BERNHARD HINAULT zwaartepunt ligt in de pyreneeën PZC/Tour '8S gele truien idement overdreven rotzooi gruwel royaler etappes IjDAG 21 JUNI 1985 anuit het niets bracht Peter Post de Nederlandse wielersport naar de wereldtop. Begonnen met een samengeraapt ploegje bouwde hij voorzichtig, maar zelfverzekerd een ij)erium op dat ontzag afdwong in alle windstreken. Met gepaste eerbied werd er gesproken r de Bataven van Raleigh, die met harde hand regeerden in het internationale peloton, iddels heeft zijn formatie een bredere opzet gekregen en komen z'n succesvolste renners Ihet buitenland. En sinds kort is er de dreiging dat de lange Amstelvener zelfs helemaal zal wijken naar een ander land. „Als ze de boel nog meer gaan afromen en voor gekke ragen renners bij me wegkopen, dan vertrekken wij gewoon. Dan is het over na twaalf op een zwoele zomeravond ont- nen op een terrasje van een is hotel. Sportief gekleed in een tgroene combinatie, vriendelijke lach en zelfbewust. Hij is niet één gat gevangen. Weet dat er zijn renners wordt getrokken. „Ze en er negen bij me weggehaald ezegd: nou is het met hem ge- d. Maar het is niet zo gauw urd met me. Ik zal zelf de dag wel len dat ik stop. Dat hoeft nie- d tegen me te zeggen. Zoals ik t tegen een renner zal zeggen dat oet stoppen. Die stopt uit z'n n wel... Da's een goeie, hé...?", iloeg van Post. Of er nu Raleigh of asonic op de trui staat, elke Ne- Jandse renner droomde er van daar h contract te krijgen. De tijden zijn nderd. De topploeg is er nog d, alleen is het aantal mogelijkhe- in Nederland groter geworden en let er zelfs naar uit dat er volgend meer arbeidsplaatsen zijn dan epsrenners. Want behalve de g van Jan Raas (Kwantum) en van Erp (Skala) komen er waar- jnlijk nog twe profteams bij: de nu het buitenland opererende equi- van Skil en Verandalux. Volgens oude theorie van Post zou dat de slag voor het Nederlandse proffiet- moeten betekenen, want al bij de ist van Kwantum predikte hij die eilstijding. toch anders dan wat wij hebben gehad met Zoetemelk, Kuiper, Raas, Knetemann en Lubberding... Dat was lopende band werk en Nederland stond op zijn kop. Maar je kunt toch niet zeggen dat dat de laatste twee jaar wat de wielersport aangaat in Nederland nog het geval is...?". „Weetje wat het probleem is met vier, vijf Nederlandse ploegen? Je krijgt kwaadsprekerij van andere mensen. Ze zeggen tegen een renner: jij wordt bij hem klein gehouden en wij gaan van jou een vedette maken. Dat is een „Ik ben niet tegen vier of vijf rlandse ploegen, maar het effect tien jaar één grote, internatio- P werkende, Nederlandse ploeg is Met die spreiding is ook het Element minder. Kijk maar naar resultaten. Kwantum wint een e wedstrijd... met een Belg. Wij nen klassiekers met een Belg en Australi'er. En dan praat je toch Nederlandse ploegen. Kuiper t in een 'Belgische ploeg Milaan- Remo en Knetemann in Franse st de Amstel Gold Race. Dat is Twaalf Nederlanders hebben in de geschiedenis van de Tour de France samen 64 dagen de gele trui gedragen. Wim van Est was in 1951 de eerste, Adrie van der Poel vorig jaar tot nu toe laatste. Joop Zoetemelk, die dit jaar zijn vijftiende Ronde van Frankrijk rijdt, had de leiderstrui 22 dagen in zijn bezit. In 1980 hield hij die eerste plaats tot in Parijs. Jan Janssen was in 1968 zijn voor ganger. Het overzicht van de Nederland se gele truidragers ziet er als volgt uit: Joop Zoetemelk <22 dagen); Wout Wagtmans (13 dagen); Gerrie Knetemann (8 dagen); Gerrit Voorting en Wim van Est <4 dagen); Jan Raas <3 dagenj; Jan Janssen, Gerben Karstens, Ab Geldermans en Jacques Ha- negraaf <2 dagen), Rini Wagt mans en Adrie van der Poel (1 dag). valse voorspiegeling geven. Dat is niet netjes. Ik heb nog nooit een renner op zo'n manier ergens weggehaald. Je kunt toch geen overwinningen als garantie geven. Trouwens, ik zal nooit renners wegkopen. Terwijl ze wel mijn renners willen. Een bewijs dat ik het goed heb gedaan, want degenen die bij ons rijden zijn nog al in trek. Daar willen ze wel extra voor betalen". En er wordt, vindt Post, tegenwoordig in het internationale fietsen flink met geld gesmeten. Natuurlijk, wielren ners blijven steen en been klagen over hun inkomen en wijzen vooral veron gelijkt naar voetballers en tennissers. Toch zijn de huidige contractgelden dikwijls niet misselijk. Zeker voor de top. Zo wil het verhaal dat de Ier Sean Kelly zonder blikken of blozen 'nee' zei tegen een aanbieding van Skil, dat hem voor een miljoen gulden wilde inlijven. Bedragen waarmee Post pro blemen heeft. Twee jaar geleden ont hulde hij op Alpe d'Huez trots dat een Japanse geldschieter de sport binnen stapte. „Vier seizoenen lang een mil joen dollar per jaar", wisten de kran ten te melden. De monden vielen open. Hoe was dat mogelijk, zo'n bedrag? Post: „Dat was twee jaar geleden, maar dat is allemaal uit zijn voegen gerukt doordat er bepaalde firma's in de wielersport zijn gekomen die overdreven bedragen betalen. La Vie Claire van Hinault heeft meer dan het dubbele van wat wij hebben. En Spaanse ploegen betalen voor één renner waar wij er vijftien voor moeten contracteren. Als je dat ziet kun je zeggen dat we niets bijzonders meer met zo'n budget doen". Het 'grote geld' hangt als een constan te dreiging boven de superploeg. „Als een renner ergens 25.000 gulden ver dient en een ander gaat 75.000 gulden geven, dan noem ik dat wegkopen. In die verhouding moet je denken. Zo zijn ze met me bezig. Maar ik ben niet met hun bezig. Ik laat ze hun gang gaan. Want je gaat tegenover andere renners in de fout. Je kunt niet de een voor tweeënhalve ton laten rijden en de ander voor een trui een broek. Dat werkt niet. Tenminste niet voor mij. Misschien ben ik daar wel te ouder wets in". Post erkent dat het gevaar levens groot is dat hij telkens zal worden leeggeroofd, al heeft hij renners als Vanderaerden en Planckaert al voor jaren vastgelegd. „Dat risico om leeg geroofd te worden is er. Dat maak je mee. En dat zal gebeuren ook. Alleen komt dat door ploegen die niet op langere termijn werken". Zelf zegt hij er niet over te peinzen krankzinnige bedragen voor een topper neer te tellen. Ook niet voor een uitstekende klasse mentsrenner voor de Tour de France, een grote ronde-winnaar, die hij nu niet heeft? „Gezien de bedragen, die je er voor moet betalen is het nauwe lijks meer verantwoord om een ron de-renner aan te trekken. En als de verhoudingen scheef komen te lig gen, maak ik rotzooi in mijn eigen ploeg. Dat doe ik niet. Ik hou de renners voor dat ze met een goede ploeg, met goeie renners om zich heen, succes kunnen behalen en dat ze er dan een hoop geld bij kunnen verdienen. Dat begrijpen die renners en ik denk dat we daarom al twaalf jaar een redelijk constante ploeg heb ben". Een formatie die in de Tour waar schijnlijk niet mee zal spelen in het gevecht om de eindzege, maar die ongetwijfeld een zeer toonaangevende rol zal vertolken. „Verleden jaar zaten we er steeds net naast, hoewel die jongens verschrikkelijk veel geld ver diend hebben: tweede in het geldklas- sement. Alleen sportief gezien ver wacht je meer, na alles wat we in het verleden hebben laten zien. Tien etap pes winnen, acht, zeven... dat is er allemaal niet uitgekomen. Je hebt ook met concurrentie te maken. Met het feit dat er meerdere ploegen voor de dagprijzen rijden". Of alleen gedwarsboomd door de ploeg van Jan Raas? „Dat wil ik niet zo zeggen. Als twee ploegen dezelfde belangen hebben kom je in conflict. Dat kan ook dit jaar weer zo zijn. Wanneer wij naar de sprint toegaan en het peloton is gesloten, dan probe ren wij dat zo te houden. Dan zullen we de mensen die demarreren terug pakken. En dat mag, vind ik. Ik heb nog nooit gereclameerd dat renners van andere ploegen probeerden weg te komen. Maar wij mogen dan pro beren alles bij elkaar te houden". ...de winst blijft in onze ploeg... Voor Bernard Hinault is er geen twijfel mogelijk. De Tour de France wordt een onderonsje van zijn ploeg. Sinds zijn overwinning in de Ronde van Italië is de Breton weer strijdvaardig als voorheen op het wereldpodium teruggekeerd en schuwt hij de krasse uitspraken niet. „Greg Lemond en ik vormen een perfect duo en als dat zich zo blijft ontwikkelen kan de Tour-zege ons niet ontgaan. Dat klinkt misschien pretentieus, maar we hebben nu eenmaal één van de sterkste ploegen van het peloton", zei de Breton daags nadat hij voor de derde maal de Giro op zijn erelijst had bijgeschreven. De concurrentie kon het er mee doen. Die bibberde toch al van angst bij de gedachte dat 'de das' zijn oude vorm terug heeft en beschouwt hem weer als de 'grand patron' van het profwielrennen. Vooral nu Laurent Fignon, die vorig jaar nog het lef en de kracht had om te spotten met zijn vroegere ploeggenoot, er niet bij zal zijn, is het te verwachten dat Hinault en Lemond er de gesel over zullen halen. Wie de meeste kans maakt is voorlopig een open vraag. Hinault: „Ik ben beter in de tijdritten en Greg rijdt beter bergop. Het zal van de omstandigheden afhangen, al zal ons bondgenootschap in de Tour de France nog effectiever zijn omdat het terrein zich beter leent voor het uitzetten van een strategie". Twee troeven in één Tour. Een gru wel voor de tegenstand, die ver deeld en aanmerkelijk zwakker is. Zij gokken er maar op dat de mees ter, een jaar voor zijn afscheid, zelf voor de vijfde maal zal willen toe slaan om te presteren wat twee jaar geleden na zijn knie-operatie nog voor onmogelijk werd gehouden: het récord aantal Tour-overwinnin gen van Eddy Merckx en Jacques Anquetil evenaren. Die kans is er dank zij zijn miracu leuze terugkeer, hoewel hij er zelf anders over denkt. „Wonderen be- moeten winnen, maar de Fransman had aan een tijdrit, tussen Capua en Maddaloni, genoeg om de voor sprong en de winst te pakken. staan niet in de sport. Het is waar dat ik twee jaar geleden met de gedachte speelde om er helemaal mee te stoppen. Dat ik nu weer een grote ronde kan winnen komt alleen omdat ik een gevecht tegen mezelf heb gewonnen", lachte hij de critici uit. De vijfde Tour de France is binnen handbereik, daar twijfelt na Italië niemand meer aan. Alle kans hebbers, of ze nu Millar, Roche of Anderson heten spreken eerbiedig zijn naam uit. Dagelijks werd het hen wit om de neus als ze in de sport krant lazen hoe de Breton door een haag van idiote tifosi, die frisdrank- flessen en punaises naar de roze- truidrager wierpen, zijn razernij on derdrukte en ijzingwekkend kalm in het spoor van Francesco Moser bleef. Waar Fignon vorig jaar sneuvelde, bleef Hinault overeind. Grootser kon het bijna niet. Hoewel, zelf wil hij niet te veel waar de toekennen aan die Ronde van Italië. „Het is geen graadmeter ge weest. Er zaten geen grote gevechten in het hooggebergte in. Ik zou mezelf iets wijs maken als ik iets anders durfde te denken. Mijn enige houvast is mijn conditie en die is weer als in mijn beste jaren", aldus Hinault. Zijn verdienste in de Giro was dat hij een complete samenzwering de baas bleef. Organisator Torriani had een parkoers gekozen zonder echte cols, Moser op het lijf geschreven. Die had Bernard Hinault Dat zal hem in de Tour de France niet lukken. Rondebaas Felix Levi- tan mag zijn fietsende landgenoten dan ook altijd gunstig gezind zijn, de oude, kwieke commercieel direc teur heeft wel gevoel voor ambian ce. Het liefst heeft hij een Franse winnaar, maar bovenal moet er spektakel zijn. Vandaar dat hij aan zienlijk royaler is met de steile hellingen in zijn ronde, dan zijn Italiaanse tegenvoeter Torriani. Maar liefst drie aankomsten op de top van een col: Morzine-Avoriaz (de elfde rit), Luz Ardiden, het Alpe d'Huez van de Pyreneeën (17e rit) en de Aubisque (eerste deel van de 18e rit). De Columbiaanse klimmertjes zullen vanaf het startschot in het Bretonse Plumelec verlangend uit zien naar de dag dat de karavaan de bergen intrekt. En ook de Schot Robert Millar, die door een giganti sche Spaanse combine de Vuelta- winst door zijn vingers zag glippen, zal daar zijn slag moeten slaan. „Toch is het een typische Tour voor Hinault. En als Fignon had meege daan, zou het weer een gevecht van die twee zijn geworden. Er zitten te veel lange tijdritten in en daar zal ik veel tijd verspelen. Ik zou veel echte zware bergetappes moeten hebben, met vijf of zes cols per dag. Op dat terrein ben ik in het voordeel", be toogt de renner uit Glasgow. Voor hem is het dan ook geen vraag wie er zondag 21 juli op de Avenue des Champs-Elysees, in het hart van de Lichtstad, gehuldigd zal worden. „Want Hinault heeft dan wel de Ronde van Italië al in de benen, hij heeft er niet echt geleden. Ze reden daar per dag misschien twintig kilo meter echt hard. Daar verslijt je niet van. Ik zal me daarom richten op het bergklassement. Dat moet geen pro bleem zijn. En die Columbianen? Die zijn banger voor mij, denk ik". Geen open Tour dus, waar het wel naar uitzag toen Laurent Fignon na het tobberige voorseizoen aankon digde op de operatietafel een eind te laten maken aan zijn slepende achil lespeesblessure. Hoop vlamde op in de harten van het regiment pedaal ridders, dat gedoemd was om in het grote toernooi van Levitan en God- det immer voortijdig te sneuvelen. Phil Anderson, de Australiër uit de ploeg van Peter Post, die Frankrijks tweede wedstrijd - de Dauphiné Li- béré - won, maar inbond toen de heldendaden van Hinault tot hem doordrongen. „Want de Dauphiné is geen Tour de France. Daarin heb ik altijd een slechte dag en dat kun je je niet veroorloven. Zelfs als ik die niet zou hebben is er nog maar een kans van twintig procent dat ik win". En zo blijft er na Hinault en Lemond eigenlijk alleen een kennel vol un derdogs over. Met daarin wereld kampioen Claude Criquielion, die dit seizoen al eerder heeft verbaasd, de ietwat tegenvallende Ier Sean Kelly, diens onberekenbare landge noot Stephen Roche en natuurlijk de jeugdige ploeg van Cyrille Gui- mard. Die zou twee jaar geleden ook niets presteren nadat de toenmalige kopman Hinault plots afhaakte. Uit het niets kwam destijds Fignon op zetten. Nu kan de Fransman de 22-jarige debutant Charly Mottet (vorig jaar winnaar van de Toekom stronde) naar voren schuiven of de iets meer ervaren Mare Madiot. Nie mand echter ziet in hen een Tour winnaar. Zeker niet na het optreden van Hinault in Italië. Bij de start in Bretagne staat voor hen allemaal het bord: 'Wacht u voor Hinault...'. T~Ve Tour de France van 1985 is zeker niet de ■fL/lastigste van de afgelopen jaren. Vooral in de Alpen hebben Goddet en Levitan gevreesde be- üimmingen van naam uit het parkoers gelaten, loewel de twaalfde rit met de col de la Colombié- e, de Granier en de Porte een zware opgave is. Maar andere erkende scherprechters ontbreken. De reden laat zich gemakkelijk raden: er is onvol doende geld op tafel gekomen. Luz Ardiden, een wintersportoord in de Pyreneeën, tastte wel diep in de buidel en werd onmiddellijk gepromoveerd tot iet Alpe d'Huez van deze Ronde van Frankrijk. Het zwaartepunt van de ronde ligt in het grensgebergte ussen Spanje en Frankrijk. Zo zal het peloton op één dag tweemaal de Aubisque tegenkomen. Er zijn drie aankomsten op de top van een berg. In het voordeel van de klimmers dus, maar de echte specialisten hebben weer het nadeel dat er geen ritten met veel loodzware cols is. Daardoor is de kans op een grote schifting voor het begin van de laatste beklimming kleiner. Het maakt de mogelijk heid van verrassingen groter wanneer het peloton naar Morzine-Avoriaz (elfde rit), Luz Ardiden (17e rit) en de Col d'Aubisque (18e rit A) klautert. Verder is er op de Cote de Saint-Nizier nog een bergtijdrit. De belangrijkste moeilijkheden van deze Tour de France zijn: 9e rit (Straatsburg-Epinal): Le Hochwald, Col de Kreuzweg, Col de la Chabonniére, Col du Donon; 11e rit (Pontarlier-Morzine Avoriaz): Pas de Mor- gins, Col du Corbier en Avoriaz; 12e rit (Morzine- Lans-en-Vercors) Col de la Colombiére, Col de Plainpalais, Col du Granier, Col de Cucheron, Col de Porte; 13e rit (tijdrit in Villard de Lans) Cote de Saint-Nizier; 14e rit (Autrans-Saint Etienne) Col de Romeyere, Col de Toutes Aures, Crêt de l'Oeillon; 15e rit (Saint Etienne-Aurillac) Pas de Peyrol; 17e rit (Toulouse-Luz Ardiden) Col d'Aspin, Col de Tourmalet en Luz Ardiden; 18e rit A (Saint Sau- veur-Col d'Aubisque) Col d'Aubisque; 18e rit B (Laruns-Pau) Col d'Aubisque; 22e rit (Orleans- Parijs) Helling van de Chevreuse Vallei. De Tour telt dit jaar, exclusief de proloog op het circuit van Plumelec, 22 etappes. Daarvan is er één in tweeën gedeeld. De totale lengte bedraagt 4054,8 kilometer. Daarvan is 232,3 kilometer tijdrit: 127,5 kilometer individueel, 73 kilometer voor ploegen en 31,8 kilometer klimtijdrit. Het overzicht van de etappes ziet er als volgt uit: Vrijdag 28 juni: proloog te Plumelec, 6,8 km. Zaterdag 29 juni: eerste etappe, Vannes-Lanester 256 km. Zondag 30 juni: tweede etappe, Lorient-Vitré 242 km. Maandag 1 juli: derde etappe, Vitré-Fougères (ploe gentijdrit) 73 km. Dinsdag 2 juli: vierde etappe, Fougóeres-Pont Au- demer Quillebeuf 239 km. Woensdag 3 juli: vijfde etappe, Neuchatel-en-Bray- Tourcoing 224 km. Donderdag 4 juli: zesde etappe, Tourcoing-Reims 221,5 km. Vrijdag 5 juli: zevende etappe, Reims-Nancy 217,5 km. Zaterdag 6 juli: achtste etappe, Sarrebourg-Staats- burg (individuele tijdrit) 75 km. Zondag 7 juli: negende etappe, Straatsburg-Epinal 173,5 km. Maandag 8 juli: tiende etappe, Epinal-Pontarlier 204,5 km. Dinsdag 9 juli: elfde etappe, Pontarlier-Morzine Avoriaz 195 km. Woensdag 10 juli: twaalfde etappe, Morzine-Lans en Vercors 269 km. Donderdag 11 juli: dertiende etappe, Villard de Lans (klimtijdrit) 31,8 km. Vrijdag 12 juli: rustdag. Zaterdag 13 juli: veertiende etappe, Autrans-St.E- tienne 179 km. Zondag 14 juli: vijftiende etappe, St.Etienne-Auril- lac 237,5 km. Maandag 15 juli: zestiende etappe, Aurillac-Toulou- se 247 km. Dinsdag 16 juli: zeventiende etappe, Toulouse-Luz Ardiden 209,5 km. Woensdag 17 juli: achttiende etappe A, St.Sauveur- Col d'Aubisque 52,5 km. Achttiende etappe B, Laruns-Pau 83,5 km. Donderdag 18 juli: negentiende etappe, Pau-Bor- deaux 203 km. Vrijdag 19 juli: twintigste etappe, Montpol-Limoges 225 km. Zaterdag 20 juli: eenentwintigste etappe, Circuit du lac de Vassivières-en-Limousin (individuele tijdrit) 45,7 km. Zondag 21 juli: tweeëntwintigste etappe, Orléans- Parijs (Champs-Elysées) 196 km.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1985 | | pagina 45