'Oosterschelde Open' wil
ieder zijn deel geven
Onderzoek naar afzetting van zandlage
in bouwputten monding Oosterschelde
Ging de telefoondan zei
m'n vrouw: 'Weer een boer die
z'n water niet kwijt kan...
VOOR INZICHT IN TEMPO PROCESSEN GETIJDEGEBIED
WOORDVOERDER C. VAN LEEUWEN:
DIJKGRAAF J. BECU VERLAAT WATERSCHAP SL$Ü
Drs JJl. van den Bergh aan het werk.
(Door drs. Hans Elgershuizeni
Sinds enige tijd is er in een van de vier
bouwputten voor de pijlerbouw in de
monding van de Oosterschelde onder
zoek gaande naar de afzetting van
zandlagen (sedimentatie). De werk
groep „Vergelijkende sedimentologie"
van het instituut voor aardweten
schappen van de Utrechtse rijksuni
versiteit bestudeert deze afzettings-
processen.Dat gebeurt in het kader
van een van de onderzoeksprojecten
van de werkgroep. De opzet is een in
zicht te krijgen in de manier en het
tempo waarin in een woelig getijdege-
bied als de Oosterschelde dergelijke
processen verlopen. Het is met name
drs. J.H. van den Berg. die de jongste
afzettingen onderzoekt.
De mogelijkheden voor deze studie
dienden zich onverwacht aan. Aanvan
kelijk was het bij de werken in de mon
ding van de Oosterschelde de bedoeling
dat bij het werkeiland Neeltje Jans de
in vieren gedeelde bouwput volledig ge
bruikt zou worden voor de produktie
van de betonnen pijlers, die een van de
essentiële onderdelen van de storm
vloedkering vormen. Het aantal pijlers
is echter in de loop van de ontwerpstu
dies voor de kering teruggebracht van
ruim tachtig tot zesenzestig. Als gevolg
daarvan is een van de compartimenten
in de bouwput „braak" komen te lig
gen. Toen men bij het bouwrijp maken
van de eerste compartimenten wat
zand tekort kwam is dat uit dit afgeslo
ten deel van de bouwput gehaald. Hier
door werd een oorspronkelijk via een
cutterzuiger gegraven helling over een
paar honderd meter aanmerkelijk stei
ler. waardoor een buitengewoon fraaie
blootlegging (ontsluiting) plaatsvond
van de bodemlagen, die door getij water
in geulen in de monding van de Ooster
schelde werden afgezet
Wand
In het onderste gedeelte van de steile
wand, op ongeveer elf tot zeventien
meter beneden NAP zijn nu afzetting
slagen te zien, die vanwege hun struc
turele opbouw bezonken zijn in een
geul (ebschaar), die hier in de zeven
tiende of achttiende eeuw moet heb
ben gelegen. In het bovenste gedeelte
van de wand, tussen éen en elf meter
diepte, bevindt zich een andere afzet
ting van een geul. die hier halverwege
de negentiende eeuw lag en die na 1900
geleidelijk werd opgevuld.
In de bovenste geulafzetting wisselen
donker en licht gekleurde lagen elkaar
af. Verondersteld wordt dat de dunne
donker gekleurde lagen afgezet werden
gedurende de zomer en de veel dikkere
licht gekleurde lagen in de winter. De
donkere kleur komt voornamelijk door
dat zo'n laag veel meer dood organisch
materiaal bevat: resten van een uitbun
dig biologisch leven! In de lente, zomer
en vroege najaar groeien in het water
vele mikroskopisch kleine plantaardi
ge en dierlijke organismen (plankton).
Een gedeelte daarvan zakt naar de bo
dem en kan in gebieden met een be
perkte golfwerking en getijstroming tot
een belangrijke verrijking leiden van
het sediment met organische stof. Ver
der vindt gedurende de zomer een
voortdurende omwoeling van de bo
dem plaats door allerlei erin aanwezige
aktieve dieren als schelpdieren, wor-
machtigen en de zeer vele kleine kreef-
tachtigen. Hierdoor zijn in de 'zomer-
laag' zelf vaak geen lagen meer te on
derscheiden.
In de 'wiriterlaag' echter worden uit
zand bestaande 'bewegende' bodemrib
bels afgewisseld met dunne sliblaagjes
Het zand wordt met de getijstromen
verplaatst. Het fijne slib sedimenteert
pas als de stroomsnelheden van het wa
ter klein zijn en dat is vooral tijdens de
kenteringen van het getij.
Bij het nader bekijken van die sliblaag
jes viel het op dat er regelmatig verdich
tingen optraden: een gevolg van de toe-
en afnamen van de krachten van de ge-
tijstromen van dood- naar springtij en
respektievelijk andersom! In de 'win-
terlagen' die goed ontwikkeld zijn. wer
den wel zeven van deze 'verdichtingszo
nes' geteld. Als die allemaal een periode
rond doodtij vertegenwoordigen, zou
de tijd. die gemoeid is met de vorming
van een 'winterlaag', zeven springdood-
tijcycli bedragen ofwel ongeveer 3.5
maand. Dat is toevallig ook net de tijd,
dat de aktlviteit van de grond omwoe
lende bodemdleren vanwege de lage
watertemperaturen zo goed als stil ligt!
In de 'winterlagen' wordt een aantal
van die opeenvolgende donkere en licht
gekleurde bandjes vaak doorsneden
door een aantal andere. Mogelijk een
stormeffekt, waarbij een aantal laagjes
gedeeltelik werden weggeérodeerd en
nieuwe laagvorming achtereenvolgens
met de getijden c.q. kenteringen plaats
vond.
Verstikking
Vaak wordt op de overgang van 'zomer-
naar 'winterlaag' of ergens in de 'win
terlaag' een afgestorven populatie van
schelpdieren aangetroffen. Het gaat
hierby altijd om dubbele schelpen (dou
bletten) van voornamelijk een soorten
tevens een jaarklasse, welke veelal nog
in de aktieve 'levenspositie' worden
aangetroffen. Mogelijkerwijs is dit het
resultaat van een massale sterfte van
zo'n populatie dooreen fatale kombina-
tle van een lage wintertemperatuur en
een snelle sedimentatie. Door de lage
win tertempera turen is de spieraktivi-
teit van de schelpdieren sterk terugge
lopen en zijn de dieren niet meer in
staat om zich door de nieuwe afzettin
gen naar boven te werken. De populatie
sterft dan af ten gevolge van verstik
king. Tijdens de zomer kunnen de
schelpdieren in het algemeen wel de se
dimentatie 'bijhouden' 'Klimsporen'
veroorzaakt doordat schelpdieren zich
met hun voet steeds een stukje naar bo
ven weten op te werken, onderwijl wat
slijm achterlatend, zijn bijvoorbeeld
van de kokkel duidelijk in de lagen aan
te treffen. Ook de gangen van woonach
tigen zijn als langwerpige strepen in het
sediment te zien.
Hypothese
De onderzoekers van het Instituut
voor Aardwetenschappen hopen ook
met behulp van mikroskopisch onder
zoek bewijzen te vinden voor de hypo
these van .seizoensgelaagdheid. In be
paalde tijden van het jaar komen in het
water de zwerrastadia voor van de
schelpdieren. De jonge schelpdieren
vormen dan ook een begin van een
schelp waardoor ze zwaarder worden
en naar de bodem zakken.
Het tijdstip van het water waarop die
broedval optreedt is afhankelijk van
o.m. de soort: bij sommige schelpdieren
is dat de lente, bij andere de zomer en
bij enkelen de herfst. Ook de kiezelwier-
tjes in het water van de Oosterschelde
hebben eenseizoensritmiek. In de lente
komt bijvoorbeeld een soort als Skele-
tonema voor. terwijl in de zomer grotere
soorten als Biddulphia's kunnen wor-
tójut i
Kstee
tiitvai
firbeel
Want
fwoï
Mocu
riagwj
soogte
dagen
Sing ei
forbeh
ra kon
if bik
den aangetroffen Deze s
hun eigen karakteristiek gaf t,
letjes zouden als ze sedin)®
derbedolven raken metanéf icd om
riaal ook goed als seizes >r te ve:
kunnen dienen. Ook d«®
om de lagen te onderzoek
voorkomen van verschilled
Foraminiferen. Dit zijn dieij
typisch kalkskeletje. OokS! K
jaren te herkennen! Dus sa
lige organismen kunnen p
pen aan te geven in welks
jaar de opeenvolgende!^ Ktt^
zijn gekomen
•NAVO
Kaart ïae™
Het proces van verzandt sproke
geul waarin de seizoer-ï sen aa
sterk is ontwikkeld, kan: eiWoo|
gevolgd worden aan de bi tl eens
eenvolgende edities van df lunlqu
sche kaart, die van dit geb statie'
Daaruit blijkt dat de sna* Ned'
ondieping van de geul b?» Jsenon
overeenkomt met de dik® de
gen van de verschillende? Selsië,
ben
Effekten 2'
Onderzoekers van het Dé' Denbaa:
voor Hydrobiologisch laf toe
Yerseke en de DeltadienS ten me
waterstaat te Middelburg to572ri
teresseerd in deze geologist 1 heeft
afzettingen. Immers het! iking t
het proces van de sedirce"' de I
in het water zwevendestcfi voor.
lijk om verwachtingen»' camrr
spreken ten aanzien va rsz«tt<
van de stormvloedkerirj
menthuishouding en het
van de Oosterschelde. I
ZATERDAG 15 DECEMBER 1979
PZC/provincie
WAARDE - Hoeveelste brief aan de kamer is het? C. van Leeuwen uit Waarde, woordvoerder van
de actiegroep „Oosterschelde Open" aarzelt, noemt dan een aantal van tien en voegt er aan toe:
„Maar het kunnen er ook meer zijn, ik ben de tel een beetje kwijt. De actiegroep heeft, met het oog
op de behandeling van de begroting van verkeer en waterstaat in de tweede kamer over ruim een
maand, eind vorige week opnieuw een pleidooi gevoerd om de Oosterschelde anders te beveili
gen dan op de manier, die nu in uitvoering is.
voor een aeei m zeeland te besteden.
Dat is behoorlijk optimistisch ge
dacht. en het kan ook minder zijn dan
de helft van het bedrag. Maar Pais kan
er scholen van bouwen en je kunt in
Zeeland in ieder geval een aantal
werken uitvoeren, die uitvloeisels van
het Deltaplan zijn-"
Dijkgraaf J Becu neemt binnenkort afscheid van het waterschap 'Het vrtie van Sluis'.
GROEDE - Nu het meeste werk voor
de winter gedaan is cu alleen een berg
suikerbieten op het achtererf nog op
vervoer naar de fabriek wacht, ligt de
boerderij van Jannis baptiste Becu er
rustig bij. Hij woont zijn hele leven al
langs de weg van Groede naar Nieuw-
vliet, midden in het stille, nevelige
West-Zeeuws-Vlaamse landschap,
dat wordt beheerst door een rust die
ook karakteristiek is voor Becu zelf.
Hij heeft er een heel speciale band
mee: een West-Zeeuws-Vlaamse boe
renzoon, die zelf ook later het bedrijf
inging, en bovendien al 24 jaar dijk
graaf is van het waterschap "Het Vrije
van SlUis'. Taken, die de nu 69-jarige
Becu zo langzamerhand overdraagt
aan de jongere garde. De boerderij
wordt sinds enkele jaren grotendeels
geleid door zijn zoon, die ook Jannis
Baptiste heet en in Schoondijke in
een boerderij woont. Jannis jr heeft
ook de 'directie' van de twee hoeves.
Half januari draagt Jannis Becu sr
zijn functie als dijkgraaf over. Hij
wordt dan 70 jaar, tijd om met pen
sioen te gaan.
Zijn Voorvaderen waren Hugenoten,
en kwamen oorspronkelijk uit een
kleine boerengemeenschap bij Rijssel
in Noord-Frankrijk. Ze streken neer in
de buurt van Breskens. op een boerde
rij. De boerderij in Groede. waar Becu
nu woont, kwam gereed toen hij twee
jaar oud was. „Ik wilde ook boer wor
den en dat was toen geen enkel pro
bleem. Maar de tijden veranderen.
Toen mijn zoon van school kwam, heb
ik 'm vrij gelaten In zijn keuze. Toch
deed het me veel plezier dat hij ook in
het boerenbedrijf wilde".
Jannis Becu heeft z'n hele leven hard
gewerkt. „Maar ja, wat is werken, en
wat is spelen? Het maakt een groot
verschil of je de pest hebt in Je werk of
niet Ik heb daar nooit geen last van
gehad. Ik wil hier niet weg. uit dit
mooie landje. Ik ga liever niet in 'den
binnen' wonen".
Het gezicht van 'zijn' West-Zeeuws-
Vlaamse landschap is, veel meer nog
dan ergens anders, door de landboUw
bepaald. „Dit land is veroverd op de
zee", legt hij uit. „Als er dan een stuk
je schor rijp was om in te polderen,
werd er van hogerhand een concessie
verleend. De eigenaren hadden dan de
verplichting om de waterschapsta-
ken uit te voeren. Daaronder viel het
onderhoud van de wegen, de waterlo
pen en de zeewering. De situatie heeft
zich weieens voorgedaan dat iedere
bezitter zijn stukje van de dijk moest
onderhouden. Daar kwam natuurlijk
geen flnit van terecht. Later kwamen
dat soort dingen dan ook onder een
centraal bestuur".
In 1941. toen het grote waterschap
"Het Vrije van Sluis' werd opgericht,
waren er in WestrZeeuwsch-Vlaande-
ren mmaar liefst 86 waterschapjes. Die
werden toen allemaal samengevoegd
in één grote. „Het was de eerste grote
concentratie van waterschappen In
Zeeland. Dat veroorzaakte nogal wat
deining. De mensen waren er eigenlijk
nog nie' rijp voor. Stel je voor: 86 dijk-
graafjes, kleine koningen op hun ter
rein. Daar kon er maar één voor ln de
plaats komen".
Hoofdingeland
Becu, eerst ingeland van het water
schap 'Cadzand', werd meteen hoofd
ingeland van 'Het Vrije van Sluis'. Pe
trus Dieleman, lid van gedeputeerde
staten van Zeeland, was de stuwende
kracht achter de oprichting van het
overkoepelende waterschap. Hij
kwam ook met de naam op de prop
pen. Voor de scheiding van België en
Nederland was West-Vlaanderen be
stuurlijk verdeeld in een soort pro
vincies: je had "Het Vrije van Brugge',
en ook 'Het Vrije van SlUis'. ..Als
hoofdingeland van het waterschap
ben ik nog een tijdlang voorzitter ge
weest van een speciale commissie, die
was belast met de aanleg van grint
wegen naar allerlei kleine dorpen in
het westen. Die was al rond 1870 inge
steld bij het "Waterschap Cadzand'. Er
werden contracten getekend met al
lerlei plaatsjes, om grintwegen als
verbinding aan te leggen. Feitelijk be
tekende dat de ontsluiting van de hele
streek. Dat gebeurde onder invloed
van de suikerbietenteelt. De bieten
moesten immers naar de haventjes in
de streek kunnen worden vervoerd,
en daar waren goede wegen voor no
dig. Nou, toen die eerste grintweg ge
reed kwam, werd er flink feest ge
vierd. Later werden ook allerlei tram
lijnen aangelegd voor dat verVoer".
Het landschap ln West-Zeeuwsch-
Vlaanderen is de laatste decennia da
nig veranderd, onder invloed van de
ontwikkelingen in de landbouw. „De
bedrijven waren oorpsronkelijk ge
mengd. Later kwam er meer speciali
satie. De meesten kozen voor de akker
bouw. En daarmee verdwenen de die
ren uit het landschap: de koeien, de
varkens, de paarden. De kavels wer
den groter. Door de uitvinding van de
drainage konden de 'reéen', de water
lopen door de wellanden en akkers,
worden dichtgegooid. Alleen ln de
niet zo", èn lachend: Jij
hetgeen tot stand is gebi
maal loslaten kan ïkhs;
niet. nee Er komen volp
paar grote projecten klasr.5
niet mee bemoeien, hoor,ca
dat als het mooi weer is, lit
fietsje wel eens naar toet:
De moderne ontwikkeld
hem niet tegen de borst
bouw is veranderd. Tte
werken er weinig menseru U"
recreatie hier in het we?a
dustrie in de kanaalzonen
op. Ik ben blij dat we heth
dat niet was gebeurd, hate £ic"
dezelfde situatie gekregeai: 1
delen van het Franse plawi twr'ie'
gestorven dorpen, en eea!
meenschapsleven", l!o(:un
'ivoigens
ideC
buurt van de Belgische
zandgrond is, zie je
drijven".
In 1975 kregen de wales#
nog een taak bij: de waig
Dat bracht naast de gnu
ook de burgers ln het ber;^
waterschap.
Zeewering
Als belangrijkste taak vu) Boren
ziet Becu echter - nog slctdj fenlt
wering. „Als dat foUt loopt fihedt
rest er ook niet meeraal» £jl
vindt, dat er door dc aanl« 1
weringen op Deltahoogte^
kapot wordt gemaakt, aii
Wordt gezegd, „DatValtlj
moet het nieuWe niet uiteet
Wel: proberen om alles ui
wat mogelijk is. maar telt
maal niet mogelijk. Dana»
bekijken wat er weggaata 2®
voor terugkrijgt. Je kontfc CGêSte
dereen naar de zin raakecl ac
in de landbouw, waarioT» deandc
strijdige belangen beslaai ssdui<
waterbeheersing. Wal go«j
een, is minder goed voord» j
soms komt het zelfs vow.ü
paaid plan voor één en da ^y
zowel goed. als slecht is 6
zijn weilanden bijvoor» r^.
slecht voor zijn bouwland
Hij is erg tevreden overs»
resultaten van het waies
waterbeheersingsplan is n ceI
procent gerealiseerd. Inhei bmM
den We daar nog weleer^ minn
mee. Als de telefoon ging H-ne\
VrouW: „Zeker Weer een te
water niet kWijt kan,.".
Zijn afscheid wordt op 1:
vierd. Jannis Becu: „Ito;
feestvarken moeten zijne: 0,
De boodschap aan de kamer: „Een pij-
lerdam met een doorlaatopenlng van
14.000 vierkante meter is geen goede
oplossing. Een doorlaatopening van
20.000 vierkante meter zou veel beter
zijn. Een geheel open Oosterschelde
(natuurlijke doorlaatopening 80.000
vierkante meter) met op deltahoogte
gebrachte dijken is onbetwist de beste
oplossing, als we de problematiek in
zijn geheel bezien." Als die oplossing
wordt gekozen - zo formuleerde de ac
tiegroep - komt er jaarlijks een bedrag
van 700 miljoen vrij en in de brief aan
de tweede kamer opperde men ideeén
om dat bedrag alternatief te besteden:
de helft zou bijvoorbeeld bezuinigd
kunnen worden of worden aangewend
in voor andere werken ln Nederland en
de andere 350 miljoen zouden, voor een
deel als uitvloeisel van de Deltawer
ken. aan Zeeland ten goede kunnen
komen.
De actiegroep „Oosterschelde Open" -
zegt Van Leeuwen heeft voor de jong
ste brief steun gevonden in uitlatin
gen, die het vertrekkende hoofd van de
afsluitingswerken in de monding van
de Oosterschelde, ir F.G. Spaargaren
eind april heeft gedaan: rijkswater
staat heeft de stelling terug moeten
nemen dat je de dijken niet zou kun
nen verhogen op een manier, waarop
voldoende veiligheid zou worden be
reikt. Van Leeuwen: „Zo'n duidelijke
uitspraak is als van Spaargaren is via
rijkswaterstaat nog niet eerder naar
buiten gekomen. Politici zouden die
moeten oppakken, erop in moeten ha
ken en zeggen: als de zaken zo liggen,
gaan we de plannen omzetten. De ge
deeltelijke verhoging van de dijken
langs de Oosterschelde heeft - vinden
wy - bewezen, dat dijkverhoging geen
18 of 20 jaar hoeft te duren. Tussen par
tiële versterking en op Delta hoogte
brengen bestaat niet zóveel verschil."
Zou er zo royaal medewerking aan die
plannen worden gegeven? Hebben
landbouw en ivaterschappen juist niet
zo royaal meegewerkt aan de gedeel
telijke verhoging van de dijken, omdat
men het compromis van de pijlerdam
acceptabel vond?
Honoreren
Van Leeuwen: Jk denk, dat ze net zo
loyaal aan een volledige dijkverhoging
meewerken, als je zorgt, dat hun belan
gen voor honderd procent gehono
reerd worden. Als je goede vergoedin
gen kunt geven, zodat ze vlot vervan
gende grond kunnen kopen. Als ze op
medewerking kunnen rekenen bij ka
velruil. Je bent er voor de landbouw
met zoet water niet zonder meer. er is
ook een distributienet nodig om het
vanuit het Zoommeer bijvoorbeeld
naar de landbouw brengen. Dat kan
met een deel van het geld, dat je bij
dijkverhoging spaart, je er ook mee
kunt zorgen voor bassins voor de
schelpdierencultuur in YersekeJe
kunt ook West-Brabant tegemoet ko
men met een grotere sluis in de Oester-
dam en het bespaarde geld mede ge
bruiken om voorzieningen te treffen
om de verzoeting van de Oosterschel
de aan de Zeeuwse kant tegen te
gaan."
Zou er wel extra geld voor Zeeland be
Sfeerbeeld langs de oevers van de Oosterschelde (Foto Wim Riemens)
tnenten dat niet onmiddellijk terug
willen, als de pijlerdam vervangen zou
worden door een goedkopere oplos
sing?
T echnieken
Van Leeuwen Jk begrijp best, dat le
dereen zal proberen zich van dat geld
meester te maken. Maar het gaat ons
als actiegroep erom. dat er nu zoveel
miljard de zee ingaat, waarvan volgens
ons de noodzaak helemaal niet valt
aan te tonen. Er zitten aan de pijler
dam risico's ai hebben de studies over
de manier, waarop bijvoorbeeld de bo
dem beschermd moet worden ook al
lerlei nieuwe oplossingen en mogelijk
heden dichterbij gebracht. Die nieuwe
technieken kim je ook toepassen bij
dijkverhoging. Als je blokkenmatten
voor de bescherming van de bodera
ook bij dijkversterkingen toepast,
kom je niet meer voor verrassingen te
staan, het tijdperk van dijkvallen is
daarmee voorbij. Men is tegenwoordig
in staat om de dijken zo goede te bou
wen. dat het verschil tussen een dam
van negen kilometer en sterke dijken
over een lengte van 140 kilometer geen
doorslaggevend argument kan geven
om vóór die stormvloedkering te kie
zen. Onze bedoeling is. dat met het
vrijkomende geld een aantal nuttige
projecten wordt opgezet en het geld
De veranderingen in het denken over
de afsluiting van de Oosterschelde zijn
in de eerste helft van de jaren zeventig
mede losgewoeld door de activiteiten
van de actiegroep „Oosterschelde
Open". Is méér dan het compromis,
dat nu wordt uigevoerd. haalbaar?
„De actiegroep." zegt Van Leeuwen,
„probeert iedereen zijn deel te geven.
Zoveel mensen bekijken de Ooster
schelde vanuit hun eigen Invalshoek,
ook milieu-mensen kijken door een ge
kleurde bril en overdrijven weieens.
Mijn belang bij een open Oosterschel
de ls niet groter dan dat van de gemid
delde Nederlander, ik ga er financieel
niet vooruit of achteruit. Een open
Oosterschelde blijft voor ons de beste
oplossing, waarbij je ook de belangen
van de landbouw, de visserij, de re
creatie en het milieu kunt meenemen.
Daar knokken we voor. Als Je - zoals de
actiegroep in het verleden - van hele
maal niks vertrekt en je komt bij een
pijlerdam met een doors troomope-
nlng van 14.000 vierkante meter uit is
dat op zichzelf wel mooi. Dat we door
blijven pleiten komt niet, omdat we
ons zin niet hebben gekregen, maar
omdat er een uniek gebied van inter
nationaal niveau toch verloren dreigt
te gaan. En dat tegengaan proberen
we met argumenten, met redelijke
middelen te bereiken."
schikbaar komen, als de stormvloed
kering niet zou doorgaanDe beslis
sing over de Oosterschelde was een
nationaal compromis, voor de kosten
ivaarvan elk departement geld heeft
moeten leveren - zouden de departe-