Koch-Riemens winnaar
van de 'gouden duif
Kampioenschappen
Stormvloedkering is geen viskering
PZC/ varia
jDu.Lve.ri
natuur
hengelen
adrie van riel
7
Actiever vissen
Geep
Inschrijven
Japanse mahonia
Sliblaag
VOENSDAG 26 FEBRUARI 1986
mispels) zijn alle rotsplanten uit Chi
na of de Himalaya. De gewone lau
rierkers is een boom van droge delen
van Klein-Azië en de Balkan. Deze
bloeit te vroeg om bij ons goed rijpe
vruchten te kunnen voortbrengen en
voor rijping van de zaden is het
gemiddeld te koud en te nat.
Ook het niet uitvallen van de dwerg
struikjes die we heide noemen (en nu
zelfs gewoon bloeien) en bijv. rhodo
dendrons valt gemakkelijk te verkla
ren uit de barre omstandighedén
waaronder deze moeten leven. Er zijn
nog veel meer voorbeelden in onze
omgeving te vinden.
De grootste en meest bekende groep
groenblijvers is natuurlijk die van de
coniferen, de bomen en struiken die
met hun naalden het vocht bescher
men tegen het klimaat. In veel tuinen,
parken, plantsoenen en op begraaf-
plaatsen ziet het er dan ook altijd
levendig uit met den, spar, larix,
taxus, levensboom en dwergcypres.
Bijzondere aandacht wil ik nu echter
geen enkel beletsel. Afgelopen najaar
is er, nadat de dorpels in de Hammen
en Schaar van Roggenplaat geplaatst
waren, volop wijting in de Hammen,
achter de kering, gevangen. Opval
lend was wel dat de wijting niet zo
massaal de Oosterschelde is opge
trokken als een jaar daarvoor. Aan
het eind van de Oosterschelde, bij het
Tholense Gat werd in hoofdzaak, in
tegenstelling met vorig jaar, alleen
maar ondermaatse wijting gevangen.
Voor de platvis zullen de dorpels
wellicht evenmin een onoverkoomba
re hindernis zijn. De platvissen mogen
dan in hoofdzaak op de zeebodem
leven, ze bewegen zich even gemakke
lijk in verticale richting als in de
gebruikelijke horizontale richting.
Verschillende malen heb ik bot en
tong langs een kunstwerk loodrecht
naar boven zien komen. In een zeea-
quarium kan men dit helemaal duide
lijk zien.
De stormvloedkering zal dus niet di
rect een viskering zijn. Het zal dus
zowel nadelige als voordelige effecten
met zich meebrengen. Bot, schol en
schar paaien ver uit de kust op de
Noordzee waarna schol en bot als
larven de Oosterschelde binnendrij
ven om later over te gaan tot het
bodemleven. De kering zal dus geen
belemmering zijn.
De schar groeit eerst op in de Noord
zee en dringt pas in later stadium de
kustwateren binnen. De tong laat een
omgekeerde volgorde zien. De Ooster
schelde fungeert als kraamkamer
voor de tong. waarna de jonge ton
getjes in later stadium naar zee trek
ken.
De hengelaar zal dus anders actie
ver moeten gaan vissen. Hij zal er
meer voor moeten doen om vis te
vangen. De krabben die bij hogere
stroomsnelheden wegkropen zullen
hun activiteiten aanzienlijk uitbrei
den. Voor de hengelaars is dat nauur-
lijk hoogst onplezierig vooral als
men aas duur moet kopen.
Er zal meer aas nodig zijn. De henge
laar zal tevens na kortere perioden
zijn onderlijn moeten inspecteren en,
waar nodig, van aas voorzien. Meer
krabben betekent minder kans voor
de vis. Minder stroom betekent tevens
luiere vis. De vis moest voorheen door
de snelheid van de stroom sneller
reageren om een prooi te pakken
maar kan dat nu op het gemak doen.
Ze zullen het aas rustiger pakken en
bij een gevoel van onraad eerder
loslaten. De hengelaar zal de vis
nieuwsgierig moeten maken door nu
en dan de paternoster iets te verplaat
sen. Dit door de lijn regelmatig iets
binnen te draaien of nu en dan met de
hand aan de lijn trekken.
Minder stroom betekent ook dat de
hengelaar minder zwaar kan vissen.
Dus vissen met kleinere loodjes en als
het kan, zonder ankers. Door een
gewijzigd stroombeeld is het nu al
mogelijk geworden op plaatsen te
vissen waar het anders onmogelijk
was.
Van mei tot, september is de Ooster
schelde de kraamkamer voor de geep.
De geep zal in mei zoals gewoonlijk
weer de Oosterschelde optrekken. De
geep werd dikwijls gevangen in de
omgeving van stroomneren en plaat
sen met turbulente stroom. Nu het
stroombeeld gewijzigd is zal zowel
de geep als de hengelaar zich moeten
aanpassen.
De hengelaar zal meer naar de geep
moeten zoeken maar de geep is ook
bij minder stroom en zelfs bij stil
staand water te vangen. De hengelaar
zal regelmatig een rukje aan de hoofd
lijn moeten geven zodat de geep be
langstellend wordt en er op af komt.
De geep moet de gedachte krijgen dat
er iets rondzwemt.
Doordat water nog helderder zal wor
den dan het nu al is, luidt de verwach
ting dat er op de Oosterschelde meer
schar zal komen. Dit omdat de schar
een zichtvis is. Voorts wordt er in de
Oosterschelde. net als in het Grevelin-
gen meer meer zeegras verwacht wat
tot een verrijking van de levensge
meenschap zou kunnen leiden.
Om u enige indruk te geven van
verleden en toekomst nog een paar
cijfers. In het verleden had de mond
van de Oosterschelde een doorstro
mingsprofiel van 80.000 m2 terwijl dit
in de zeer nabije toekomst om 14.000
m2 wordt gebracht. Dus nog geen
vijfde deel van vroeger.
In hoeverre de voorspellingen van de
deskundigen juist zijn zal de toe
komst leren. De deskundigen ver
schillen wel eens van mening in hun
toekomstvoorspelling, over de Oos
terschelde. Hoe deze ook luidt: de
stormvloedkering vormt geen kering
voor de vis.
Constand van Schelven
Zeeuwse
marathon
Wie over de Zeeuwse mara
thons spreekt denkt direct
aan de langste voorzitter van de
grootste Zeeuwse postduivenver
eniging, die in de kleinste zinnen
de kortste toespraken houdt
Seef Koch uit Terneuzen.
Iedereen kent hem, iedereen be
grijpt hem. Als hij tijdens zijn
toespraak letterlijk en figuurlijk
zijn mouwen opstroopt, dan bete
kent dit iets. Zo in de geest van:
iedereen akkoord, dan verder zwij
gen en aanpakken. Een gouden
kerel.
Onder de naam Koch/Riemens Ter-
neuzen kende hijzelf in 1985 een
bijzonder goed en succesvol vlieg-
seizoen. Op een ongedwongen ma
nier dwingt hij respect af. Hoogst
waarschijnlijk door zijn eerlijke
manier van handelen. Van zijn
teamgenoten verwacht hij hetzelf
de. Onder zijn leiding draait de P.V.
De Eendracht in Terneuzen met
130 leden geruisloos.
Noodgedwongen treedt hij meer in
de publiciteit als voorzitter van de
Zeeuwse Marathon Commissie.
Met nadruk stelt hij dat hij zonder
mevrouw De Blaey-de Putter en
haar zoon Piet, alsmede de gehele
familie John Buyze, plus Kees Wil-
lemse (samen de marathoncie),
niets zou betekenen.
Door gezamenlijke inzet bieden ze
jaarlijks de Zeeuwse liefhebbers in
provinciaal verband drie mara
thons. Alle zondagvliegers groot
of klein kunnen deelnemen. Het
bedrag kan voor niemand een be
zwaar zijn.
Iedere Zeeuws-Vlaamse liefhebber
zaterdag- of zondagvlieger kan
aan alle nationale en internationa
le fondvluchten deelnemen. Door
hen is de mogelijkheid om het
fondspel te beoefenen uitgegroeid
tot het absolute maximum. Dit
kent in heel Nederland zijn weerga
niet.
Deze week hebben ze de inschrijflij
sten aan de verenigingen gezonden.
Marathon I, de dagfond met Or-
léans, Moulins, Chateauroux, La
Souterainne en Limoges. De deel
nemers moeten in alle marathons
één van de twee eerstgeklasseerde
duiven winnend klokken. Voor wie
goede duiven heeft is dit haalbaar.
Mogelijk wordt marathon II de
overnachtfond voor specialisten.
Niet iedereen heeft duiven voor
St.-Vincent, Barcelona, Dax en
Bergerac. Maar aan marathon III,
vier prachtige jonge duivenvluch
ten 2x Orléans, Chateroux en Bour-
ges, kan iedereen deelnemen.
Tot 15 april kan men inschrijven bij
mevrouw De Blaeij, Brugstraat 19,
4533 PE Terneuzen.
Mede middels sponsering zullen de
winnaar tijdens de feestavond dit
najaar in Terneuzen worden gehul
digd.
P.V. De Eendracht, Terneuzen
Vitesse oud oa. 1 R. de Schoolmees
ter; vitesse oud aanged. R. de
Schoolmeester; midfond oud oa. 1
A. Baart; midfond oud aanged. 1 R.
v. d. Veeke; vitesse jong oa. J. den
Exter; vitesse jong aanged. M. A. de
Roo; fond jong oa. M. A. de Roo;
fond jong aanged. J. den Exter;
fond oud oa. A. Arens en dochter;
fond oud aanged. Koch/Riemens.
Navluchten oa. R. de Schoolmees
ter; navluchten aanged. M. A. de
Roo. Duifkampioenschappen. Vi
tesse oud: J. den Hamer; midfond
oud: R. de Schoolmeester; vitésse
jong: J. den Hamer; fond jong: J.
Geelhoedt; fond oud: J. B. Doorns
dochter. Navluchten: M. A. de
Roo. Winnaars zesdaagse: 1 Joh.
Buyze ZnR. de Schoomeester; 2
Jacv. Harte F. Mollet; 3 J. P. Harte,
M. A. de Roo. Winnaars trofeëen:
KochRiemens; M. A. de Roo; J. B.
Doorns dochter; R. v. d. Veeke en
F. Mollet.
R. de Schoomeester won 11 maal
een eerste prijs in verenigingsver
band. Generale kampioen: 1 M. A.
de Roo; 2 R. de Schoolmeester; 3
jac. den Exter; 4 R. v. d. Veeke; 5 M.
Risseeuw. Bij de senioren werden
11.338 duiven ingemand voor prijs.
Jeugd: P.V. De Eendracht Terneu
zen, 25 vluchten, circa 1000 duiven
ingekorfd. Deelname ruim 20
jeugdleden.
Oude duiven: 1 A. Moes; 2 J. Harte;
3 W. Risseeuw. Jonge duiven: 1 J. v.
Houdt; 2 J. Harte; 3 E. Dey. Duif
kamp. oude duiven: A. Moes. Duif
kampioen jonge duiven J. Houdt.
Eindstand zesdaagse: 1 E. Buyze P.
de Meyer (grote voorsprong); 2 A.
Arens/ J. Harte; 3 M. Dooms/J. Buy
ze; 4 E. Dey E. Peeman. Generaal: 1
Jolanda Harte; 2 J. Buyze; 3 A.
Moes; 4 W. Risseeuw (winnaar 6
eerste prijzen); 5 E. Dey.
P.V. De Vrijheidsduif, Kruiningen.
Volledige overheersing door drie
liefhebbers. Midfond en fond aan-
als onaangwezen (4x); wisselprijs
en zesdaagse (oude duiven); kam
pioensduif oude fond; aangewezen
en onaangewezen 2e generaal
Foort Flerum. Vitesse oude aange
wezen en navluchten en 3e gene
raal H. v. Noorden. Vitesse oude
onaangewezen. Jonge duiven on-
en aangewezen, wisselprijs jonge,
zesdaagse jonge, duifkampioen vi
tesse, midfond en jonge duiven en
teven on- en aangewezen le gene
raal Matthys van Iwaarden.
Zaterdag wordt in zaal 'Palle-
keshof te Leefdal in de buurt
van Brussel de prijsuitreiking ge
houden van de door het sportblad
'De Duif georganiseerde Westeu-
ropese competitie met als inzet 'de
gouden duif. Uit West-Duitsland,
België, Luxemburg en Nederland
zenden honderden liefhebbers
hiervoor hun beste vliegresultaten
in. Er zijn per land drie verschil
lende categorieën: snelheid, halve
fond en fond. Voor snelheid tellen
de eerste vier getekende duiven,
halve fond drie en fond twee.
Koch/Riemens (Seef) uit Terneuzen
behaalt voor Nederland de hoogste
eer, wat betreft de fond. Met zijn
twee duiven de 82-8226275 en 82-
8281865 wint hij provinciaal uit Sax
de 3e en 4e prijs op 1153 duiven.
Dezelfde twee duiven gingen veer
tien dagen later mee naar Berge
rac: resultaat 3e en 5e provinciale
prijs tegen 1991 duiven. Geen ande
re Europese deelnemer kan twee
dergelijke uitslagen tonen.
Wim Peeman uit Middelharnis wint
wel nationaal Bordeaux 1 en 4,
maar een tweede vergelijkbare uit
slag heeft hij niet. Behalve Koch/
Riemens zullen in de fondcategorie
de Zeeuwen R. Mahu (9e), L. de
Waal en Zn 13e (met 7e en 14e prijs
provinciaal Dax) beiden uit Kloos-
terzande, M. v. Belzen uit Kamper
land (19e) en Jos Willaart (20e) uit
Clinge hun prijzen in ontvangst
nemen.
Dirk Dieleman uit Axel komt op
het podium in de categorie halve
fond met een 5e plaats. Dit heeft hij
te danken aan zijn superprestatie
uit Tours. 6e, 11e en 16e prijs (drie
eerste) tegen 2863 duiven. Ereplaat
sen zijn er voor H. de Feyter, Axel
(8e), A. Schaap, Groede (14e), P. v.
d. Lycke, Breskens (18e) en J. v.
Oostenbrugge, Breskens (22e). In
de categorie snelheid is er een 10e
plaats voor Cor Hermes, Lewedorp
en een 20e plaats voor gebr. v. d.
Wege, Groede.
De winnaars van het totaal (Neder
lands) klassement zijn: Ton Agter-
bosch, Enschede, Gijs Peters, Bu-
del, Willem van den Haar, Gene-
muiden.
Supporters die de grootste viering
afgewisseld met optredens van
internationale artiesten willen
bijwonen zijn gratis welkom. Aan
vang 15.00 uur.
'Groengrens'
rukt op naar
het noorden
Berberis
van zitten dan de bladeren in bundel
tjes van drie tot vijf.
Het geslacht mahonia kent maar 5
soorten in Nederland, alle in cultuur.
Alleen de gewone mahonia (Mahonia
aquifolium) verwildert wel eens op
oude muren, bijv. op de muur rond het
kasteel te Burgh-Haamstede. Het is
een overal zeer veel aangeplante
struik waarvan in de winter de blade
ren vaak paarsachtig verkleurd zijn.
Wintergroen is hier niet altijd het
goede woord. De opvallende gele
bloemtrossen verschijnen bij deze
soort in april en mei en zijn altijd tot
pluimen verenigd.
Maar onlangs zag ik in een plantsoen
een zelden aangeplante mahonia-
soort die nu al op het punt stond te
bloeien, wat door de vorst werd
verhinderd. Het ging om de Japanse
mahonia (M. japonica).
Alle mahonia's hebben bladeren die
verdeeld zijn in een aantal paren
zij blaadjes en een eindblaadje. Die
blaadjes zijn bij de Japanse mahonia
aan weerskanten gewapend met enke
le stekende tanden. In tegenstelling
tot een berberis is de rest van de plant
echter doornloos. Kenmerkend is ver
der, dat vergeleken met de gewone
mahonia de bladeren een stuk groter
zijn en veel steviger.
De Japanse mahonia zal in haar land
van herkomst ongetwijfeld op 'moei
lijke' standplaatsen zijn te vinden.
Ook anders zijn de ongeveer horizon
taal uitstaande bloemtrossen, die
daardoor minder in het oog springen
dan de gebundelde trossen van de
gewone mahonia.
Er zijn overigens wel meer soorten die
in de winter bloeien; wilde soorten als
zwarte els en hazelaar naast gekweek-'
te als to verhazelaar en natuurlijk de
winterjasmijn. Hier alleen gekweekt,
doch wild in Zuid-Limburg, is de gele
kornoelje. Maar bloeien doen ze alleen
als de zonnekracht de vorst overdag
heeft verdreven. Hopelijk is dat bin
nenkort.
J. W. Jongepier
Seef Koch uit Terneuzen: voorzitter van de Eendracht in Terneuzen,
voorzitter van de Zeeuwse marathoncommissie en winnaar van de
'gouden duif.
vragen voor een kleine maar goed
herkenbare plantenfamilie, die rela
tief veel winterharde soorten her
bergt, de berberisfamilie. Deze be
staat voornamelijk uit de twee ge
slachten berberis en mahonia.
Van het geslacht berberis zijn meer
dan 40 soorten sierheesters in ons
land aangeplant. U kent ze wel, die
gemeen stekende plantsoenstruikjes
met ongeveer ovale blaadjes, die vaak
net als bij hulst zelf ook weer geste-
keld zijn. Later in het jaar zitten er
gele bloempjes aan en nog weer later
de rode tot donkerblauwe, vaak be
rijpte bessen. Van die ruim veertig is
de helft nu ook groen of zijn de
bladeren althans niet verdord en afge
vallen. De enige inlandse soort, de
zuurbes (Berberis vulgaris) valt daar
niet onder. Zeer kenmerkend voor
veel berberis-soorten zijn de forse en
drievoudige doorns. In de oksels daar-
Dit jaar zal op 4 oktober koningin
Beatrix de stormvloedkering of
ficieel in gebruik stellen. Door de
uitvoering van de Oosterscheldewer-
ken is het getij in de Oosterschelde
aan het veranderen. Dit is het gevolg
I van de naderende voltooiing van de
I stormvloedkering in de monding van
I de Oosterschelde én de sluiting van
I de compartimenteringsdammen in
1 het oostelijk deel van het bekken. De
I eindsituatie zal in het voorjaar van
1 1987 worden bereikt. In de zomer en
I het najaar van 1986 en in het voorjaar
1 van 1987 zijn perioden gepland,
I waarin de stormvloedkering voor
I korte tijden geheel of gedeeltelijk zal
worden gesloten in verband met
werkzaamheden aan de stormvloed
kering en de compartimenterings
dammen.
Door deze werkzaamheden en schuif-
I manipulaties van de stormvloedke-
|nng kunnen belangrijke afwijkingen
I vóórkomen van hoog- en laagwater-
I standen en -tijden. Voor dagelijkse
I informatie kunt u het telefoonant-
I woordapparaat van de KNMI, afde-:
jüng te Zierikzee (01110-7058) raadple
gen, waarin naast de regionale weer-
berichtgeving ook afwijkende getij-
mformatie en belangrijke schuifmani-
pulaties worden opgenomen. Met in
gang van 3 maart wordt het tel.
01110-7056.
De in gebruikneming van de storm
vloedkering valt op 4 oktober of wel
dierendag. Dit zal wel louter toeval
zijn maar deze kering zal ongetwijfeld
van grote invloed zijn op een grote
hoeveelheid dieren: vogels, schelpdie
ren en vissen.
Als hengelaar zijn we natuurlijk in de
eerste plaats benieuwd naar de gevol
gen voor de visstand. Door de storm
vloedkering ontstaat er in de Ooster
schelde, achter de kering, een ge
dempt tij. Dat houdt in, dat het getij
wordt vertraagd en verminderd. Het
getij zal door de kering, in vergelijking
met voorheen, altijd achter op komen.
De tijdstippen van hoog en laag water
zullen dus altijd later vallen dan voor
been. Het getij zal als gevolg van de
bering met ongeveer 20 procent ver
minderen. Een getijverschil van bij
voorbeeld 3 m, van 1,50 tot -1.50 m
~N.A.P., zal dus worden terugge
bracht tot 2,40 m of van 1,20 m -tot
1.20 m +N.A.P.
ALs gevolg van dit geringere getijver
schil en mede als gevolg van een
kleiner getijgebied (vanwege de com-
Partimeringsdammen) worden ook de
stroomsnelheden van het water aan
zienlijk minder. Mindere stroomsnel
heden betekent minder transport van
allerlei stoffen langs de zeebodem en
door het water. In deze stoffen zitten
behalve zand en slib, ook allerlei
voedsel dat belangrijk is voor de
vissen en de visstand.
Zand en slib zullen als gevolg van de
geringere stroomsnelheden de kans
krijgen te bezinken. Daardoor zal er
volgens de voorspellingen een sli
blaag op de bodem ontstaan met als
gevolg dat de bodemvissen (platvis
sen) minder voedselaanbod krijgen.
De visstand zou als gevolg hiervan
wel eens kunnen verminderen. Voor
de hengelsport dus een sombere toe
komstvoorspelling, met het oog op de
Oosterschelde.
Achter de wolken schijnt de zon wordt
er altijd gezegd en gezien de resulta
ten van het Veerse Meer en het Greve-
lingen Meer zie ik nog wel een licht
puntje. De visserij, zowel sport als
beroep, zal in de Oosterschelde wel
een ander beeld krijgen. Er zal door de
sportvissers anders gevist moeten
worden en de concentratie van henge
laars zou zich wel eens kunnen ver
plaatsen in de richting van de storm
vloedkering. Achter deze kering zul
len de stroomsnelheden juist oplopen
wat gunstig zal zijn voor de roofvis.
Het afgelopen jaar gaf al een aanwij
zing in die richting toen er in deze
omgeving regelmatig zeebaars werd
gevangen.
Er zijn mensen die van gedachte zijn
dat de stormvloedkering met zijn flin
ke drempel, een beletsel zal zijn voor
de vis, om de Oosterschelde binnen te
trekken. Voor de rondvis zeebaars,
wijting, makreel, geep, gul en steen
bolk vormen de dorpels van de kering
ke westerse mens van de twintigste eeuw verbaast zich er niet meer over dat veel bomen
'en struiken in zijn omgeving groen blijven in de winter. Dat komt doordat vele
H'intergroene soorten in de loop der eeuwen naar hier zijn aangevoerd. Uit alle streken van de
vereld. Want van nature komen in onze streken vrijwel geen houtige gewassen voor die hun
bladeren in de herfst niet laten vallen.
IDe argumenten van droogte en hitte,
Isoms gecombineerd met koude, gaan
[vaak wel op voor de niet of zelden
[verwilderende struiken met blij-
|vend, dik blad. Cotoneasters (dwerg-
Klimop
In het wild is groen blijven hier dus
bepaald een uitzondering. De gemid-
beld te koude omstandigheden laten
bet vrijwel niet toe. Toch zijn er twee
bekende soorten die wild voorkomen
Nederland en toch niet meedoen in
pe herfst: klimop (Hedera helix) en
buist (Ilex aquifolium). Dat wil echter
biet zeggen dat deze planten ook van
borsprong wild zijn. Ze zijn weliswaar
binds de oudheid uit ons land bekend,
naar ook even zo lang in gebruik als
bierplant, zodat hiermee het probleem
[van de kip of het ei ontstaat.
De stevige, groenblijvende bladeren
Iversterken echter het vermoeden dat
buist en klimop vroeger alleen in
uidelijker streken moeten hebben
begroeid. Van daaruit zijn ze dan
nogelijk naar het noorden opgerukt.
Even aannemelijk is, dat ze hier als
herplant zijn ingevoerd en zich ver
bolgens in het wild hebben verspreid.
■Dit lukt de meeste exoten niet door
Ivorst of te lage temperaturen bij het
Ivormen van vruchten en zaden. Maar
het eerste is geen probleem geweest
Ivoor de klimop en hulst dank zij hun
luitrusting met niet te tere bladeren.
■Overigens hebben ze die waarschijn
lijk niet om de vorst te doorstaan.
■Veel Zuideuropese planten hebben
Ivan die stevige bladeren als bescher-
Iming tegen te grote verdamping in de
■felle zon en de grote temperatuursver
schillen tussen dag en nacht. Boven-
Idien wordt vraat ermee voorkomen
lals gevolg van de taaiheid. Het eerste
■argument gaat vreemd genoeg voor
Ide op beschaduwde plaatsen groeien-
Ide klimop en hulst ook niet op. Zou
■het dan toch een manier zijn om op
■zonderlinge wijze de winter te overle-
Iven?