ATLAS een kijkboek vol blunders DE DOODSHOOFDVLINDEl jan wolkers TIJDSCHRIFTEN PZC/ zaterdagkrant ZATERDAG 15 DECEMBER 1979 Bij toeval is dit stuk perkament be waard gebleven en 20 heeft die jonge ling negen eeuwen later een titel gele verd aan de Atlas van de Nederlandse letterkunde, die is verschenen bij uit geverij pert Bakker en als veertigste Boek van de Maand in de boekhandel verkrijgbaar zal is: Ik probeer mijn pen... museum Zoveel is zeker: het boek ziet er schit terend uit. Het slaatialles wat er op hel gebied van literaire platenatlas sen in Nederland is verschenen. Dat is voor een groot deel mogelijk gewor den door het verzamelwerk van het Letterkundig Museum in Den Haag. dat deze maand zijn 25-jarig bestaan viert. Door het kwistig gebruik van kleur is het bovendien een uiterst le vendig boek geworden. Of. om een toevallige belangstellende te citeren: „Zó heb ik op school altijd verlangd literatuurles te krijgen". Want dit is de bedoeling: Ik probeer mijn pen... is een geschiedenis van de Nederlandse letteren in teksten beeld, van de vroegste tijden tot op de dag van vandaag. De tekst is verzorgd door de befaamde schoolboekenschrijver Femand Lodewick en de criticus W. A. M. de Moor. Voor het schrijven van de foto-bijschriften heeft men een specia le man aangetrokken: de schrijver J Bernlef. Hij moest zorgen dat goed dui delijk werd wat al die 900 plaatjes voorstelden. Hoe hebben de heren het er af ge bracht? Lodewick heeft als school meester een schoolboekentekst gele verd. W A. M. de Moor heeft zich bij hem aangesloten, met af en toe een uit schieter omdat hij toch wilde laten zien dat ze een echte criticus in huis hadden gehaald. multatuli Kees Nieuwenhuizen heeft leuk met de plaatjes gespeeld, maar hij heeft lang niet altijd de beste gekozen. Mul tatuli bijvoorbeeld paradeert hier met een van zijn slechtste portretten. Verder blijkt juist hier hoe vreemd de verhoudingen liggen in dit boek: Mul tatuli moet het met één plaatje doen. tegen Willem de Mérode met vier en Adriaan Morrièn met zes. Bernlef ten slotte heeft gemeend er met zijn fotobijschriften een lolletje van te moeten maken, een aanpak waar ik onmiddellijk op ben afge knapt. Bovendien zitten juist in zijn teksten de meeste fouten Geen van zijn mede-samenstellers heeft blijk baar de moeite genomen te controle ren wat hy allemaal schreef en het re sultaat is er naar. Ook Lodewick, de oude schoolvos, is niet voor fouten gevrijwaard. Een van zijn hoofdstukjes begint aldus ..Na zijn gymnasiale studie te Haarlem ging Frederik van Eeden medicijnen studeren in Amsterdam". Maar Van Eeden is nooit op het gym geweest, hij heeft staatsexamen gedaan doodgeschoten Over de dichter Jacob Israel ile Haan schrijft hij, dat die in 1924 in Jeruza lem door een arabier is doodgescho ten. Onjuist! De dichter is als verra der van het joodse volk geliquideerd door twee jonge leden van de pas op gerichte Ilagatia, de verzetsgroep die een kwart eeuw later de kern zou vor men van het Israëlische leger. Het staat nauwkeurig beschreven in De Haans biografie De zoon van een gaz- zen, door dr. Jaap Meijer. Niet gele zen, meneer Lodewick? Bernlef schrijft dat Iris. het beroemde gedicht van Jacques Perk, weliswaar is opgedragen aan Joanna C. Blancke. maar dat in werkelijkheid zijn vriend Willem Kloos de aangesprokene was. Er zijn inderdaad auteurs die dat den ken. Maar voor Perks veronderstelde "homoseksualiteit is nooit een bewijs op tafel gelegd Integendeel, wip zijn erotische fantasie Een razend gelant avontuur leest, krijgt toch wel sterk de indruk dat Perk erg gevoelig was voor ontklede jongedames groepsfoto 's vestdijk Ook meent Bernlef dat Vestdijk als gijzelaar in St.-Michielsgestel gezel schap heeft gedad van de Groningse drukker Werkman, die daar mooie boekjes voor hem drukte in kleine op laag. Hij had dan zeker zijn drukkerij meegebracht. In werkelijkheid is Werkman nooit door de Duitsers geïn terneerd, wel op het eind van de oor log geëxecuteerd. En zijn produktie Terzinen van de mei door J. B. Charles is geen „rijmprent". Onjuist is ook dat Maunts Dekker „een prominente rol in het verzet" Omstreeks het jaar 1100 heeft een Nederlandse priesterstudent in Engeland zijn pen (dat wil zeggen, zijn ganzeveer) geprobeerd. Hij schreef op een stuk perkament: probatio penne so bona sit, wat in niet geheel correet Latijn zoveel wil zeggen als: proef om te zien of mijn pen goed is. Hij schreef nog veel meer op dat blad, o.a. Hebban olla vogala nestas bigunnan hinase hie enda thu (alle vogels zijn aan hun nesten begonnen, behalve jij en ik) en deze versregels, vermoedelijk het begin van een speelmansliedje, zijn daarmee het oudst bewaard gebleven versfragment uit onze literatuur. heeft gespeeld. Hij heeft voor de oorlog een felle brochure tegen Hitier gepu bliceerd, waarvoor hij is veroordeeld. Maar tijdens de oorlog was hij driejaar lang ondergedoken en terecht, want de nazi's hadden hem graag geslacht. Bij een tekening van een zéér luie me neer in een ouderwetse leunstoel lezen we dat dit Max Dendermonde is. de schrijver van de roman De wereld gaat aan vlijt ten onder Het is daarentegen de dichter Lueebert op een Podium weekend in 1951 hermans Bij een ander plaatje staat dat Willem Frederik Hermans een conflict met uitgever C. A. van Oorschot in 1962 door middel van een toneelstuk Uit gever Oorwurm voor het, voetlicht bracht..Maar het stuk is nooit opge voerd. Het zou worden gespeeld bij de opening van de Boekenweek, maar de CPNB schrok zich wild en haalde een streep door dit plan. Gerard Reve is inderdaad met zijn toenmalige vriend Teigetje (niet met een lange ij) op de televisie versche nen, maar dat was niet toen hij door de Maatschappij der (niet voor) Ne derlandse Letterkunde werd gehul digd. Het gebeurde op 23 oktober 1969. toen Gerard hel middelpunt was van een door hemzelf ontworpen show in de Vondelkerk te Amsterdam: Nu we toch met tv bezig zijn: Het gro te Gebeuren van Belcampo is inder daad in 1978 door de VPRO uitgezon den, maar dat was een herhaling, de eerste keer gebeurde het in 1974. staat het met de keuze van de duizend schrijvers, die dit boek - soms met een enkel regeltje, een enkel plaatje - zijn vertegenwoordigd? Nou. dat is óok niet best. Niet iedereen kan mzo'n boek staan, dat is duidelijk De samenstellers zijn niettemin erg royaal geweest met de ballotage Er zijn allerlei meneren en mejuffrouwen binnengelaten die er eigenlijk hele maal niet in horen Aan de andere kant zijn enkele van de beste schrijvers met in dit overzicht opgenomen. anarchist Ik zal er drie noemen. De eerste is Ale xander Cohen, een van de avontuur lijkste schrijvers uit onze literatuur. Hij zat als koloniaal twee jaar gevan gen op Java, werd als anarchist uit Frankrijk verbannen maar vocht niettemin aan Franse kant mee in de Eerste Wereldoorlog. Hij schreef een tweedelige autobiografie. In opstand en Van anarchist tot monarchist, twee schitterende boeken die nog re gelmatig door Van Oorschot worden herdrukt. De tweede is Jacques Gans. Welke ca priolen hij in later tijd ook mag hebben uitgehaald, zijn boek Liefde én Goud- Vervelend is ook dat Bernlef niet de moeite neemt bij groepsfoto's precies te vermelden wie nu precies waar staat. Op een foto van de Vereniging van Letterkundigen uit'1911 verschij nen bijvoorbeeld ook de voorzitter P. C. Boutcns en de jeugdige debutant A. Roland Holst, maar dat is blijkbaar de moeite van het vermelden niet waard. Elders zien we de student yestdijk tussen enkele eveneens wit- gejaste medestudenten. Wie van de vijf is Vestdijk? De lezer zoekt het maar uit. Uit zulke dingen blijkt wel, dacht ik, dat dit boek niet is samengesteld met de zorgvuldigheid die een dergelijke uitgave vereist Maar er is meer Hoe vissen behoort tot de vijf of zes beste romans uit het Nederlandse taalge bied. Nummer 3: Jacques den Haan. criticus en essayist, een man die tal van Engelse en Amerikaanse schrij vers in Nederland bekend heeft ge maakt. Ik ken weinig mensen die een zo intelligente stijl schrijven als hij. Drie schrijvers, elk voor.zich in staat om enkele tientallen schrijvertjes en dichtertjes, die wél in dit boek zijn op genomen. in hun zak te steken. Drie schrijvers ook die als weinig anderen in Nederland deuren en ramen hebben opengegooid. Maar juist zoiets wordt blijkbaar niet gewaardeerd. Dat geeft maar tocht! lachen Het zou om te huilen zijn, als er in dit boek niet zoveel staat dat onbedoeld de lachlust opwekt. Al bladerend, krijg je de indruk van een enorm ge duw en getrek om maar vooral binnen te komen. Er doon zich vreemde din gen voor. Onder het hoofdstukje Romantiek in Vlaanderen lees ik bijvoorbeeld: „In Vlaanderen wordt Eddy van Vliet voor een groot talent gehouden". Wat Pa trick Conrad schrijft, komt neer op ..bombast'" en de jonggestorven Jotie 't Hoott heet hier „een heel conventio neel. onpersoonlijk dichter" Dat kan allemaal best wezen, maar waarom zijn deze prulpoëten dan in dit boek opgenomen? Er staat trouwens ook heel wat onbe nul in dit boek zonder dat het er bij gezegd wordt. Neem Oscar Timmers. Deze schrijver wordt niet in de tekst vermeld. Toch is bij wijze van illustra tie zijn portret opgenomen Rara Er staat bij: „Oscar Timmers. Fijnzinnig stylist" Zeg Bernlef. jij kunt het lolletjes ma ken ook nooit laten hè? Mijn onder kaak zit gelukkig weer in de kom Os car Timmers i.^ een schrijver die door niemand serieus wordt genomen. Hij is ook redacteur van De Bezige By en dat doet hij uitstekend In die positie is hij een machtig man m letterkundig Am- sterdam. schrijfster Op de achtergrond hoor je al het ge bekvecht van de samenstellers: „Wat jij doet, kan mij niet schelen, maar ik verdom het over hem te schrijven!". En zo staat daar dan, helemaal los van de tekst, dat plaatje van Oscar Tim mers met zijn trouwe hondeogen. Fijnzinnig stylist. Als het hiermee zou afgelopen was, maar néé. Wat wil het geval? Die Oscar Timmers heeft een vrouw en die schrijft ook. Dat is Lizzy Sara May .Ook haar neemt niemand serieus, maar alweer: haar echtvriend is een machtig man. Opnieuw is er dus een gevecht losgebroken, maar- ditmaal is Wam de Moor blijkbaar door de knieén gegaan. Kijk maar, hij heeft zowaar over Lizzy Sara may geschreven Wat? Zowaar een hele alinea. Het be gint zo: Lizzy Sara May (geb. 1918) maakte in 1956 furore met haar muzi kaal geordende poëzie ln Blues voor Voetstappen. Nu herinner ik mij het jaar 1956 heel goed. Ik heb dat j aar zeer bewust meegemaakt, als lezer. Maar van een bundeltje van Lizzy Sara May dat „furore" zou hebben gemaakt, daar weet ik echt niets van. Zeg Wam. ben jij zó naief dat je jezulke flauwe kul laat aankaarten9 „Ik probeer mijn pen" is een kostelijk plaatwerk Het boek is vooral geschikt om op tafel te leggen als er literair geïnteresseerde vrienden op visite ko men Dan heb je gegarandeerd een ge zellige avond Maar als literatuurge schiedenis is het onbruikbaar, want als lezer verdrink je in een zee van blunders. V roeger was het gewoonte dat ieder jaar letterkundige almanakken ver schenen. Men kon daaj- in terecht voor adressen van schrijvers, en meestal stonden een aantal auteurs nieuw werk voor zo'n almanak af. Uitgeverij Aarts heeft voor het jaar 1980 die oude traditie weer hersteld, en van deze almanak kun je niet alleen zeggen dat hij handig is. maar ook dat het boekje niet zo droog is als je zou verwachten De voorwoorden van de uitgever en van de redacteuren Dick Welsink en Willy Tlbergien zijn verma kelijk; soms staan er vermeldingen in die je niet kunt vertrouwen, maar die wel grappig zyn, zoals een vermelding onder de tijdschriften van het 'Tien jaarlijks Tijdschrift' en onder de letter kundige prijzen van de 'Kabouter van het Oostenprijs' „Allemaal verzon nen'! schrijft Aarts in zijn voorwoord. Overigens, deze almanak is zeer be trouwbaar. Van auteurs die in 1980 een 'ronde' leeftijd bereiken wordt de ver jaardag vermeld, en de adreslijst van letterkundigen uit Nederland en Bel gië is buitengewoon volledig, wel ieder zal er volkomen onbekende namen op aantreffen. In 'Aarts' letterkundige almanak vooT het schrikkeljaar 1980' zijn gedichten opgenomen van onder meer Jean Pierre Rawie (van 'Het Meisje en de Dood') Driek van Wissen en Willem Wilmink. Voortaan wil Aarts deze almanak elk jaar uit gaan geven Aarts' Letterkundige Almanak voor het Schrikkeljaar 1980. ree. Dick Welsink en Willy Tibergten 7,50, C. J. Aarts, Amster dam. chrysalhs In 'Chrysallis 4' probeert redactrice Hannemieke Stamperius het pro gramma van het tijdschrift uit te leg gen. Chrysallis wijst literaire en femi nistische doctrines af, juist door een 'brede veelsoortigheid van bijdragen' na te streven doet het blad een keuze, schrijft ze. Toch zijn er in dit lezenswaardige nummer nog wel voorbeelden van fe ministische voonngenomenheid te vinden, bijvoorbeeld het object van Wies de Bles waar een foto van is afge drukt. „Jezus is een vrouw en dat ze ook nog zwanger is maakt haar extra kwetsbaar'. Met dergelijke dingen, die ook weer te zien zijn op de erbarmelij ke tentoonstelling over feministische kunst in het Haags Gemeentemuseum zetten de feministen zich behoorlijk voor schut. Er is in Chrysallis 4 poezie opgenomen van o.a. Sophie Bijster- veld, Monika van Paemel en Boccaros- sa. Laatstgenoemde debuteerde on langs met de bundel 'Ik rijd uit met een sweep'. Haar gedicht waar het hier om gaat. 'Ik sta voor de spiegel' getuigt van een versterking van haar dichter schap. Verder bevat dit nummer een boeiend document uit de dertiende of veertiende eeuw 'Van de ontmande edelvrouwe' en een artikel van Nell Wagemakers over Belle van Zuylen. Chrysallis 4. tverschijnt twee maal per jaar), 19.50. Elsevier. Amsterdam dimensie Het oktobernummer van 'Dimensie' is bijna geheel gewijd aan poëzie - er zijn verzen opgenomen van J. C. van Schagcn, F. L. Baslet, Maurits Mok en anderen. 'Dimensie' besteedt voorts aandacht aan Philip Larkin, in ons land een vooral door de criticus Henk Romijn Meijer gewaardeerd dichter, en aan een nieuwe generatie Cata laanse dichters. Verdet bevat dit nummer een artikel van Harm-Jan van Dam over Pierre Louys. Deze franstalige schrijver had bijzondere ideeën over vrouwen, schoonheid en oudheid. Hij gaf in en buiten zijn boeken de voorkeur aan jonge meisjes, die zich als slavinnen aan de man moesten onderwerpen. Al les is in zijn werk ondergeschikt aan de Schoonheid, die door sensualiteit be reikt kan worden. In de Oudheid is vol gens Louys dit ideaal bereikt omdat toen het hele leven uit zinnelijkheid zou hebben bestaan. Van Dam merkt terecht op dat zulke denkbeelden nu niet bepaald antiek zijn. Dimensie-oktober 1979 1verschijnt vier maal per jaar) 11,— abonnement per jaar f 2th— Dimensie. Rotterdamstraat 82. Ant werpen. België. naar morgen 'Naar morgen 33' is helenuu met poezie, die, net als al||j periodiek, van zeer laag gehü „Naar Morgen 34' bevat beh- Wat slechte verzen en een artikel van Roel Houwinfc zestigjarig dichterschap, van M. M. Lommen: 'Kempf. der lusten'. Aanvankelijk ufo de bundel 'Garden36.22.35» veel erotisch getint werk tuin der lusten' noemen Kemp's verhouding tot vrotT vol tegenstrijdigheden; wat» voor hem betekende komt» delijk uitzijn werk tot uitdij schreef ooit: „Een vrouw tussen haar benen. Meenu in andere gevallen aanbid; vrouw, enkel soms vanwege^ je parfum. Naar Morgen 33 en 34. verschik, per jaar. prijs per deel f 7.S0. postbus 6254. Eindhoven maatstaf Het literaire tijdschrift lijdt de laatste tijd aan blorti - ook de aflevering van weer onbeduidend. Poezie is er deze keer enfe; Leeflang: niet goed en niets* portfolio over Gleeson boekomslagen maakte in 0 helft van de vorige eeuw. a gels geschreven door Don/ Verder is er een bespre^ Freud's boek 'Analyse vané van een vijfjarige jongen'in;, en proza van F. B. Hotze-.; Biesheuvel in 'Maatstaf an Maatstaf, november 1979. ir-.- maal per jaar. f 7.5 0. abonntra 56.50, De Arbeiderspers, Am'n rasier In 'Raster 11' vindt meno.a.i poëzie van J. Bernlef en Hui' eren 1 In dit nummer wordt verden- dacht besteed aan dc Wienc! 1 die vooral bestaat uit conea ters. soms t: stud De uitspraak van Hans vonk van de Wiener Grup? datgene is wat de nederlanfe erwij tuur nodig heeft laten wevoa kening. Wat de dichters val ming laten zien is met in;* zoiets als Gerhard Rühmtr.:; doet („eerste strofe, eerster^ strofe, tweede regel" enz.)hf? Komry al jaren geleden ki meer zwier vertoond, al hs taal andere bedoelingen 'Raster 11' echter lez; maakt zijn de artikelen over j ling van Laurence Sterne's^ tram Shandy' en dat vanta sener over de Duitse 501-7 Paul. Bij ons is Jean Pau!:i bekend, terwijl men, alsjej doet tot zijn niet zo gemaiïq za door te dringen, heel velg aan zijn werken kunt beleval kei wordt gevolgd door walt Paul (1763-1825). Zelf dei mans in Italiaanse. Frans! yfc Hollandse, en zyn wen Fixleln' rekent hij tot den romans, omdat het achat? het schellinkje en in de par,5 'Tristram Shandy' rekent I' tot de 'Hollandse' romans H schreef een artikel over des den die hij ondervindt bp van het boek. LaurenceSlea boek een motto van dei soof Epictetus mee. SI het zo: „Bang worden 1 doen, maar van denken v Dat is misschien wel een alw Ij taling, ta pragmata betetó W-He de 01 passu Wee ent v£ irtiesle 'and En jbetervei teen ke: van die ezen Isdea der on je Di dienaar |op..Jk de h( 'de daden' en ta dogmata'd euvels en ]e dan i t'teTim is de vi „Tristram Shandy is uil 1 stukjes opgebouwd, mar toch een hechte eenheid"sar, 11 rink - de zorgvuldige wijze 1 in 'Raster' zijn vertaalartó woordt, wekt de verwacht^ ondanks alle moeilijkhedei vertaling worden zal. Raster 11, verschijnt vier S 21,50. De Bezige Bij. AnuUrtr. lade gen 'de„sekl teer on Ieder mens heeft, ergens in zijn geheugen opgebor gen, een heel arsenaal aan herinneringen, onder ande re aan geluiden. Je herkent voetstappen, zelfs van een bepaald persoon, het geluid dat een deur maakt of de motor van een auto. en het kennen van zo'n geluid kan uiteraard heel persoonlijk en subtiel worden. Zo kent letterlijk ieder mens geluiden die een ander niet thuis zou kunnen brengen. Paul. de hoofdpersoon uit Jan Wolkers' nieuwe roman 'De Doodshoofdvlinder' spant beslist de kroon in het kennen van uitzonderlijk zeldzame geluiden. „In de keuken hoorde hij Jenny iets klefs in de pan kledderen en die op het gas zetten. Met schrik besefte hij dat hij dat geluid kende". Aangezien u, ook al mocht u 10.000 maal raden, nooit gissen zou wat Jenny in die pan kwakte, verklap ik het maar. zet u schrap. In de slaapkamer lag de vader van Paul en Jenny opgebaard. Jenny had diens geslacht afgesneden, en dat was het kleffe geval waarop ze haar culinaire gaven ging beproeven Paul 'kende dat ge luid'. Want: „Hij durfde de slaapkamer niet meer in. Hij wist dat zijn vader daar lag. ontbloot, met afgesneden geslacht (p. 120) En op p. 123, als hij terugdenkt aan deze droom (want dit alles gebeurt wél ln een droom), dan lees je: „Hij hoorde het kleffe geluid weer van het geslacht van zijn vader in de pan". Goed, maar dit was een droom, werpt u nu tegen, en in dromen gebeuren de vreemdste dingen, weet je soms ook dingen die je niet weten kunt, zul je ook wel gelui den kunnen duiden die je niet kennen kunt. Want dit is toch kennelijk een voorbeeld van een para normaal kennen en weten, immers: stel dat die Jenny nu eens een ietwat slap uitgevallen kroket in de pan had laten vallen - hoe subtiel moet dan het geluidsver- schil zijn geweest! Nee, u maakt me nooit wijs, dat Wolkers hier geen dieptepsychologie bedrijft. Nooit ge hoord van penisnijd, van frustratiegevoelens bij al te streng opgevoede dochters; bovendien, vertelt u dan ook even wat er nog verder te lezen staat na dat: „Hij wist dat zijn vader daar lag, ontbloot, met afgesneden geslacht". „Hij zag een geplooide lendendoek waar bloed in trok dat zich met vurige bloembaden in het weefsel uitbreid de. Toen zag hij door het bloed heen de afdruk van het gezicht van zijn vader met een gehavende huid alsof hij met doometakken was gegeseld. Zijn vader opende zijn mond en zei. „Die uw jeugd vernieuwt als eens arends". Maar het klonk niet heroïek zoals hij het zijn vader zo vaak uit de bijbel had horen voorlezen, maar ongelovig en stamelend als een spottende aanklacht" Begrijpt u nu niet wat hier aan de hand is. dat hier ook nog het hele oude en nieuwe testament in positieve en negatieve zin opgeroepen wordt, dat we hier als het ware aan de wortels van het ware literaire scheppen staan? We e nemen dan een ander geval. Helemaal aan het begin van het boek, heeft er een auto-ongeluk plaats. Paul, op weg naar het sterfbed van zijn vader, wordt aangereden door een meisje, dat Carla blijkt te heten en verder ook een rol in het boek toebedeeld krijgt. Carla slaat met haar gezicht tegen de voorruit, zodat hans warren LETTERKUNDIGE KRONIEK haar neus volkomen ingedrukt wordt, maar verder is ze enkel wat versuft; er blijkt zelfs, later, niets van een shock. Paul, die ongedeerd is gebleven, probeert haar wat te troosten terwijl ze nog verwezen achter haar stuur zit. Het eerste wat het meisje dan uitbrengt is: „Mijn vriendin heeft zich in haar kut gesneden. Het bloed staat in haar schoenen" (p. 29). Dat is dus wéér zo iets. Ik weet wel: het valt ook te verdedigen. Onder extreme omstandigheden kunnen mensen de vreemdste dingen zeggen Maar niemand overtuigd me dat dit hier noodzakelijk was. Jan Wol kers wilde enkel dat zijn lezer even een schok kreeg, en dat lukt hem dan ook, al zal het bij de meesten blijven bij een 'hé. waarom moet dat nou weer', war.t waarach tig, de tijd dat de schuttingwoorden van drie letters nog enig effect sorteerden in proza ligt ver achter ons. Wolkers dóet verder ook niets meer met zulke 'vond sten' zodra hij er zijn effectje mee heeft bereikt, en wanneer hij dat wel eens doet. pakt dat meestal ver keerd uit. Zoals hier: Carla wordt ons in het boek vrij duidelijk, er. ik moet zeggen: boeiend, getekend. Een wat stug. zeer eigengereid meisje dat overal zo nuchter en afwerend op reageert dat het volkomen onaanne melijk wordt dat ze zo onthutst is door die handeling van haar lesbische vriendin, want: „Ze had er al zo vaak mee gedreigd" (p. 152), Toch wordt gesuggereerd dat dit de oorzaak is van het onoplettende rijden van Carla en het ongeluk. Ik geloof er niét in. Jan Wolkers is er enkel op uit om via zijn van ouds beproefde en succesvolle kunstgrepen de aandacht gaande te houden. Ze zijn er allemaal, de ingrediënten de dood in allerlei vormen (vooral de dode vader, er werd al eerder op gewezen dat dode vaders momenteel bijzonder aantrekkelijk zijn voor de Nederlandse romanciers), het calvinistische milieu, ook de dode broer natuurlijk, die in dit boek opgegra ven wordt; plastisch beschreven verpletterde kikkers en erotische hoogstandjes. Enkel homo's ontbreken in dit werk. en dat is werkelijk een verademing. ven. Wanneer Jenny na dertig jaar voor het eerst weer terug komt, helemaal gehuld in goudlamé, chinchilla, parfum en blanketsel, en enkel nog een mengtaaltje van Engels en Nederlands sprekend is ze, helaas, een belachelijk cliché. Al weet ze met haar glitter de moe-- der op te beuren. Jan Wolkers heeft zijn boek weloverwogen opge bouwd. Telkens, komt de in bed liggende, dromende, sinaasappelsap uitpersende en koffiedrinkende'Paul omstandig terug. Daartussen doorzijn de tochten naar het sterfhuis en die naar het ziekenhuis (Carlagelijke lijk verdeeld, het is een hecht doortimmerd geheel. Maar wat moet het allemaal? De vader wordt begraven nadat werkelijk iedere mogelijkheid die de beschrij- b() hun eig liikenl il bov b ligt het ving van een lijk biedt is uitgeput, en Carla veria (w begrij een netjes geopereerde neus het ziekenhuis, best een avontuurtje met haar begonnen mi vert haar af bij haar lesbische vriendin, Waen ifdtling, «Heling, Verdei «ersopli Do, /och laat ik proberen een kort résumé van het boek te geven. Paul, vijftig jaar, gescheiden, leraar Engels, een volwassen dochter (net van de heroine af) is van plan met een groep leerlingen naar Engeland te gaan in de herfstvakantie. Hij wordt opgebeld door een van zijn zusters, die zegt dat zijn vader, 86 jaar, op sterven ligt. Op weg naar het ouderlijk huis vindt de aanrij ding plaats, en daardoor komt hij te laat: zijn vader is al dood. Tot de beste gedeelten in het boek behoort de tekening van het ouderlijk milieu: hoe de vele kinde ren, allen zo in de leeftijd tussen 30 en 50, reageren op de dood van de vader, en hoe ze omgaan met de moe der. Knap verwerkt is ook het gegeven dat Paul door de dood van zijn vader niet meer eten kan. Eén doch ter. Jenny, woont in Amerika. Zij is de enige die vol komen gekapt heeft met het verleden. Paul, hoewel gescheiden, is toch nog tamelijk in het gareel geble- me niets verbaast dat ze een 'modieus mantti heeft, gezien het feit dat ze blijkbaar zelfs ha nen aangehouden had bij die bewuste stee' Beginregel van het boek: „Paul droomde die maandagochtend nan i ïekenhuis markt". Slotregel: „Toen reed hij weg". Dat heeft Jan Wolkers er natuurlijk om gedau oja: en dan die doodshoofdvlinder, daar kan menn k0mejj a] lezen op pp. 71/72 vol foutieve pseudowetd jielijke uitleg. Schijnvertoon van geleerdheid is uit Ax kr door ii Is dit nu een 'slecht' boek? Ach, wel nct.W vlot, en het boeit (op de droompassages najenï kun je zelfs hartelijk lachen, als 0 *ordt, is c JÏ'ïïS ten op van die 'onbespoten winkeltjes'en dn ^^ere ijestudeei die daar bij voorkeur kopen: .Mij struikelde er bijna naar binnen over de* biologisch-dynamisch geteelde groente e* j Een treurig stilleven van een trage fijnsclulit °ats( ken over het afbeelden van een krop slatt* va' -ra *ü«re ach wortelen deed. De fleur was er af. Alles uit. Het leek wel of de struiken andijvie er, i'. J yo< kolen uit de centrifuge kwamen. Of gezond* mocht zijn" lp 82) Op een bepaalde manier, en dat is natuurlijk® 's geheim, weet Jan Wolkers die Paul. hoezeer]! n verzet, wel sympathiek te maken, zodat je jer wereldje gaat interesseren. Maar grote liters* daar kunnen de tien bladzijs lofliederen va*'' Antoine i de indrukwekkende lijst vertalingen aan hete: f aan veranderen. Die zijn eerder een teken' grootst mogelijke onzekerheid: ze suggereren' Wolkers wereldberoemd is. Wat niet zo is. dan. Wel eens van John Travolta gehoord' Jan Wolkers. De doodshoofdvlinder. De Bezige ff dam, 20,-. bedden; bezoc idsleden. ten. Van erlondse jaar gele de kir *ldscentri Sektes bi Pakken y 1 «>k vaak antoi 'Nteziiyim - Kerkt"

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1979 | | pagina 20