CIRKEL EN ZESHOEK
Tot behoud van
boom en bos
PZC/ opinie en achtergrond
Gezellig
Oneens
Geen discussie
terzake
Industrie
I
DINSDAG 4 FEBRUARI 1986
(Door Egbert Zijlema)
Het liefst zou ik schouder aan schouder met Kaland naar de minister stappen", zegt Ton
Grotens, de hoofddirecteur van de Nederlandse Gasunie in Groningen. Maar senator
Ad Kaland, de voorzitter van de club van 150 gasdistributiebedrijven in ons land (de VEGIN),
ziet nog niets in een dergelijk, door de omstandigheden ingegeven 'herenakkoord'.
Wat hem betreft is het eind 1983
ontbrande conflict over de vraag welk
prijskaartje er nu eigenlijk aan het
huishoudelijke aardgas moet hangen,
niet 'zo maar' voorbij, nu de olieprij-
industrieel tarief, dat wil zeggen: op
basis van de lagere stookolieprijs,
kunnen inkopen.
Zoals we inmiddels weten, kreeg de
VEGIN haar zin niet. Voor het eerst in
zen ineens zijn gaan kelderen. Kaland
heeft de bal daarom met een, naar het
lijkt, meesterlijke voorzet terugge
speeld naar de man, die deze week zo
aandrong op een gezamenlijk (en
liefst eensluidend) advies van Gasu
nie en VEGIN, te weten minister Gijs
van Aardenne van Economische Za
ken. Als die erin trapt, wordt het gas
dus binnenkort alvast een dubbeltje
goedkoper.
Kaland: „Er is - nu huisbrandoüe
goedkoper is geworden dan aardgas -
geen enkele rechtsgrond meer voor de
door de minister genomen prijsmaat
regelen van de afgelopen drie jaar.
Dus hebben we hem geschreven, dat
hij die prijsbeschikkingen eerst maar
eens moet intrekken. En wel zo gauw
mogelijk."
De gasrekening is hoog in Nederland.
Dat komt doordat de prijs, die het
Nederlandse gezin voor zijn gas be
taalt, is opgehangen aan de brandstof,
die wordt beschouwd als het meest
voor de hand liggende alternatief:
huisbrandolie. En die was, totdat een
paar weken geleden de oliemarkt door
overvloed ontaardde in een regelrech
te chaos, peperduur. De jaar op jaar
doorgevoerde verhogingen van de
aardgasprijs (op het ogenblik 68.6
cent per kuub, inclusief btw) waren
dan ook ingegeven door de opvatting
van de staat en de Gasunie, dat
huishoudelijk gas gestaag in de pas
moest komen met de prijs van een
vergelijkbare hoeveelheid huisbran
dolie.
Deze ontwikkeling, die in gang werd
gezet ten tijde van de eerste oliecrisis
(daarvóór was gas, hoewel in objectie
ve zin goedkoop, zelfs duurder dan
huisbrandolie) heeft met name de
laatste jaren geleid tot stapels onbe
taalde rekeningen en legio acties van
'woonlastencomités'.
Toch durft Gasunie-directeur Gro
tens de stelling aan. dat aardgas nog
steeds ,,de goedkoopste manier is om
uw huis te verwarmen" (reclameslo
gan uit het begin van het aardgastijd
perk). „Die tijd is nooit weggeweest",
zegt hij.
Dat de mensen hun aardgasrekening
zo hoog vinden, heeft volgens hem
dan ook mede een psychologische
achtergrond. Zo van: Het is 'ons'
aardgas en daar moeten we dan nog
zo veel voor betalen ook. „Dat komt
doordat aardgas zo gewoon is, zo
sterk is doorgedrongen in de samenle
ving. Men kent de prijs van het alter
natief eenvoudig niet meer. In een
land als Duitsland, dat zelf geen aard
gas heeft en waar de huishoudelijke
energiemarkt nog voor tweederde
wordt bediend met huisbrandolie,
hoor je nooit dat gas zo duur is. Daar
weten ze wel beter."
„Eigenlijk vind ik", aldus Grotens,
„dat gas zelfs wel een dubbeltje duur
der mag zijn dan huisbrandolie, ge
zien de rompslomp, die je van olie
hebt. Ik noem dat de premiewaarde.
Maar goed, daar praten we dus maar
liever niet over in Nederland".
Al direct nadat het aardgas gevonden
werd in Nederland ('Slochteren') is
door de toenmalige politieke leiders
bepaald, dat aardgas 'op commercië
le wijze' in de markt moest worden
gebracht. Dat wil zeggen, aldus Gro
tens, tegen marktwaarde. „Lees de
aardgasnota van De Pous (Jan de
Pous, destijds minister van economi
sche Zaken, red.) er maar op na. Dus
niet tegen de kostprijs plus een be
paalde, redelijk te achten winstmar
ge, maar tegen marktwaarde, dat wil
zeggen tegen de prijs van het alterna
tief'.
Kolen dus. De meeste mensen hadden
toen toch een kolenkachel? Grotens:
„Nee. Herinner je je even de reclame
campagne van de kolenhandelaren?
Zoiets als: Gezellige mensen stoken
kolen. Het was de laatste stuiptrek
king van de kolenlobby tegen de olie,
die, met de centrale verwarming, al
helemaal in opkomst was. Olie pakte
de markt. Huisbrandolie was dus ook
toen het alternatief'.
Dat hebben de gasverbruikers dan
goed gemerkt. Met het oplopen van
de olieprijzen steeg elk jaar hun
energierekening. De gasdistributie
bedrijven merkten het ook, vooral
aan de teruglopende betalingsdisci
pline van hun klanten, de Nederland
se huishoudens. Vandaar dat de VE
GIN (Vereniging van Gasdistributie
bedrijven In Nederland), die al een
paar jaar tegensputterde, eind 1983
luid aan de bel trok.
Deze club zit namens haar ongeveer
150 leden jaarlijks met de Gasunie om
de tafel over de vaststelling van 'een
redelijk te achten kleinverbruikersta-
riefzoals het langjarig contract met
Gasunie het omschrijft. De VEGIN
vond het streven naar huisbrandolie
pariteit niet langer redelijk en legde
de claim op tafel voortaan te worden
behandeld als grootverbruiker. „We
zijn per slot van rekening de grootste
klant van de Gasunie", zegt Kaland.
Was dat VEGIN-uitgangspunt inder
tijd geaccepteerd dan hadden de 150
gasbedrijven, die qua omzet stuk voor
stuk toch wel te vergelijken zijn met
een forse industrie, aardgas tegen
VEGIN-voorzitter A. J. Kaland
Het vaststellen van de aard
gasprijs voor kleinverbruikers
is, in tegenstelling tot wat het
lijkt, een vrij ingewikkelde
aangelegenheid. Normaal ge
sproken onderhandelen Gasu
nie en VEGIN over de eind-
prijs voor de consument. Als
die eenmaal in goed overleg is
vastgesteld (wat dus al drie
jaar lang niet lukt) wordt de
prijs, die de Gasunie voor het
gas moet hebben, per afzon
derlijk gasbedrijf 'teruggere
kend'. In wezen zijn er dus zo'n
150 verschillende contracten
(en niet één contract met de
VEGIN), maar daarvan merkt
het publiek niets. De eindprijs
van het gas is van Roode-
school tot Slenaken overal
even hoog. Dat zou anders
worden als de VEGIN haar zin
krijgt en de contractpartners
zouden gaan onderhandelen
op basis van het grootverbrui
kerstarief stookoliepariteit
De VEGIN wordt dan net als
de industrie een grote klant
(eigenlijk: een groep grote
klanten), die met Gasunie
moet gaan onderhandelen
over een inkoopprijs. Vervol
gens kunnen de gasbedrijven
dan zelf, binnen redelijke
grenzen, hun verkoopprijs
voor de consument bepalen.
Dat kan een enorme verschei
denheid aan tarieven opleve
ren, want het ene bedrijf zal nu
eenmaal meer distributiekos-
ten hebben en doorberekenen
dan het ander. VEGIN-voor-
zitter Kaland hierover:
„Waarom eigenlijk niet? In de
elektriciteitstarieven zie je
toch ook grote regionale ver
schillen?"
de geschiedenis van de onderhande
lingen tussen groothandelaar Gasu
nie en de club van detailhandelaren
VEGIN werden ze het niet met elkaar
eens.
„Dat had moeten betekenen", meent
Kaland, „dat de prijs per 1 januari
1984 (want daar praatten we eind
1983, toen het vastliep, over) niet
gewijzigd had moeten worden. In het
contract, dat wij met de Gasunie
hebben, staat niets over olieparitei
ten; er is maar één criterium, een
redelijke kleinverbruikersprijs. Wel
nu, als je het daar in een bepaald jaar
niet over eens wordt, dan verandert er
gewoon niets; dat lijkt me nogal sim
pel". Het liep anders. De minister van
Economische Zaken greep in. Ge
bruik makend van de mogelijkheid,
die de Wet Aardgasprijzen hem biedt,
hakte hij de knoop door: hij verhoog
de de aardgasprijs met drie cent. Dat
gebeurde opnieuw per 1 januari 1985
en nog eens voor 1986, zij het dat het
de laatste keer geen drie maar twee
cent werd. Zonder btw. Tellen we die
er bij dan is door het ingrijpen van de
overheid het gas nu bijna een dubbel
tje duurder dan op 31 december 1983.
Ondertussen voert de VEGIN sinds
dien en nog steeds een niet erg vlot
tend proces tegen de Gasunie over de
haars inziens dus onjuiste huisbran
dolieformule.
„We zitten met de VEGIN inderdaad
op twee verschillende golflengten",
stelt Grotens van Gasunie vast. „Dat
is bijzonder vervelend. We hebben een
contract van twintig jaar, we zijn dus
met elkaar getrouwd, kun je wel zeg
gen en huwelijksproblemen zijn nooit
leuk. Wat mij betreft stappen Ad
Kaland en ik het liefst nog morgen
naar de minister met een onderhande-
lings resultaat op basis van huisbran
dolie-pariteit. Kaland doet er verstan
dig aan dat uitgangspunt te accepte
ren; dat levert het snelst een verlaging
van de gasprijs op". En fijntjes voegt
hij er aan toe: „In 1971 zijn de VEGIN
en wij het ook eens geworden over een
gasprijsverlaging. met als argument,
dat huisbrandolie goedkoper was dan
gas. Toen gold die olie kennelijk nog
wel als acceptabel alternatief'.
Dat de prijs van het huishoudelijk
aardgas omlaag kan is in Nederland
eigenlijk geen punt van discussie
meer. Huisbrandolie is op dit moment
goedkoper dan aardgas, bijgevolg kan
de aardgasprijs voor de consument
naar beneden. Hoeveel? Grotens:
„Daarover kun je wel speculeren,
maar het kan morgen weer anders
zijn". Volgens Gasunievoorlichter
Ben Warner moetje eerder denken in
termen van drie, vier cent dan aan een
dubbeltje. De marktnotering voor
huisbrandolie is weliswaar een stuk
onder de aardgasprijs gedoken, „maar
je moet natuurlijk wel vergelijken met
de consumentenprijs en niet met de
marktnotering. Ik denk dat je dan op
vier cent zit".
Zei Warner afgelopen maandag. Ad
Kaland. drie dagen later: „Als er een
dubbeltje van de gasprijs afgaat zijn
we terug op het niveau van eind 1983,
dat wil zeggen 49,6 cent, zonder btw.
Ik heb hier een overzicht, waaruit
blijkt dat een vergelijkbare hoeveel
heid huisbrandolie 48 cent kost en er
is gisteren net weer vier cent afge
gaan. Dat is dus 44 cent per aardgase
quivalent olie. Consumentenprijs,
het staat er bij. Dus, als die acht cent
van Van Aardenne (met btw bijna
een dubbeltje, red.) ongedaan wordt
gemaakt, blijft aardgas nog steeds
duurder dan huisbrandolie". Accep
teert de VEGIN de huisbrandformule
nu ineens?
Kaland: „Nee. Wij blijven vasthouden
aan stookolie-pariteit. Dat hebben we
op de bestuursvergadering, woens
dag, duidelijk nog eens vastgesteld.
We verkopen onze principes niet voor
een schotel linzen. Ik wil alleen maar
even duidelijk maken, dat aardgas
zelfs op grond van de door ons niet
geaccepteerde hbo-formule te duur is.
Als de Gasunie dan ook nog even op
onze formule wil gaan zitten, kan er
na het verdwijnen van de prijsbe
schikkingen van de minister nog wel
drie cent af, bijvoorbeeld per 1 juli".
Die acht cent (excl. btw, voor de
consument dus een dubbeltje) moet
er, zegt de VEGIN, met onmiddellijke
ingang af. Waarom? „Er is geen enkele
rechtsgrond voor die drie prijsmaatre
gelen meer. De minister heeft die
beschikkingen genomen, omdat de
prijs van het gas achter bleef bij die
van huisbrandolie. Het is een mini
mumprijs, die de Gasunie dan ook
moet vragen aan de VEGIN-leden (die
trouwens allemaal een individuele
overeenkomst met Gasunie hebben)".
Nu huisbrandolie goedkoper is dan
aardgas, is de grond voor die mini
mumprijs niet langer aanwezig. Van
Aardenne kan dus maar één ding
doen: de beschikkingen intrekken".
Had de minister dan niet liever een
unaniem advies van Gasunie en VE
GIN ontvangen? Kaland: „Hij wist al
toen hij het aan ons vroeg, dat hij dat
in alle redelijkheid niet mocht ver
wachten. We blijven principieel van
mening verschillen over de formule".
Stel, de minister is het met de VEGIN
eens, gaat u dan weer met de Gasunie
praten?
Kaland: „We praten nu al. Dat zullen
we wel blijven doen, ook al zijn we
het niet eens. Kijk, als nu eerst die
gedwongen prijsverhogingen onge
daan worden gemaakt... ik denk...
misschien is de lucht dan wel zover
opgeklaard, dat we ruimte vinden
voor een bepaalde formule. Dus niet
praten over oliepariteit, ik denk even
hardop, maar bijvoorbeeld terug
naar het uitgangspunt van het con
tract: een redelijk te achten kleinver
bruikerstarief. Dan laat je in het
midden, via welke formule elk van de
partijen tot dat redelijke tarief is
gekomen. Dat is toch denkbaar?" „Ik
zou daar wel voor voelen, want - en
nu richt ik me als zijn allerbeste en
allergrootste klant via uw krant even
tot Ton Grotens - de situatie met al
die prijsbeschikkingen, dat is on
houdbaar. Het zou mij wat waard
zijn - en daartoe ben ik persoonlijk
bereid en ik denk, het bestuur ook -
er met de Gasunie uit te komen. We
zitten wel erg diep ingegraven in
onze stellingen en dat is een trieste
zaak".
Bij het cafeetje op de hoek een
plaatselijke krant kopen en die
op het terras gaan zitten lezen bij het
genot van 'un blanc' of 'une blonde',
dat hoort, voor mij althans, bij de
genoegens van een gezinsvakantie in
Frankrijk.
Als er geen plaatselijk krantje te koop
is, dan maar een landelijk dagblad -
mits niet te moeilijk en te saai. Als er
niets anders in voorraad is, neem ik 'le
Monde', een degelijke, moeilijk ge
schreven krant zonder plaatjes. Voor
de vakantie is 'le Monde' te moeilijk,
in je werktijd moetje als je goed op de
hoogte wil blijven van internationale
en EG-(landbouw)zaken en vooral
commentaren af en toe wel eens iets
uit of via 'le Monde' vernemen. Hans
Wijnmalen, de Nederlandse land
bouwraad in Frankrijk, heeft onlangs
in een boeiend artikel een boek van de
hoofdredacteur van 'le Monde' aange
haald. Deze André Fontaine schrijft in
dat boek over de ingeburgerde ge
woonte van de Fransen, hun land als
het centrum van het heelal te be
schouwen. Wat buiten Frankrijk ge
beurt is nauwelijks belangrijk. Fon
taine vindt, dat het hoog tijd wordt
hiermee op te houden. We moeten
uitbreken uit de hexagonie zegt hij.
Hexagone betekent zeskantig. Wie de
vorm van Frankrijk op de landkaart
goed bekijkt, zal er een zeshoek in
terugvinden. Vandaar die aanduiding
van Frankrijk als hexagone.
Zeshoekig zou je ook West-Europa
kunnen noemen. Fontaine noemt ge
noemde mentaliteit van de Fransen,
hexagonie. Hetzelfde zou je op heel
West-Europa van toepassing kunnen
verklaren: rustig leven zonder veel op
de rest van de wereld te letten, we
hebben het veel te druk met eigen
bespiegelingen en problemen. We
worden in feite zo door onze eigen
onenigheid in beslag genomen dat we
de vaart der volkeren buiten ons
werelddeel/niet waarnemen.
Aan de andere kant van de wereld
denken ze niet in zeshoeken maar
in cirkels. De vlag van Japan wordt
beheersd door een grote rode cirkel.
In China beschouwt men al twintig
eeuwen de yin-vangcirkel als sym
bool van het leven en China zelf. Een
zeshoek symboliseert een individuele
gezindheid, op iedere hoek kun je
uitbreken en je eigen weg gaan. Een
cirkel geeft een geslotenheid weer.
Gezamenlijk wordt een doel bepaald
en massaal werkt men daaraan. Hun
kracht ligt in de massaliteit, het
collectief werken aan een ideaal.
Individu is in het verre Oosten altijd
ondergeschikt aan het collectief doel.
De eenling is slechts een schakel in de
lange ketting die het geheel vormt.
Binnen de cirkel van het collectief
voelt men zich, vooral in Japan, opti-
maal. Kijk maar naar Japanse toeris
ten, nooit alleen, altijd in groepsver
band.
Na de Tweede Wereldoorlog is het
verre Oosten - de Pacific - econo
misch pas goed ontwaakt. Japan
mocht dan de oorlog verloren heb
ben. Het begon onmiddellijk als de
Duitsers met de wederopbouw. Niet
alleen van gebouwen en steden, maar
vooral van de industrie. Sterker nog:
zelfs industrieën die Japan tot dan
toe nooit gekend had, werden nu
letterlijk uit de grond gestampt.
Het resultaat kennen we allemaal:
Japan is momenteel naast de U.S.A.
de belangrijkste industriële natie ter
wereld. En verre van dat men nu op de
lauweren gaat rusten; juist deze jaren
bereid men zich voor op wat wel eens
een beslissende voorsprong zou moe
ten worden. „Japan zet sinds 1945 de
oorlog voort, niet met bommen en
tanks, maar met economische strijd-
methoden". Dat zegt men overal in
het verre Oosten en de U.S.A. In het
kielzog van Japan hebben zich inmid
dels ook Korea, Hong Kong en Singa
pore ontwikkeld tot economische
machten van betekenis. En lest best,
het geweldige China, goed voor een
kwart van de wereldbevolking. Die
oude reus is ook ontwaakt en werkt
met koortsachtige ijver aan zijn eco
nomisch herstel. Het verre Oosten is
in de ban van de ring. Steeds groter en
sterker wordt die ring.
Het is een wat trieste constatering,
maar het brandpunt van de we
reldeconomie ligt niet meer in West-
Europa en Atlantische Oceaan. De
plek is verschoven naar de Stille
Oceaan. Het Pacificbekken waarom
heen China, Korea, Japan, Singapore,
Australië en het westen van de U.S.A.
liggen fungeert nu als focus van het
wereldgebeuren.
Dat hele bekken bruist van energie,
van ondernemingsgeest, van wil tot
keihard werken, desnoods tegen lage
tot zeer lage lonen. Het salarispeil van
West-Europa ligt enige malen hoger,
gemiddeld althans. Ieder keer als er
bij ons een uurtje afgaat in het kader
van de A.T.V. of een salariscompensa
tie toegekend, wordt daar extra ge
juicht - want dan is de concurrentie
weer iets gemakkelijker geworden.
Betekent dit alles dat Europa te
beschouwen is als een oude jas
die met de voddeman meekan? Nee
(nog) niet. Al is het knap laat, toch is
er nog tijd en gelegenheid om op de
hard rijdende kar van het verschui
vende economisch brandpunt te
springen. Als we kennis, krachten en
kapitaal bundelen, als we de ver
schillen van onze landen onderge
schikt maken aan gezamenlijk be
lang, kunnen we in de toekomst nog
heel veel bereiken. Als West-Europa
op de wereldmarkt treedt als een
gesloten en harmonieuze economi
sche macht dan kan het wedijveren
met het hele Pacificbekken. Maar het
moet nu wel gebeuren. Automatise
ring en informatica en de toepassing
daarvan (of niet) zullen voor een
beslissende voor- of achterstand zor
gen.
Wat heeft dit verhaal met de land
bouw te maken? Alles. De landbouw
is een wezenlijk onderdeel van de
Europese economie. De enige gehar
moniseerde sector van de EEG boven
dien. Een bedrijfstak die qua innova
tie en ondernemerszin zich kan meten
met de Japanse industrie. Maar ook
voor de toekomst van de landbouw is
het van levensbelang dat West-Euro
pa zich weer in de vaart der volkeren
begeeft. We moeten uit de mentaliteit
van de zeshoek. Als West-Europa als
geheel achterblijft, zal de-landbouw
de aansluiting missen op de koplopers
- het Pacificbekken.
De ene sector sleept nu eenmaal on
herroepelijk de andere mee in onze
gecompliceerde samenhangende eco
nomieën. Juist met dit hele gegeven
voor ogen, zou het mijns inziens vol
strekt verkeerd zijn in de landbouw
politiek te kiezen voor allerlei contin-
genteringen. Die hebben een bevrie
zend en verstarrend effect. Daardoor
verliest men op langere termijn de
aansluiting op de markten. Verdere
achteruitgang en achterstand is dan
het gevolg. Als je een beetje inzicht
hebt in de 'mentaliteit van de cirkel'
kun je je niet meer permitteren nog
langer in de 'geest van de zeshoek' te
verwijlen.
mr. Gerard W. Smallegange.
(Door Rudolph Bakker
Tot behoud van boom en bos zijn
vertegenwoordigers van 91 lan
den en organisaties deze week in
Parijs bijeen om serieuze maatrege
len te onderzoeken tegen zure regen
en boomvernielende ziektes. Ook
wordt gesproken over de ontbos
sing aan de zuidrand van de Sahara,
waar het zand de levensnoodzake
lijke begroeiing dramatisch over
spoelt. De conferentie wordt gehou
den op initiatief van president Mit
terrand, die zijn buitenhuis in de
'Landes' met bomen heeft omringd.
Onder de parapluie van deze confe
rentie zal ook premier Lubbers
woensdag en donderdag in Parijs
zijn in zijn kwaliteit van voorzitter
van de EG. Hij zal er dineren met de
Franse president en een ontmoeting
hebben met de Westduitse kanselier
Kohl. Deze gesprekken zullen voor
een belangrijk deel bedoeld zijn op
middelen te zinnen de EG uit de
impasse te halen die is ontstaan
doordat het Deense parlement wei
gerde in te stemmen met het pakket
EG-hervormingen.
Premier Lubbers heeft ook ontmoe
tingen met de Franse premier Fa-
bius en met de minister voor buiten
landse betrekkingen Dumas.
Van Nederlandse zijde nemen aan
de bos-conferentie - die de code
naam 'Silva' draagt - de ministers
Schoo van ontwikkelingshulp en
Braks van landbouw deel. Minister
Schoo zal zich ter conferentie bezig
houden met de ontbossingsrampen
in de Sahel, het gebied waar de
zuidelijke Sahara overgaat in be
bouwbare gronden die nu door zand
duinen worden bedreigd.
Bij gebrek aan een totale oplossing
van de problemen, zal op deze bij
eenkomst waarschijnlijk een sys
teem worden voorgesteld om de
ontbossing beter in kaart te bren
gen, hetzij door waarnemingen op
het terrein zelf dan wel via een
satelliet. Frankrijk zal vragen om
een Europees onderzoekscentrum
ter bestudering van de fysiologie
van de bomen.
Opnieuw zal een poging worden
gedaan industrieën ertoe te brengen
meer te doen tegen de lucht- en
waterverontreiniging en opnieuw zal
het netelige onderwerp van de nor
men voor 'schone' auto's ter sprake
worden gebracht. De Franse re ge
ring had zich tegendeze nieuw
normen verzet omdat ze een belani
rijk producent van kleine auto's is
die na zo'n ingreep te duur zoude:,
worden en de slag om de concurren
tie zouden verliezen.
Aan de conferentie nemen - aanvan
kelijk afzonderlijk - internationale
organisaties als 'Vrienden van de
aarde' en het 'World Wildlife Fund
deel. Nadat de ministers van land
bouw en hoge technische ambtena
ren maandag en dinsdag de confe
rentie hadden voorbereid, wordt die
woensdag en donderdag in de Sor-
bonne gehouden. Ze staat dan in hel
teken van een verklaring van de
Franse president, volgens welke „de
boom en de bossen beschavingspro
blemen geworden zijn. Het is nood
zakelijk dat er plechtig wordt opge
roepen tot het aanvaarden van de
verantwoordelijkheid jegens bomen
en bossen met het oog op de genera
ties die na ons komen", aldus Fran
cois Mitterrand.
Het initiatief van de president wordi
in Frankrijk gezien als een politieke
gok, die Mitterrand gewonnen heel:
waar het de opkomst betreft. Af te
wachten valt echter of een dergelijke
conferentie in staat is maatregelen
te nemen die verder zullen gaan dan
het opnieuw formuleren van vrome
wensen.
Ook Frankrijk heeft te lijden van
ontbossing als gevolg van plante-
ziekten en luchtvervuiling. In de
noordelijke Alpen en in de Vogezei
zouden 15 tot 20 procent van
sparren hun naalden verloren zijn
In de Elzas gaat het om 25 procent
terwijl in Normandië de beuken zijl
aangetast en in het zuiden de plata
nen.
Tot nu toe waren alle plannen
internationaal niveau in het zand
gelopen. Een nieuw enthousiasmt
om de strijd tegen de ontbossing t(
beginnen schijnt echter te zijn ge
groeid tijdens de laatste conferen
tie van de wereldvoedsel- en land
bouworganisatie FAO afgelopen zo
mer in Mexico. Ten aanzien van hel
bijkans onoplosbare probleem van
het onderstuiven van de Sahel
de droom uit naar Amerikaans!
hulp voor arme landen.