oud terneu HANDHAVING VAN DE OPENBARE ORDE IN DE NEGENTIENDE EEUW VRIJDAG 17 APRIL 1981 In de vorige aflevering zagen wij, dat de jeugd zich in de vorige eeuw op bepaalde manieren vermaakte, zonder dat daardoor schade aan goederen werd veroorzaakt. Er vonden echter ook andere gebeurtenissen plaats, waarbij de jeugd het soms wel wat al te bont maakte, zodat daartegen opgetreden moest worden. Ongetwijfeld zullen veel ouderen toen ook geklaagd hebben over 'die moderne jeugd' van toen, want onze voorouders zullen in hun jonge jaren zeker niet anders geweest zijn dan hun nakomelingen. Een goed voorbeeld daarvan is het planten van de meiboom, waarbij het er zo nu en dan wel wat al te hard aan toe ging. In de eerste meinacht plantten de jeug- straffen bekijken waarmee gedreigd ponton van de provinciale boot kw werd, dan mogen ze nu niet moppe als ze tegen de lamp lopen. dige inwoners midden in het dorp de meiboom. Dit was een hoge denne- boom. waarvan alle takken, behalve die van de kruin, afgekapt waren. De kruin werd met papieren vlaggetjes en derge lijke versierd Het halen van de mei boom geschiedde feestelijk en met veel lawaai. De boom werd. op een wagen geladen, het dorp binnengereden en al daar geplant. Terneuzen heeft dit folk-' loristische feest ook gekend. Wij kun nen aannemen, dat dit feest is iitge- roeid tot een baldadig gebeuren, want Burgemeester en Schepenen besloten in hun vergadering van 24 april 1786 de volgende publicatie en waarschuwing aan te nemen en bekend te maken: Wij Burgemeester en Schepenen der Steden en Ambagten van Axel en Neu zen te Neuzen, doen te weten dat zij uijl aanmerkinge. van de zoo zeer toene mende en verregaande goddeloos- heijdl. van geweld en straatrumoer wel ke bij gelegenheden, en wel in sonder- heijd op metj avond of in den nagt tus- schen den laatst april en eerste meije jaarlijks onder den naam van het zoo genaamde meijenplanten veelal bij de onbesonenste nder de jonkheijd zoo binnen deze stad als in desen ambagte, veeltijts in dronkenschap onder een af- griselijk gedrieven en straatschenderij wordt gepleegd, soo met het opbreken van stads slraaten, het schenden en be schadigen van jemands boomen en plantsoen hoven en moestuijnen met daarin te kappen steelen en weghalen van palm bloemen laurier of hiets an ders wat het wesen mag. en wederom andere in hunne stille nagtruste komen te ontrusten en stoor en, huijsen en daa- ken te beschadigen met daarop te klim men en te klauteren, tol hel daarop stel len hetsij van een daartoe bij hun ge maakte slrooman of hiets anders, meestal tot schimp en spot van die daar in ivoonen. als mede met het weg halen van een anders goed onverschillig wat het ook ivesen mag. en dat voor een an der zijn huijsdeure vensters of glaasen te stellen of te wel elders heen te bren gen waar over verscheijde klagten aan haar agtbare zijn voorgekomen, en wel ke alle dingen of zaken zijn die niet al leen ongepermitteert maar ook ten oog sten strafbaar zijn. en daarom in een land alwaar een goede justitie en politie werd geadminestreert. met kan worden gedult nog toe gelaten. Zoo ist dat wij om daar in zoo veel mo gelijk te voorzien hebben goedgevon den en verstaan, om bij onse publicatie elk en een ieder op het allerernstig te waarschouwen, en daar bij striklelijk te verbieden dal van nu voortaan nie mand wie hij zij op mei) avond of in de nagt tusschen den laatsten april en eer sten meije aanstaande, of bij andere ge legenheden en in het vervolg successi- velijk voor jemands huijsen deuren vensters of glaasen te stellen of planten het sij van meijen toegemaakt stroo marm of hiets anders zo binnen dese stad als in het Ambagt. nog daartoe stads straaten in eeniger manniere op te breken schenden nog beschadigen nog op jemands huijsen of daaken te klimmen om daar hiets op te stellen nog jemand eenige schade daar aan toe te brengen of jemands goet weg te haaien en elders heen bringen nog bij avond o) nagte langs de publigue straaten ofioe- gen te loopen schreeuwen vloeken tie ren raasen of eemg gewelt aanrigten. op poene van wie zulks doende daarop geatrappeert of aglerhaalt en ondekt kan icorden na de publicatie dese zulks gedaan te hebben zal verbeuren een boelen van? En wie hem komt te verstouten om in jemands boomen of plantsoen te gaan kappen te schenden of te beschadigen met meijen daar uijl weg te halen en te stelen zonder bewilliging of speciaal consent van de respective eigenaars, of jemand zijn hof en moestuijn berooft en daaruijt steelt, eenige palm bloemen laurier of hiets anders wat het wesen mag. of op eenig andere wijse bescha digt ofte jemands goed van zijn grond en erve of aar hei gestaan of gelegen mag zijn weghaalt en elders heen brengt alle zonder consent of bewilliging van de eij- genaaren. alle de zulke zullen zonder aansien van persoon nog onderscheijd van conditie of sexe, even als boom en plantsoen schenders hof en tuijn be- ■rovers. met vangen bannen geeselen brandmerken ofte wel zwaarder na exegentie zaaken andere ter exempel aan den live werden gestraft' Hieruit blijkt wel dat de tieners en twenners van toen in Terneuzen flink tekeer gingen in de eerste meinacht. Hoewel de jeugd toen niet anders was als nu, ontdekken wij wel een groot verschil met heden, want als wij de militairen De hier gelegerde militairen cn hun on derkomens waren maar al te vaak het doelwit van de op ontspanning beluste Terneuzense jongens. Reeds in 1833 werd door de plaatselijke comman dant bij de burgemeester geklaagd over het gedrag van sommige Terncu- zenaars. tegenover de zich hier in gar nizoen liggende troepen. Toen fuselier Voorthuizen op 9 september van dat jaar op schildwacht stond achter het approvisionnement-magazijn. werd hij rond middernacht met stenen beko geld en beledigd door Kloris van der Peijl en Daniel van Wijek. Ook bij het slaan der taptoe schijnt de jeugd nogal tekeer tc zijn gegaan. In 1864 was het zo erg. dat de hulp van de burgemeester werd ingeroepen De gar- nizoens commandant schreef over de moeilijkheden die toen ondervonden werden: 'Herhaalde malen reeds zijn er bij mij klagten ingekomen dat de tamboer, be last met het slaan der taptoe, gehinderd wordt in de behoorlijke uitvoering zij ner dienst, doordien eene menigte kin deren niet alleen om hem heen loopen te springen en te schreeuwen, maar hem zelfs, zoo als gisteren avo d andermaal heeft plaats gehad, met steenen wer pen'. De militairen deden hun best om zich bij die, zo nu en dan voorkomende rel len te beheersen, maar een enkele keer werd het wel eens te bar. zoals in 1899. Op 28 april schreef.de burgemeester over dat voorval 'dal' een 5 tal jongens waaronder er 3 van boven 15 jaren oud. Zaterdag den 22e April 1899 hel den schildwacht bij het buskruilmagazijn erg lastig hebben gemaakt, dien schild wacht hadden uitgescholden en ge gooid en aan zijne vordering, het bas tion waarin het buskruitmagazijn gele gen is. te verlaten, niet onmiddellijk hadden voldaan. Een dier jongens had een brandende pijp inden mond en toen de schildwacht drijgde te zullen schie ten als hij aan zijne vordering niet vol deed. had die jongen de armen wijd uit eenslaande en den borst voorwaarts brengende, hem toegeroepen 'schiet op als je durft De schildwacht had aarop de schoten in de lucht gelost en waren de jongens daarna hard weggelopen De drie oud stejongens staan bekend als groote bel hamels en zijn reeds meermalen fnet de politie in aanraking geweest' De gebouwen, zoals de onderkomens bij de poorten, weiden meermalen be schadigd en bevuild en de in 1885 ge plaatste stukken geschut in Bastion VI- II werden ook het doelwit van baldadi ge knapen. jan rompu Een belangrijk onderdeel van de orde handhaving in de vorige eeuw. was ook het toezicht op de toegang tot de vesting Sergeant Piepers, wachtcom mandant aan de Sasse poort, diende op aij* augustus 1848 een klacht in tegen Jan Rompu. in verband met diens ge drag. Hij schreef over dit voorval: 'De ondergeteekende van den 27e op den 28e Augustus 1848 de wacht aan de Sassche poort hebbende, des avonds om 11 uren de ronde doende, ontdekte, toen hij op de walgang cn Bastion no. 1 kwam. dat Rompu. op handen voeten kruipende, door eene insnijding van de borstwering ging. en zich vervolgens in een boot. toebehoorende aan hei loods wezen. begaf, nadat hij bevorens de boot had losgemaakt, om met dezelve de overzijde van de haven te bereiken en zoo doende de vesting uit te komen. Rompu zich alzoo schuldig makende om eene boot in den nacht te gebruiken welke het loodswezen toebehoorde, om hier mede op een slinksche wijze de ves ting uit te gaan na bezette tijd. heb ik het nodig geacht hem in verzekerde be waring te stellen. In arrest iti de wacht zijnde trachtte hij mij met geld om te koopen, doch daar hij zijn doel ten deze niet bereikte, is hij later, toen hij op last naar des Heeren Burgemeester getransporteerd moest worden, de wacht ontvlucht, en zich uit de voeten gemaakt'. Om enige indruk te krijgen waar Rom pu zijn toeren uithaalde, moeten wij ons in gedachten verplaatsen naar de West kant van Terneuzen Daar lag de ves tingwal van Bastion I. vanaf de Sasse brug, langs de Westsluis en de buiten haven, tot aan de plaats waar later de te liggen. Bebouwing bestond daar nog met en aan de binnenkant van die ves tingwal lag een militaire weg. Ongeveer daar waar later het postkantoor werd gebouwd kroop Rompu dus over de wal en dook daar m een roeiboot van de loodsen, om op die manier buiten de vesting te geraken. Een rare manier om de stad te verlaten zouden wij zeggen, maar zo raar was dat toen niet, want 's avonds om 10 uur werden de poorten gesloten en de vestingbruggen opge haald. zodat men tot 's morgens 5 uur de vestingstad niet kon verlaten, zon der bijzondere toestemming van de Garnizoenscommandant Iemand die 's avonds dus onverwachts de stad uit moest om zaken te doen had dus geen kans meer om een vergunning daartoe te bemachtigen, zodat hij verplicht was om tot de volgende morgen te wachten om zijn zaken af te wikkelen. Het, zal zeker wel meer voorgekomen zijn, dat Terneuzenaars op illegale wijze de ves- -tmg verlieten, zoals Rompu maar deze had pech toen hij sergeant Piepers te gen het lijf liep. Evenals in onze tijd vonden er toen ook gebeurtenissen piaats die de openbare orde ernstig verstoorden en die grote gevolgen hadden. Op 8 januari 1896 ge beurde er zo iets in onze kleine stad. Sergeant Eduard Genet schoot, in een staat van delirium, in de kazerne van krijgsmakker, sergeant Klaas de Kok, opzettelijk door zijn knie. Het liep niet goed af met De Kok, want zijn been moest geamputeerd worden. De opwin ding steeg in de kazerne ten tóp toen de dader zichzelf in ee borst schoot, het geen zijn einde betekende. drankgelegenheden Niet alleen in de kazerne deden zich dergelijke ernstige voorvallen voor. In de vele drankgelegenheden die Ter neuzen toen bezat, kwamen er nog al eens botsingen voor tussen militairen onderling en met uitgaande burgers. Na zo'n 'avndje uit' op 7 juni 1865 kre gen soldaat Van Doorne en een paar andere militairen ruzie op de Schut- tershofweg. Soldaat Van Doorne werd de volgende dag vermist, zodat men een onderzoek instelde naar het ge beurde. dat echter zonder resultaat bleef. Toen zijn lijk op 15 juni in het kanaal werd gevonden, doken er aller lei geruchten op. en die geruchten wa ren niet flauw. De Officier van Justitie te Goes vroeg inlichtingen over dit voorval, want het was ter ore geko men, dat Van Doorne met 2 soldaten uit was gegaan. Ze zouden onderling twist hebben gekregen, die zo hoog zou zijn gelopen, dat één van hen zijn sabel had getrokken en daarmee de kop van Van Doorne van de romi was geslagen, 'waarna één en ander in het kanaal was geworpen'. Dit gerucht trok natuurlijk nergens op, want toen ze Van Doorne in het kanaal vonden was het hele zaakje compleet. In werkelijkheid had hij een enorme klap gekregen van zijn strijdmakker Abraham Le Brun of Derkse, waardoor hij in het kanaal terecht kwam. Le Brun en zijn vriend Derkse trokken zich ver der niets van hun strijdmakker aan en gingen rustig naar de kazerne. Toen het lijk van Van Doorne gevonden werd. werden ze opgepakt en aan een verhoor onderworpen Derkse bekende dat Van Doorne door hen onderhanden was ge nomen. maar Le Brun bleef ontkennen. Doordat het een militaire zaak betrof, is niet bekend welke straf werd opgelegd, maar die straf zal zeker niet mis ge weest zijn. Bij kermis en andere feestelijkheden werd de Terneuzen politie versterkt met enige gerechtsdienaars of leden van de Koninklijke Marechaussee uit Axel of Sas van Gent Toen de Nieuw Neuzenpolder in 1816 werd ingepolderd verbleven in Hoek en Terneuzen veel vreemde werklieden, die de openbare orde zo nu en dan behoorlijk verstoor den In de avond van 13 mei 1816 ontstonden er grote moeilijkheden onder deze werklieden en de politieambtenaren hadden de grootste moeite om de orde te herstellen. Om herhaling te voorko men verzocht de fungerend burgemees ter A. de La Fontaine, tijdelijk extra gerechtsdienaren in Hoek en Terneu zen te stationeren. Groot was echter de verbijstering toen. in plaats van de ge vraagde gerechtsdienaars, een deta chement. infanterie van 48 man arri veerde om de orde te handhaven. In het verleden had men geen goede ervarin gen opgedaan met militairen, en men was daarom helemaal nie t gesteld op de komst van deze manschappen Burge meester de^a Fontaine kreeg hiervan de schuld, maar deze brave man kon er ook mets aan doen. Hij deed echter zijn uiterste best om de pgedrongen land- verdedigers weer kwijt te raken, In zijn brief van 4 juni, die hij aan de Gouver neur der provincie Zeeland schreef, zien wij dat hij door het gebeurde behoorlijk in de knel zat. Hij schreef daarin name lijk: 'Mét de komst van 't Detachement Mili tairen op de le dezer voor Ter Neuzen en Den Hoek. hebbe met ongenoegen der op en ingezetenen ontwaar gewor den. alsoo mij den naam gegeven word. ik er oni verzogt zoude hebben, en dat alhier en in het geheele land van Axel zeer groot uitgemeten en verspreid, nogtans ik daar geheel onschuldig aan zijn. verzoeke Uw Excellentie mitsdien zo goed gelieve te wezen van te bewer ken. dat het detachement Militaire spoedig terug werde geroepen, le meer daar alles hier in rust is en trachten zal voortduur goede Politie le handhaven'. Misschien overdreef hij. in zijn gebrek kig geschreven brief, de orde en rust die er heerste wel wat. om toch maar spoe dig verlost te ivorden van die lastige klanten, want even verder schrijft hij nogmaals 'voorts hier alles stil en rus tig is, het daar maar mede te laten aflo pen daar er evenwel van tijd tot tijd wel eens kleine voorvalletjes plaats heb ben. dog dat met eene vermaning en waarschouwing stil afloopt, het geen gelove beter en geschikter is. dan dade lijk met te veel autoriteit te werk te gaan. en daar door meer de rust te stoo- ren als die wel te bewaren'. Een maand later dreigden er opnieuw moeilijkheden te ontstaan. Toen lag het schip 'Powane' in quarantaine nabij het Westgat aan de Springerplaat, juist tegenover de plaats waar aan de bedij king werd gewerkt. Bij het werkvolk deed het gerucht de ronde, dat op het schip de pest zou heersen, waardoor grote onrust ontstond. Veel arbeiders dreigden hun werk te verlaten, hoewel de bamanning van een Hollands wacht schip verklaarde, dat de bemanning van het besmette schip er gezond uit zag. Nadat het schip op verzoek van de burgemeester van ligplaats was veran derd, keerde de rust onder de dijkwer kers terug Hiervoor zagen wij. dat door de Mare chaussee te Axel en Sas van Gent. op verzoek van de burgemeester, bijstand werd verleend aan de Terneuzense poli tie. In Terneuzen was toen nog geen bri gade van dit korps gevestigd, maar in 1878 veranderde dat Toen krachtens de wet van 9 april 1877 het kantongerecht te Axel werd opge heven, werd dit verplaatst naar Terneu zen. Voor het onderbrengen daarvan werd tijdelijk een lokaal van het ge meentehuis beschikbaar gesfeld Later werd de toenmalige beurs aan de Markt verbouwd tot kantongerechtsgebouw. De vestiging van het kantongerecht te Terneuzen was er de oorzaak van. dat hier een brigade der Marechaussee werd gevestigd. De brigade, die op 25 juni 1878 in Terneuzen werd geïnstal leerd bestond uit de brigadier Jacobus J. Gilles en de Marechaussees Hendrik Jonkers, Daniel Buurman. Pieter La- maré en Dirk de Groot. Tot 1903 was de brigade gehuisvest aan de Lange Kerkstraat, juist achter de Hema, waar nu een opening in de be bouwing is. Een oudeTerneuzenaar, die daar dicht in de buurt woonde, vertel de, dat hij 's avonds dikwijls voor zijn vader moest gaan kijken of de patrouil le al terug was. Als dat het geval was, dan trok men er op uit om te aan vissen, want dan liep men minder Op 1 januari 1903 betrok de brigade haar nieuwe kazrne aan het Brugpad, waar men tot 21 juli 1920 gehuisvest bleef Op laatstgenoemde datum be trok de brigade de bekende marechaus- seekzaerne aan de Nieuwstraat Kees Klaassen. die op 21 november 1886 als eerste gemeentepolitieambte naar te Terneuzen was aangesteld, had in 1 02 een korps van 7 man gevormd, waarvan 1 te Sluiskil Wij vingen dit artikel aan met kritiek op veldwachter Le Due. Ook hel kleine korps gemeentepolitie ontkwam (zoals altijd) niet aan kritiek op haar activi teit. Met een ingezonden stuk uil de krant van 16 oktober 1902 besluiten wij. 'Naar aanleiding van hetgeen in de ongste raadsvergadering door den voorzitter werd gezegd over de politie, wil ik de vraag doen of iemand kan ver tellen wat de dag in dag uitwandelende of op hoeken van straten staande top hun doode gemak en soms sigaartjes rookende) agenten toch wel uitvoeren? Ik passeer dikwijls de Noordstraat op tijden dat daar veel herrie, soms be paald heftig straatrumoer is. maar poli tie ontmoet ik bijna nooit. De gemeen tepolitie moet zijn gemeentepolitic en ze moet niet willen concurreren op een terrein, dat meer behoort aan de rijks politie Heeft ze zoveel tijd over. dat ze dit kan doe misschien uit verveling? Dan kunnen we wel een paar agenten missen. P. J. Baert. De hier in garnizoen liggende militairen ondervonden in de vorige eeuw veel hinder en overlast van een deel der Terneuzetui jeugd. Deze knapen, die in 1904 werden gefotografeerd bij het geschut in Bastion IX waren heel wal rustiger. Het. warertH Kloppenburg. W. Balkenstein. J. Oeill, L. Wiskerke, J Hangeveld en J. Scheele Op deze plaats lag in 1848 de vestingwal waarover Jan Rompu kroop om van daar met een roeiboot v te verlaten. n de loodsen de vesting De Westkolkstraat in 1903. gezien in de richting van het postkantoor Hier werd na 1833 een vestingwal aangelegd, evenalsog de Schependijk en de latere Scheldekade. In 1863 werd dit deel van die vestingwallen afgegraven, waarna de hier afgebé" bebouwing ontstond. De infirmerie aan de Nieuwstraat die in 1920 werd ingericht als Marechausseekazerne

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1981 | | pagina 34