CIRKEL EN ZESHOEK Tot behoud van boom en bos PZC/ opinie en achtergrond Gezellig Oneens Geen discussie terzake Industrie I DINSDAG 4 FEBRUARI 1986 (Door Egbert Zijlema) Het liefst zou ik schouder aan schouder met Kaland naar de minister stappen", zegt Ton Grotens, de hoofddirecteur van de Nederlandse Gasunie in Groningen. Maar senator Ad Kaland, de voorzitter van de club van 150 gasdistributiebedrijven in ons land (de VEGIN), ziet nog niets in een dergelijk, door de omstandigheden ingegeven 'herenakkoord'. Wat hem betreft is het eind 1983 ontbrande conflict over de vraag welk prijskaartje er nu eigenlijk aan het huishoudelijke aardgas moet hangen, niet 'zo maar' voorbij, nu de olieprij- industrieel tarief, dat wil zeggen: op basis van de lagere stookolieprijs, kunnen inkopen. Zoals we inmiddels weten, kreeg de VEGIN haar zin niet. Voor het eerst in zen ineens zijn gaan kelderen. Kaland heeft de bal daarom met een, naar het lijkt, meesterlijke voorzet terugge speeld naar de man, die deze week zo aandrong op een gezamenlijk (en liefst eensluidend) advies van Gasu nie en VEGIN, te weten minister Gijs van Aardenne van Economische Za ken. Als die erin trapt, wordt het gas dus binnenkort alvast een dubbeltje goedkoper. Kaland: „Er is - nu huisbrandoüe goedkoper is geworden dan aardgas - geen enkele rechtsgrond meer voor de door de minister genomen prijsmaat regelen van de afgelopen drie jaar. Dus hebben we hem geschreven, dat hij die prijsbeschikkingen eerst maar eens moet intrekken. En wel zo gauw mogelijk." De gasrekening is hoog in Nederland. Dat komt doordat de prijs, die het Nederlandse gezin voor zijn gas be taalt, is opgehangen aan de brandstof, die wordt beschouwd als het meest voor de hand liggende alternatief: huisbrandolie. En die was, totdat een paar weken geleden de oliemarkt door overvloed ontaardde in een regelrech te chaos, peperduur. De jaar op jaar doorgevoerde verhogingen van de aardgasprijs (op het ogenblik 68.6 cent per kuub, inclusief btw) waren dan ook ingegeven door de opvatting van de staat en de Gasunie, dat huishoudelijk gas gestaag in de pas moest komen met de prijs van een vergelijkbare hoeveelheid huisbran dolie. Deze ontwikkeling, die in gang werd gezet ten tijde van de eerste oliecrisis (daarvóór was gas, hoewel in objectie ve zin goedkoop, zelfs duurder dan huisbrandolie) heeft met name de laatste jaren geleid tot stapels onbe taalde rekeningen en legio acties van 'woonlastencomités'. Toch durft Gasunie-directeur Gro tens de stelling aan. dat aardgas nog steeds ,,de goedkoopste manier is om uw huis te verwarmen" (reclameslo gan uit het begin van het aardgastijd perk). „Die tijd is nooit weggeweest", zegt hij. Dat de mensen hun aardgasrekening zo hoog vinden, heeft volgens hem dan ook mede een psychologische achtergrond. Zo van: Het is 'ons' aardgas en daar moeten we dan nog zo veel voor betalen ook. „Dat komt doordat aardgas zo gewoon is, zo sterk is doorgedrongen in de samenle ving. Men kent de prijs van het alter natief eenvoudig niet meer. In een land als Duitsland, dat zelf geen aard gas heeft en waar de huishoudelijke energiemarkt nog voor tweederde wordt bediend met huisbrandolie, hoor je nooit dat gas zo duur is. Daar weten ze wel beter." „Eigenlijk vind ik", aldus Grotens, „dat gas zelfs wel een dubbeltje duur der mag zijn dan huisbrandolie, ge zien de rompslomp, die je van olie hebt. Ik noem dat de premiewaarde. Maar goed, daar praten we dus maar liever niet over in Nederland". Al direct nadat het aardgas gevonden werd in Nederland ('Slochteren') is door de toenmalige politieke leiders bepaald, dat aardgas 'op commercië le wijze' in de markt moest worden gebracht. Dat wil zeggen, aldus Gro tens, tegen marktwaarde. „Lees de aardgasnota van De Pous (Jan de Pous, destijds minister van economi sche Zaken, red.) er maar op na. Dus niet tegen de kostprijs plus een be paalde, redelijk te achten winstmar ge, maar tegen marktwaarde, dat wil zeggen tegen de prijs van het alterna tief'. Kolen dus. De meeste mensen hadden toen toch een kolenkachel? Grotens: „Nee. Herinner je je even de reclame campagne van de kolenhandelaren? Zoiets als: Gezellige mensen stoken kolen. Het was de laatste stuiptrek king van de kolenlobby tegen de olie, die, met de centrale verwarming, al helemaal in opkomst was. Olie pakte de markt. Huisbrandolie was dus ook toen het alternatief'. Dat hebben de gasverbruikers dan goed gemerkt. Met het oplopen van de olieprijzen steeg elk jaar hun energierekening. De gasdistributie bedrijven merkten het ook, vooral aan de teruglopende betalingsdisci pline van hun klanten, de Nederland se huishoudens. Vandaar dat de VE GIN (Vereniging van Gasdistributie bedrijven In Nederland), die al een paar jaar tegensputterde, eind 1983 luid aan de bel trok. Deze club zit namens haar ongeveer 150 leden jaarlijks met de Gasunie om de tafel over de vaststelling van 'een redelijk te achten kleinverbruikersta- riefzoals het langjarig contract met Gasunie het omschrijft. De VEGIN vond het streven naar huisbrandolie pariteit niet langer redelijk en legde de claim op tafel voortaan te worden behandeld als grootverbruiker. „We zijn per slot van rekening de grootste klant van de Gasunie", zegt Kaland. Was dat VEGIN-uitgangspunt inder tijd geaccepteerd dan hadden de 150 gasbedrijven, die qua omzet stuk voor stuk toch wel te vergelijken zijn met een forse industrie, aardgas tegen VEGIN-voorzitter A. J. Kaland Het vaststellen van de aard gasprijs voor kleinverbruikers is, in tegenstelling tot wat het lijkt, een vrij ingewikkelde aangelegenheid. Normaal ge sproken onderhandelen Gasu nie en VEGIN over de eind- prijs voor de consument. Als die eenmaal in goed overleg is vastgesteld (wat dus al drie jaar lang niet lukt) wordt de prijs, die de Gasunie voor het gas moet hebben, per afzon derlijk gasbedrijf 'teruggere kend'. In wezen zijn er dus zo'n 150 verschillende contracten (en niet één contract met de VEGIN), maar daarvan merkt het publiek niets. De eindprijs van het gas is van Roode- school tot Slenaken overal even hoog. Dat zou anders worden als de VEGIN haar zin krijgt en de contractpartners zouden gaan onderhandelen op basis van het grootverbrui kerstarief stookoliepariteit De VEGIN wordt dan net als de industrie een grote klant (eigenlijk: een groep grote klanten), die met Gasunie moet gaan onderhandelen over een inkoopprijs. Vervol gens kunnen de gasbedrijven dan zelf, binnen redelijke grenzen, hun verkoopprijs voor de consument bepalen. Dat kan een enorme verschei denheid aan tarieven opleve ren, want het ene bedrijf zal nu eenmaal meer distributiekos- ten hebben en doorberekenen dan het ander. VEGIN-voor- zitter Kaland hierover: „Waarom eigenlijk niet? In de elektriciteitstarieven zie je toch ook grote regionale ver schillen?" de geschiedenis van de onderhande lingen tussen groothandelaar Gasu nie en de club van detailhandelaren VEGIN werden ze het niet met elkaar eens. „Dat had moeten betekenen", meent Kaland, „dat de prijs per 1 januari 1984 (want daar praatten we eind 1983, toen het vastliep, over) niet gewijzigd had moeten worden. In het contract, dat wij met de Gasunie hebben, staat niets over olieparitei ten; er is maar één criterium, een redelijke kleinverbruikersprijs. Wel nu, als je het daar in een bepaald jaar niet over eens wordt, dan verandert er gewoon niets; dat lijkt me nogal sim pel". Het liep anders. De minister van Economische Zaken greep in. Ge bruik makend van de mogelijkheid, die de Wet Aardgasprijzen hem biedt, hakte hij de knoop door: hij verhoog de de aardgasprijs met drie cent. Dat gebeurde opnieuw per 1 januari 1985 en nog eens voor 1986, zij het dat het de laatste keer geen drie maar twee cent werd. Zonder btw. Tellen we die er bij dan is door het ingrijpen van de overheid het gas nu bijna een dubbel tje duurder dan op 31 december 1983. Ondertussen voert de VEGIN sinds dien en nog steeds een niet erg vlot tend proces tegen de Gasunie over de haars inziens dus onjuiste huisbran dolieformule. „We zitten met de VEGIN inderdaad op twee verschillende golflengten", stelt Grotens van Gasunie vast. „Dat is bijzonder vervelend. We hebben een contract van twintig jaar, we zijn dus met elkaar getrouwd, kun je wel zeg gen en huwelijksproblemen zijn nooit leuk. Wat mij betreft stappen Ad Kaland en ik het liefst nog morgen naar de minister met een onderhande- lings resultaat op basis van huisbran dolie-pariteit. Kaland doet er verstan dig aan dat uitgangspunt te accepte ren; dat levert het snelst een verlaging van de gasprijs op". En fijntjes voegt hij er aan toe: „In 1971 zijn de VEGIN en wij het ook eens geworden over een gasprijsverlaging. met als argument, dat huisbrandolie goedkoper was dan gas. Toen gold die olie kennelijk nog wel als acceptabel alternatief'. Dat de prijs van het huishoudelijk aardgas omlaag kan is in Nederland eigenlijk geen punt van discussie meer. Huisbrandolie is op dit moment goedkoper dan aardgas, bijgevolg kan de aardgasprijs voor de consument naar beneden. Hoeveel? Grotens: „Daarover kun je wel speculeren, maar het kan morgen weer anders zijn". Volgens Gasunievoorlichter Ben Warner moetje eerder denken in termen van drie, vier cent dan aan een dubbeltje. De marktnotering voor huisbrandolie is weliswaar een stuk onder de aardgasprijs gedoken, „maar je moet natuurlijk wel vergelijken met de consumentenprijs en niet met de marktnotering. Ik denk dat je dan op vier cent zit". Zei Warner afgelopen maandag. Ad Kaland. drie dagen later: „Als er een dubbeltje van de gasprijs afgaat zijn we terug op het niveau van eind 1983, dat wil zeggen 49,6 cent, zonder btw. Ik heb hier een overzicht, waaruit blijkt dat een vergelijkbare hoeveel heid huisbrandolie 48 cent kost en er is gisteren net weer vier cent afge gaan. Dat is dus 44 cent per aardgase quivalent olie. Consumentenprijs, het staat er bij. Dus, als die acht cent van Van Aardenne (met btw bijna een dubbeltje, red.) ongedaan wordt gemaakt, blijft aardgas nog steeds duurder dan huisbrandolie". Accep teert de VEGIN de huisbrandformule nu ineens? Kaland: „Nee. Wij blijven vasthouden aan stookolie-pariteit. Dat hebben we op de bestuursvergadering, woens dag, duidelijk nog eens vastgesteld. We verkopen onze principes niet voor een schotel linzen. Ik wil alleen maar even duidelijk maken, dat aardgas zelfs op grond van de door ons niet geaccepteerde hbo-formule te duur is. Als de Gasunie dan ook nog even op onze formule wil gaan zitten, kan er na het verdwijnen van de prijsbe schikkingen van de minister nog wel drie cent af, bijvoorbeeld per 1 juli". Die acht cent (excl. btw, voor de consument dus een dubbeltje) moet er, zegt de VEGIN, met onmiddellijke ingang af. Waarom? „Er is geen enkele rechtsgrond voor die drie prijsmaatre gelen meer. De minister heeft die beschikkingen genomen, omdat de prijs van het gas achter bleef bij die van huisbrandolie. Het is een mini mumprijs, die de Gasunie dan ook moet vragen aan de VEGIN-leden (die trouwens allemaal een individuele overeenkomst met Gasunie hebben)". Nu huisbrandolie goedkoper is dan aardgas, is de grond voor die mini mumprijs niet langer aanwezig. Van Aardenne kan dus maar één ding doen: de beschikkingen intrekken". Had de minister dan niet liever een unaniem advies van Gasunie en VE GIN ontvangen? Kaland: „Hij wist al toen hij het aan ons vroeg, dat hij dat in alle redelijkheid niet mocht ver wachten. We blijven principieel van mening verschillen over de formule". Stel, de minister is het met de VEGIN eens, gaat u dan weer met de Gasunie praten? Kaland: „We praten nu al. Dat zullen we wel blijven doen, ook al zijn we het niet eens. Kijk, als nu eerst die gedwongen prijsverhogingen onge daan worden gemaakt... ik denk... misschien is de lucht dan wel zover opgeklaard, dat we ruimte vinden voor een bepaalde formule. Dus niet praten over oliepariteit, ik denk even hardop, maar bijvoorbeeld terug naar het uitgangspunt van het con tract: een redelijk te achten kleinver bruikerstarief. Dan laat je in het midden, via welke formule elk van de partijen tot dat redelijke tarief is gekomen. Dat is toch denkbaar?" „Ik zou daar wel voor voelen, want - en nu richt ik me als zijn allerbeste en allergrootste klant via uw krant even tot Ton Grotens - de situatie met al die prijsbeschikkingen, dat is on houdbaar. Het zou mij wat waard zijn - en daartoe ben ik persoonlijk bereid en ik denk, het bestuur ook - er met de Gasunie uit te komen. We zitten wel erg diep ingegraven in onze stellingen en dat is een trieste zaak". Bij het cafeetje op de hoek een plaatselijke krant kopen en die op het terras gaan zitten lezen bij het genot van 'un blanc' of 'une blonde', dat hoort, voor mij althans, bij de genoegens van een gezinsvakantie in Frankrijk. Als er geen plaatselijk krantje te koop is, dan maar een landelijk dagblad - mits niet te moeilijk en te saai. Als er niets anders in voorraad is, neem ik 'le Monde', een degelijke, moeilijk ge schreven krant zonder plaatjes. Voor de vakantie is 'le Monde' te moeilijk, in je werktijd moetje als je goed op de hoogte wil blijven van internationale en EG-(landbouw)zaken en vooral commentaren af en toe wel eens iets uit of via 'le Monde' vernemen. Hans Wijnmalen, de Nederlandse land bouwraad in Frankrijk, heeft onlangs in een boeiend artikel een boek van de hoofdredacteur van 'le Monde' aange haald. Deze André Fontaine schrijft in dat boek over de ingeburgerde ge woonte van de Fransen, hun land als het centrum van het heelal te be schouwen. Wat buiten Frankrijk ge beurt is nauwelijks belangrijk. Fon taine vindt, dat het hoog tijd wordt hiermee op te houden. We moeten uitbreken uit de hexagonie zegt hij. Hexagone betekent zeskantig. Wie de vorm van Frankrijk op de landkaart goed bekijkt, zal er een zeshoek in terugvinden. Vandaar die aanduiding van Frankrijk als hexagone. Zeshoekig zou je ook West-Europa kunnen noemen. Fontaine noemt ge noemde mentaliteit van de Fransen, hexagonie. Hetzelfde zou je op heel West-Europa van toepassing kunnen verklaren: rustig leven zonder veel op de rest van de wereld te letten, we hebben het veel te druk met eigen bespiegelingen en problemen. We worden in feite zo door onze eigen onenigheid in beslag genomen dat we de vaart der volkeren buiten ons werelddeel/niet waarnemen. Aan de andere kant van de wereld denken ze niet in zeshoeken maar in cirkels. De vlag van Japan wordt beheersd door een grote rode cirkel. In China beschouwt men al twintig eeuwen de yin-vangcirkel als sym bool van het leven en China zelf. Een zeshoek symboliseert een individuele gezindheid, op iedere hoek kun je uitbreken en je eigen weg gaan. Een cirkel geeft een geslotenheid weer. Gezamenlijk wordt een doel bepaald en massaal werkt men daaraan. Hun kracht ligt in de massaliteit, het collectief werken aan een ideaal. Individu is in het verre Oosten altijd ondergeschikt aan het collectief doel. De eenling is slechts een schakel in de lange ketting die het geheel vormt. Binnen de cirkel van het collectief voelt men zich, vooral in Japan, opti- maal. Kijk maar naar Japanse toeris ten, nooit alleen, altijd in groepsver band. Na de Tweede Wereldoorlog is het verre Oosten - de Pacific - econo misch pas goed ontwaakt. Japan mocht dan de oorlog verloren heb ben. Het begon onmiddellijk als de Duitsers met de wederopbouw. Niet alleen van gebouwen en steden, maar vooral van de industrie. Sterker nog: zelfs industrieën die Japan tot dan toe nooit gekend had, werden nu letterlijk uit de grond gestampt. Het resultaat kennen we allemaal: Japan is momenteel naast de U.S.A. de belangrijkste industriële natie ter wereld. En verre van dat men nu op de lauweren gaat rusten; juist deze jaren bereid men zich voor op wat wel eens een beslissende voorsprong zou moe ten worden. „Japan zet sinds 1945 de oorlog voort, niet met bommen en tanks, maar met economische strijd- methoden". Dat zegt men overal in het verre Oosten en de U.S.A. In het kielzog van Japan hebben zich inmid dels ook Korea, Hong Kong en Singa pore ontwikkeld tot economische machten van betekenis. En lest best, het geweldige China, goed voor een kwart van de wereldbevolking. Die oude reus is ook ontwaakt en werkt met koortsachtige ijver aan zijn eco nomisch herstel. Het verre Oosten is in de ban van de ring. Steeds groter en sterker wordt die ring. Het is een wat trieste constatering, maar het brandpunt van de we reldeconomie ligt niet meer in West- Europa en Atlantische Oceaan. De plek is verschoven naar de Stille Oceaan. Het Pacificbekken waarom heen China, Korea, Japan, Singapore, Australië en het westen van de U.S.A. liggen fungeert nu als focus van het wereldgebeuren. Dat hele bekken bruist van energie, van ondernemingsgeest, van wil tot keihard werken, desnoods tegen lage tot zeer lage lonen. Het salarispeil van West-Europa ligt enige malen hoger, gemiddeld althans. Ieder keer als er bij ons een uurtje afgaat in het kader van de A.T.V. of een salariscompensa tie toegekend, wordt daar extra ge juicht - want dan is de concurrentie weer iets gemakkelijker geworden. Betekent dit alles dat Europa te beschouwen is als een oude jas die met de voddeman meekan? Nee (nog) niet. Al is het knap laat, toch is er nog tijd en gelegenheid om op de hard rijdende kar van het verschui vende economisch brandpunt te springen. Als we kennis, krachten en kapitaal bundelen, als we de ver schillen van onze landen onderge schikt maken aan gezamenlijk be lang, kunnen we in de toekomst nog heel veel bereiken. Als West-Europa op de wereldmarkt treedt als een gesloten en harmonieuze economi sche macht dan kan het wedijveren met het hele Pacificbekken. Maar het moet nu wel gebeuren. Automatise ring en informatica en de toepassing daarvan (of niet) zullen voor een beslissende voor- of achterstand zor gen. Wat heeft dit verhaal met de land bouw te maken? Alles. De landbouw is een wezenlijk onderdeel van de Europese economie. De enige gehar moniseerde sector van de EEG boven dien. Een bedrijfstak die qua innova tie en ondernemerszin zich kan meten met de Japanse industrie. Maar ook voor de toekomst van de landbouw is het van levensbelang dat West-Euro pa zich weer in de vaart der volkeren begeeft. We moeten uit de mentaliteit van de zeshoek. Als West-Europa als geheel achterblijft, zal de-landbouw de aansluiting missen op de koplopers - het Pacificbekken. De ene sector sleept nu eenmaal on herroepelijk de andere mee in onze gecompliceerde samenhangende eco nomieën. Juist met dit hele gegeven voor ogen, zou het mijns inziens vol strekt verkeerd zijn in de landbouw politiek te kiezen voor allerlei contin- genteringen. Die hebben een bevrie zend en verstarrend effect. Daardoor verliest men op langere termijn de aansluiting op de markten. Verdere achteruitgang en achterstand is dan het gevolg. Als je een beetje inzicht hebt in de 'mentaliteit van de cirkel' kun je je niet meer permitteren nog langer in de 'geest van de zeshoek' te verwijlen. mr. Gerard W. Smallegange. (Door Rudolph Bakker Tot behoud van boom en bos zijn vertegenwoordigers van 91 lan den en organisaties deze week in Parijs bijeen om serieuze maatrege len te onderzoeken tegen zure regen en boomvernielende ziektes. Ook wordt gesproken over de ontbos sing aan de zuidrand van de Sahara, waar het zand de levensnoodzake lijke begroeiing dramatisch over spoelt. De conferentie wordt gehou den op initiatief van president Mit terrand, die zijn buitenhuis in de 'Landes' met bomen heeft omringd. Onder de parapluie van deze confe rentie zal ook premier Lubbers woensdag en donderdag in Parijs zijn in zijn kwaliteit van voorzitter van de EG. Hij zal er dineren met de Franse president en een ontmoeting hebben met de Westduitse kanselier Kohl. Deze gesprekken zullen voor een belangrijk deel bedoeld zijn op middelen te zinnen de EG uit de impasse te halen die is ontstaan doordat het Deense parlement wei gerde in te stemmen met het pakket EG-hervormingen. Premier Lubbers heeft ook ontmoe tingen met de Franse premier Fa- bius en met de minister voor buiten landse betrekkingen Dumas. Van Nederlandse zijde nemen aan de bos-conferentie - die de code naam 'Silva' draagt - de ministers Schoo van ontwikkelingshulp en Braks van landbouw deel. Minister Schoo zal zich ter conferentie bezig houden met de ontbossingsrampen in de Sahel, het gebied waar de zuidelijke Sahara overgaat in be bouwbare gronden die nu door zand duinen worden bedreigd. Bij gebrek aan een totale oplossing van de problemen, zal op deze bij eenkomst waarschijnlijk een sys teem worden voorgesteld om de ontbossing beter in kaart te bren gen, hetzij door waarnemingen op het terrein zelf dan wel via een satelliet. Frankrijk zal vragen om een Europees onderzoekscentrum ter bestudering van de fysiologie van de bomen. Opnieuw zal een poging worden gedaan industrieën ertoe te brengen meer te doen tegen de lucht- en waterverontreiniging en opnieuw zal het netelige onderwerp van de nor men voor 'schone' auto's ter sprake worden gebracht. De Franse re ge ring had zich tegendeze nieuw normen verzet omdat ze een belani rijk producent van kleine auto's is die na zo'n ingreep te duur zoude:, worden en de slag om de concurren tie zouden verliezen. Aan de conferentie nemen - aanvan kelijk afzonderlijk - internationale organisaties als 'Vrienden van de aarde' en het 'World Wildlife Fund deel. Nadat de ministers van land bouw en hoge technische ambtena ren maandag en dinsdag de confe rentie hadden voorbereid, wordt die woensdag en donderdag in de Sor- bonne gehouden. Ze staat dan in hel teken van een verklaring van de Franse president, volgens welke „de boom en de bossen beschavingspro blemen geworden zijn. Het is nood zakelijk dat er plechtig wordt opge roepen tot het aanvaarden van de verantwoordelijkheid jegens bomen en bossen met het oog op de genera ties die na ons komen", aldus Fran cois Mitterrand. Het initiatief van de president wordi in Frankrijk gezien als een politieke gok, die Mitterrand gewonnen heel: waar het de opkomst betreft. Af te wachten valt echter of een dergelijke conferentie in staat is maatregelen te nemen die verder zullen gaan dan het opnieuw formuleren van vrome wensen. Ook Frankrijk heeft te lijden van ontbossing als gevolg van plante- ziekten en luchtvervuiling. In de noordelijke Alpen en in de Vogezei zouden 15 tot 20 procent van sparren hun naalden verloren zijn In de Elzas gaat het om 25 procent terwijl in Normandië de beuken zijl aangetast en in het zuiden de plata nen. Tot nu toe waren alle plannen internationaal niveau in het zand gelopen. Een nieuw enthousiasmt om de strijd tegen de ontbossing t( beginnen schijnt echter te zijn ge groeid tijdens de laatste conferen tie van de wereldvoedsel- en land bouworganisatie FAO afgelopen zo mer in Mexico. Ten aanzien van hel bijkans onoplosbare probleem van het onderstuiven van de Sahel de droom uit naar Amerikaans! hulp voor arme landen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1986 | | pagina 4