RODE PRINS VERTOONT ZICH AAN ZIJN VOLK DE UITGANG IN JERUZALEM VOLBRACHT Sihanoek droomt van democratisch Cambodja solidariteit met de lijdenden te gaan door regelrecht af te stevenen op glorie en erkenning (Mattheüs4,l- 11). Hij weerstaat deze verleiding. Dan maakt in de lezing van de volgende zondag (Mattheüs 17.1-9) de barre woestijn toch plaats voor de heerlijkheid op de berg in een kortstondige ontmoeting met Mozes en Elia, de 'Wet en Profeten', het boek van Israel. Als in een visioen ziet hij zijn weg in het licht van wat zijn volk in vroeger tijd aangaande Gods bedoelingen vernam. Wie iets weet van bijbelse samenhangen gaat bij deze lezingen een verband vermoeden tussen de woestijn waarin en de berg waarop Jezus wordt gevoerd èn de woestijn waarin zijn volk Israël terecht komt op vlucht uit Egypte en de berg Sinaï waar het de regels ontvangt waarin God hen de weg wijst naar het land der belofte. Een verband van lijden en uitzicht waarin Jezus zijn eigen levensweg zag uitgetekend Het uitdrijven van de boze geesten, anders gezegd de strijd tegen demonen, het gevecht met de machten, daarmee zien we de Heer bezig in het Evangelie voor de derde zondag der veertigdagentijd (Lucas 11,14- 28) Het verhaal is vol van de spanningen en onduidelijkheden die voor mensen altijd met macht en machten verbonden zijn. Je roept ze zelf op maar daarna keren ze zich tegen je en overal waar ze zich doen gelden zaaien ze verdeeldheid Temidden daar van gaat het Jezus juist niet om macht maar om bevrijding, om het tot hun recht (en dus terecht!) brengen van mensen. De zondag daarna volgt het verhaal hoe vijfduizend mensen gespijzigd worden door het breken en delen van vijf broden en twee vissen (Johannes 6.1-15). Waar wordt gedééld hoeft niemand honger te hjden. De demonie van 't mense lijk hebben en grijpen houdt geen stand tegen de geloofservaring dat je ontvangt wat je behoeft. En wie bijbelse samenhangen kent moet hierbij wel denken aan het manna in de woestijn, het voedsel uit de hemel waarmee dagelijks Israël verzadigd wordt: juist waar de machten zich vernietigend doen gelden mag Israël leven, al is 't dan bij de dag. En in dat alles ziet Jezus zijn levensweg uitgetekend. Dan komen de laatste twee zondagen in de veertigd agentijd. In het Evangehe voor de eerste (Johannes 8,46-59) gaat het weer over de demonie, nu in de allerbedreigendste zin: Jezus zelf wordt voor een bezetene gehouden omdat hij in de leugens der mensen de duivel aanwijst en zich beroept op de God der waarheid wiens woorden ten leven zijn. Nog nimmer was het conflict zo direct als hier, maar er zijn situaties in het leven waarin men dat niet uit de weg mag gaan. Waar men zich echter niet anders van deze rabbi af weet te maken dan door alles om te keren en uitgerekend hem voor de duivel te houden, daar worden de diepten van ons bestaan zichtbaar. Maar als in een gelijkenis en dat gebeurt dan in het Evangelie van de Palmzondag (Johannes 12,12-24) wordt voor een ogenblik ook de overwinning zicht baar: over palmtakken en klederen, door omstanders op de weg gelegd, houdt de Heer intocht in zijn stad Jeruzalem. Bijna cynisch tegen de achtergrond van het verwijt van bezetenheid, zal nu toch al is 't maar voor dit moment duidelijk zijn dat het doel wórdt bereikt: de stad van de vrede. Zoals de tocht van Israël uiteindelijk uitkwam in het land der belofte. stemmen uit de kerken De samenhang van deze weken van Jezus' lijden, wat is zij anders dan dit: dat Jezus de weg van zijn volk ging, de uittocht, de exodus uit de slavernij van Egypte en de lange weg door de woestijn met alle demonie ook daar. Dai is dan ook de betekenis van het dubbelzinnige woord van Lucas 9,31 waar staat dat Mozes en Elia met Jezus spraken over zijn uitgang die hij te Jeruzalem zou volbrengen. Als de Willibrordvertaling die 'uitgang' weergeeft met 'heengaan' haalt ze die diepzinnigheid er juist uit: want zijn heengaan, zijn sterven dus is gelijk zijn exodus, z'n uittocht uit de slavernij waarmee demonische machten mensen tiranniseren; zoals zijn volk Israël uittrok uit de willekeursmachl van de farao in Egypte. Binnen die samenhang wisselen op deze zondagen steeds de thema's: de demonie èn het uitzicht op bevrijding, het ene schijnt het andere op te roepen. Tot in de week voor Pasen de demonie zich om Jezus sluit en het duister het laatste woord krijgt. Want zo pleegt het in de wereld te gaan als mensen pogen de Sinds ruim een week beseft het sterk westers georien- teerde Thailand weer eens dat het omgeven is door mm of meer vijandige burenwaarvan er één een regelrechte bedreiging vormt. Vietnamese troepen, die sinds januari 1979 het aangrenzende Cambodja bezet ten maar er nog steeds niet in zijn geslaagd het verzet van de Rode Khmer-guerrilla te breken, drongen vorige week door op Thais grondgebied, op jacht naar vluchtende Khmer-eenheden. Ze dreven met hun offen sief niet alleen nog eens enkele tienduizenden vluchte lingen uit Cambodja naar het toch al zwaar door het ballingenprobleem belaste Thailand, maar raakten tevens in gevecht met het Thaise leger. Reinier van de Loo, op bezoek in Thailand, bezocht hel strijdgebied en ontmoette op Cambodjaans grondge bied. onder de hoede van Khmer-vrijheidsstrijders, president Norodom Sihanoek van de democratische Cambodjaanse verzetscoalitie. VRIJDAG 13 APRIL 1984 dode letter. Iedere gevangen Vietna mees zit geblinddoekt, gekneveld met scherpe koorden die diepe, bloedende wonden maken, in de smorende zon op een stukje van bijtende bosmieren vergeven grond van 70 bij 70 cm, manshoog prikkeldraad rondom. Als hij van slaap zou omvallen hangt hij in de vlijmscherpe stekels. Pol Pot Terug naar Sihanoek. een paar hon derd kilometer ten zuiden van het Thais-Vietnamese strijdgewoel. In tussen hebben zich twee andere gro ten uit het Cambodja van weleer bij ons gevoegd. Het zijn de voormalige, herhaaldelijk wereldnieuws maken de politici Kieu Samphan en leng Sary. Ze bekleden in Sihanoeks coali tie opnieuw hoge functies. - Iedereen heeft het steeds maar over die schrikbarende Pol Pot, maar geen mens krijgt hem ooit te zien. Leeft hij eigenlijk nog wel of houden de Rode Khmer slechts een mythe in stand? Sihanoek. die amper redenen heeft Pot tot zijn vrienden te rekenen, om dat ook hij familieleden verloor onder diens wrede gesel, antwoordt ontwij kend: „Ze hebben hem begin januari ergens diep in Cambodja ontmoet". Hij laat in het midden wie 'ze' zijn. Kieu Samphan: „Zijn soldaten zeggen dat hij de verzetsacties tegen de Viet- namezen zelf leidt". Het meest wan- trouwig-makende antwoord komt van de grijzende minister van gezondheid, Tjoean Tjoeën, toch een excellentie die het kan weten: „Ik ben niet be voegd op deze vraag een antwoord te geven". Dood of levend, Pol Pot met zijn Rode Khmer blijft het voornaamste strui kelblok voor ieder die een oplossing voor Cambodja zoekt. De Vietname- zen gebruiken zijn beestachtig verle den als excuus voor hun „menslie vende" aanwezigheid en elke nieuwe actie van de Khmers versterkt hun argumenten, dat natuurlijk maar een deel van de waarheid dekt: Hanoi wil Cambodja gewoon als wingewest voor zijn eigen door dertig jaar oor log uitgebeende nationale economie behouden. En voor de democratische coalitie is hij een sta-in-de-weg van jewelste: zonder zijn leger is de coalitie machte loos en met Pot als vuurrode partner krijgt Sihanoek nooit zijn westers- getinte droom van de grond. De Chinese Hsinhua-reporter komt er ook niet uit: zijn land moet de vreemdste snuiters omarmen omdat het nu eenmaal boven alles de pest heeft aan de Vietnamezen. Dus helpt Peking iedereen die tegen Hanoi en zijn Russische vrienden is: de „kapita list" Sihanoek en de Rode Khmer met hun gehate verleden, de 200.000 Cam bodjaanse vluchtelingen in Thailand, het zeer westerse Thailand zelf en - pe: Prins Norodom Sihanoek keert terv, pr in Thailand na een bezoek aan Pi Va king. Rechts achter hem partijleidt da Kieu Samphan. Sihanoek krijgt een warm welkom van zijn verzetsstrijders. notabene - de ondergrondse Thais zu communistische partij. ve Geen eenheid In deze politiek-ideologische mailt ne molen zegt Sihanoek doodleuk in eci di' poging de niet-bestaande eenheii ze binnen zijn coalitie vorm te gevet ve „Pol Pot weet dat hij niet zonde zij China en niet zonder ons kan. Hj w< weet ook dat zijn politieke rol ii m uitgespeeld. Daarom heeft hij Kit; ke Samphan als partijleider aanvaart ril en houdt zichzelf alleen nog mti vechten bezig. De Rode Khmer zej ïj gen nu trouwens niet langer dat u communistisch zijn, maar national» tisch. Omdat ze beseffen dat eet nieuw exclusief Khmer-bewind ii n£ Cambodja onmiddellijk alle stem e" van China en van de ASEAN-landet ce zou verliezen". n( - U zou Pot het liefst laten elimineren Bl „Ik ben niet uit op de vernietiging vai G Pot of de Rode Khmer. De man is noj n( niet eens veroordeeld door een volks "1 rechtbank. Maar ik ben geen suppo: ter van hem, en hij niet van mij. Hi, meesmuilt om mijn privé-zwembad it Peking en de Franse 'haute cuisine bi waarvan ik in Pyongyang (Noord Korea) geniet. Maar toevallig hebbei ze wel mij en niet hem gekozen al' Zl staatshoofd van vrij Cambodja". 8' Behalve China en Joegoslavië heef nog niemand officiële diplomatiek) Vl betrekkingen met Sihanoeks club aangeknoopt. Daar komt vandaag li 1 de oerwoudvesting van Phum Thamei 1 verandering in. Want er is daar noj een bezoeker: de ambassadeur van Maleisië maakt van Sihanoeks visit! aan eigen volk gebruik om ter plekki 1 zijn geloofsbrieven aan te bieden. Dli van Senegal zou ook komen, mam laat het om onopgehelderde redener afweten. De Khmer-soldaten staan opnieuw zonder een spier van hun getaand? gelaat te vertrekken, uren in de hitte om dit glorieuze moment voor eer. regering zonder land ceremoniële glans te verlenen. En daar in Phum Thamei. in dal stukje vrij Cambodja, wappert hooj tussen de groene palmen en lianen rode vlag met de drie gele pagodes. De nepvlag van het nepregime in Phnom Penh voert hetzelfde dun doek, maar met vijf pagodes erop, Het echte verschil tussen beidt Campbodja's is echter 200.000 maal groter. Net zoveel als er Vietnamese soldaten zijn. Die er zelfs niet voor terugschrikken in hun strijd tegen de Khmers het grondgebied van Thai land te schenden, dat grote, sterke, maar van Vietnamezen-angst door drenkte laatste pro-westerse bol werk in dit verder 'socialistische' deel van Azië, dat vroeger Indochina heette. Overmorgen is het palmzondag, de laatste zondag in de lijdenstijd. Vanaf mijn kinderjaren be waar ik daaraan een dubbele herinnering. Het was en is nog steeds de dag waarop in de kerk jonge mensen belijdenis des geloofs afleggen. En het was en is ook nog steeds de dag waarop 's middags urenlang over de radio de Mattheüspassion weerklonk, wat ook al luisterde je niet aan één stuk de sfeer van die dag bepaalde. Bij het verband tussen de palmzondag enerzijds en het belijdenis doen en de passiemuziek anderzijds kan je een vraagteken plaatsen Het Evangelie voor deze zondag vertelt hoe Jezus zittend op een ezel en bejubeld door de menigte intrekt in Jeruzalem. Wie dat al te vlot wil betrekken op mensen die belijdenis doen. moet bedenken dat ze daar in Jeruzalem al een paar dagen later 'kruisigt hem!' riepen, dezèlfde mensen. Geen prettige gedachte voor wie daar temidden van de gemeente hun 'hoogtijdag' beleven. Het belijdenis doen op palmzondag is. weinigzeg gend verband, in zwang gekomen om deelname mogelijk te maken aan de gebruikelijk geworden avondmaalsviering op de Goede Vrijdag daarna. De passiemuziek op de palmzondag lijkt beter te passen En ik geef toe: ook mij spreekt ze nog steeds bijzonder aan Toch vraag ik me af in hoeverre ze met de dramatisering van Jezus' lijden bijdraagt tot het verstaan daarvan. Rukt de traditie van een jaarlijkse uitvoering de passie niet gemakkelijk uit het ver band waarin Christus zijn lijden beleefd moet heb ben? Dat lijden kan toch niet zo op zichzelf gestaan hebben: alleen in een bredere samenhang zal er immers iets van te verstaan zijn. traditie De traditie der kerk lijkt me met z'n rooster van Evangelielezingen voor de zondagen in de veertigd agentijd voor Pasen een duidelijker en meerzeggend verband aan te geven. Elk van deze zondagen kreeg daarin een eigen karakter en met elkander vertonen ze een samenhang waarin de betekenis van het lijden en de opstanding van de Heer oplicht. Het begint, veertig dagen voor het feest, met de verzoeking van Jezus door de duivel in de woestijn: verzocht om niet de weg van het lijden en dus van maenten tot zwijgen te brengen en iets van vrede zichtbaar te maken. De weg van het lijden loopt op de dood uit. Tenzij deze dood niet als lot maar als óffer gezien kan worden en daarmee een verzoenende betekenis krijgt: verzoenend tussen mensen (in elk geval hier en daar) en ten diepste verzoenend tussen hen en God. Verzoenend en daarmee zinvol. Waar door het ook dan. als het op de dood uitloopt, nóg waar is en geloofd mag worden: dat het laatste woord aan God is en daarmee aan een even onverwacht als onmogelijk opstaan ten leven. Dat is de betekenis van Israèls Pascha-viering: pesach als doorgang door de dood heen. Dat ook vierde Christus' kerk de eeuwen door in de Paasnacht: als zij die de Heer wilden volgen belëden door in de doop onder te gaan en daaruit op te staan en als zij daarop in de 'maaltijd der dankzegging' zijn 'uitgang' te Jerzuza- lem. zijn sterven als verzoening en bevrijding vierden om daarin ook zelf te delen. ervaring Als zo het leven, lijden en opstaan van Jezus mogen worden verstaan, dan bevinden christenen zich in de nabijheid van Israël. Aangrijpend is dat door de joodse theoloog Pinchas Lapide duidelijk gemaakt in zijn boekje 'Opstanding, een joodse geloofserva ring'. Als zoon van zijn volk moet hij wel de liederen die bij de Paschaviering worden gezongen (Psalm 113-118) betrekken op het duister en leed van Israël door de eeuwen heen. Het moet gewaagd in dat verband te zingen: „Ik zal niet sterven maar leven en de daden van de Heer vertellen!" Exodus en woestijntocht zijn voor Israël steeds doorgegaan en opnieuw begonnen. Lapide besluit met te spreken over de gemeenschap pelijke hoop van joden en christenen: een hoop ik citeer die uit het vertrouwen 'naar boven toe' de moed 'naar voren toe' put; een moed die aan het sterven voorbijziet, naar een voortbestaan dat de dood zijn prikkel ontneemt en daardoor ons leven een zin geeft die niet kan vergaan noch ontbinden; een hoop die kracht schenkt om zich onvoorwaarde lijk uit te leveren aan de God 'die dood en doet herleven'! Deuteronomium 32,39) en 'zijn rechtvaar digen niet verlaat' (Psalm 37,25). hemel vonden dat Vietnam hem ver dreef. 'Door Reinier van de Looi In smetteloos groene jungle-uniformen. Rode Ster op de pet, splinternieuwe CKC-geweren aan de voet, alles „Made in China", staan een paar honderd Rode Khmer-soldaten in het Praten en vechten gelid. De westerse bezoeker, die zojuist na een nachtelijke rit vanuit Bangkok de grensrivier overstak, een paar kilometer ten zuiden van de Thaise stad Aranyaprateth, wordt met stukjes Zwitserse kaas, bananen en papaya plus een professioneel cameraspervuur van de Khmer-propagandadienst begroet. Welkom in Democratisch Cambodja. De Vietnamese bezetter van dit straatarme land is er ondanks zjjn reeks militaire successen - van Dien Bien Phoe. waar de Fransen in 1954 klop kregen, tot de wereldschokkende afgang van een half miljoen Amerika nen - nog steeds niet in geslaagd de fanatieke vechters van de Rode Khmer geheel uit te schakelen. De grimmige, amper 1.60 meter grote en door Hanoi's aartsvqand Peking gesteunde guerrillastrijders van ex- president Pol Pot beheersen langs de gehele Thais-Cambodjaanse grens grote junglegebieden. Elke dag op nieuw dringen ze diep door in de Cambodjaanse provincies Battam- bang, Slem Reap en Kompong Som, waar ze de Vietnamese bezetters en hun marionetten van Heng Samrin, die aan het handje van Hanoi in de hoofdstad Phnom Penh zogenaamd regeert, zware slagen toedienen. Ze blijven daar in „bevrijd gebied", urenlang in de zon bij 43 graden Celsius in het gelid staan, totdat prins Sihanoek in een glanzende zwarte Mercedes vanuit Thais gebied de grens naar zijn eigen land, waar hij al jaren niet meer woont, oversteekt. Later staat hij ons te woord. Eindelijk beschut onder een afdak van palmbla deren, gelaafd met vers kokosnoten sap en cola, maar intussen gaarge- stoofd en als een kreeft zo rood, krijgen we ln het bijzijn van een Chinese reporter van het Pekingse Volksdagblad, die permanent is ge stationeerd in dit minuscule stukje vrij Camodja, van de prins te horen hoe de kansen van zijn coalitie ervoor staan. Niet best, al beweert de driftig gebarende en stampvoetende prins met overslaande stem anders. Voor dat een bezorgde prinses Monique hem uit de discussie wegtroont - „mijn man is pas erg ziek gweest" - vertelt hij ons in afwisseld vloeiend Frans en Engels dat zijn coalitie welis waar uit overenigbare grootheden be staat, maar niettemin de heilige wil heeft Heng Samrin uit Phnom Penh en de Vietnamese bezetters uit heel Cambodja te verdrijven. De prins voert het bewind over zijn eigen Sihanoekisten en de eveneens niet-communistische bevrijdingsbe weging van coalitie-premier Son Sann, die beiden over slechts geringe militaire hulp beschikken. Die komt vrijwel volledig van de derde „poot" Droom Zij vormen de gewapende arm en de enige daadwerkelijke machtsfactor in de coalitie. Zonder deze troepen blijft Sihanoeks hoop op een terugkeer naar Phnom Penh een schone droom. Het vervelende voor hem is echter dat deze Khmer-troepen communistisch zijn, terwijl Sihanoek een Vrij Cam bodja voor ogen staat naar westers parlementair-democratisch model, en nauwe banden met de zes landen van de niet-comunistische ASEAN-groep (de Zuidoostaziatische Gemeenschap van Thailand, Maleisie, Singapore, Broenei, Indonesië en de Filippijnen). - Dat lukt u nooit zolang Pol Pot nog aan het hoofd staat van zijn Khmer- leger. „Pol Pot weet dat vele Cambodjanen hem haten om zijn verleden. Honderd duizenden landgenoten vonden de dood tijdens zijn schrikbewind van 1975-1978. De bergen botten en sche dels die over het hele land werden gevonden wekten afgrijzen in de hele wereld. Zo erg, dat sommige landen het toen eigenlijk een zegen van de Helaas zijn de Vietnamezen echter gebleven en proberen ze Cambodja nu net als Laos om te toveren tot een provincie van Hanoi. Behalve zo'n kleine 200.000 soldaten hebben ze nu ook een half miljoen Vietnamese im migranten overgeplant. Dat doe je niet als je van plan bent je binnenkort terug te trekken. Hanoi's minister van buitenlandse zaken Nguyen Co Thach heeft mooi praten. Tijdens zijn recen te propagandatoer door Zuidoost- Aziè en Australië zei hij met een brede grijns dat Vietnam best tot onderhan delen bereid was. Dat is typisch Vietnamees. Praten over vrede en intussen vechten", sprekend voorbeeld: toen Thach vo rige week Bangkok bezocht, zei hij in wat voor hem het hol van de leeuw is, op vragen over zijn elders geuite bereidheid tot onderhandelen over Cambodja: „Neemt u mij niet kwa lijk, ik heb een zere keel", en hulde zich vervolgens in zwijgen. Nog geen drie dagen na zijn zinlose visite, vielen Hanois troepen de Thaise pro vincie Si Sa Ket binnen via de berg pas van Phra Palai, dichtbij het drie landenpunt tussen Thailand, Cam bodja en Laos. Hoewel dit soort grensoverschrijdin gen niet nieuw is. was de ernst van de „invasie" dit keer toch zodanig, dat Bangkok woedende protesten de we reld inzond en bezorgde reacties ver wierf tot vanuit Washington. In Bangkok gaat het krioelende dage lijks leven overigens door - de Thais beroemen zich erop nog nimmer door een ander land bezet te zijn geweest en bovendien hebben ze nu een super modern en goedgetraind leger dat de Vietnamezen, naar het schijnt, voorlo pig wel van nieuwe invasie-avonturen kan afhouden. Niettemin. De Vietnamezen bezetten nu. een week later, nog altijd twee strategische heuvels, verloren 40 sol daten, en zijn nu al dagen in artillerie gevechten met de Thaise troepen van opperbevelhebber Arthit Kamlang-ek gewikkeld, waarbij ook vijf Thais het leven lieten. Hanoi ontkent botweg. Terwijl de Thais ons twee uitgeschakelde Russi sche T-54-tanks laten zien, die de Vietnamezen in hun jacht op Khmer- troepen op Thais grondgebied achter- ■lieten, beweert de Vietnamese rege ring simpelweg dat de grens ter plaat se niet duidelijk is afgebakend, dat de inval door Bangkok verzonnen is en dat haar troepen vluchtende Khmers achterna zaten. Wreedheden Is dat al een vat vol tegenstrijdige verklaringen, boekdelen spreken de Vietnamese krijgsgevangenen die Thaise militairen ons tonen. Vraag het Amerikanen, die hun makkers destijds in valkuilen vol vlijmscherpe bamboespiezen zagen storten: een Aziatische oorlog is wreed. Zo ook hier. Conventies van Genève ten be hoeve van krijgsgevangenen zijn een Coalitie De prins, ooit leider van heel Camod ja, beweegt zich al jaren in gezelschap van' zijn beeldschone vrouw Monique tussen zijn ballingschap-residenties in Peking en Noord-Korea. Sinds deze 61-jarige, emotionele compromis-poli ticus echter is gekozen tot president van de anti-Vietnamese en anti-Sam- rin-coalitie van het door de Verenigde Naties erkende Democratische .Cam bodja. moet hij zich natuurlijk af en toe ook aan zijn eigen volk laten zien. Dat gebeurt deze ochtend. Ontroerende omhelzingen van hoog bejaarde vrouwtjes, strak gedirigeerd handgeklap van fleurig geklede kin deren en muziek die voor ongeoefende westerse oren monoton en onver staanbaar gejengel is. En de Rode Khmer-vechtjassen staan nog steeds stram. Hun groene, slob berige uniformen zijn intussen door weekt. Het zweet gutst van de lijven. Tot overmaat van ramp volgt, ter wijl ver weg in de jungle doffe scho ten knallen, een minuten durend maar uren lijkend welkomstgebed van onbeweeglijke Boeddhistische monniken in hun oranjekleurige ge waden. Waarna Sihanoek aan een speech begint in wat vermoedelijk met zijn 82 klinkers en medeklinkers de moeilijkste taal ter wereld is. verzoening Waar mensen op de palmzondag de Heer belijden en op deze zelfde dag de passiemuziek weerklinkt, daar mag dat in dat verband geschieden. En we kunnen slechts hopen dat het in déze samenhang gehoord wordt door mensen die in deze wereld aan de demonie ten gronde gaan. Zoals om slechts die te noemen zij wier namen door de synode van de hervormde kerk op een kleine lijst aan de kerkera- den zijn toegezonden, opdat zij in de gevangenis in Oost of West waar zij om hun geweten zijn opgeslo ten door een paasgroet van mensen in Nederland worden opgebeurd. En mogelijk bevestigd in het vertrouwen dat God, die de rechtvaardigen niet verlaat, sterker is dan de demonen en mensen doet opstaan ten leven. Zo palmzondag en Pasen vieren is dienst aan de verzoening. En hoe problematisch ze ook kunnen klinken, ook de woorden die hij daarna zegt moeten worden doorge geven: „Als men diep in de ziel van het huidige restant van Israël zou kunnen kijken, om te peilen hoe dat zijn eigen identiteit ziet. dan zou men hoogstwaarschijnlijk tot de conclusie komen dat Auschwitz en de stichting van de joodse staat in dezelfde geestelijke verhouding tot elkaar staan als Goede Vrijdag en Paaszondag in de harten van gelovige christenen. Tussen kruis en opstanding gaapt dezelfde afgrond als tussen het massale Golgo tha uit de Hitlertijd en de nationale verrijzenis in het jaar 1948". Let wel. hij vergelijkt niet de Goede Vrijdag met de holocaust noch Pasen met de stich ting van de joodse staat, het punt van vergelijking is de kloof tussen Goede Vrijdag en Pasen enerzijds en tussen de holocaust en de stichting van de joodse staat anderzijds. De kloof tussen demonie en leven. De kloof waardoor Israël altijd weer heengetrokken is en waar ook de zoon van dit volk, Jezus van Nazareth doorheen trok. telkens weer in zijn leven en voor wie daarop vertrouwt tenslotte ook toen hij het offer van zijn leven bracht. En uit» de dood opstond.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1984 | | pagina 4