterkant nog geen 20 cm lang, en van onder tot bovem meet hij slechts 18 cm. Hij weegt nog geen kilo. Je kunt hem bij wijze van spreken in je binnenzak stoppen. Deze nieuwe Liliputter van Makita heeft een omkeerbare draairichting, kan dus voor alle machinale schroefwerk gebruikt worden, en er zit een waterpasje op. In hout en staal boort hij tot 10 mm diameter. De adviesprijs ligt rond de 250 gulden. (Advertentie) [makelaardij in hypotheken I Rente ca. variabel 5,9 5 jr. vast 6,7 10 jr. vast 7,15 15 en 20 jr. vast 7,35 7 jr. vast incl. 2 jr. rentebedenktijd 6,9 Voor inkomens boven 1 ton diverse fiscaal gunstige vormen. Vlissingen, Badhuisstraat 31-33-35, tel. 01184-13920*. Het is de laatste tijd roerig rond de huursubsidie. Sommige bewindslieden pleiten ervoor om de regeling af te schaffen, terwijl staatssecretaris Brokx juist druk bezig is de zaak in een wet vast te leggen. Consumentenorganisaties verwijten het ministerie dat de voorlichting tekort schiet, terwijl het ministerie vindt dat dat allemaal wel meevalt. Tijd daarom om de zaken eens op een rijtje te zetten. Dat veel mensen de regeling onduidelijk vinden, is niet helemaal verwonderlijk. Er is in de afgelopen jaren regelmatig aan gesleuteld. De maximale huurgrens werd verlaagd, er werden een aantal servicekosten uit gehaald, er kwamen nieuwe tabellen voor alleenstaanden en jongeren. Wie dacht de regeling precies te kennen, ontdekte het jaar daarop dat er weer iets veranderd was. Als alles goed is, is dat binnenkort afgelopen. Dan gaat de Wet op de Individuele Huursubsidie in en daarmee wordt het een stuk moeilijker om steeds weer zaken te veranderen. Die nieuwe wet zal overigens geen gevolgen hebben voor de subsidie-aanvragers. In de wet is alleen maar vastgelegd wat de laatste jaren praktijk was. Huursubsidie is bedoeld om mensen met een laag inkomen aan een redelijke woning te helpen. Dat is niet alleen van belsfng voor degenen die de subsidie krijgen, maar ook in het belang van de bouw en de volkshuisvesting. Zonder huursubsidie zouden er voor nieuwbouw- en stadsvemieuwingswoningen niet veel huurders te vinden zijn. want met een laag Inkomen kun je moeilijk honderden guldens aan huur op tafel leggen. De hoogte van de huursubsidie wordt door drie dingen bepaald, de huurprijs, de hoogte van het gezinsinkomen en de gezinssamenstelling (gaat het om een huishouding met meer personen of een alleenstaande). Bij het berekenen van huursubsidie worden onder huurprijs de kale huur en een aantal servicekosten verstaan. Niet alle servicekosten worden meegeteld. Lift, ventilatie en alarminstallatie vallen eronder, evenals kosten van verlichting en schoonmaken van openbare ruimten. De diensten van een huismeester, Na twee betrekkelijk onrustige weken - de hypotheekrenteverlagin gen varieerden van 0,1 tot 0,3 %- is de rust deze week weergekeerd. Er zijn dan ook geen wijzigingen te melden. HYPOTHEEKRENTE Hypotheekrente beta- rente per lings vast 18 maart 1986 wijze gedu rende af- rentepercentages sluit- met gemeente- zonder gemeente provi- garantie garantie sie in opgave werke- opgave werke- bank lijk bank lijk ANNUÏTEITENHYPOTHEKEN ABN MA variabel 1.5 6.7 7.07 6,9 7.28 ABN MA 1 jr 1.5 6.8 7,17 7.0 7.39 ABN MA 3 jr 1.5 7.3 7,71 7.5 7.93 ABN MA 5 jr 1.5 7.5 7,93 7,7 8.15 ABN MA 7 jr 1.5 7.7 8,15 7,9 8,36 ABN MA 10 jr 1.5 7,8 8,25 8,0 8,47 ABN MA 15 jr 1.5 8.1 8,58 8,3 8,80 Amrobank M/A variabel 1.5 xxxxx xxxxx 6,9 7,28 Amrobank M/A 2 jr 1,5 6,9 7,28 7,1 7,50 Amrobank M/A 5 jr 1,5 7,5 7,93 7,7 8,15 AmrobankM/A 7 jr1,5 7,78,15 7,9 8,36 Avista bank M/A variabel 1,5 6,7 7,07 6,9 7,28 Avista bank M/A 1 jr 1,5 6,8 7,17 7,0 7,39 Avista bank M/A 2 jr 1,5 6,9 7,28 7,1 7,50 Avista bank M/A 3 jr 1,5 7,3 7,71 7,5 7,93 Avista bankM/A 5 jr1,5 7,5T937,7 8,15 Bouwfonds (rentek.) MA variabel 1.5 7,3 7,71 7,3 7,71 Nederlandse M'A 5 jr 1.5 7,3 7,81 7,5 8,03 Gemeenten M'A 10 jr 1.5 7,8 8,36 8,0 8,57 Bouwf. Ned. Gem. MA 30 jr 1.5 8.2 8,79 8.4 9,01 Bouwf. Ned. Gem. MA renterust 1.5 7,5 8,03 7,7 8.25 Centrale M/A 2 jr 1 6,7 7,01 6,9 7,23 Volksbank M/A 5 jr 1 7,2 7,55 7,4 7.77 Direktbank/ M/A NCB-bank M/A Direktbank MA 6,91 6,8 7,12 7,44 7,3 7,66 7,66 7,5 7,87 Grenswissel- M'A kantorenCDK MA Grenswisselk. HJA Grenswisselk. HJ A 7,01 6.9 7.23 7,66 7.5 7,87 7,12 7,1 7,33 7,75 7.7 7,96 Lanschot'opstart MV Van Lanschot/ MV Van Lanschot M V Van Lanschot; MV Van Lanschob MV Lanschot'comf. MV Lanschobcomf. MV variabel 1,5 xxxxx variabel 1.5 xxxxx 1 jr 1,5 xxxxx 2 jr 1,5 xxxxx 5 jr 1,5 xxxxx comf 5 jr. 1.5 xxxxx comf 10 jr. 1.5 xxxxx NMB MA 1 jr 1.5 6.7 7.07 6.9 7,28 NMB MA 3 jr 1.5 7.3 7,71 7,5 7,93 NMB M'A 5 jr 1.5 7,5 7,93 7,7 8.15 NMB M'A 7 jr 1.5 7,7 8,15 7,9 8,36 Postbank M A 2 jr 1 6,7 7,01 6.9 7,23 Postbank M A 5 jr 1 7,3 7,66 7,5 7,87 PostbankM A 7 jr1 7.57,87 7,78,09 Rabobank MA var./l jr. 1,25 6,9 7,25 7,1 7,36 Adviesrente MA 2/3 jr 1,25 7,2 7,58 7,4 7,79 Adviesrente M/A 4/5 jr 1,25 7.4 7,79 7.6 8,01 Adviesrente MA stabiel 1,25 7.6 8,01 7,8 8,23 Adviesrente HJ A var./l jr 1,25 7,1 7,35 7,3 7,56 Adviesrente HJA 2/3 jr 1,25 7.4 7,67 7,6 7,88 Adviesrente HJ A 4/5 jr 1,25 7.6 7,88 7,8 8,09 Adviesrente HJ/A stabiel 1,25 7.8 8,09 8,0 8,30 Rabo M/A 3 jr 1,5 7,2 7,61 7.4 7,82 Hypotheekbank MA 5 jr 1,5 7,4 7,82 7,6 8,04 Rabo HJA 3 jr 1,5 7,4 7,70 7,6 7.91 Rabo HJ/A 5 jr 1.5 7,6 7,91 7,8 8,12 Verenigde MA Spaarbank M/A Spaarbank MA Spaarbank M'A Vfe jr 1 6,8 3 jr 1 7,0 5 jr 1 7,3 ideaalren. 1 7,2 7,12 7,0 7,34 7,34 7,2 7,55 7,66 7,5 7,87 7,55 7,4 7,77 Westl Utr. (stand) M'V 1 jr 1.5 6,7 7,23 6,9 7,45 (stand) MV 5 jr 1.5 7,2 7,77 7,4 7,99 (stand) MV 7 jr 1.5 7.3 7.88 7,5 8,10 (stand) MV 10 jr 1.5 7.4 7,99 7.6 8.21 (stand) MV 15 jr 1.5 7.7 8.32 7.9 8,54 (lage lasten) M V 7 jr 1,5 xxxx xxxx 7.7 8,32 (interim) M'V 1 jr 1.5 6.9 7,45 6,9 7,45 2e kwartaal 1986 budget KW A variabel 1.5 7.5 7,88 7,5 7,88 (no-risk) MV 5 jr 1.5 op aanvraag op aanvraag Woonfonds'aut. MV Holl. wacht af M'V Holl. wacht af MV Holl. M'V Woonfonds MV Holland MV Woonfonds-comf MV Holland comf M'V variabel 1.5 6.2 1 jr 1.5 6.5 2 jr 1.5 6.7 3 jr 1.5 7.0 5 jr 1,5 7.3 10 jr 1.5 7.6 comf 5 jr 1,5 6.9 comf 10 jr 1.5 7,2 LEVENHYPOTHEKEN Centraal Beheer M A 5/10 jr 7,3 7,55 7,3 7,55 Centraal Beheer MA 15 20 jrT57,76 7.5 7,76 NVL-maatschappijenM A 5/10 jr 7,3 7,55 7,3 7,55 NVL-maatschappijenM A 15 20 jr7.57.76"L57/76 *Van Lanschob Woonfonds Holland met gemeentegarantie Woonfonds Holland zonder gemeentegarantie Van Lanschot MA maandbetaling achteraf HJ A halijaarbetaling achteraf MV maandbetaling vooraf KW A kwartaalbetaling achteraf Bron: Vereniging Eigen Huis' te Amersfoort. het onderhoud van de gemeenschappelijke groenvoorzieningen, het onderhoud van dienst- en recreatieruimten en de beheers- en administratiekosten komen tot een bepaald bedrag voor subsidie in aanmerking. Huur plus servicekosten mogen per 1 juli 1986 (na de komende huurverhoging) niet hoger zijn dan 685 gulden per maand. Woningen met een hogere huur komen niet voor subsidie in aanmerking. Voor alleenstaanden onder de 23 jaar geldt een lagere maximumhuur: 545 gulden. Naast de maximumhuur is er ook een minimumhuur vastgesteld die iedereen geacht wordt zelf te kunnen betalen. Bij een huur die lager is dan 251,67 en voor alleenstaanden onder de 23 lager dan 188.33 wordt geen subsidie verleend. Wie dus een huur betaalt onder het minimum- of boven het maximumbedrag, heeft in principe geen recht op huursubsidie. Daar zijn wel een paar uitzonderingen op. Zo geldt het maximumbedrag niet voor bejaardenwoningen. Gezinnen van meer dan acht personen mogen een duurdere woning huren omdat beneden de 685 gulden nauwelijks woningen te vinden zijn die groot genoeg zijn. Ook 65-plussers kunnen subsidie krijgen voor een duurdere woning als ze daar al voor hun 64ste in woonden. Daarmee wordt vermeden dat mensen die hun huur altijd zelf konden betalen en door hun pensionering plotseling fors in inkomen achteruit gaan, moeten verhuizen. Ook gehandicapten in een dure, maar aangepaste woning krijgen subsidie. Het kost immers ook geld om elders een goedkopere woning opnieuw aan te passen. Voor al die gevallen waarin mensen toestemming krijgen om een duurder huis te huren, geldt echter dat ze de huur boven 685 gulden zelf op moeten brengen. Er wordt bij de subsidieverlening van uitgegaan, dat iemand die in een duurdere woning zit, daar ook meer voor moet betalen. Zo betaalt iemand met een minimuminkomen bij een huur van 251 gulden zelf 236 gulden. Huurt hij een woning van 685 gulden, dan moet hij meer dan 300 gulden zelf betalen. Het is niet zo dat iemand met een minimuminkomen zomaar Een hoorzitting in Rotterdam over het huurbeleid. in een woning van 685 gulden kan gaan zitten. Als hij een goede woning had, of ook voor minder geld geschikte huisvesting had kunnen vinden, kan de subsidie geweigerd worden. Mensen die plannen hebben om naar een duurder huis te verhuizen, doen er daarom altijd verstandig aan even bij de gemeente te vragen of ze dan nog voor subsidie in aanmerking komen. Het tweede belangrijke punt is het gezinsinkomen. De inkomens van alle huisgenoten worden bij elkaar opgeteld. Voor kinderen en pleegkinderen is er een drempel: de eerste 7.000 gulden die zij verdienen, worden niet meegeteld. Het inkomen van de partner telt wel volledig mee. Het totale gezinsinkomen mag niet meer dat 36.000 gulden zijn. Alleenstaanden boven de 23 jaar mogen maximaal 32.000 gulden per jaar verdienen en jongeren 28.500 gulden. Over het algemeen is het belastbare inkomen van het voorafgaande j aar het uitgangspunt voor de subsidie. Dat kan heel lastig zijn als iemand plotseling veel minder gaat verdienen, bijvoorbeeld door werkloosheid of echtscheiding. In zo'n geval kan hij een schatting maken van het inkomen dat hij verwacht te krijgen. Is dat inkomen 25 procent lager dan het belastbaar inkomen van het jaar ervoor, dan wordt de subsidie toegekend op basis van de schatting. Huursubsidieaanvragen moeten worden ingediend in de periode van 1 juli tot 1 januari. De subsidie wordt voor een jaar toegewezen en gaat altijd op 1 juli in. Een tussentijdse aanvraag indienen is over het algemeen niet mogelijk, maar daar worden soms wel uitzonderingen opgemaakt als iemand onverwacht in problemen komt. Dat is de zogenaamde harheidsclausule. Als mensen midden in een subsidiejaar in inkomen .achteruitgaan, maar geen beroep op de hardheidsclausule kunnen doen, is er nog de mogelijkheid om een woonkostentoeslag bij de gemeentelijke sociale dienst aan te vragen. Daarvoor komt men overigens minder snel in aanmerking dan voor huursubsidie, omdat de sociale dienst het bijstandsniveau als norm voor de toeslag hanteert. Iemand die voor de woonkostentoeslag is afgewezen, kan later dus wel in aanmerking komen voor huursubsidie. Huursubsidie wordt per drie maanden uitbetaald. Veel mensen vinden dat een bezwaar, omdat ze hun huur immers per maand moeten betalen. In veel gevallen bestaat dan de mogelijkheid tot matiging. Dat betekent dat de verhuurder de huursubsidie rechtstreeks ontvangt en de huurder alleen maar de maandelijkse huur, verminderd met de huursubsidie, hoeft te betalen. Een hypotheek met een ren te-vaste periode van dertig jaar is belachelijk. Dat schrijft de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) in haar Stap penplan-Nieuwsbrief. De kri tiek richt zich daarbij op de meest voorkomende hypo theek-vorm, de annuiteitenhy- potheek. Volgens de NVM zijn de hypo theekadviezen die meestal wor den gegeven,- te veel op de rente ingesteld. Kopers zijn bij hun hypotheekkeuze teveel op ze kerheid gericht. Om het risico van een rentestijging te vermij den, kiezen ze vaak voor een hypotheek met een rentevaste voet van 30 jaar. Veel kopers zijn kopschuw geworden door de gigantische rentestijgingen aan het eind van de jaren zeven tig. Nu de rente op een zeer laag peil staat, is een lange vaste rente populair. De koper die daarvoor kiest, weet nu al wat hij de bank over dertig jaar moet betalen. Maar dat is volgens de NVM dan ook het enige voordeel. Wie kiest voor zo'n lange rentevaste pe riode, moet daar voor betalen in de vorm van een hogere rente. De kosten van de zekerheid we gen volgens de makelaars am per op tegen de baten. Een rentevaste voet van 30 jaar kost zo'n 0,8 procent rente meer dan een rentevaste voet van 15 jaar. Bij de totale looptijd van de hypotheek bedraagt het ver schil al snel meer dan tiendui zend gulden, als de rente na vijftien jaar tenminste niet al te drastisch gestegen is. Maar ook bij een forse rentestij ging is een termijn van vijftien jaar geen al te groot risico. Bij een annuiteitenhypotheek wordt in de eerste jaren vooral de rente afgelost, terwijl in de laatste jaren de lening zelf terug wordt betaald. Dat betekent dus dat in de eerste vijftien jaar al een groot deel van de rente is betaald en een rentestijging na die tijd niet meer zo zwaar drukt. Het is daarom onzin, al dus de NVM, om die eerste jaren 0,8 procent meer te betalen over het grootste deel van het rente bedrag, omdat het gevaar be staat dat tijdens de aflossing van de rest van het bedrag de rente stijgt. In zo'n geval helpt de verhuurder of de gemeente ook met het invullen van het aanvraagformulier. Die hulp betekent overigens niet dat de gemeente of de verhuurder verantwoordelijk is, als een deel van de huursubsidie achteraf wordt teruggevorderd, omdat er teveel betaald is. De aanvrager moet zelf in de gaten houden dat de informatie juist is. en degene die voor de korte rentevaste termijn had gekozen, gaat nu tien procent betalen. Het totale rentebedrag dat hij na dertig jaar heeft betaald, is dan 246.506 gulden. Degene die voor de vaste rente koos, is nog iets duurder uit: 247.230 gulden. Als de rentevoer na vijftien jaar niet gestegen is, is het verschil veel groter. Dan is degene die de gok durfde te nemen, bijna 17.000 gulden goedkoper uit. Voor de zekerheid moet betaald worden. RUNA HELLING A Zo'n lange rentevaste voet is vooral interessant voor de geld schieters die de eerste jaren een hogere rente vangen dan nor maal en de laatste jaren maar een klein risico lopen als de rentevoet stijgt. De consument is meestal duurder uit. Een rekenvoorbeeld voor een ongunstig geval. Er wordt uitge gaan van een hypotheek van 140.000 gulden met een looptijd van dertig jaar. De rente is bij een rentevaste termijn van vijf tien jaar 7,6 procent en bij een termijn van dertig jaar 8,4. Na vijftien jaar is de rente gestegen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1986 | | pagina 42