DE HAAGSE SCHOOL het regende zo lekker... MASS MOVING beklimt de mont blanc expo manet succes ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1983 eenmaal was gedaan, is het duizend maal nagedaan Het is wel heel vreemd dat de Hollandse schilders pas zo laat de Hollandse regen als onderwerp voor hun schilderijen hebben ontdekt. Ruysdael noch Van Goyen hebben ooit één spatje regen in hun schilderijen toegelaten, Schelfhout, Koekoek, Ary Scheffer, allemaal typische mooi-weerschilders. En als het aan Pieneman had gelegen, was de Slag bij Waterloo bij slecht weer afgelast. Pas na 1870 breekt, onder invloed van Franse buienactiviteit, in de Nederlandse schilder kunst de regen door. En wat hebben ze het laten plenzen Dat kan men zien op de tentoonstelling „De Haagse School, Hollandse meesters van de 19e eeuw", in het Haagse Gemeentemuseum, nadat de collectie eerst in het Grand Palais te Parijs en in de lioyal Academy of Arts in Londen heeft gehangen. Laten we eens kijken bij Anton Mau ve. Die had nog eens plezier in de regen. „Een Hollandse weg" heet een van zijn schilderijen. Je ziet er een boer te paard zitten, met nog twee paarden links en rechts. Een heel gewoon tafereeltje, met een beetje geluk kun je zoiets vandaag de dag nog zien in de Lopikerwaard of de Vijlherenlanden. Maar wat een weer is het De boer zit ineengedoken, met het hoofd tussen de schouders. Ze gaan juist over een plas. En daarboven zie je van die prachtige Hollandse regen wolken, vol beweging. Het is moeilijk het je nu nog in te denken, maar in de tijd dat dit schil derij voor het eerst werd getoond, moet het de toeschouwer als met een donderslag hebben getroffen: zo'n schilderij had hij nog nooit gezien. Regen Dit was iets gloednieuws. Vincent van Gogh kon er ook wat van. In november 1883 bracht hij enkele eenzame weken door in Drenthe, hij schilderde daar de ophaalbrug over het kanaal bii Nieuw-Amsterdam en lieve mensen, wat regent het De weg is eén watervlakte. Een zielig vrouw tje sopt voorbij, langs een kaalgewaai- de boom. grijze toon Jawel, en dan hoor jc dat deze ten toonstelling in Parijs liefst 135.000 bezoekers heeft getrokken en in Lon den nog eens 45.000. Het buitenland ziet er dus nog wel wat in Wat wij doodse,voon vinden, vindt men daar fa mtuur blijkbaar heel bijzonder. „De verhef fing van de grijze toon tot nationaal sentiment" (Engel spreekt daarginds nog brede bevolkingsgroepen aan. talenten van bescheidener formaat heeft men hier ook een plaats gege ven. Artz. Blommers en Neuhuys Voor de aardigheid heeft men er wat vroeg werk bij gehangen van Van Gogii en Piet Mondriaan, die dan wel niet tot de Haagse School hebben behoord, maar die in hun jeugd wel Haagse invloeden hebben ondergaan Elf schilders worden tot de kern van de Haagse School gerekend: Johan nes Bosboom, Willem Roelofs, Jozef Israels, Jan Hendrik Weissenbruch. Hendrik Willem Mesdag dat zijn de ouderen Jacob, Matthijs en Willem Maris. Anton Mauve. Gerard Bilders, Paul Gabriél, dat zijn de jongeen. Drie hans van straten probleem Het probleem waar je mee zit, als bezoeker van de tentoonstelling, is dit. De Haagse School heeft het in Nederland- bijzonder lang uitgehou den. En toen tijdens de Eerste We reldoorlog de laatste schilders van deze richting waren overleden, toen werd de beweging nog enkele tiental len jaren door epigonen voortoezet. In de catalogus wordt gezegd dat de Tweede Wereldoorlog het einde heeft gebracht, maar dat is een veel te optimistische uitspraak. Ik heb ze nog gekend, de nabloeiers, veelal plaatse lijke talenten in provinciesteden of in de omgeving van de Nieuwkoopse plassen. Zolang er kunstwinkels over bleven die hun werk kochten, bleven ze draaien Wie deze eindeloze afgang heeft mee gemaakt. al die boerderijen en sloten en plassen en bruggetjes en molentjes en koetjes, die heeft wel veel moeite in vuur en vlam te ontsteken voor de schilders, die deze beweging in gang hebben gezet. We kennen het allemaal zo goed. het ligt zo dichtbij. Toen het Illustraties, ticeemaal H J Weissenbruch die lekende als J H Weissenbruch (1824-1903) 'Souvenir de Haarlem' en 'De Trekvliet' Albert Plasscliaert ..In zijn ge lukkigst werk is het meest de hoedanigheid 'weidsch' te vin den. Zelfs in zijn vroegere schil derijen wierd stoutheid en di rectheid opgemerkt" Al deze schilders waren geboren Ha genaars. of ze hebben korter of langer' tijd in Den Haag gewoond. Op de vraag waarom juist in Den Haag zo'n nieuwe schilderschool kon ontslaan, geeft John Sillevis, een van de sa menstellers van de expositie, een interessant antwoord: Den Haag is nooit een stad geweest, er was geen sprake van muren of stadsgrachten, alles lag naar alle richtingen open. Er ontwikkelde zich geen ommuurd stadsleven, men liep maar zo de natuur in. Landschappen trok men zomaar van het landschap. Het is aardig wat de van origine Groningse schilder Hendrik Willem Mesdag in een interview heeft verteld „Thuis fin Brussel) had ik een hele winter aan een werkstuk zitten schar relen. 't was een kust. maar zo naïef geschilderd. Toen zei ik: je moet de zee voor je zien, eiken dag, er mee leven, anders wordt het niets En toen gingen we naar Den Haag" Inderdaad. Den Haag had alles te bieden, in de naaste omgeving weilan den, vaarten, duinen, het strand en de zee. Men vindt het allemaal terug op de schilderijen van de Haagse School Anton Mauve, die ook wel eens schil derde als het niet regende, maakte een prachtig werkje met drie ruiters in de zonneschijn, door de duinen op weg naar het strand. Jacob Maris schilderde een magnifiek bruggetje bij Rijswijk. Jan Hendrik Weisen- bruch legde een impressie vast van de Benoordenhoutse Weg, zoals die er al geen honderd jaar meer uitziet en Paul Gabriél werd geboeid door een watermolen bij Leidschcndam. Zo wordt hier het Zuidhollandse land schap de eeuwigheid in getild. Alleen de hoogst vervelende Bosboom met zijn kerkinterieurs had ik best willen missen. En Thijs Mans hoort eigenlijk alleen om zijn jeugdwerk in dit milieu thuis, die heeft zich later in heel andere richting ontwikkeld. Hij is eigenlijk een veel interessanter, avon tuurlijker talent dan zijn broers. sponsor Deze tentoonstelling is gesponsord door Unilever en ik kan mij een slechter manier voorstellen waarop een multinational zijn winsten be steedt. Drie jonge kunsthistorici, John Sillevis, Ronald de Leeuw en Charles Dumas hebben een rijk geïl lustreerde, uitvoerig beredeneerde catalogus samengesteld, waarin de studie van dit onderwerp na het boek van W. Jos de Gruyter (uit 1969) aanmerkelijk wordt verdiept en ver breed. Het haags Gemeentemuseum zou geen haags"museum zijn als het niet de nadruk op het Haagse karakter van deze tentoonstelling had gelegd, o a. door enkele kabinetten m te rich ten met foto's van oud 's Gravenhage en door uitgifte van een boekje ..Het Haagse van de Haagse School" En verder kunnen we dinsdag 16 augus tus op Nederland 2 (21.35 uur) kijken naar de NOS-fïlm „De Haagse Schoolvan Jan Wouter van Reyen, waarvoor John Sillevis het scenario heeft geschreven Haags Gemeentemuseum „De Haagse School" tol en met 31 oktober Dage lijks geopend, behalve op maandag, van 10 tot 5 uur, zondags van 1 tot 5 uur. Catalogus f35. De grote tentoonstelling van de Franse impressionisti sche schilder Edouard Manet in het Grand Palais in Parijs heeft meer bezoekers getrokken dan welke expositie van een Franse schilder dan ook. Dit heeft het Grand Palais vrijdag bekendge maakt. De tentoonstelling, die vanaf 23 april tot en met 8 augustus duur de en zelfs met een week werd verlengd, trok 780.000 bezoekers, ofwel gemiddeld 8.573 per dag. Ze was de belangrijkste kunst manifestatie deze zomer in Pa rijs. Er stonden dagelijks lange rijen mensen voor 'iet Grand Palais die soms drie uur moesten wachten. Volgens museumfunc tionarissen trok alleen de Toe- tanchamon-tentoonstelling in 1963 die zes maanden duurde, meer bezoekers. Het Grand Palais verkocht 150.000 brochures en 76.000 cata logi. De tentoonstelling liep me de zo goed dankzij de komst van veel Amerikanen naar Parijs die profiteerden van de koersstij ging van de dollar ten opzichte van de frank. Vergeleken mei vorig jaar zouden tot nog toe al veertig procent meer Ameri kaanse toeristen in Frankrijk zijn geweest. De tentoonstelling 'Bonjour Monsieur Manet' in het Ventre Pompidou Beaubourgi loopt nog door. Hier ivordt de. ver wantschap van veel kunste naars met het werk van Manet in beeld gebracht. We zijn op het ogenblik bezig met een nieuw projekt. Volgend jaar gaat dat in première op één van de flanken van de Mont Blanc. Het is een reusachtige hamer waarmee medaillons geslagen kunnen worden. Met helikopters wordt de zaak omhoog gevlogen. Publiek zal er niet bij zijn. Het eerste medaillon zal worden geslagen uit goud. De voorstelling er op is die van een Phoenix. Het eeuwigheidssymbool van de uit zijn as herrijzende vogel. Het projekt zal naar deze vogel worden vernoemd en wordt helemaal computergestuurd". moet je daar aan verklaren. Een vlinder is een symbool van schoon heid, gratie en tederheid. In een wolk van 10.000 stuks krijgen die individuele kleine symbolen de kracht van een boodschap. Ieder een is vrij om dat naar eigen inzicht te bepalen. Hetzelfde geldt voor wat wij op straat doen. Galerie kunst heeft iets truttigs. Het hangt te hangen. De maker lieeft er een kick van gekregen. Het publiek blijft er mee zitten. Dingen moeten de straat op Ademhalen. Dat heeft Provo duidelijk gemaakt. Natuur lijk moet je er rekening mee hou den dat op de straat bepaalde vormen niet bestand zijn tegen de agressiviteit van de straat. Een schilderij is daar wel een goed voorbeeld van. De ongewone groot te van ons produkt heeft daar iets mee te maken. Zouden we de tek sten afdrukken op kleine blaat dan zouden ze verloren gaan.] zijn ze te beschouwen als een dium waarop in dit geval de dicJ He zijn gedachten projecteert naai publiek. Het valt me ook a weer op dat als de eerste druk y"ar van een dichtregel onder onze chine vandaan komen de make; door wordt geemotioneerd.,Bij publiek worden, zoals ik al zei. he andere emoties opgeroepen werkt dus en dat vind ik bör Dat vertelt Ralph Opstael. het brein achter Mass and Individual Moving. De van oorsprong Belgi sche 'beweging' die sinds 1968 door Europa trekt en op een opmerkelij ke manier steeds weer de aandacht op zich weet te vestigen. De groep is voor éen week neergestreken in het Noord-Hollandse kunstenaars dorp Bergen. Op uitnodiging van het Kunstenaarscentrum Bergen (KCB) wordt gedemonstreerd met de indrukwekkende stempelmachi- ne waarmee de groep zich al eerder in onder meer Middelburg presen teerde. Ook in Middelburg liet de groep zich niet onbetuigd tijdens een straatfestival van Jeugd en Muziek Mass and Individual Mo ving plaatste er vervolgens een steen op Boezem's Podio del Mon- do per l'Arte. De meeste aandacht (in Zeeland) vestigde de groep evenwel op zich met de - herhaalde - installatie van het Windorgel op het eind van de Nolledijk. Nu dan Noord-Holland en straks Oosten rijk Bergense dichters krijgen een week gelegenheid enkele regels uit eigen werk te laten drukken door het roterende stempelkussen. Op vel len papier van 2.50 bij 1.20 meter. Het publiek dromt vol belangstel ling rond de stempelmachine die wordt bediend met energie, opge wekt op een in de nabijheid opge steld zonnepaneel. „Dat is nu precies wat we willen", vertelt de 49-jarige Opstaele. „De mensen aan het denken zetten. Als ze ons zo bezig zien gaan ze ook met elkaar praten. Zelf vertel ik weinig De mensen moeten ongedwongen gaan communiceren. Het hele drukprocedé is in feite een stil ritueel dat indrukwekkend is door zijn eenvoud. Het is voor ons gevoel ook strijdig 'met de agressiviteit van het 'verkopen'. Iets dat we dan ook niet doen. Van elke tekst wor den twaalf afdrukken gemaakt. Twee voor ons eigen archief. Twee voor de betreffende dichter De rest voor de opdrachtgever. Hier in Ber gen dus het KCB". Opstaele wordt in Bergen verge zeld door de Duitse Barbara Hahn en de Belgen Jean Claude Desclin en Vincent Lambert Zij bedienen het stempelkussen onder het wa kend oog van Opstaele die iedere afdruk voorziet van een stempel van de groep. ademhalen Terwijl (1e demonstratie veel voor bijgangers in het hart van Bergen blijft trekken praat Opstaele over zijn motivatie tot zijn steeds weer opmerkelijke projekten. „Ik kom uit de reclamebranche Voelde me er niet gelukkig. In 1968 kwam er beweging in veel dingen Provo, kabouters, flower-power en de hippiebeweging- Het sprak me sterk aan. Nog datzelfde jaar ging ons eerste projekt even figuurlijk als letterlijk de lucht in. We kweek ten 10.000 vlinders in Hiroshima en op het Piazza San Marco in Vene- tie Daar lieten we de beestjes vliegen. Grote witte wolken Wat Foto's (boven) het Windorgel hi Vlissingen en (onder) Ra phael Opstaele voor zijn wind drukmachine Foto's: Wim Riemens. rijk". goddelijk Opstaele is met zijn kleine gi in Bergen aangekomen vanuil Franse Aries. Na Bergen j Graz in Oostenrijk op het gramma. Daarover zegt hij„Ons prol vraagt, een redelijk ruim werb rein. Het heeft me persoonlijk) geleerd. Onder andere dat de s sen fundamenteel niet dom zij het goede nastreven. Waanki bezig ben is in feite precies! tegenovergestelde van wat hel: ken van reclame beoogt Ik be hetzelfde. Ik slaag er in de mee aan het praten te krijgen. JeK een deel van de mensen omringen. In harmonie, somsi in disharmonie. Weet je", ven: hij wat aarzelend zijn betoog, is de beweging die me intrigeert beweging van de individu en massa. Die massa is de indiviê groot verband. Zo trekken de gels m de herfst van het noo* naar het zuiden. Zo trekken mensen door de tijd van de gesd denis. Het avontuur van de et heid is adembenemend. Ik pro' te geloven in de mens in na samenhang met de natuur, benadert het Goddelijke. Tea ste... voor mij ste dui Jei

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 18