Politie-helikopter zonder brandstof 5'Je zit toch wel een beetje in spanning... Appeltje voor de dorst sjoelbakken en de vergeten breiwerkjes OPVANGCENTRUM PZC/ provincie Nood DINSDAG 5 MAART 1985 GI R, KIJK UIT EN ZET JE HELM OP! De fruitige tractatie van een gulle groenteman gaat er wel in. Een Vlissingse politieman slaat een voorraadje in Voor onderweg. En voor de elders postende collega's. VLISSINGEN- De boven de Vlissingse binnenstad cirkelende helicopter van de rijkspolitie is maandagmorgen enige tijd afwezig geweest. Dat had te maken met brandstofgebrek. Nadat naar het vliegveld 'Midden-Zeeland' was uitgeweken om bij te tanken, verscheen de helicopter opnieuw boven de bebouwing van het te ontruimen gebied. De helicopter was speciaal ingezet om de aanwezigheid van onbevoegden in het verboden gebied te kunnen signaleren. Het regent dat het giet. De telefoon rinkelt aan de lopende band. Beheer J. Weststrate van het Vlissingse zalencentrum Open Hof neemt zenuwachtig de hoorn op. Voortdurend vreest hij op het laatste moment een seintje te krijgen dat de 'operatie bom' in verband met het slechte weer toch niet doorgaat. De tien liter koffie die hij net vers heeft gezet, kan hij dan wel weggooien. Maar plotseling, drie kwartier later dan de bedoeling was, stopt het eerste taxibusje voor de deur van het tot opvangcentrum 'gebombardeerde' complex. Vijf bejaarden en een wijk- verpleegkuiidige komen binnen en wachten met gelaten blikken op de dingen die komen gaan. „Kom binnen! De kachel brandt, het zonnetje schijnt", zo heet West strate de evacuées welkom. Eén van de bejaarden begint meteen te schamperen en vervloekt het uit zicht op de flatgebouwen die rond om het Open Hof staan gegroe peerd. Hij draait bij wanneer een leeftijdsgenote opmerkt, dat een evacuatie weliswaar veel romps lomp met zich meebrengt, maar dat 'we vooral moeten denken aan de mensen die de bom onschadelijk moeten maken'. „Laten we hopen dat zij behouden blijven; onze huis jes zijn niet zo belangrijk..." Kruis Welfare Werk, en van de (ge meentelijke Sociale Dienst van Vlis- singen komt boven de tien, en het scheelt niet veel of iedere evacué heeft zijn eigen hulpverlener. De colonneleden zorgen voor de natjes en de droogjes, terwijl de welfare mensen gesprekken aanknopen met die bejaarden die een beetje uit de boot dreigen te vallen en in hun schulp kruipen. Een beetje aan spraak kunnen de meesten overi gens wel gebruiken; het opvangcen trum is immers met name bedoeld voor hen die niet bij familie of vrienden terecht kunnen. vergeleken met die van de mannen, die nauwelijks aan de dertig punten komen. Na een half uur vindt een werfarewerkster de sleutel van het probleem: De vrouwen spelen -zoals 't hoort- drie beurten per ronde; de mannen maar één... Het legertje persfotografen, jour nalisten, cameralieden en geluids technici dat even later Open Hof binnenvalt komt precies op het juiste moment. In het sjoelspel is net een spannende fase aangebro ken en de verbeten gezichten van de deelnemers en de aahs en oohs van de omstanders worden direct vastgelegd op beeldband, geluids band en film. Ook de heer en me vrouw Shu en hun kleine Jun Ting ontkomen daar niet aan. Een bejaarde dame laat los dat ze lijdt aan een nier- en een blaasont steking. Haar wordt onimmiddellijk de mond gesnoerd door een vrouw van bijna 90 jaar, die haar toeroept: „Zeg, nou praten we niet de hele dag over ziekten, hoor. Begrepen Veel tijd om te mokken heeft de met zelfbeklag vervulde vrouw niet, want Hekhuis komt binnen met de lunchpakketten, die in het Schelde- kwartier zijn klaargemaakt. Het Rode Kruis maakt een ronde met koffie en appels. Heel andere versnaperingen worden op dat moment genuttigd in het Jongerencentrum De Piek aan de Hellebardierstraat. Ook daar wach ten ongeveer twintig jongeren tot ze hun woningen in de omgeving van de Vlamingstraat weer binnen mo-1 gen. Door middel van affiches die in het 'bomgebied' zijn verspreid, j heeft ook De Piek zich als opvang centrum aangediend. De daar aan-H wezige jongeren doden de tijd me: H twee videobanden: Een speelfilm en een muziekspecial. In Open Hof wordt intussen instem mend gereageerd op het PZC-bulle- tin, dat meldt dat de bom om 12.07g uur is gedemonteerd. Ook de mede deling dat de bewoners vanaf hallH twee naar huis en haard mogen terugkeren, valt in goede aarde J| Althans, bij de meesten. Twee oude- re mannen, in de ochtenduren nog volslagen onbekenden van elkaar, bleken elkaar te hebben gevonden. Toen eenmaal het moment van af scheid was aangebroken, hadden ze elkaar nog heel wat te vertellen. En om hun kennismaking te vieren, werd hen oogluikend een borreltje toegestaan... Het tweede busje voert opnieuw een groepje bejaarden aan. Ook zij moe ten hun dicht bij de vindplaats van de te demonteren bom staande hui zen verlaten. Er wordt ineens flink gekeuveld over de verpaupering van de Nieuwendijk, over het hoffe lijke optreden van de enorme poli tiemacht en over vergeten brei werkjes. Een vrouw raakt lichtelijk in paniek als ze beseft dat ze al haar kostbaarheden wel in een kast heeft gelegd, maar is vergeten om de sleutel uit het kastslot te halen. Het derde busje levert een jong Chinees echtpaar met negen maan den oud kind af en twee jonge ondernemers, die sinds kort een winkeltje drijven in de Sint Jacobs- straat. De club is nu met z'n twinti gen; er is gerekend op vijftig man. Die vijftig worden echter bij lange na niet gehaaid, en de Vlissingse wethouder Adri Hoefkens weet waarom. „Het is alweer een week of vier geleden dat we de bewoners van de vlakbij de bom gelegen woningen vroegen of ze in aanmer king wilden komen voor het op vangcentrum. Ik denk, dat er toen veel mensen voor de zekerheid 'ja' hebben gezegd, maar dat een groot deel van die mensen in de tussentijd toch nog iets anders heeft gevon den". Inmiddels zijn de hulpverleners gearriveerd. Het aantal leden van de Rode Kruis Colonne, het Rode Jan Willem Hekhuis, teamleider van de sociale dienst, zet een video recorder klaar en laat tekenfilms zien. Zijn plan om de gehuurde videoband van Ciske de Rat te vertonen valt in het water. De film operator van het Rode Kruis is hem voor en heeft de aandacht van de ouderen getrokken met zijn film over het hospitaalschip Henry Du- nant. Voor de negen maanden oude Jun Ting Shu wordt het allemaal iets te veel. Rode Kruis-mensen maken in een aangrenzend zaaltje een provisorisch bedje klaar voor de kleine en het kind valt als een blok in slaap. Het hoogtepunt van het ver blijf in het opvangcentrum be gint zodra twee sjoelbakken in de zaal worden neergezet. De dames palmen de eerste bak in; de heren spelen met de tweede. Grote verwarring ontstaat wanneer de scores van de vrouwen -vaak boven de honderd punten- worden goed en zo kwaad als het gaat gemak kelijk op de achterbank, en bestu deert fronsend haar gezwollen wijs vinger. Straks toch maar even de dokter bellen - want dat kan lelijk aankomen, als zo'n joekel van een onwillige angora, al het gesol beu, toehapt. Een eindje verder staat me neer Ter Meulen, geel regenpak, brommer op de standaard, op z'n gemakje over een van de dranghek ken geleund.Tot de weg vrijgemaakt wordt om de wagen van de mijnoprui- mingsdienst, waarin De Bom wordt vervoerd, vrij baan te geven. Als me vrouw Ter Meulen de wagen ziet nade ren, raakt ze lichtjes in paniek en roept vanaf de achterbank door het geopende portierraampje: „Ger, kijk uit, zet je brommerhelm op...". Rond tweeën worden de dranghekken weggehaald. Meneer en mevtouw me vrouw Ter Meulen kunnen hun win keltje weer in. Gelukkig niks ingere- gend. Zelfs geen modderige voetaf drukken op de trap. De winkelbel rinkelt. De eerste klanten melden zich weer. „Blij dat ik weer thuis ben", zegt de siager sigarenwinkelierster, „want ik moest zo nodig naar de wc VLISSINGEN - „Laten we niet vergeten om de bedden nog even op te schudden, want als straks die politiemannen komen controleren, wil ik niet dat ze in de rotzooi komen". Noodtoestand of geen noodtoestand, het huis moet aan kant. Hoe dan ook. Maandagmorgen even na zevenen, Walstraat 34, Vlissingen. In de keuken achter de sigarenwinkel kijkt mevrouw Ter Meulen (61) boven haar kopje thee een tikkeltje zorgelijk naar buiten. De regen trekt grillige strepen op de beslagen ramen. De eerste ME-wagens rijden zone A, het gebied dat over een paar uur geheel onruimd moet zijn, binnen. Dranghekken worden van vrachtwagens geladen. Nog even, en de binnenstad van Vlissingen verandert in een schier onneembare vesting. Ben je gek, ze gaan niet naar het opvangcentrum, geen sprake van. Zeg nou zelf: wat hebben ze daar te zoeken? Makkelijk toch - de vader van de sigarenwinkelierster woont een paar straten verderop, in de Schutterijstraat, in zone B. Dus daar gaan ze heen. Kan mevrouw Termeu- len meteen z'n keukenkastjes weer 's schoonmaken. Zo maakt ze van de nood een deugd. „Want ik ben geen mens om stil te zitten". De klok wijst kwart over negen aan als de ontruimingsploegen de eerste winkels in de Walstraat binnenlopen. Tegen z'n winkelpui geleund, schui lend onder een luifeltje tegen de neer gutsende regen, ziet meneer Ter Meu len goedkeurend toe hoe de ME-ers ieder pand grondig inspecteren. De etalage van juwelierszaak even ver derop is helemaal leeg. Alle sieraden zijn veilig in een kluis opgeborgen. „Waar zal ik me sappel over maken", zegt de sigarenwinkelier, "als je toch ziet wat voor maatregelen ze nemen, d'r komt toch geen vlieg in". Kachel uit. gaskraan dicht, koffiezet apparaat uitgeknipt. Drie ME-ers doorzoeken de sigarenwinkel en de woning van onder tot boven. Geen hoek of kast wordt overgeslagen. Want je weet tenslotte maar nooit of iemand zich ergens verborgen houdt om straks, als de stad verlaten is en alle winkeldeuren wagenwijd open staan, op het gemakje aan het plunde ren te slaan. Ruim een uur later leunt mevrouw Ter Meulen over de ballustrade van de flat aan de Schutterij straat. Het is nu rond elf uur. De binnenstad is geheel bntruimd. Door zone B rijdt een geluidswagen, die de bewoners adviseert binnen te blijven en deuren en ramen open te zetten. Een helicop ter vliegt laag over. „Ik word er ge woon niet goed van", zegt een me vrouw van een deurtje verder. „Vooral De heer Termeulen, in de zaak in de Walstraat klaar om te verkassen. De politie controleert. Binnen loopt mevrouw Ter Meulen in haar ochtendjas zenuwachtig heen en weer te drentelen. Op zoek naar haar twee witte angorakatten, want die moeten ook mee, wat dacht je. „Laten we eerlijk zijn, meneer, je zit toch wel een beetje in spanning", zucht ze. „Al dat gedoe - ik weet wel hoor, het moet gebeuren, daar is nou eenmaal niks aan te doen. Maar om je hele boeltje open te laten staan, met al die re gen...". Nee, alleen die katten gaan mee. En natuurlijk het geld dat ze in huis hebben. Maar voor de rest„We kunnen toch moeilijk het hele huis en de hele winkel leeghalen. Da's toch onbegonnen werk?". Meneer Ter Meulen (60) vat het alle maal nogal laconiek op. „Ik maak me niet druk, ik moet er om lachen, ik beschouw het als een geintje. O.K., je mist je inkomsten, maar daar heb ik geen slapeloze nachten van. Als ik de hele dag dicht moet, scheelt me dat toch gauw zo'n vijftienhonderd tot tweeduizend gulden aan omzet. Daar kun je dan wel sjagrijnig over lopen doen, maar wat schiet je daar mee op, niks toch?". dat lawaai van die helicopter, dat doet me denken aan 10 mei 1940". Mevrouw Ter Meulen knikt. „Ja gek hè, dat gevoel heb ik nou ook. Het is zo onwezenlijk, die helicopter, die vind ik het akeligst". En terwijl het wachten is op nieuwsberichten via de radionieuwsdienst komen de herinne ringen aan de tweede wereldoorlog boven drijven - de bombardementen, de hongerwinter. Om twaalf uur spreekt de nieuwslezer het verlossende woord: 'operatie bom' is geslaagd. Mevrouw Ter Meulen slaakt een zucht van verlichting: „Blij toe. En weet je voor wie ik het 't fijnst vind. voor die man die dat ding uit mekaar moest halen. Want stel je toch 's voor... je moet er niet aan denken". Meneer Ter Meulen start fluitend z'n brommertje. Mevrouw Ter Meulen vouwt zichzelf moeizaam op de ach terbank van de auto van de verslag gever - onder iedere arm een luid protesterende angorakat. Gauw naar huis, kijken of de boel niet is ingere- gend. Dat valt tegen. De binnenstad is nog steeds hermetisch afgesloten. Onverbiddelijke politiemannen ver sperren iedereen de toegang. Er zit weinig anders op: wachten tot het gebied weer wordt vrijgegeven. Me vrouw Ter Meulen maakt het zich - zo De Sint Bernard - een van de vier extra bezoekers tijdens de ontruiming in het Vlissingse asiel. VLISSINGEN - Razendenthousiast springt de Vlissingse Sint-Bernard tegen de spijlen van zijn hok in het dierenasiel in Vlissingen Het dier vindt het allemaal prachtig, de vreemde honden om hem heen en de andere omgeving. Als beheerster Wil van Reine haar hand naar hem toe steekt duwt hij liefkozend zijn grote kop ertegen en likt haar vingers. De Sint-Bernard werd maandagochtend door zijn eigenaar afgeleverd. Het dier hoort in één van de panden in de Vlissingse binnenstad die voor de demontage van de vliegtuigbom ont ruimd moesten worden. Minder gecharmeerd van hun tijdelij ke behuizing zijn twee schildpadpoe zen. Met grote angstogen kijken ze om zich heen, dicht tegen elkaar aange drukt. Een Cyperse kat zit zielig in zijn bak en kijkt eindeloos droevig door de tralies van zijn hok. De drie katten zijn ook bij het asiel afgeleverd om de ontruimingsperiode te over bruggen. „Ik had eigenlijk meer huisdieren verwacht", vertelt de beheerster.We zijn ervan idtgegaan dat we vijftien katten en vijftien honden konden her bergen. Vandaag zijn er drie katten en één hond gebracht. Andere huis dieren heb ik helemaal niet binnen gekregen". Het Vlissingse dierenasiel had maandag de deuren geopend voor huisdieren uit woningen in de zone die ontruimd diende te worden voor de demontage van de bom.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1985 | | pagina 10