HONGERWINTER
een samenleving
in verval
toenemende terreur: putten en renesse
REINDER ZWOLSMAN
EEN 'MOEDIG'MAN
PZC/varia 13
Door Jan van Beek)
De Haagse projectontwikkelaar. Reinder Zwotsman.
die vele jaren na de oorlog volop in de publiciteit is
gekomen door zijn mislukte projecten aan het strand
van Schevenïngen, heeft vooral in hel laatste jaar van
de oorlog van zich doen spreken.
In het begin van de jaren datig vestigde Zwolsman zich
eerst als makelaar en later als bouwondernemer in Den
Haag. Voor de oorlog ging hij al tweemaal failliet. In de
oorlog verdiende hij vele tonnen. „Zijn transacties waren
in zoverre bonafide dat hij geen handel dreef met Duit
sers, geen joodse panden kocht en geen diensten aan de
Duitsers verleende; wat hij deed speelde zich in de Ne-'
derlandse sfeer af", aldus De Jong. Maar dan wel in het
zwarte circuit. Zwolsman maakte een zwarte winst van
bijna zes en een halve ton in de oorlog, maar gaf daarvan
weer vier ton uit voor anti-Duitse doeleinden.
Hij was een speler, die graag grote festijnen aanrichtte,
waarbij ook de Duitse Sicherheitsdienst aanwezig was.
Uit die contacten kreeg Zwolsman veel voor elkaar.
Gearresteerde illegalen wist hij vrij te krijgen en hij leg
de contacten die het mogelijk maakten dat geheime
agenten en marconisten hun werk konden doèn. „Velen
waren er die niet wasten hoe zij Zwolsman moesten zien:
was hij nu een bonafide illegale werker geweest of een
collaborerende avonturier?"
Dr. L de Jong acht het ten slotte terecht dat Zwolsman
in 1950 de Bronzen Leeuw werd toegekend voor 'moedige
eh beleidvolle daden'. Over dat 'beleidvolle' wil hij wel
twisten, maar het woord 'moedig' was terecht gebruikt.
„In tegenstelling tot vele anderen heeft Zwolsman in de
bezettingsjaren herhaaldelijk zijn leven in de waag
schaal gesteld. Als zodanig beoordeel ik hem positiever
dan tot dusver gedaan is".
DINSDAG 15 DECEMBER 1981
duizend mensen. Eén op de vijftien
stadsbewoners heeft korte of langere
tijd aan de hongerziekte geleden. Per
dag waren er gedurende de gehele hon
gerwinter minstens vijftigduizend
mensen op pad met oude fietsen of kar
retjes op zoek naar eten. Gemiddeld
duurde zo'n voedseltocht drie barre
dagen in een felle winterkoude.
De omvang van deze ramp zou nog gro
ter geweest zijn zonder de inspannin
gen van Interkerkelijke Bureaus, van
het rijksbureau voor voedselvoorzie
ning. van kindercomités, van scholen
en duizenden vrijwilligers. Dr. De Jong
zet vraagtekens bij de inspanningen die
de Nederlandse regering zich heeft ge
troost om de nood te lenigen. De Zweed
se en Zwitsers hulpzendingen ihet
Zweedse wittebrood) heeft reddend ge
werkt. maar voor zeer velen te laat. Een
lans breekt De Jong voor de boeren.
Slechts een minderheid van de agrari
sche bevolking die de beschikking had
over voedsel, heeft zich volgens hem
misdragen door schandalig hoge prij
zen te berekenen en zich ten koste van
de hongerenden te verrijken. Het on
gunstige oordeel over de boeren, wordt
door De Jong als onvoldoende gefun
deerd van de hand gewezen. Het over
grote deel van de boerenstand heeft on
baatzuchtig hulp verleend.
terreur
Naast deze verschrikkingen nam de ter
reur van de bezetter op afzichtelijke wij
ze toe. Elke aanslag door de illegaliteit
bedreven, werd vergolden door het fu
silleren van soms honderden 'Todes-
kandidaten'. gevangenen die zonder
vorm van proces werden doodgescho
ten. Dr. De Jong heeft bedenkingen te
gen de overval bij de Oldenallerbrug,
die aanleiding is geworden voor de ver
gelding op de bevolking van Putten
Ook de min of meer per ongeluk ge
pleegde aanslag op de SS-commandant
Rauter bij de Woeste Hoeve op dé Velu-
we vergt kritische kanttekeningen. De
wilde reacties daarop van de Duitsers,
die het leven hebben gekost aan vele
honderden, behoren te worden gekwali
ficeerd als de ergste vorm van oorlogs
misdaad. Elfhonderd mensen werden
op afgelegen plaatsen of in het open
baar zonder meer neergeschoten, soms
werden toeschouwers geronseld en ver
plicht te blijven kijken.
Desondanks groeide het verzet, nam
het aantal illegale bladen toe. Toch
heeft, volgens dr. De Jong, bij de pu
blieke opinie de naam van de illegali
teit in de hongerwinter schade gele
den. De verwachting dat de bevrijding
ophanden was, leidde ertoe dat talloze
personen die zich steeds verre van het
illegale werk hadden gehouden, haas
tig aansluiting zochten en werden
geaccepteerd. Toen Prins Bernhard de
oprichting van de Binnenlandse
Strijdkrachten had aangekondigd in
september 1944, „doken uit alle hoeken
en gaten mensen op die echt op de loer
hadden gelegen hun slag te slaan".
Dit hele moeizame proces van aftake
ling van de samenleving, van de drang
tot overleven en van verzet en van cor
ruptie ook, heeft in dit nieuwe boek een
zeer treffende beschrijving gekregen.
Dr. De Jong is op dit moment al zeve
nentwintigjaar met zijn levenswerk be
zig. Vooralsnog lijkt hij ongebroken.
*-ve absolute noodtoestand die in de winteï van 1944-'45 in het bezette deel van Nederland, ten
LI noorden van de grote rivieren is ontstaan, is het gevolg geweest van drie factoren; de bevrij
ding van de steenkolenmijnen in Zuid-Limburg, de opdracht van de regering in Londen tot de
staking van de spoorwegen en het meedogenloze ingrijpen van de Duitse bezetter.
De bezettende macht deed hoege
naamd niets om de spoorwegstaking te
breken. Er werd voor gezorgd dat met
Duits personeel zoveel treinen konden
ryden dat aan de behoefte van de Wehr-
macht kon worden voldaan. De wraak
richtte zich rechtstreeks tegen de be
volking door het transport van voedsel
uit het oosten en noorden van het land
zo goed als geheel stil te leggen. Aan
voer van steenkool uit Duitsland bleef
opzettelijk beneden peil. Wel werden
honderdveertig duizend mannen tus
sen zestien en veertig jaar bij razzia's in
de grote steden opgepakt en afgevoerd,
om in het Oosten verdedigingslinies te
graven. Alle anderen die niet waren op
gepakt, moesten onderduiken.
Beroofd van vrijwel alle mannen in de
kracht van hun leeftijd, zonder vol
doende aanvoer van voedsel en brand
stof, raakte de samenleving in verval en
voltrok zich een van de grootste calami
teiten uit onze vaderlandse geschiede
nis, die in de herinnering zal voortleven
als 'de hongerwinter'. De beschrijver
van de geschiedenis van Nederland tij-
densde tweede wereldoorlog, dr. Lou de
Jong geeft in zijn nieuwste boek van
deze dramatische episode een indrin
gende beschrijving. Hij zegt zelf dat hij
met de materie heeft geworsteld. „Het
moeilijkste was het rangschikken van
de overstelpende hoeveelheid mate
riaal en het ordenen daarvan in over
zichtelijke hoofdstukken". Het resul
taat is een zeer overzichtelijk boek.
waarin de tragische gebeurtenissen af
standelijk zijn behandeld. Soms zelfs is
de schrijver mathematisch nauwkeurig
in het opsommen van aantallen calo
rieën en hoeveelheden voedsel. Daar
mee schetst hij echter een indringend
beeld van de desintegratie van onze
maatschappij en de omvang van de
ramp. Daardoor is dit boek een van de
belangrijkste uit de gehele serie gewor
den.
van maand tot maand groter werden?
De regering heeft de staking niet afge
last omdat men in Londen bevreesd
was voor represailles tegen opduikende
stakers. Ook was zij er zeker van dat de
Duitsers een weer functionerend spoor
wegnet uitsluitend zouden gebruiken
om alle nog resterende voorraden voed
sel. grondtoffen en machines weg te sle
pen. Ten slotte werd aangenomen dat
de geallieerden niet zouden schromen
om het spoorwegnet te bombarderen
als de treinen weer zouden gaan rijden
Aan de juistheid van deze argumenten
is volgens dr. De Jong wel wat af te
doen. De Duitsers hebben toch alles
weggesleept wat van hun gading was en
omdat zij voldoende treinen lieten rij
den, werd het Nederlandse spoorweg
net herhaaldelijk beschoten en gebom
bardeerd. Beoordeelt men de zaken
naar de tijd waarin zij zich afspeelden
dan is het regeringsbeleid in beginsel
begrijpelijk en, aldus De Jong, verant
woord. De staking deed de faam van het
Nederlandse verzet feller dan ooit door
klinken in de kring van de Geallieer
den.
jacht op mannen
Voor september 1944 hadden heel wat
Nederlanders er op vertrouwd dat, als
zij zich maar buiten alle anti-Duitse ac
tiviteiten hielden, zij zonder al te veel
narigheid door de bezetting heen zou
den komen. De jacht op de mannen, die
door de Duitsers in de herfst van 1944
werd ingezet, bracht aan dat vertrou
wen een doodsteek toe.
Omdat het noordelijk deel van Neder
land door de bezetter tot de laatste vier
kante meter verdedigd moest worden,
had men mannen nodig om greppels te
graven langs de gehele IJssel en dwars
door Drenthe en Groningen. Van sep
tember af werden overal in het land de
len van steden en dorpen afgezet en
werden alle mannen die maar even ge
mist konden worden van de straten ge
haald en uit hun huizen gesleurd. Om
streeks honderdveertigduizend man
nen werden ojo die manier bijeengedre
ven en meestal onder deplorabele om
standigheden in het oosten van het
land of in Duitsland aam het werk ge
zet.
Van deze groep van dwangarbeiders
kwamen er ten minste duizend om hel
leven. Honderdduizenden anderen wa
ren ondergedoken en durfden zich lan
ge tijd niet meer op straat te vertonen.
Als gevolg van deze mannenjacht en
mensenroof, die gepaard ging met inti
miderend geweld kregen de zeven mil
joen Nederlanders die boven de grote
rivieren woonden het gevoel, dat de
verschrikkingen van de gehele vooraf
gaande bezettingsperiode in het niet
zouden vallen bij wat hen nog te wach
ten stond.
hongersnood
Als antwoord op de spoorwegstaking
besloot de Reichskommissar Seyss-In-
quartom tijdelijk alle voedseltranspor-
ten naar het westen van het land le ver
bieden Deze onredelijke straf trof al
leen maar dat deel van de bevolking dat
in de grote steden in Noord- en Zuid-
Holland en Utrecht woonde. Daar raak
ten de toch al geringe voorraden op en
ging de honger regeren. De Duitse be
zetter was weliswaar verantwoordelijk
voor het wel en wee van de bevolking,
maar lapte dat aan zijn laars. Omdat de
spoorwegstaking al na enkele weken
geen ernstige schade meer toebracht
aan zijn militaire belangen, beschikte
hij over voldoende vervoerscapaciteit
om voedsel en brandstof naai- het Wes
ten aan te voeren. Het nalaten daarvan
was een weerzinwekkende en redeloze
wraakoefening op weerloze burgers.
Volgens dr. De Jong heeft die honger
winter een afschuwelijke dood bete
kend voor ten minste tweeëntwintig
Een schrijnend beeld uit de hongeriinnlejop zoek in de lege gamellen vuilnisemmersi van de Centrale Keukens van Den
Haag.
Verwoestingen in de liaven van Rotterdam.
spoorwegstaking
De staking van het gehele spoorweg
personeel in Nederland, werd door de
regerihgin Londen gelast, tegelijkertijd
methetbegin van de grote luchtlandin
gen bij Arnhem, Nijmegen en in Bra
bant. De bedoeling was het vijandelijk
vervoer onmogelijk te maken. De sta-
kingsoproep werd algemeen nagevolgd
en het treinverkeer kwam geheel tot
stilstand. Desondanks waren de Duit
sers in staat de slag om Arnhem af te
weren en zich te verschansen acter de
grote rivieren. Hitier gaf opdracht het
noordelijke deel van ons land tot het
bittere einde te verdedigen.
Achterafkan de vraag gesteld worden
of de regering in Londen en de verte
genwoordigers ervan in het bevrijde
Zuiden de staking had moeten afgelas
ten, toen uit berichten van geheime
agenten overduidelijk werd dat de
Duitsers hun eigen transportbehoeften
redelijk hadden kunnen opvangen en
de nadelen voor de burgerbevolking
Een fietsenrazzïa bij het Rijksmuseum in Amsterdam
idoor Ed Reindersmai
Bij de Duitse Wehrmacht was in het
laatste jaar van de bezetting een
andere mentaliteit gaan heersen: de
terreuracties namen sterk in aantal
toe. Dr De Jong behandelt in zijn deel
10 b eerste helft twee gebeurtenissen
die dat overduidelijk illustreren: de af
faire-Putten die na een aanslag op Rau
ter honderden inwoners van dat Ve-
luwse dorp het leven kostte en het op
hangen in Renesse van tien inwoners
van Schouwen. Het laatste, aldus dr De
Jong, is „het enige ons bekende geval
waarbij, afgezien van een beperkt aan
tal ophangingen in het concentratie
kamp Vught. deze vorm van de dood
straf door de Duitsers in bezet Neder
land is toegepast. Wat zich te Renesse
heeft afgespeeld is trouwens ook in an
dere opzichten in hoge mate schok
kend, ja stuitend geweest".
Voor wal de gebeurtenissen op Schou
wen betreft heeft De Jong samengevat
wat G M. Fey kort na de bevrijding
heeft gepubliceerd in zijn boek "Verzet1
Schouwen-Duiveland in de frontlinie'.
Noord-Beveland was eind oktober be
vrijd, maar Schouwen-Duiveland was
nog steeds in Duitse handen Tot het
Duitse garnizoen van 900 man behoor
den ongeveer 300 Armeniërs van wie
sommigen in contact stonden met ille
gale groepen van de OD en van de LO
De OD-groep waarin politicman M, K.
van der Beek uit Zierikzee de drijvende
kracht was gaf regelmatig via een door
de Duitsers over het hoofd geziene tele
foonlijn van de PZEM gegevens door
naar Sinl-Philipsland dat in handen
van de Canadezen was. De Canadezen
zagen zonder dat de illegaliteit op
Schouwen daarvan op de hoogte was al
van een plan op Schouwen een landing
uit te voeren. De illegaliteit hoopte op
zo'n landing en wist dat een deel van de
Armeniërs zich dan tegen de Duitsers
zou keren, een toezegging waarop de
Canadezen niet vertrouwden.
Nadat de Duitsers op 2 december alle
mannen van 17 tot 40 jaar als spitters
hadden opgeroepen, werd telefonisch
afgesproken, dal de Canadezen op 6 de
cember legen 9 uur s avonds 17 mensen
met een bootje zouden komen afhalen
twee ondergedoken Britse militairen en
een ondergedoken Nederlandse com
mando. dertien illegale werkers en on
derduikers en een Armenier die spe
ciaal meeging om het bij de Canadezen
bestaande wantrouwen weg te nemen.
Hij had als bewijs van betrouwbaarheid
een aantal Duitse stafkaarten bij zich
rode achterlicht
Dc groep zou bij Zierikzee vanaf de wal
op gezette tijden een wit licht laten
zien: bij onraad zou het licht rood zijn.
Het eerste rendez-vous op 6 december
liep doorslecht weer mis. De volgende
avond gaf de groep aan de onderkant
van de dijk bij Zierikzee witte lichtsig
nalen, die vanaf het water vijfmaal
werden beantwoord. Vlak daarna pas
seerde een Duitse auto de afhaalplek
en diens rode achterlicht werd door de
Canadezen aangezien voor een alarm
signaal. De boot kwam dus niet.
Dezevvi.ii'.i.iieu uieiisen gingen
daarop een huis binnen om overleg te
plegen. Juist op dal moment arriveerde
de afhaalboot. alsnog en een patrouille
ging aan land. Toen deze patrouille
weer aan boord ging werd ze ontdekt en
een Duilserschoot een vuurpijl af Duit
se militairen die de alhaalplek nader
den liepen twee onderduikers ieen echt
paar) van de groep van zeventien legen
het lijf. Ze wisten zich er met een smoes
uit te redden Vervolgens ontdekte men
de andere leden van de groep Na een
vuurgevecht wisten vier van hen louder
wie drie geallieerde militairen) te ont
komen. de andere elf werden door de
Duitsers gepakt
Een van hen - de gemeentesecretaris
van Renesse - was zwaar gewond. Hij
werd onder bewaking in liet ziekenhuis
van Zierikzee opgenomen. De anderen
werden elders opgesloten en op 8 de
cember. samen met een vrouw uit Zie
rikzee die was aangehouden en voor een
lid van de groep werd aangezien, naar
Middeiharnis overgebracht De Arme
niër sprong tijdens de overtocht naar
Goeree-Overflakkee overboord en ver
dronk
dood door strop
De negen mannen werden met de ge
wonde secretaris van Renesse. die nog
in Zierikzee in het ziekenhuis lag. in de
nacht van 8 op 9 december in aanwezig
heid van een functionaris van de SD
Rotterdam Kriminalsekretar K P. H
Blase door een haastig samengesteld
'kriegsgericht tot de dood door de
strop veroordeeld. De doodvonnissen
werden telefonisch door generaal Chris
tiansen bevestigd. De gearresteerde
vrouw werd vrijgesproken.
De negen mannen w orden vervolgens
teruggebracht naar Schouwen en in
een bunker in Haamstede opgesloten
Op zondag 10 december werden zij
naar slot Moermond hij Renesse ge
voerd, waar zij werden opgehangen
terwijl de gewonde gemeentesecreta
ris liggend op een brancard mnest toe
kijken.
Enkele mannelijke naaste verwanten
van de opgehangenen en vijf inwoners
uitelke gemcenteop Schouwen werden
op straffe van de kogel gedwongen naar
de opgehangenen te gaan kijken. De lij
ken moesten twee etmalen blijven han
gen. Zij hingen er nog toen het lijk van
de inmiddels overleden gemeentesecre
taris van Renesse de volgende dag er
naast werd opgehangen.
Op diezelfde dag werden op Schouwen
aanplakbiljetten aangebracht waarop
te lezen stond dat een ongespecificeerd
aantal gijzelaars zou worden opgehan
gen als de drie geallieerde militairen
met voor 12 december aan de Duitsers
waren uitgeleverd.
„Op de elfde hadden de Duitsers de drie
in handen: wij veronderstellen dat zij
zich zelf zijn gaan aanmelden: hen
moesten de Duitsers als krijgsgevange
nen behandelen. Wat het lot- van de
twee Britten is geweest weten wij niet.
de Nederlandse commando heeft de
oorlog overleefd", aldus dr De Jong.