Menselijk bestaan niet
te vatten in hier en nu
SCHILDER JEAN KEMPS:
John White's Big Band: mijn
zwager kreeg er kippevel van
TERNEUZEN John White's Big Band heeft definitief afgerekend met
hoempapa-geluiden. Dat was pas nog te horen tijdens het optreden van
het 25-man tellende jazz-orkest in het Terneuzense Zuidlandthcater. Big
bandleider Johan de Witte (48) is niet vies van harmonie- en fanfare
muziek, maar in een big band spelen is toch anders. „Ik ben een
harmonie-man in hart en nieren, maar een big band moet gewoon de pan
uitswingen, terwijl je in een harmonie meer de waarden van de noten
volgt die je speelt". De moeilijkheid in een big band is volgens Johan de
Witte het spelen in secties.
De Witte is tevreden over het optre
den in het Zuidlandtheater. Dat
gebeurde in het zesjarig bestaan
van de band alweer voor de vijfde
keer ,,Het ging goed, maar kan nog
beter", aldus De Witte, half op de
leuning van de bank in zijn woonka
mer zittend. „Je kunt zeggen dat we
de eerste fase hebben afgesloten en
dat we nu met een moeilijker en
moderner repertoire de tweede fase
zijn ingegaan" Maar dat wil vol
gens de Sluiskilse musicus niet zeg
gen dat de "Moonlight Serenade' en
'In the Mood' zijn afgevoerd. Com
merciële big band-nummers noem
de hij ze tijdens het concert in net
Zuidlandtheater. Hij opende er
mee, als voorproefje op de spette
rende nieuwe nummers 'Windma-
chine' en 'Tambo', die energiek de
zaal werden ingeslingerd en vooral
kenners koude rillingen bezorgden,
inderdaad, dat swingde de pan uit.
De big band is rijp voor de tweede
fase, de bandleden beseffen dat en
blazen steeds harder.
De kwaliteit verbetert, constateert
De Witte, dat is vooral te danken
aan het feit dat de muzikanten naar
elkaar luisteren „Men is goed op
elkaar ingespeeld. De flair is nu echt
aanwezig om iets aan de vrije im
provisatie te gaan doen. De big
band is gegroeid in die jaren, maar
ik geloof niet dat we moeten denken
dat we er al zijn".
'Tambo'
Repertoire
Die vrije Improvisatie kwam duide
lijk naar voren in het Latijns-Ameri
kaanse 'Tambo'. Robby Neyt op
trompet, Donald de Braai op sax en
Tonny de Krijger op gitaar, soleer
den moeiteloos. De Witte is er con
tent mee. „Soleren heeft veel te
maken met de gemoedstoestand
van de muzikanten. Hebben ze het
naar hun zin dan hoor je dat in de
solo. Kijk, als een muzikant pas
ruzie heeft gehad met zijn vrouw,
dan klinkt de solo weer heel an
ders". Johan de Witte beseft dat de
solo's, die niet op papier staan, een
bepaalde moeilijkheidsgraad heb
ben. „Het ideale is natuurlijk dat
elk lid van de band solo kan spelen.
Ik bedoel, iedereen kan het wel,
maar niet iedereen komt even goed
uit de verf. Je moet er creatief voor
zijn. je staat ter plekke te compone
ren, snap je!... loop maar even met
me mee...
In een kleine ruimte achter de
woonkamer gaat Johan de Witte
achter een piano zitten en begint als
een bezetene te spelenluister,
het kan ook zö zie je solo's kun je
op verschillende manieren spelen,
als je maar rekening houdt met de
melodie en het ritme".
Tonny de Krijger soleert opvallend?
„Ja hij speelt anders dan onze vroe
gere gitarist Danny Benjaminsz. Als
je ze vergelijkt kom je toch tot de
conclusie dat het allebei voor
Zeeuwsvlaamse begrippen erg goe
de gitaristen zijn. maar ze verschil
len. net zoals een Cruyff van een
Van Hanegem verschilt".
den' met de trompetten, zei hij. Het
was geen kritiek hoor, meer een
goede raad".
Het concert in het Zuidlandtheater
op 1 april bracht meer teweeg. Na
afloop bleken een paar mensen be
reid nieuwe nummers voor de big
band te betalen. De Witte: „De
muziek is erg duur. In het begin
kocht ik alles zelf, honderd gulden
voor een nummer ben je zo kwijt,
maar we hebben nu veel sponsors,
dus een behoorlijk repertoire".
Trots klapt hij zijn attaché-koffertje
open en legt 'Music for Mitry' van de
Ramblers op tafel. „Bijna niet aan
te geraken. Een nummer oude stijl,
ik ben er erg blij mee". Een ander
nieuw nummer, maar dan in het
moderne jazz-genre is 'Blues for
Poland' van de Amerikaanse trom
pettist Tony Klatka, bekend in de
uitvoering van Woody Herman en
niet te vergeten de evergreen: 'Stel
la by Starlight'.
De muzikanten van de band krijgen
de muziek mee naar huis. Kunnen
daar een tijdje op oefenen, maar ook
weer niet te lang. De eerstvolgende
repetitie moeten ze het met z'n allen
kunnen spelen. „Men moet op korte
termijn een stuk kunnen instude
ren", stelt Johan de Witte. Nieuwe
en opvallende nummers, gespeeld
in het Zuidlandtheater waren
'Windmachine' en 'Tambo'. 'Wind-
machine' pikte De Witte tijdens het
North Sea Jazz Festival in Den
Haag, waar Jan Molenaar's big
band optrad. „Ik ben naar zijn
muziekuitgeverij in Wormerveer ge
stapt om het nummer te pakken te
Band heeft druk
programma
John White's Big Band blaast
er de komende tijd op los.
Vandaag 13 april is de band te
gast m Porgy Bess in Ter-
neuzen. Op 20 mei treedt de
band op in de feesttent te
Sluiskil ter gelegenheid van
het jubileum van de fanfare en
drumband Sluiskil. John Whi
te's Big Band is op 3 juni te
gast op het internationale big
band-festival in het Belgische
Wetteren. Op 29 september is
er weer een optreden in het
Zuidlandtheater. Tussendoor
zijn er nog optredens in Den
Dullaert in Hulst en op een
personeelsfeest van Dow Che
mical.
Uit zijn repertoire blijkt dat Johan
de Witte ook niet stil staat. In zijn
platencollectie blijkt al een duide
lijke voorkeur. Werk van de Ameri
kanen Dave Brubeck, Woddv Her
man en Mavnard Ferguson is verte
genwoordigd. Dichter bij huis zijn
het de big bands van de Nederlan
der Molenaar en de Belg Couché.
„Met Freddv Couché heb ik goede
contacten", zegt De Witte, terwijl
hij een plaat van Couché's big band
opzet. „Couché was die zondag ook
in het Zuidlandtheater. Ik hoorde
hem voor het eerst spelen op het
big band festival in het Belgische
Wetteren. Ik was daarvan onder de
indruk, zo gesmeerd die band
loopt. Hij nodigde ons uit om vorig
jaar ook in Wetteren te komen
spelen, maar ik zei: nee, we komen
eerst met de band luisteren. Cou
ché kwam nu zelf naar ons luiste
ren en dit jaar gaan we ook, op 3
juni, naar Wetteren. Hij vond voor
een amateurorkest het niveau
hoog. Maar we moeten meer 'snij-
krijgen, ook 'Tambo' komt daar
vandaanaldus Johan de Witte.
'Tambo' sloeg bij het publiék echt
aan, bleek achteraf, maar De Witte
gaf 'Windmachine', waarin drum
mer Jos Boonm de show stal, als
toegift.
John White's Big Band trok een
volle zaal in het Zuidlandtheater.
„We kunnen makkelijk twee keer
dat theater vol krijgen. Couché
stond daarvan te kijken. Wij repete
ren eens in de veertien dagen, maar
voor zo'n belangstelling zou Couché
twee keer per week aan de slag
gaan". Het concert viel Johan de
Witte honderd procent mee. zeker
gezien de repetities de avond er
voor. „Die gingen volledig de mist
in Maar het was ook allemaal een
beetje problematisch, omdat we in
een andere opstelling speelden.
Daardoor hoorden de saxofonisten
wel het koper en het koper niet de
saxofonisten, onze drummer moest
drie boxen achter zich zetten om de
rest van het orkest te horen. In de
zaal merk je daar allemaal mets
van. Maar we zitten in het Zuidlan-
theater erg goed. We hebben de
ruimte en het publiek zit op het
puntje van de stoel".
Moderne jazz
Johan de Witte heeft voor de twee
de levensfase van de big band
gekozen voor het moderne jazz
repertoire. Is dat voor het gewone
publiek niet te gecompliceerd?
„Nee, dat denk ik niet. Het is ook
niet zo dat we één richting uitgaan
en ons daarop blind staren. Zoals
ik al zei blijven de oude big band
nummers gehandhaafd. Maar mo
derne jazz, zoals Couché die speelt
is wel de keuze. Je kunt met zo'n
band natuurlijk alles doen, jazz-
rock bijvoorbeeld, maar geen
avant-garde jazz, die is van ons niet
te verwachten. Ik begrijp natuur
lijk wel dat zo'n 'Tambo' door
kenners heel anders beoordeeld
wordt, dan door iemand die de
'Moonlight' alleen al mooi vindt
vanwege de herkenning".
In vorige concerten tuitte Johan de
Witte ook wel eens de lippen om een
fors partijtje mee te blazen. In het
Zuidlandtheater bleef het bij dirige
ren. De Witte: „Mijn hoofdvak op
het conservatorium was trompet. In
het begin dacht ik het dirigeren te
combineren met trompet spelen,
dat leek me leuk, maar naarmate je
moeilijker nummers gaan spelen
komt toch het accent op het dirige
ren te liggen. Het een zou ten koste
van het andere gaan. Neem 'New
York, New York' met onze gastvo-
calist zo mooi Diererick Benja
minsz. Als ik dan niet voor dat
orkest sta, gaat het falikant de mist
in. Zo'n melodie met die overgan
gen, die moet je dirigeren. Daarbij
komt dat ik graag leiding geef aan
mensen, ik bedoel, ik werk graag
met ze".
Dat directie niet altijd nodig .is
bleek toen een uit de band gefor
meerd combo 'Cry me a river' speel
de. De Witte trok zich terug en
verbaasde zich na afloop zelf o
het resultaat. „Ze werken volgens
een schema Elke muzikant geeft,
individueel inhoud aan het thema,
ik had er geen omkijken naar, maar
als in de band een man ar negen
dezelfde partij moet blazen van ,.ta-
tatatatatata. ..tatatatatatata dan
is dat oefenen en oefenen voordatje
dat onder de knie hebt.
Johan de Witte schrijft zelf m
mers. 'Canal Road', 'Big Band
Dream' cn 'Lotus' zijn van zijn
hand. „Ik schrijf niet veel. Mis
schien doen we nog eens een con
cert met eigen nummers, maar
voorlopig niet. er liggen nog zoveel
mooie dingen. Schrijven is eits
voor de vakantie, je bent er maan
den mee kwijt, terwijl je zo'n num
mer met de band in vijf minuten
afdraait".
Artiest De Witte over het schrijven
aan 'Lotus'. „Kort na het begin
vond ik het nergens op lijken. Ik
heb het verscheurd, het een weekje
laten bezinken en begonnen in een
andere toonsoort. Uitgaande van
de Chinese toonlader heb ik toen
exotische en big band muziek ver
mengd. Mijn vrouw bedacht de
naam 'Lotus'.
Terwijl Johan de Witte praat barst
boven zijn hoofd een doffe disco-
dreun los. „Mijn kinderen zijn er dol
op Ach. ik zit in het muziek-onder-
wijs, behandel de popmuziek. Ik
heb er geen hekel aan. Het is mu
ziek om je te ontspannen. Die kin
deren zitten ook een hele week op
school, willen eens stoom afblazen.
Even niet nadenken. Die muziek is
zuiver ontspannend, maar heeft ver
der weinig inhoud. Je kunt er einde
loos over discussiëren: wel mooi,
niet mooi. De mensen hoeven mijn
muziek ook niet mooi te vinden.
Ieder zijn eigen smaak. Dat bleek
ook weer in het Zuidlantheater. Na
afloop komt er een vrouw naar me
toe. Ze zegt: die trompet blues daar
vond ik niks aan. maar mijn zwager
kreeg er kippevel van. Kijk. zoiets
vind ik prachtig".
Vanavond, vrijdag de dertiende, een
ongeluksdatum, maar Thea Ing-
hels, vorige keer ziek. komt zingen,
pakt John White's big band toeters
en bekkens uit in Porgy Bess in
Temeuzen. „Het is een soort eerbe
toon aan Frank Koulen". zegt De
Witte. „Dat is toch de man die in
Temeuzen werkelijk iets voor de
jazzmuziek heeft gedaan"
John White' s handen jeuken al.
Vanavond staan hij en z'n band niet
bloot aan het getrainde oor van
Freddy Couché. Vanavond zijn de
plaatselijke notabele jaazliefheb-
bers gewoon met hun voornaam
aanspreekbaar. „Ja. we spelen bij
Frank ook weer wat oude nummers
en ik neem zeker m'n trompet mi
De strik los, de boord open, een
pilsje naast de muziekstandaard en
dan een duet van John White en
frank Koulen in 'American Patrol'
of zo... een alls tar big band!
Waldemar Ysebaert
John White's Big Band, droom van de Sluiskilse
muziekleraar Johan de Witte, bestaat zes jaar. De band
concerteerde zondag 1 april voor de vijfde maal in het
Terneuzense Zuidlandtheater. De band is uit hel
harmoniestadium, stort zich op moderne jazz. Repe
teert eens in de veertien dagen in café Dallinga te
Sluiskil ..Konden we al terecht toen we nog geen
rooie rotcent hadden"
Johan de Witte is tevreden over zijn band: „De sfeer is
goed. die wil ik zo houden" Hij wil voorlopig niet de
studio induiken. Een paar jaar geleden werd het
plaatje 'Canal Road' gemaakt. Plaatopname zit er pas
in als de band z'n top heeft bereikt.
De tweede levensfase van John White's Big Band is
aangebroken De bandleden beginnen spontaan te
improviseren, terwijl de 'Moonlightserenade' de status
van verzoeknummer heeft gekregen.
VRIJDAG 13 APRIL 1984
PZC/streek
KOEWACHT Een mens is meer dan alleen een lichaam, dat is de stellige overtuiging van
kunstschilder Jean Kamps uit Koewacht. Er is meer, vindt hij, hersens, een geest. „Je kunt
het menselijk bestaan niet pakken in het hier en nu", geeft hij aan. „Loop maar eens 's avonds
naar buiten en kijk het heelal in. Die tastbare zaken kunnen ze nog geeneens doorgronden.
Wij zijn ergens door het eeuwige aangeraakt".
In Kamp s werk - dat voornamelijk uit
achterglasschildenjen bestaat - komt
zijn religieuze gevoel meer en meer tot
uiting Bijbelse taferelen zijn voor
hem bij uitstek symbolen, die zijn
religieuze opvattingen weer kunnen
geven Al neemt hij afstand van de
kerk als instituut. Jean Kamps '45i
heeft zich sinds enkele jaren volledig
op het schilderen toegelegd. En met
zonder succes. Zijn werk, onderge
bracht bij de naïeve kunst, hangt
thans een maand lang in galerie Ha
mer in Amsterdam, het Nederlandse
Mekka voor de naïeve kunstenaars.
„Ik heb een vrij lange weg achter de
rug", vertelt Jean, wanneer zijn werk-
verleden ter sprake komt Maar dat
schilderen en soms ook beeldhouwen,
dat heeft er altijd ingezeten bij hem
Op de middelbare school bleek al dat
Kamps aanleg had. Het bleef evenwel
een hobby. Hij dacht een andere roe
ping te hebben en volgde een priester
opleiding, het Groot en Klein-Seme-
narie. Na de afronding hiervan, ver
trok hij naar Malabi, Afnka, om pas
toraal werk te verrichten. In dit kleine
land ten zuiden van Tanzania kwam
de jonge priester Kamps echter tot de
ontdekking dat hij niet voor dit werk
geschikt was. „Het was aan het eind
van de jaren zestig", legt hij uit. „De
bewuste opbloei van de vrijheid. Dat
heeft ook binnen de kerk een grote rol
gespeeld. Hoewel je in je geest veran
derde, zat je met je hele hebben en
houwen in dat eeuwenoude systeem.
Kamps wordt gerangschikt onder de
naïeve kunst, een kunstvorm die in
het verleden werd onderschat. Een
doorbraakfïguur bleek Rousseau le
Douanier, die aan het begin van deze
eeuw actief was en onder meer grote
waardering kon rekenen van Picasso.
In de zesde eeuw van onze jaartelling
waren er evenwel al naïeve kunste
naars. Kunstkenner Nico van der
Endt noemt de naïeve kunstkijk op de
wereld 'een natuurlijk beeld van de
paradijselijke ervaring van de wereld.
Volgens hem beelden de naïeve kun
stenaars de harmonie tussen de mens
en de natuur uit. „De naieve kunste
naar is als een dorpeling", stelt hij in
het boek 'Naieve Kunst'. „Hij is in
harmonie met de natuur, waarvan hij
deel uitmaakt en niet naast staat,
zoals de stedeling, de academicus, die
het contact met het platteland, met
de aarde, heeft verloren
Jean Kamps heeft geruime tijd alle
daagse onderwerpen op het glas neer
gezet „In het begin had ik er geen
behoefte aan om bijbelse taferelen te
schilderen" vertelt hij. Pas de laatste
twee. dne jaar speelt de bijbel een rol
in zijn werk. „Meestal gebeurt dat
zonder vooropgezet deel", zegt
Kamps. „Op een gegeven moment,
zeker als je full-time werkt, heb je een
verhaal nodig. En ik ken de bijbel.
Een tijdlang was ik geboeid door
massa's mensen, en die vind je vaak
terug in de bijbel Kamps benadrukt
dat hij geen christelijke boodschap
wil overbrengen Hoewel de 'religieuse
dimensie' zoals hij meent essentieel
voor hem is. „Het is meer de verwon
dering. die de filosoof ook heeft", stelt
hij. „Je blijft filosoferen om iets te
ontdekken over het menselijk be
staan De Koewachtenaar houdt er
van de bijbelse verhalen op verschil
lende manieren te bekijken. Hij pakt
een doosje van tafel „Dat kun je zo
opmeten en beschrijven, maar een
mens niet".
Het lijkt de kunstenaar ideaal met
het schilderen door te gaan. „Een
mens, die geen idealen heeft, vergeet
iets heel wezenlijks", vindt Kamps.
„En voor mij is dit een bezetenheid
geworden. Ik laat me dit niet meer
afpakken. Bovendien heb ik de laat
ste jaren ervaren dat ik de discipline
heb. Het is geen bevlieging, maar een
ingeboren drijfkracht. Als ik er niet
aan toegeef, gaat hel niet goed".
Dat was voor mij te dogmatisch, ik
kon het niet meer opbrengen. Je ver
tegenwoordigt een instituut. En als je
daar priester bent, heb je te doen, wat
het instituut je voorschrijft. Dat was
te beklemmend".
Gewenning
In Afrika leerde Kamps zijn - Engelse
- vrouw kennen, met wie hij later
trouwde. De familie Kamps telt nu
twee kinderen. Terug in Nederland,
vond Jean in 1971 werk in het wel
zijn, waar toen volop mensen nodig
waren. Hij doorliep de Sociale Aca
demie en belandde in een club- en
buurthuis in Nijmegen. Ondanks dat
hij tien jaar in het welzijnswerk
bleef, voelde hij zich er nooit thuis.
„Het ligt me niet", zegt hij. „Ik dacht:
daar groei je wel in. Maar het wende
niet. Het is toch een ongrijpbare
werksoort, waar ontzettend veel ge
praat en geschreven wordt.... opge
blazen. Nu beginnen ze dat zelf in te
zien. Komt er ook van binnenuit
kritiek". Kamps denkt nu dat hij na
Afrika de tijd nodig had om te wen
nen in Nederland. „Ik had nooit echt
in de samenleving gestaan", vertelt
hij.
Het schilderen en beeldhouwen bleef
Jean steeds trouw. Na afloop van het
(welzijns)werk toog hij geestdriftig
aan het schilderen, dat hij als een
söort uitlaatklep beschouwde. Een
jaar lang volgde Kamps daarna een
restauratiecursus steenhouwen in
Utrecht. Al snel bleek dat er in dat
ambacht weinig te verdienen viel. Het
restauratie-aanbod liep terug. De
markt was toen net aan het inzakken.
In mei '82 wijdde Kamps zich volledig
aan het schilderen. Van de gemeente
ontving hij toestemming dit naast zijn
uitkering te doen. Nu. twee jaar later,
is er nog steeds niet van te leven,
maar zegt Kamps: „Ik zit in de lift en
dat geeft een heel plezierig gevoel"
Achter glas
De Koewachtse kunstenaar schilder
de van het begin af aan achter glas.
Die techniek sprak hem vooral aan
doordat de directheid van de kleuren
er grotendeels door gehandhaafd
blijft. Op glas is minder - dan bijvoor
beeld op linnen - merkbaar van scha
duwen en structuur. „Dat heeft me
altijd gefascineerd", maakt Kamps
duidelijk. Met het achterglasschilde-
ren begint de Koewachtenaar een
tekening met een pen te maken op
een glasplaat. Daarna wordt de glas
plaat ingekleurd met verdunde acry-
linkt. Tenslotte kleurt Kamps het
schilderij in met olieverf. Slechts
weinig schilders in Nederland maken
gebruik van deze techniek, die - hoe
wel eeuwen oud - aan het begin van
deze eeuw door de kunstwereld se
rieus werd genomen.