igeheven buitenspel: een uitgestorven dodo
oh
ch
n vai
aleer
i der Wiel: de
van de toekomst
ARBITRAGE
J
s
onfatsoenlijke
middelen en
intimidatie
(ook) bij het
volleybal
PZC/ zaterdagkrant 31
hfliEc
tm
Irorije week deze rubriek hebt gelezen waarin ik
le dat Kees Kist toch heus hinderlijk buitenspel
dat Jan Keizer het doelpunt van AZ'67 tegen
tnte dus beter niet had kunnen goedkeuren, dan
lijpeen merkwaardige alinea zijn gestuit.. Geluk-
Ik nogal balverliefd, lees ik de dingen die ik
nog wel eens door als ze eenmaal in de krant
t zodat ik de indrukwekkendste zetfouten zono-
rtlfi mergf kan verbeteren. Hier is dal dringend
y|v '-"kdijk, want wat las u:
(timer me van een kwart eemo of daaromtrent
nop, dat een spelregelkenner (ik. weet niet
'We/ in het vakblad 'De Scheidsrechter' de stel-
me I wdedigde, dat het GEEN buitenspel was als de
diens" ,meenaanvaller in het doel werd geschoten! Die
fspeler 'nam immers geen deel aan het spel'."
i I T h>lee^ le9en deze zienswijze geprotesteerd.
/UI fc" kenen dQt niemand deze rubriek leest, oj
I III 7e"e" haar lezen geen brieven kunnen
?en' °fdat ze het eigenlijk wel een aardig idee
van spelregelkenner. Nooit buitenspel als
jmlt# guller scoort, in welke positie hij zich ook be-
de bal hem werd toegespeeld. Alleen mid-
ioi s en verdedigers (want in zulke categorieën
On? n°®'een *wart eeuw geleden) konden even-
staan. Dat was dan ook hun eigen
bedden ze zich maar niet zo ver van honk moe-
togen!
"ikheid schreef ik:
Jk herinner me van een kwart eeuw of daaromtrent
geleden nog. dat een spelregelkenner ik weet niet
meer wie) in het vakblad 'De Scheidsrechter' de stel
ling verdedigde, dat het GEEN buitenspel was als de
bal door een aanvaller door de benen van een buiten
spel staande en stilstaande medespeler in het doel
werd geschoten! Die medespeler 'nam immers geen
deel aan het spel'."
niet daadwerkelijk
Dat verandert de zaak. Die spelregelkenner ging dus
in feite nog verder dan Jan Keizer, die meende dat Kist,
door er alles aan te doen de bal te ontwijken, NIET
daadwerkelijk deelnam aan het spel, niet de aandacht
van doelman Van Gerven afleidde, en dus geen buiten
spel stond. Het geval van de bal die door de benen van
een buitenspel slaande medespeler werd geschoten,
was dus een extreme variatie op het Keizer-Kist-geval.
Ik herinner me ook nog de argumentatie, die er 25 jaar
geleden bij geleverd werd. Een en ander speelde zich
toch zo bliksemsnel af, dat de keeper geen tijd kreeg
zich misleid te voelen, zodat hel toch geen verschil
maakte of de man buitenspel stond of niet-,
Als die opvatting veld zou winnen, zou ik dat van harte
toejuichen. Ik schreef vorige week al: hoe meer er afge
knabbeld wordt van de nadelen van de buitenspelregel
voor de aanvaller, en van de voordelen van de buiten-
speirega voor de verdediger, hoe liever het mij is Het-
vervelende is alleen, dat de scheidsrechters in de loop
der jaren juist de andere kant op zijn gegaan, de bui
tenspelregel juist stringenter zijn gaan loepassen De
buitenspelregel luidt als volgt:
,£en speler is buitenspel, wanneer liij op het ogenblik
dat de bal wordt gespeeld, dichter bij de doellijn van
zijn tegenpartij is dan de bal. behalve
a indien hij zich op zijn eigen speelhelft bevindt, b.
indien ten minste twee tegenstanders zich dichter bij
hun eigen doellijn bevinden dan hijc. indien de bal het
laatst een tegenstander raakte of het laatst door een
tegenstander werd gespeeld.d. indien hij de bal recht
streeks ontvangt uit een doelschop, een hoekschop,
een inworp of indien hij de bal bemachtigt, onmiddel
lijk nadat de scheidsrechter deze heeft laten vallen
zorg
De gevallen a., b. en d. worden altijd met zorg toege
past, voor zover er althans geen beoordelingsfouten
aan vooraf gaan. Maar geval c. allang niet meer. Ik
heb de tijd nog meegemaakt dat een scheidsrechter liet
doorspelen, omdat het buitenspel van de aanvaller
werd opgeheven doordat een tegenstander de bal on
derweg nog even aanraakte. Dat. was een mooie, avon
tuurlijke tijd. waarin dank zij regel 11c nog wel eens
onverwachte situaties voor het doel ontstonden. Laat.
ik een voorbeeld noemen. Vrije schop enkele meters
buiten het strafschopgebied. Op de voorgeschreven zes
meter afstand vormt zichhel muurtje. Drie meter daar
achter, dus nog binnen de 9.15 meter van de bal, gaal
de schietgrage midvoor staan: buitenspel. Eigenlijk
staat hij helemaal niet buitenspel, hij staat op 9 meter
van de bal, als het goed is staat hij dus nog met. zijn rug
tegen het muurtje aan. Maar goed. die regel van de 9
meter afstand wordt even vaak geschonden als regel
11c. De voorstopper neemt zijn aanloop, schiet hard in
het muurtje, de bal slipt er doorheen, zoals de bedoe
ling was, de midvoor vangt de val op. hij staat niet
buitenspel omdat de bat het laatst werd aangeraakt
door twee spelers in het muurtje, en alleen 'voor de
keeper scoort hij gemakkelijk'. De scheidsrechter kent
het doelpunt toe. want zo staat het in de spelregels. We
leven in de jaren vijftig
geheid
Hoe gaat het tegenwoordigHet zojuist genoemde ge
val neem ik maar niet eens als voorbeeld, dat is voor
iedere scheidsrechter nu geheid buitenspel Ik maak
het moeilijker. Schoenaker en Schoenmaker snellen
uueuec up de bal toe. Schoenaker is eenfractie van een
seconde sneller dan Schoenmaker, schiet de bal, die
via de bijna gelijktijdig gearriveerde voet van Schoen
maker bij de buitenspel lopende Ling terecht- komt., die
scoort. De scheidsrechter keurt het doelpunt af. V/aar- A
om? Als u boft is hij bereid dat na afloop te verklaren:
'Op het moment van spelen liep Ling buitenspel, en dat
moment van spelen is doorslaggevend!' Jamaar, zegt
een terrier van een sportjournalist, de bal werd toch
het laatst door een tegenstander aangeraakt, dan
wordt buitenspel toch opgeheven? De. referee glim
lacht fijntjes. 'Voordat die speler de bal nog even tou
cheerde. was hel tijdperk van buitenspel echter al in
getreden, en daarom heb ik gefloten'. Maar dat tijd
perk was wel heel erg kort, zal de journalist volhouden,
misschien één-tiende secondeDe arbiter fronst sar
castisch zijn wenkbrauwen: V vindt eén-tiende secon
de kort? Op een wedstrijd van anderhalf uur is het
kort, maar dat is ook een mensenléven in het licht van
de eeuwigheid. U vindt een mensenleven toch ook niet
kort?'
Kortom: regel Uc is allang door de scheidsrechters
af geschaft, opgeheven buitenspel is een even uitgestor
ven diersoort geworden als de dodo. „Indien de bal het
laatst een tegenstander raakte" kan net zo goed uil de
spelregels worden geschrapt, de verdedigers hebben
opnieuw een overwinning behaald op arbitrage en
spelregels!
Nico Scheepmaker
Hans Brand: de gebrekkige arbitrage is een oud zeer.
LEIDEN - De postbode zal in 1980 ongetwijfeld met een nog
grotere frequentie schaakinvitaties aan huize Van der Wiel
afleveren. Betrof het vorig jaar meestal uitnodigingen voor
nationale toernooien; in 1980 zal de Leidenaar deel uit gaan
maken van het rondreizend schaakcircus. En dat betekent bij
na het gehele jaar in het buitenland toeven. John van der Wiel
zal er geen moeite mee hebben, „want in de loop van dit seizoen
is er een groeiend besef geweest dat ik profschakcr moest wor
den".
Verkort weergegeven zeggen ze:
1. Begeleiding van nieuwe scheids
rechters is noodzakelijk.
2. Elke vereniging heeft wel één of twee
ervaren scheidsrechters
3. Binnen een vereniging valt te con
stateren of een nieuwe scheidsrechter
begeleiding nodig heeft en in welke
vorm die gegoten dient te Worden.
4. De vereniging zprgt. zelf voor die be
geleiding.
5 De manier van begeleiding kan zijn:
passief (de mentor gaat mee naar de
wedstrijd en geeft zijn pupil tussen de
sets en na afloop zijn aanwijzingen), b.
actief (de mentor treedt als tweede
scheidsrechter op. Hij is dan in staat
tfjdens de wedstrijd zijn pupil bij te
sturen
Begeleiding werkt preventief in die
zin dat nieuwe arbiters, mits goed 'ge
volgd- niet zo gauw af zullen haken.
7. Deze wijze van begeleiding zal een
gunstige invloed hebben op het aantal
arbiters binnen een vereniging. De ad-
spïrant-scheidsrechter realiseert zich
dat hij/zij na de cursus niet in het
luchtledige valt.
mentaliteit
Harry de Boey. DSA-voorzitter van
het district Zeeland, noemt de bijdra
ge van Verdegem 'een positieve zaak'.
Hij geeft toe dat de arbitrage op dit
moment zeker niet optimaal loopt,
kan persoonlijk een heel eind meegaan
met de gedachten die daarover bij Ver
degem leven, maar ziet toch wat gau
wer een oplossing voor de problemen
geleverd worden: ..Binnenkort komen
weer ruim twintig cursisten het arse
naal een behoorlijke injectie geven, en
als de aanmelding op deze manier
blijft lopen moeten we binnen dne a
vier jaar uit de zorgen zijn meent De
Boey. De DSA-pracses wil verder niet
al teveel kwijt omdat'we maandag (17
december, red i een bestuursvergade
ring van het district hebben en daar de
brief van Verdegem zeker op tafel zal
komen. Ik loop dan ook liever niet op
de zaak vooruit Wel kan ik nu al zeg
gen dat omstreeks half januari een sec
tieraadsvergadering met alle arbiters
zal plaats hebben. Daarin zullen we op
onze beurt de zaken op een rijtje zetten
en de suggestie van Verdegem zeker
bespreken". Verdegem. die, overigens
met enkel goede bedoelingen de knup
pel in het hok gesmeten heeft, krijgt
zfjn zin.
Een vergadering van de sectie met al
le betrokkenen, stond hoog op de ver
langlijst. Een openhartig gesprek kan
de arbitrage mogelijk uit de impasse
helpen. „Overigens", besluit Harry de
Boey. „blijft liet vaak een kwestie van
mentaliteit...".
Dat besluit is nu definitief, want door
de onophoudelijke stroom successen
in het afgelopen jaar is zijn Elo-rating
(een graadmeter voor de sterkte) naar
een zodanig niveau gestegen dat de or
ganisatoren van internationale toer
nooien hem er graag bij willen hebben.
De basis daar voor legde Van der Wiel
al in januari, toen hij in Groningen met
zijn Europese jeugdtitel een meester-
resultaat verdiende. De successen
volgden elkaar in snel tempo op.
„Maar in principe gaat mij niets te
snel". Op het Nederlands kampioen
schap eindigde Van der Wiel als vierde
„En dat was een grote meevaller, want
ik had van te voren niet het idee ergens
bovenin te gaan eindigen".
Na in Lone Pine (Califomie) in een
sterk open toernooi vier uit negen te
hebben gescoord, lag het volgende
hoogtepunt in Amsterdam In de
grootmeester B-groep van het IBM-
toemooi klasseerde het voormalige
Leidse Philidorlid zich als beste Ne
derlander en dat betekent dat hij vol
gend jaar in de A-groep mag uitko
men.
Handenvol werk
Het seizoen kon vanaf dat moment
niet meer kapot, maar Van der Wiel
leverde zijn moeder, die de plakboe
ken bijhoudt, nog handenvol werk op
door tijdens zijn vakantie in Dieren
nog 'even' open Nederlands kampioen
te worden. „Ik beschouwde het als een
rccreatietoernooitje, want het is daar
altijd erg gezellig, maar naarmate het
duidelijker werd dat ik kanshebber
was. ben ik het rustiger gaan aan
doen". Ook voor zijn eigen club. Vol-
mac-Rotterdam, maakte hij achter
het derde bord zijn meestertitel waar
door in de Europa-Cupduels veel pun
ten te verzamelen. De benjamin („Dat
vind ik rotwoord. Het lijkt dan net of
ik nog een kleuter ben") van de rege
rende landskampioen dwong door die
prestaties erkenning af in het selec
tieve Rotterdamse schaakgezelschap.
„Ik kan vreselijk goed met die mensen
opschieten", meldt Van der Wiel. „Het
zijn allemaal pretentieloze jongens.
Dit in tegenstelling tot vele studenten
die recht studeren en vaak denken dat
ze alles zijn".
Van dat wereldje neemt de 20-jarige
student iri de rechten (.Mijn kandi
daats heb ik nog net gehaald nu
voorgoed afscheid ..Al zal ik nog wel
als een student blijven leven. Want een
profschaker maakt het vaak ook laat
en slaapt mees tal lang uit. Maar ik pro
beer me wel wat discipline op te leg
gen".
Dat zal ook wel nodig zijn wil Van der
Wiel zijn inmiddels verworven reputa
tie vasthouden. Zelfverzekerd en corri
gerend: ,,Je kunt beter zeggen uitbou
wen, want ik heb de leeftijd om door te
stoten. Ik word zelfs al omschreven als
Nederlands hoop en de nieuwe Tim
man Voorlopig is daar de tijd nog niet
ryp voor. maar ik bruis momenteel wel
van het zelfvertrouwen Het komt al
leen net niet over het randje van het
champagneglas".
Kaasje
Het feestdrankje zal komend jaar on
getwijfeld nog wei enkele keren ge
dronken worden. AI stelt Van der Wiel
voorop dat hij in 1980 niet zo veel suc
ces verwacht als dit jaar. „Maar toch
hoop ik een keer uit mijn slof te schie
ten met een grootmeesterresultaat. Ik
lig er echter niet wakker van als ik die
kandidaalgrootmeestertitel dit jaar
niet haal. Voor Ree en vroeger Lange-
weg is dat een obsessie geworden.
Daar wil ik voor oppassen. Fn moge
lijk dat ik op de komende nationale
kampioenschappen een kansje maak.
nu Sosonko en Timman niet mee zul
len doen", blikt hij vooruit.
Tevens zal Van der Wiel een analyse
boek over de drakenvariant. Siciliaans
uitgeven „Ligterink, Enklaar en Bal-
jon zijn een paar jaar geleden daarmee
begonnen en vorig jaar ben ik daar bij
gekomen. Begin volgend jaar zal het
klaar zijn". Tot die tijd werkt de Euro
peesjeugdkampioen ook aan de voor
bereiding voor zijn eerste confrontatie
met grootmeesters in 1980, het Hoogo
ventoernooi. ..Ik ben nu ai bezig met
mogelijke openingen en zodra ik de
deelnemers weet (waaronder vermoe
delijk een groot aantal gevestigde na
men zal ontbreken, omdat er in die pe
riode In Zweden een landenwedstrijd
wordtafgewerkt) ga ik hun partijen en
openingen naspeuren", meldt de als
aanvallend ingestelde schaker, die de
tendens naar voorzichtigheid, waar
mee Karpov zo veel succes heeft, veraf
schuwt. „Ik houd meer van tactische
en gecompliceerde stellingen". Een
opvatting die niet door iedereen wordt
gedeeld, maar waarmee hij voorlopig
wel het gelijk aan zijn bord heeft.
Ten slotte hield John van der Wiel ook
privé aan het afgelopen jaar goede her
inneringen over. Door zijn 'hobby' leer
de hij zijn vriendin. Yvette Nagel, ken
nen. Ze is de dochter van het PvdA-
senaatslid en de snelschaakkampioe
ne van Nederland tot 16 jaar. „Yvette
is een verrijking van de damesschaak
wereld". merkt Van der Wiel over zijn
tweede liefde op. Want ook komend
jaar zal de dame van het schaakbord
hem blijven fascineren.
EMBJBOAG ,15 DECEMBER 1979
STBURG - Heieen Brevet uit Oostburg, pas geslaagd als scheidsrechter, ging zaterdagmid-
ijnovember j.l. van huis voor haar eerste Nevobo-wedstrijd IJVQ-Kikkers, een streekderby
,|asc est-Zeeuwsch-Vlaanderen. Enkele uren later zat diezelfde Heieen Brevet totaal overstuur
t bijna jankend in sporthal De Veerhoek terug te blikken op een enorme teleurstelling, een
Ifdigmislukt debuut. Een deceptie, opgeroepen en verder in de hand gewerkt door Kikkers-
thJack Verstraete, die de jonge arbiter bij haar premiere met alle mogelijke - en volgens
Confatsoenlijke - middelen uit haar normale doen had weten te halen.
i® ii'*
UV Ml
«Sstnjd werd een dop, het. resul-
Bcgelljk 'vervalst'. Heieen Brevet
Kt de brokken. De 'verliezende'
zijn daarna, zoals verwacht
l«orden, in de tegenaanval ge-
Hcl districtsbestuur heeft Ver-
Keen voorlopige schorsing opge-
ïhalf januari 1980. Op schrifte-
rerzoeken van Heieen Brevet en
om de wedstrijd over te laten
tlsnoggeen beslissing genomen.
fend
{c. Het woord begint een ver
klank te krijgen. Niet in de
{talwereld alleen, handbal en
kampen met dezelfde proble-
ubitersworden geïmtimideerd.
ilfbeurt zelfs dat allerlei schunni-
ipmrklugen aan het adres van de
itachter gericht worden, daar-
•tnvooral dat laatste wekt wre-
tatelke speeldag een paar ploe-
iit ronder scheidsrechter niet
den toekomen omdat de aange-
referee stomweg niet op komt
coach van de Oostburgse
club Verdegem. kan zich
oorlijk over opwinden. Maan-
heeft hij de zaak gevolgd, de
ekant uit zien gaan. maar na
emetHeleen Brevet is de bom
explosie met als tast-
failtaat een brief-op-poten van
Senrvoorzitter Hennekij aan het
'Kbestuur van de Nevobo dat
dijk, doch wel zeer dringend,
btwordtde 'zaak Brevet' niet in
W te stoppen.
made
ileuwe Breskense wijk Ghistel-
relativeert Hans Brand dat
.,We (het bestuur van Verde
ed) hebben gemeend dat glles
itikeer op een rijtje gezet moet
k De 'gebrekkige' arbitrage is
rizeer. De veelvuldige absenties
Msrechters kunnen de be-
clubs veel problemen bezor-
hr het gaat natuurlijk niet aan
Sectie Arbitrage klakkeloos
toordelljk te stellen voor die
üi zaken. Tenslotte kan Harry
ïiverantwoordelijk man bij ge-
l sectie) er ook geen ene moer
Ti als een aangewezen scheids
rechter zonder enig bericht de wed
strijd de wedstrijd laat en daar niet op
komt dagen. Ik kan me levendig voor
stellen dat de DSA (Districts sectie ar
bitrage) niet zit te wachten op de tele
fonade uit de regio die weer een aantal
niet verschenen scheidsrechters ople
vert. De Boey heeft die mensen ten
slotte ook niet aan een touw. Boven
dien, die hele ellende krijgt nog een
vervelende nasleep, een papieren
rompslomp van boetes en rapporten
etcetera". Hans Brand wijst, dus geen
beschuldigende vinger een bepaalde
richting uit. „maar" vervolgt hij „het
moet wel nodig veranderen. Zo kan het
echt niet veel langer".
Hij vervolgt: „We kunnen natuurlijk
dagenlang liggen klieren dat de siriia-
tie niet ideaal is, maar als we met z'n
allen niet proberen de zaken te veran
deren gebeurt er niks en zit ten we nog
jaren met de narigheid. We zullen
moeten spitten naar de oorzaken. En
dat hoeft dan niet zo diep".
Hans Brand schetst nog even die idea
le 'droom' van elke DSA waarin nieu
we arbiters uit eigen vrije wil hun
plaats in de sport innemen zonder
daar- zoals nu gebeurt-in feite door de
club met zachte hand naar toe ge
dwongen te worden. De stok achter de
deur: „Anders kunnen we geen ploeg
in het veld brengen" is voor veel trou
we clubleden al voldoende motivatie
om zich voor de cursus op te geven.
Later komt de kater als de dwangma
tig opgeroepen clubliefde zich niet in
een scheidsrechtersrol laat vertalen.
Vandaar naar een afmelding (en vaak
niet eens dat) is maar een stapje... En
weer staan twee ploegen ergens in de
provincie te wachten op de bondsarbi-
ter. „En dat is dan heus geen kwestie
van mentaliteit alleen. Dwang zit er
voor een groot deel tussen dat het ver
keerd loopt" verdedigt Hans Brand
die mensen.
mentor
Naast die beroerde opkomst van de
mensen in de hoge stoel naast het vol
leybalnet heeft de discussiegroep bij
Verdegem zich ook gebogen over het
probleem van de begeleiding. Brand
memoreert dat in een nog niet zo ver
geleden een aantal mentors actief
was. Die hadden elk zo'n vijf geslaag
de cursisten onder hun hoede die ze in
de praktijk moesten begeleiden. Het
experiment is nooit goed van de
grond gekomen omdat de mentors een
te grote last op de schouder gelegd
kregen. Naast het volgen en begelei
den van de prestaties van hun pupil
len moesten ze zelf fluiten en spelen.
De taak was te tijdrovend, in de prak
tijk moeilijk te realiseren omdat die
raadsmannen bijna allen zelf nog ac
tief in de sport bezig waren. Succes
bleef uit. De mentor is nooit uit de
verf gekomen.
„En toch", zegt Hans Brand „zijn we
ervan overtuigd dat ergens in die rich
ting een oplossing te vinden moet zijn.
Nieuwe mensen hebben begeleiding
vaak hard nodig, moeten stage lopen,
achter zich iemand weten die de zaken
waar nodig bij kan sturen. Wij zijn van
mening dat geroutineerde mensen van
de eigen vereniging (dat laatste stelt
Brand nadrukkelijk) de nieuwe club
op moeten vangen. De DSA kun je
daar niet mee opschepen, bovendien
weten die mensen toch vaak niet welk
vlees er in de kuip zit. Alleen de eigen
club kan beoordelen of de nieuwe man
of vrouw behoefte heeft aan intensieve
begeleiding dan wel op eigen benen
kan staan. Maar je kunt nooit iemand
zo maar het bos insturen. Op zo'n mo
ment kan het gebeuren dat affaires als
die van Heieen Brevet onherroepelijk
leiden tot het besluit om te stoppen.
Dan is niet alleen de vereniging de du
pe. er gaat ook weer een arbiter verlo
ren. En die groep hebben We hard no
dig, er zijn er toch al zo weinig..."zegt
Brand.
zeven punten
De Oostburgse vereniging heeft in de
brief aan het districtsbestuur niet al
leen de onhoudbare toestand gesigna
leerd, er is ook getracht om een oplos
sing aan te dragen die de huidige im
passe moet doorbreken. Een mea cul
pa waar het de club betreft die de ei
gen arbiter te dikwijls Iaat 'zwem
men', ook een credo, een rotsvast ge
loof om door middel van een grote
zelfwerkzaamheid in de verenigingen
en een hecht samenwerkingsverband
met de DSA tot een oplossing te ko
men. Zeven punten vermeldt de brief.