ATLAS
een kijkboek
vol blunders
DE DOODSHOOFDVLINDEl
jan wolkers
TIJDSCHRIFTEN
PZC/ zaterdagkrant
ZATERDAG 15 DECEMBER 1979
Bij toeval is dit stuk perkament be
waard gebleven en 20 heeft die jonge
ling negen eeuwen later een titel gele
verd aan de Atlas van de Nederlandse
letterkunde, die is verschenen bij uit
geverij pert Bakker en als veertigste
Boek van de Maand in de boekhandel
verkrijgbaar zal is: Ik probeer mijn
pen...
museum
Zoveel is zeker: het boek ziet er schit
terend uit. Het slaatialles wat er op
hel gebied van literaire platenatlas
sen in Nederland is verschenen. Dat is
voor een groot deel mogelijk gewor
den door het verzamelwerk van het
Letterkundig Museum in Den Haag.
dat deze maand zijn 25-jarig bestaan
viert. Door het kwistig gebruik van
kleur is het bovendien een uiterst le
vendig boek geworden. Of. om een
toevallige belangstellende te citeren:
„Zó heb ik op school altijd verlangd
literatuurles te krijgen".
Want dit is de bedoeling: Ik probeer
mijn pen... is een geschiedenis van de
Nederlandse letteren in teksten beeld,
van de vroegste tijden tot op de dag
van vandaag. De tekst is verzorgd door
de befaamde schoolboekenschrijver
Femand Lodewick en de criticus W. A.
M. de Moor. Voor het schrijven van de
foto-bijschriften heeft men een specia
le man aangetrokken: de schrijver J
Bernlef. Hij moest zorgen dat goed dui
delijk werd wat al die 900 plaatjes
voorstelden.
Hoe hebben de heren het er af ge
bracht? Lodewick heeft als school
meester een schoolboekentekst gele
verd. W A. M. de Moor heeft zich bij
hem aangesloten, met af en toe een uit
schieter omdat hij toch wilde laten
zien dat ze een echte criticus in huis
hadden gehaald.
multatuli
Kees Nieuwenhuizen heeft leuk met
de plaatjes gespeeld, maar hij heeft
lang niet altijd de beste gekozen. Mul
tatuli bijvoorbeeld paradeert hier
met een van zijn slechtste portretten.
Verder blijkt juist hier hoe vreemd de
verhoudingen liggen in dit boek: Mul
tatuli moet het met één plaatje doen.
tegen Willem de Mérode met vier en
Adriaan Morrièn met zes.
Bernlef ten slotte heeft gemeend er
met zijn fotobijschriften een lolletje
van te moeten maken, een aanpak
waar ik onmiddellijk op ben afge
knapt. Bovendien zitten juist in zijn
teksten de meeste fouten Geen van
zijn mede-samenstellers heeft blijk
baar de moeite genomen te controle
ren wat hy allemaal schreef en het re
sultaat is er naar.
Ook Lodewick, de oude schoolvos, is
niet voor fouten gevrijwaard. Een van
zijn hoofdstukjes begint aldus ..Na
zijn gymnasiale studie te Haarlem
ging Frederik van Eeden medicijnen
studeren in Amsterdam". Maar Van
Eeden is nooit op het gym geweest, hij
heeft staatsexamen gedaan
doodgeschoten
Over de dichter Jacob Israel ile Haan
schrijft hij, dat die in 1924 in Jeruza
lem door een arabier is doodgescho
ten. Onjuist! De dichter is als verra
der van het joodse volk geliquideerd
door twee jonge leden van de pas op
gerichte Ilagatia, de verzetsgroep die
een kwart eeuw later de kern zou vor
men van het Israëlische leger. Het
staat nauwkeurig beschreven in De
Haans biografie De zoon van een gaz-
zen, door dr. Jaap Meijer. Niet gele
zen, meneer Lodewick?
Bernlef schrijft dat Iris. het beroemde
gedicht van Jacques Perk, weliswaar
is opgedragen aan Joanna C. Blancke.
maar dat in werkelijkheid zijn vriend
Willem Kloos de aangesprokene was.
Er zijn inderdaad auteurs die dat den
ken. Maar voor Perks veronderstelde
"homoseksualiteit is nooit een bewijs
op tafel gelegd Integendeel, wip zijn
erotische fantasie Een razend gelant
avontuur leest, krijgt toch wel sterk de
indruk dat Perk erg gevoelig was voor
ontklede jongedames
groepsfoto 's
vestdijk
Ook meent Bernlef dat Vestdijk als
gijzelaar in St.-Michielsgestel gezel
schap heeft gedad van de Groningse
drukker Werkman, die daar mooie
boekjes voor hem drukte in kleine op
laag. Hij had dan zeker zijn drukkerij
meegebracht. In werkelijkheid is
Werkman nooit door de Duitsers geïn
terneerd, wel op het eind van de oor
log geëxecuteerd. En zijn produktie
Terzinen van de mei door J. B. Charles
is geen „rijmprent".
Onjuist is ook dat Maunts Dekker
„een prominente rol in het verzet"
Omstreeks het jaar 1100 heeft een Nederlandse priesterstudent in Engeland zijn pen (dat wil
zeggen, zijn ganzeveer) geprobeerd. Hij schreef op een stuk perkament: probatio penne so bona
sit, wat in niet geheel correet Latijn zoveel wil zeggen als: proef om te zien of mijn pen goed is.
Hij schreef nog veel meer op dat blad, o.a. Hebban olla vogala nestas bigunnan hinase hie enda
thu (alle vogels zijn aan hun nesten begonnen, behalve jij en ik) en deze versregels, vermoedelijk
het begin van een speelmansliedje, zijn daarmee het oudst bewaard gebleven versfragment uit
onze literatuur.
heeft gespeeld. Hij heeft voor de oorlog
een felle brochure tegen Hitier gepu
bliceerd, waarvoor hij is veroordeeld.
Maar tijdens de oorlog was hij driejaar
lang ondergedoken en terecht, want
de nazi's hadden hem graag geslacht.
Bij een tekening van een zéér luie me
neer in een ouderwetse leunstoel lezen
we dat dit Max Dendermonde is. de
schrijver van de roman De wereld gaat
aan vlijt ten onder Het is daarentegen
de dichter Lueebert op een Podium
weekend in 1951
hermans
Bij een ander plaatje staat dat Willem
Frederik Hermans een conflict met
uitgever C. A. van Oorschot in 1962
door middel van een toneelstuk Uit
gever Oorwurm voor het, voetlicht
bracht..Maar het stuk is nooit opge
voerd. Het zou worden gespeeld bij de
opening van de Boekenweek, maar de
CPNB schrok zich wild en haalde een
streep door dit plan.
Gerard Reve is inderdaad met zijn
toenmalige vriend Teigetje (niet met
een lange ij) op de televisie versche
nen, maar dat was niet toen hij door
de Maatschappij der (niet voor) Ne
derlandse Letterkunde werd gehul
digd. Het gebeurde op 23 oktober 1969.
toen Gerard hel middelpunt was van
een door hemzelf ontworpen show in
de Vondelkerk te Amsterdam:
Nu we toch met tv bezig zijn: Het gro
te Gebeuren van Belcampo is inder
daad in 1978 door de VPRO uitgezon
den, maar dat was een herhaling, de
eerste keer gebeurde het in 1974.
staat het met de keuze van de duizend
schrijvers, die dit boek - soms met een
enkel regeltje, een enkel plaatje - zijn
vertegenwoordigd?
Nou. dat is óok niet best. Niet iedereen
kan mzo'n boek staan, dat is duidelijk
De samenstellers zijn niettemin erg
royaal geweest met de ballotage Er
zijn allerlei meneren en mejuffrouwen
binnengelaten die er eigenlijk hele
maal niet in horen Aan de andere kant
zijn enkele van de beste schrijvers met
in dit overzicht opgenomen.
anarchist
Ik zal er drie noemen. De eerste is Ale
xander Cohen, een van de avontuur
lijkste schrijvers uit onze literatuur.
Hij zat als koloniaal twee jaar gevan
gen op Java, werd als anarchist uit
Frankrijk verbannen maar vocht
niettemin aan Franse kant mee in de
Eerste Wereldoorlog. Hij schreef een
tweedelige autobiografie. In opstand
en Van anarchist tot monarchist,
twee schitterende boeken die nog re
gelmatig door Van Oorschot worden
herdrukt.
De tweede is Jacques Gans. Welke ca
priolen hij in later tijd ook mag hebben
uitgehaald, zijn boek Liefde én Goud-
Vervelend is ook dat Bernlef niet de
moeite neemt bij groepsfoto's precies
te vermelden wie nu precies waar
staat. Op een foto van de Vereniging
van Letterkundigen uit'1911 verschij
nen bijvoorbeeld ook de voorzitter P.
C. Boutcns en de jeugdige debutant A.
Roland Holst, maar dat is blijkbaar
de moeite van het vermelden niet
waard. Elders zien we de student
yestdijk tussen enkele eveneens wit-
gejaste medestudenten. Wie van de
vijf is Vestdijk? De lezer zoekt het
maar uit.
Uit zulke dingen blijkt wel, dacht ik,
dat dit boek niet is samengesteld met
de zorgvuldigheid die een dergelijke
uitgave vereist Maar er is meer Hoe
vissen behoort tot de vijf of zes beste
romans uit het Nederlandse taalge
bied. Nummer 3: Jacques den Haan.
criticus en essayist, een man die tal
van Engelse en Amerikaanse schrij
vers in Nederland bekend heeft ge
maakt. Ik ken weinig mensen die een
zo intelligente stijl schrijven als hij.
Drie schrijvers, elk voor.zich in staat
om enkele tientallen schrijvertjes en
dichtertjes, die wél in dit boek zijn op
genomen. in hun zak te steken. Drie
schrijvers ook die als weinig anderen
in Nederland deuren en ramen hebben
opengegooid. Maar juist zoiets wordt
blijkbaar niet gewaardeerd. Dat geeft
maar tocht!
lachen
Het zou om te huilen zijn, als er in dit
boek niet zoveel staat dat onbedoeld
de lachlust opwekt. Al bladerend,
krijg je de indruk van een enorm ge
duw en getrek om maar vooral binnen
te komen. Er doon zich vreemde din
gen voor.
Onder het hoofdstukje Romantiek in
Vlaanderen lees ik bijvoorbeeld: „In
Vlaanderen wordt Eddy van Vliet voor
een groot talent gehouden". Wat Pa
trick Conrad schrijft, komt neer op
..bombast'" en de jonggestorven Jotie
't Hoott heet hier „een heel conventio
neel. onpersoonlijk dichter" Dat kan
allemaal best wezen, maar waarom
zijn deze prulpoëten dan in dit boek
opgenomen?
Er staat trouwens ook heel wat onbe
nul in dit boek zonder dat het er bij
gezegd wordt. Neem Oscar Timmers.
Deze schrijver wordt niet in de tekst
vermeld. Toch is bij wijze van illustra
tie zijn portret opgenomen Rara Er
staat bij: „Oscar Timmers. Fijnzinnig
stylist"
Zeg Bernlef. jij kunt het lolletjes ma
ken ook nooit laten hè? Mijn onder
kaak zit gelukkig weer in de kom Os
car Timmers i.^ een schrijver die door
niemand serieus wordt genomen. Hij is
ook redacteur van De Bezige By en dat
doet hij uitstekend In die positie is hij
een machtig man m letterkundig Am-
sterdam.
schrijfster
Op de achtergrond hoor je al het ge
bekvecht van de samenstellers: „Wat
jij doet, kan mij niet schelen, maar ik
verdom het over hem te schrijven!".
En zo staat daar dan, helemaal los van
de tekst, dat plaatje van Oscar Tim
mers met zijn trouwe hondeogen.
Fijnzinnig stylist.
Als het hiermee zou afgelopen was,
maar néé. Wat wil het geval? Die Oscar
Timmers heeft een vrouw en die
schrijft ook. Dat is Lizzy Sara May
.Ook haar neemt niemand serieus,
maar alweer: haar echtvriend is een
machtig man. Opnieuw is er dus een
gevecht losgebroken, maar- ditmaal is
Wam de Moor blijkbaar door de knieén
gegaan. Kijk maar, hij heeft zowaar
over Lizzy Sara may geschreven
Wat? Zowaar een hele alinea. Het be
gint zo: Lizzy Sara May (geb. 1918)
maakte in 1956 furore met haar muzi
kaal geordende poëzie ln Blues voor
Voetstappen. Nu herinner ik mij het
jaar 1956 heel goed. Ik heb dat j aar zeer
bewust meegemaakt, als lezer. Maar
van een bundeltje van Lizzy Sara May
dat „furore" zou hebben gemaakt,
daar weet ik echt niets van. Zeg Wam.
ben jij zó naief dat je jezulke flauwe kul
laat aankaarten9
„Ik probeer mijn pen" is een kostelijk
plaatwerk Het boek is vooral geschikt
om op tafel te leggen als er literair
geïnteresseerde vrienden op visite ko
men Dan heb je gegarandeerd een ge
zellige avond Maar als literatuurge
schiedenis is het onbruikbaar, want
als lezer verdrink je in een zee van
blunders.
V roeger was het gewoonte dat ieder
jaar letterkundige almanakken ver
schenen. Men kon daaj- in terecht voor
adressen van schrijvers, en meestal
stonden een aantal auteurs nieuw
werk voor zo'n almanak af.
Uitgeverij Aarts heeft voor het jaar
1980 die oude traditie weer hersteld, en
van deze almanak kun je niet alleen
zeggen dat hij handig is. maar ook dat
het boekje niet zo droog is als je zou
verwachten De voorwoorden van de
uitgever en van de redacteuren Dick
Welsink en Willy Tlbergien zijn verma
kelijk; soms staan er vermeldingen in
die je niet kunt vertrouwen, maar die
wel grappig zyn, zoals een vermelding
onder de tijdschriften van het 'Tien
jaarlijks Tijdschrift' en onder de letter
kundige prijzen van de 'Kabouter van
het Oostenprijs' „Allemaal verzon
nen'! schrijft Aarts in zijn voorwoord.
Overigens, deze almanak is zeer be
trouwbaar. Van auteurs die in 1980 een
'ronde' leeftijd bereiken wordt de ver
jaardag vermeld, en de adreslijst van
letterkundigen uit Nederland en Bel
gië is buitengewoon volledig, wel ieder
zal er volkomen onbekende namen op
aantreffen. In 'Aarts' letterkundige
almanak vooT het schrikkeljaar 1980'
zijn gedichten opgenomen van onder
meer Jean Pierre Rawie (van 'Het
Meisje en de Dood') Driek van Wissen
en Willem Wilmink. Voortaan wil
Aarts deze almanak elk jaar uit gaan
geven
Aarts' Letterkundige Almanak voor het
Schrikkeljaar 1980. ree. Dick Welsink en
Willy Tibergten 7,50, C. J. Aarts, Amster
dam.
chrysalhs
In 'Chrysallis 4' probeert redactrice
Hannemieke Stamperius het pro
gramma van het tijdschrift uit te leg
gen. Chrysallis wijst literaire en femi
nistische doctrines af, juist door een
'brede veelsoortigheid van bijdragen'
na te streven doet het blad een keuze,
schrijft ze.
Toch zijn er in dit lezenswaardige
nummer nog wel voorbeelden van fe
ministische voonngenomenheid te
vinden, bijvoorbeeld het object van
Wies de Bles waar een foto van is afge
drukt. „Jezus is een vrouw en dat ze
ook nog zwanger is maakt haar extra
kwetsbaar'. Met dergelijke dingen, die
ook weer te zien zijn op de erbarmelij
ke tentoonstelling over feministische
kunst in het Haags Gemeentemuseum
zetten de feministen zich behoorlijk
voor schut. Er is in Chrysallis 4 poezie
opgenomen van o.a. Sophie Bijster-
veld, Monika van Paemel en Boccaros-
sa. Laatstgenoemde debuteerde on
langs met de bundel 'Ik rijd uit met een
sweep'. Haar gedicht waar het hier om
gaat. 'Ik sta voor de spiegel' getuigt
van een versterking van haar dichter
schap. Verder bevat dit nummer een
boeiend document uit de dertiende of
veertiende eeuw 'Van de ontmande
edelvrouwe' en een artikel van Nell
Wagemakers over Belle van Zuylen.
Chrysallis 4. tverschijnt twee maal per
jaar), 19.50. Elsevier. Amsterdam
dimensie
Het oktobernummer van 'Dimensie'
is bijna geheel gewijd aan poëzie - er
zijn verzen opgenomen van J. C. van
Schagcn, F. L. Baslet, Maurits Mok en
anderen. 'Dimensie' besteedt voorts
aandacht aan Philip Larkin, in ons
land een vooral door de criticus Henk
Romijn Meijer gewaardeerd dichter,
en aan een nieuwe generatie Cata
laanse dichters.
Verdet bevat dit nummer een artikel
van Harm-Jan van Dam over Pierre
Louys. Deze franstalige schrijver had
bijzondere ideeën over vrouwen,
schoonheid en oudheid. Hij gaf in en
buiten zijn boeken de voorkeur aan
jonge meisjes, die zich als slavinnen
aan de man moesten onderwerpen. Al
les is in zijn werk ondergeschikt aan de
Schoonheid, die door sensualiteit be
reikt kan worden. In de Oudheid is vol
gens Louys dit ideaal bereikt omdat
toen het hele leven uit zinnelijkheid
zou hebben bestaan. Van Dam merkt
terecht op dat zulke denkbeelden nu
niet bepaald antiek zijn.
Dimensie-oktober 1979 1verschijnt vier
maal per jaar) 11,— abonnement per jaar
f 2th— Dimensie. Rotterdamstraat 82. Ant
werpen. België.
naar morgen
'Naar morgen 33' is helenuu
met poezie, die, net als al||j
periodiek, van zeer laag gehü
„Naar Morgen 34' bevat beh-
Wat slechte verzen en een
artikel van Roel Houwinfc
zestigjarig dichterschap,
van M. M. Lommen: 'Kempf.
der lusten'. Aanvankelijk ufo
de bundel 'Garden36.22.35»
veel erotisch getint werk
tuin der lusten' noemen
Kemp's verhouding tot vrotT
vol tegenstrijdigheden; wat»
voor hem betekende komt»
delijk uitzijn werk tot uitdij
schreef ooit: „Een vrouw
tussen haar benen. Meenu
in andere gevallen aanbid;
vrouw, enkel soms vanwege^
je parfum.
Naar Morgen 33 en 34. verschik,
per jaar. prijs per deel f 7.S0.
postbus 6254. Eindhoven
maatstaf
Het literaire tijdschrift
lijdt de laatste tijd aan blorti
- ook de aflevering van
weer onbeduidend.
Poezie is er deze keer enfe;
Leeflang: niet goed en niets*
portfolio over Gleeson
boekomslagen maakte in 0
helft van de vorige eeuw. a
gels geschreven door Don/
Verder is er een bespre^
Freud's boek 'Analyse vané
van een vijfjarige jongen'in;,
en proza van F. B. Hotze-.;
Biesheuvel in 'Maatstaf an
Maatstaf, november 1979. ir-.-
maal per jaar. f 7.5 0. abonntra
56.50, De Arbeiderspers, Am'n
rasier
In 'Raster 11' vindt meno.a.i
poëzie van J. Bernlef en Hui' eren 1
In dit nummer wordt verden-
dacht besteed aan dc Wienc! 1
die vooral bestaat uit conea
ters.
soms
t: stud
De uitspraak van Hans
vonk van de Wiener Grup?
datgene is wat de nederlanfe erwij
tuur nodig heeft laten wevoa
kening. Wat de dichters val
ming laten zien is met in;*
zoiets als Gerhard Rühmtr.:;
doet („eerste strofe, eerster^
strofe, tweede regel" enz.)hf?
Komry al jaren geleden ki
meer zwier vertoond, al hs
taal andere bedoelingen
'Raster 11' echter lez;
maakt zijn de artikelen over j
ling van Laurence Sterne's^
tram Shandy' en dat vanta
sener over de Duitse 501-7
Paul. Bij ons is Jean Pau!:i
bekend, terwijl men, alsjej
doet tot zijn niet zo gemaiïq
za door te dringen, heel velg
aan zijn werken kunt beleval
kei wordt gevolgd door walt
Paul (1763-1825). Zelf dei
mans in Italiaanse. Frans! yfc
Hollandse, en zyn wen
Fixleln' rekent hij tot den
romans, omdat het achat?
het schellinkje en in de par,5
'Tristram Shandy' rekent I'
tot de 'Hollandse' romans H
schreef een artikel over des
den die hij ondervindt bp
van het boek. LaurenceSlea
boek een motto van dei
soof Epictetus mee. SI
het zo: „Bang worden 1
doen, maar van denken v
Dat is misschien wel een alw Ij
taling, ta pragmata betetó W-He
de 01
passu
Wee
ent v£
irtiesle
'and En
jbetervei
teen ke:
van die
ezen
Isdea
der on
je Di
dienaar
|op..Jk
de h(
'de daden' en ta dogmata'd
euvels en
]e dan i
t'teTim
is de vi
„Tristram Shandy is uil 1
stukjes opgebouwd, mar
toch een hechte eenheid"sar, 11
rink - de zorgvuldige wijze 1
in 'Raster' zijn vertaalartó
woordt, wekt de verwacht^
ondanks alle moeilijkhedei
vertaling worden zal.
Raster 11, verschijnt vier
S 21,50. De Bezige Bij. AnuUrtr.
lade gen
'de„sekl
teer on
Ieder mens heeft, ergens in zijn geheugen opgebor
gen, een heel arsenaal aan herinneringen, onder ande
re aan geluiden. Je herkent voetstappen, zelfs van een
bepaald persoon, het geluid dat een deur maakt of de
motor van een auto. en het kennen van zo'n geluid kan
uiteraard heel persoonlijk en subtiel worden. Zo kent
letterlijk ieder mens geluiden die een ander niet thuis
zou kunnen brengen.
Paul. de hoofdpersoon uit Jan Wolkers' nieuwe roman
'De Doodshoofdvlinder' spant beslist de kroon in het
kennen van uitzonderlijk zeldzame geluiden.
„In de keuken hoorde hij Jenny iets klefs in de pan
kledderen en die op het gas zetten. Met schrik besefte
hij dat hij dat geluid kende".
Aangezien u, ook al mocht u 10.000 maal raden, nooit
gissen zou wat Jenny in die pan kwakte, verklap ik het
maar. zet u schrap. In de slaapkamer lag de vader van
Paul en Jenny opgebaard. Jenny had diens geslacht
afgesneden, en dat was het kleffe geval waarop ze haar
culinaire gaven ging beproeven Paul 'kende dat ge
luid'. Want:
„Hij durfde de slaapkamer niet meer in. Hij wist dat
zijn vader daar lag. ontbloot, met afgesneden geslacht
(p. 120) En op p. 123, als hij terugdenkt aan deze droom
(want dit alles gebeurt wél ln een droom), dan lees je:
„Hij hoorde het kleffe geluid weer van het geslacht van
zijn vader in de pan".
Goed, maar dit was een droom, werpt u nu tegen, en in
dromen gebeuren de vreemdste dingen, weet je soms
ook dingen die je niet weten kunt, zul je ook wel gelui
den kunnen duiden die je niet kennen kunt.
Want dit is toch kennelijk een voorbeeld van een para
normaal kennen en weten, immers: stel dat die Jenny
nu eens een ietwat slap uitgevallen kroket in de pan
had laten vallen - hoe subtiel moet dan het geluidsver-
schil zijn geweest! Nee, u maakt me nooit wijs, dat
Wolkers hier geen dieptepsychologie bedrijft. Nooit ge
hoord van penisnijd, van frustratiegevoelens bij al te
streng opgevoede dochters; bovendien, vertelt u dan
ook even wat er nog verder te lezen staat na dat: „Hij
wist dat zijn vader daar lag, ontbloot, met afgesneden
geslacht".
„Hij zag een geplooide lendendoek waar bloed in trok
dat zich met vurige bloembaden in het weefsel uitbreid
de. Toen zag hij door het bloed heen de afdruk van het
gezicht van zijn vader met een gehavende huid alsof hij
met doometakken was gegeseld. Zijn vader opende
zijn mond en zei. „Die uw jeugd vernieuwt als eens
arends". Maar het klonk niet heroïek zoals hij het zijn
vader zo vaak uit de bijbel had horen voorlezen, maar
ongelovig en stamelend als een spottende aanklacht"
Begrijpt u nu niet wat hier aan de hand is. dat hier ook
nog het hele oude en nieuwe testament in positieve en
negatieve zin opgeroepen wordt, dat we hier als het
ware aan de wortels van het ware literaire scheppen
staan?
We
e nemen dan een ander geval. Helemaal aan het
begin van het boek, heeft er een auto-ongeluk plaats.
Paul, op weg naar het sterfbed van zijn vader, wordt
aangereden door een meisje, dat Carla blijkt te heten
en verder ook een rol in het boek toebedeeld krijgt.
Carla slaat met haar gezicht tegen de voorruit, zodat
hans warren
LETTERKUNDIGE KRONIEK
haar neus volkomen ingedrukt wordt, maar verder is
ze enkel wat versuft; er blijkt zelfs, later, niets van
een shock. Paul, die ongedeerd is gebleven, probeert
haar wat te troosten terwijl ze nog verwezen achter
haar stuur zit. Het eerste wat het meisje dan uitbrengt
is: „Mijn vriendin heeft zich in haar kut gesneden. Het
bloed staat in haar schoenen" (p. 29).
Dat is dus wéér zo iets. Ik weet wel: het valt ook te
verdedigen. Onder extreme omstandigheden kunnen
mensen de vreemdste dingen zeggen Maar niemand
overtuigd me dat dit hier noodzakelijk was. Jan Wol
kers wilde enkel dat zijn lezer even een schok kreeg, en
dat lukt hem dan ook, al zal het bij de meesten blijven
bij een 'hé. waarom moet dat nou weer', war.t waarach
tig, de tijd dat de schuttingwoorden van drie letters
nog enig effect sorteerden in proza ligt ver achter ons.
Wolkers dóet verder ook niets meer met zulke 'vond
sten' zodra hij er zijn effectje mee heeft bereikt, en
wanneer hij dat wel eens doet. pakt dat meestal ver
keerd uit. Zoals hier: Carla wordt ons in het boek vrij
duidelijk, er. ik moet zeggen: boeiend, getekend. Een
wat stug. zeer eigengereid meisje dat overal zo nuchter
en afwerend op reageert dat het volkomen onaanne
melijk wordt dat ze zo onthutst is door die handeling
van haar lesbische vriendin, want: „Ze had er al zo
vaak mee gedreigd" (p. 152), Toch wordt gesuggereerd
dat dit de oorzaak is van het onoplettende rijden van
Carla en het ongeluk.
Ik geloof er niét in. Jan Wolkers is er enkel op uit om via
zijn van ouds beproefde en succesvolle kunstgrepen de
aandacht gaande te houden. Ze zijn er allemaal, de
ingrediënten de dood in allerlei vormen (vooral de
dode vader, er werd al eerder op gewezen dat dode
vaders momenteel bijzonder aantrekkelijk zijn voor de
Nederlandse romanciers), het calvinistische milieu,
ook de dode broer natuurlijk, die in dit boek opgegra
ven wordt; plastisch beschreven verpletterde kikkers
en erotische hoogstandjes. Enkel homo's ontbreken in
dit werk. en dat is werkelijk een verademing.
ven. Wanneer Jenny na dertig jaar voor het eerst weer
terug komt, helemaal gehuld in goudlamé, chinchilla,
parfum en blanketsel, en enkel nog een mengtaaltje
van Engels en Nederlands sprekend is ze, helaas, een
belachelijk cliché. Al weet ze met haar glitter de moe--
der op te beuren.
Jan Wolkers heeft zijn boek weloverwogen opge
bouwd. Telkens, komt de in bed liggende, dromende,
sinaasappelsap uitpersende en koffiedrinkende'Paul
omstandig terug. Daartussen doorzijn de tochten naar
het sterfhuis en die naar het ziekenhuis (Carlagelijke
lijk verdeeld, het is een hecht doortimmerd geheel.
Maar wat moet het allemaal? De vader wordt begraven
nadat werkelijk iedere mogelijkheid die de beschrij-
b() hun eig
liikenl
il bov
b ligt het
ving van een lijk biedt is uitgeput, en Carla veria (w begrij
een netjes geopereerde neus het ziekenhuis,
best een avontuurtje met haar begonnen mi
vert haar af bij haar lesbische vriendin, Waen ifdtling,
«Heling,
Verdei
«ersopli
Do,
/och laat ik proberen een kort résumé van het boek
te geven. Paul, vijftig jaar, gescheiden, leraar Engels,
een volwassen dochter (net van de heroine af) is van
plan met een groep leerlingen naar Engeland te gaan
in de herfstvakantie. Hij wordt opgebeld door een van
zijn zusters, die zegt dat zijn vader, 86 jaar, op sterven
ligt. Op weg naar het ouderlijk huis vindt de aanrij
ding plaats, en daardoor komt hij te laat: zijn vader is
al dood. Tot de beste gedeelten in het boek behoort de
tekening van het ouderlijk milieu: hoe de vele kinde
ren, allen zo in de leeftijd tussen 30 en 50, reageren op
de dood van de vader, en hoe ze omgaan met de moe
der. Knap verwerkt is ook het gegeven dat Paul door
de dood van zijn vader niet meer eten kan. Eén doch
ter. Jenny, woont in Amerika. Zij is de enige die vol
komen gekapt heeft met het verleden. Paul, hoewel
gescheiden, is toch nog tamelijk in het gareel geble-
me niets verbaast dat ze een 'modieus mantti
heeft, gezien het feit dat ze blijkbaar zelfs ha
nen aangehouden had bij die bewuste stee'
Beginregel van het boek:
„Paul droomde die maandagochtend nan i ïekenhuis
markt".
Slotregel:
„Toen reed hij weg".
Dat heeft Jan Wolkers er natuurlijk om gedau oja:
en dan die doodshoofdvlinder, daar kan menn k0mejj a]
lezen op pp. 71/72 vol foutieve pseudowetd
jielijke uitleg. Schijnvertoon van geleerdheid
is uit Ax
kr door ii
Is dit nu een 'slecht' boek? Ach, wel nct.W
vlot, en het boeit (op de droompassages najenï
kun je zelfs hartelijk lachen, als 0
*ordt, is c
JÏ'ïïS
ten op van die 'onbespoten winkeltjes'en dn ^^ere
ijestudeei
die daar bij voorkeur kopen:
.Mij struikelde er bijna naar binnen over de*
biologisch-dynamisch geteelde groente e* j
Een treurig stilleven van een trage fijnsclulit °ats(
ken over het afbeelden van een krop slatt* va'
-ra *ü«re ach
wortelen deed. De fleur was er af. Alles
uit. Het leek wel of de struiken andijvie er, i'. J yo<
kolen uit de centrifuge kwamen. Of gezond*
mocht zijn" lp 82)
Op een bepaalde manier, en dat is natuurlijk® 's
geheim, weet Jan Wolkers die Paul. hoezeer]! n
verzet, wel sympathiek te maken, zodat je jer
wereldje gaat interesseren. Maar grote liters*
daar kunnen de tien bladzijs lofliederen va*'' Antoine i
de indrukwekkende lijst vertalingen aan hete: f
aan veranderen. Die zijn eerder een teken'
grootst mogelijke onzekerheid: ze suggereren'
Wolkers wereldberoemd is. Wat niet zo is.
dan. Wel eens van John Travolta gehoord'
Jan Wolkers. De doodshoofdvlinder. De Bezige ff
dam, 20,-.
bedden;
bezoc
idsleden.
ten. Van
erlondse
jaar gele
de kir
*ldscentri
Sektes bi
Pakken y
1 «>k vaak
antoi
'Nteziiyim
- Kerkt"