Argumenten
zijn niet alle
pro-abortus
even logisch
j Vijftig jaar
nadeMechelse
1 besprekingen
Veranderde NJHC
floreert uitstekend
BEWOON
DE
WERELD!
Met blijdschap naar de kerk
ZATERDAG 14 AUGUSTUS 1976
zaterdagkrant
16
JL/e beschouwing in deze rubriek
over het abortusprobleem in Neder
land (PZC van 12 juni) heeft enkele
reacties opgeleverd. Verschillende
lezers belden mij op of schreven
brieven waarin zy - afhankelijk van
hun eigen levensbeschouwing - hun
lof of hun kritiek ten beste gaven. Ik
was juist begonnen om de aanteke
ningen die ik naar aanleiding van de
reacties had gemaakt, voor publi-
katie te ordenen, toen via de Vara-
televisie een gezelschap onder de
naam 'Het Nederlands Elftal' zyn
mening over abortus liet horen. Het
'Elftal' gaf toevalligerwijze een soort
dwarsdoorsnede van hetgeen er aan
opvattingen terzake van legalise
ring van de abortus onder de bevol
king leeft. Veel dingen die door
elftal-leden werden opgemerkt
vond ik ook terug in mijn notities.
Kenmerkend was in het totaal van
de meningen, dat maar weinig men
sen een volledig idee hebben van
wat eigenlijk een wetgeving beoogt
en wat zij betekent.
Men praat over een 'abortuswetje' alsof dit
één of ander nieuw handelsartikel was dat
reeds is uitgevonden, doch dat alleen maar
op de markt behoeft te worden gebracht. De
bestaande wetgeving die krachtens haar ka
rakter de abortus verbiedt en strafbaar stelt,
wordt door sommigen beschouwd als een pa
pieren monument, datje kimt opruimen als
je er genoeg van hebt of dat je kunt moderni
seren volgens de smaak van het moment.
Niet zelden hoort men zeggen: „Onze wetge
ving die abortus strafbaar stelt, is een erfenis
uit een verleden waann de elite zijn wil op
legde aan de massa, die het maar had te slik
ken. Principieel is er weinig verschil tussen
hetonthouden van kiesrechtaan de vrouwen
en het verbieden van abortus".
Er mag heel veel in onze wetgeving zitten dat
ten doel heeft om het recht van de sterkste te
doen zegevieren, men kan evenwel niet ont
kennen dat elke wet de vasüegging vormt
van een in eeuwen gevormde moraal. In onze
contreien is dat nu eenmaal een christelijke
moraal, die gebaseerd is op het oudste stuk
wetgeving in de geschiedenis: de tien gebo
den. In de wetgeving bij ons en in talrijke
andere landen wordt één der zwaarste van de
tien geboden, "Gij zult niet doden' onbeperkt
van toepassing geacht op ongeborenen. Zij
delen dit recht zelfs met zware misdadigers
die men - omdat wij onze wetgeving christe
lijk interpreteren - niet meer ter dood brengt.
Veel van het eigentijdse verzet tegen de
dienstplicht heeft eveneens te maken met de
compromisloze uitleg van het gebod dat wij
elkaar niet mogen doden. Het is een kleinig
heid om uit het geheel van morele en recht
sopvattingen die bedoelen het menselijk le
ven te beschermen, één element los te maken
waarvoor die opvattingen niet of in een an
dere zin zouden gelden.
Wat is humaan?
Een nieuwe wet wordt en ook daarop ver
kijkt men zich weieens, in principe voor on
bepaalde tijd uitgevaardigd. Dit feit is vooral
van belang als men beseft dat in talloze an
dere landen, met wier moraal en rechtsop
vattingen wij als het ware vergroeid zijn, een
•abortuswet' precies het tegenovergestelde
bedoelt van een abortuswet bij ons. Afgezien
van de praktische problemen die dit geeft,
bijvoorbeeld doordat aborterende Neder
landse artsen in het buitenland kunnen wor
den vervolgd wegens het toepassen van abor
tus op buitenlandse vrouwen is er ook een
ethisch probleem Elke behoorlijke wetge
ving baseert zich op de humaniteit. Welnu,
een abortuswet bij ons noemt 'humaan', wat
de wet in andere christelijke landen nu juist
'onmenselijk' noemt.
Een ander aspect is, dat een abortuswetge
ving als zodanig zich kan plaatsen tussen
mensen, bijvoorbeeld echtparen van wie de
één de abortus wenst ten daarbij de wet ach
ter zich weet) terwijl de andere die wegens
ernstige morele bezwaren verwerpt. Levert
dat bijvoorbeeld een echtscheidingsgrond
op En keert de wet zich dan tégen degeen
die het ongeboren leven wil beschermen of
tegen degeen die het wil afbreken Een vol
gend probleem is dat de bestaande wetge
ving niet de vrouw die abortus laat plegen
strafbaar stelt, doch de arts die op haar ver
zoek de ingreep heeft verricht. In het artikel
van 12 juni stelde ik al. dat bij een gelegali
seerde abortus uit het recht van de vrouw om
abortus te laten plegen, vanzelf een
abortus-plicht voor de arts voortvloeit. In
theorie is hij strafbaar Indien hij een abortus
weigert.
Men zou - om daaraan te ontkomen - dan ook
genoodzaakt zijn om de totale verantwoorde
lijkheid inzake abortus bij de vrouw te leg
gen. volgens het 'Baas in eigen buik -
principe. Doch daarmee verklaart men de
ongeborene tot een stuk materieel bezit van
zijn moeder, hetgeen op grond van menige
andere ethische overweging een verlaging
van zijn menselijke waardigheid is. En wan
neer zou de merkwaardige rechtsverhouding
waarbij het ene leven het eigendom van het
andere is, moeten eindigen Bij de geboorte
van de baby 9 Bij het bereiken van een be
paalde leeftijdsgrens, bijvoorbeeld 16 jaar,
van de geboren mens
een foetus buiten het moederlichaam in le
ven kan blijven, dus bijvoorbeeld na de zesde
maand, dan is het een mens". zo luidde de
stelling.
Een gevaarlijke definitie, omdat zij het leven
een technische verklaring geeft. Wat niet au
tonoom kan bestaan is. volgens deze defini
tie. een soort on-leven. Wie de definitie letter
lijk uitlegt kan straffeloos het leven beëindi
gen van allen die zonder onze zorg dit leven
zouden verliezen.
Een ander argument, waarvan ook het eerder
genoemde 'Elftal' gretig gebruik maakte is.
dat in Nederland de aanhangers van de ene
levensbeschouwing hun wil wensen op te
leggen aan de volgelingen van een andere le
vensbeschouwing. De anti-abortusgroepe-
ring wordt in dit verband geïdentificeerd met
de christelijke politieke partijen, gesteund
door de kerken.
Ik geloof dat de opvattingen over abortus in
een zo van christendom en humanisme door
drenkt land als het onze. minder met poli
tieke of religieuze opvattingen dan wel met in
de loop van eeuwen gevormd moreel besef te
maken hebben. Het zijn naar mijn mening
niet zozeer de levensbeschouwingen die el
kaar bevechten met goede of onlogische ar
gumenten, maar wij zijn veeleer getuige van
een botsing tussen traditioneel ethisch besef
en de soms erg pragmatische mening van de
moderne generatie. En wellicht hebben wij te
maken met een bedrijfsongeval in het
emancipatie-gebeuren
Emancipatie
Een 'ding'?
Het draait bij hei jortusprobleem in feite
mede om de vraag welke kwaliteit men wil
toekennen aan het menselijk leven in de
moederschoot. De voorstanders van abortus
zeggen: „Tot een bepaald moment in de
zwangerschap is het gewoon een 'ding'.
Nu geeft het te denken dat degenen die dit
zeggen zo ongehoord fel reageren op de rea
listische afbeeldingen in sommige anti-
abortusfolders die van tijd tot tijd in onze bus
vallen. Is die reactie wellicht zo fel omdat het
'ding' dat men op de foto's ziet ons zo sterk
aan een kind doet denken
Eén van de mensen die het niet met mijn
standpunt inzake abortus eens is, merkte op
dat de vraag of een foetus een mens is ge
makkelijk kan worden beantwoord. „Pas als
ae Kam van ae voorstanders wordt na
melijk ook aangevoerd dat legalisering van
de abortus het logische sluitstuk vormt op de
emancipatiegeschiedenis van de vrouw. Dit
klinkt ferm, maar is het ook waar0 In tal van
gevallen blijkt immers dat zowel de onge
wenste zwangerschap als de daardoor nood
zakelijk geachte abortus in de sterkste mate
door de man. niet door de vrouw, zijn be
paald De werkelijk geëmancipeerde vrouw
zal voorkómen dat er een ongewenste zwan
gerschap ontstaat, inplaats van zich te ge
dragen als een speelbal van het ongelukkig
toeval.
Het is wat dit betreft zonder meer tragisch
dat in officiële kerkelijke kringen de abortus
en de talrijke methoden tot zivangerschaps-
voorkoming onder één noemer worden ge
bracht. Vanuit de katholieke moraaltheolo
gie komen (althans vanuit Rome) momen
teen geen antwoorden waaraan de mens die
worstelt met het probleem in hoeverre hij het
leven mag regelen, iets heeft. De sociale in
vloed van de kerken is bovendien dermate
aangetast dat men vandaar ook weinig
krachtige initiatieven mag verwachten om
van de mensen broeders en zustere, inplaats
van wrekers te maken. Het grote gevaar van
het onbuigzame standpunt van het hoogste
kerkelijke gezag is intussen dat de gewone
mens gaat zeggen. „Rome is weliswaar tégen
dit of dat. maar Rome is nu eenmaal altijd
tegen
Veel voorstanders van gelegaliseerde abor
tus stellen vast dat onze huidige maatschap
pij de ongehuwde moeder en het vaderloze
kind in de kou laat staan. In materiële zin
(bijstandswet e.d.) gaat dit verwijt niet meer
op. In ander opzicht is het waar. Doch denkt
men ook wel eens aan de moeders en kinde
ren die het in de toekomst moeten klaarspe
len omdat zij ook de abortus niet hebben 'be
nut'? Zal men hen niet voor de voeten werpen
dat dit wijst op a-sociaal gedrag Ik ben van
mening dat de samenleving altijd wel zonde
bokken zal zoeken en vinden op wie zij zich
kan uitleven.
mets aan het argument, want wie kan vol
houden dat methodische abortus een bij
drage tot een meer humane samenleving is 9
Men schept een toekomst met jonge mensen,
die de gevolmachtigden van die toekomst
zijn. Men schept geen toekomst door mensen
het leven te onthouden. Een argument dat
ook in de meergenoemde 'Elftal -uitzending
werd gebezigd is dit „In onze zogenaamde
christelijke rechtsstaat mag je je wel laten
opleiden tot soldaat, met de opdracht even
tueel andere mensen te doden, maar abortus
wordt 'moord' genoemd
Dit argument vertoont een ernstige denk
fout. Je kunt de ene laakbare situatie nu
eenmaal niet tegen de andere wegstrepen Je
dient ze juist bij elkaar op te tellen. De
dienstplichtwet levert geen rechtvaardiging
voor een abortuswet Als men op deze wijze te
werk zou gaan. dan ging onze hele rechtsbe
stel ondersteboven, met als eindresultaat de
rechteloosheid
Wederom een argument van de voorstan
ders. „De maatschappij weigert het geld en
de moeite op te brengen voor begeleiding van
ongehuwde moeders en vaderloze kinderen
Weinigen schijnen te beseffen dat er rondom
de abortus ook een vorm van nazorg en bege
leiding nodig is De Stimezo-klinieken willen
zelfs campagnes beginnen om de nodige
geldmiddelen voor het organiseren van de
nazorg te verkrijgen. Met vijftienduizend a-
bortussen per jaar in Nederland gaat het om
een groep van behoorlijke omvang. Zal men
ten aanzien van de abortus-begeleiding
opeens wèl de wil opbrengen om de noodza
kelijke hulp te bieden Om welke reden
wordt eigenlijk het gebundelde idealisme en
het vele met nazorg van abortus gemoeide
geld niet besteed aan verbetering van de zorg
rondom de ongehuwde moeder of de om an
dere reden ongewenst zwangere vrouwen
Men zou bijna gaan denken dat abortus doel
op zichzelf aan het worden is: de normale
gang van zaken, terwijl de zwangerschap de
uitzondering vormt
Schuldgevoel
Rotte wereld
„Deze wereld is zo rot dat je uit puur ver
antwoordelijkheidsbesef geen kinderen meer
aan die wereld durft toe te vertrouwen Een
dergelijk argument van de abortus
voorstanders pleit wederom sterker voor
zwangerschapsvoorkoming dan voor zwan
gerschapsonderbreking. Ethisch heeft men
In het voorgaande wera een poging onder
nomen om enkele veelgehoorde argumenten
ten gunste van de gelegaliseerde abortus op
hun intellectuele kwaliteit te toetsen. Het. is
hier niet de plaats - en daarvoor ontbreekt
trouwens de ruimte - om over de abortus als
zodanig te spreken. Ik volsta met te herhalen
wat ik in het artikel van 12 juni schreef: voor
een regeling van het abortusprobleem is een
aparte wetgeving niet nodig en zelfs onge
wenst.
Indien men zou menen dat het bestaan van
een abortus-wetgeving de spanningen ron
dom het besluit tot het aanvragen van een
abortus bij de vrouw zou opheffen, dan komt
men overigens waarschijnlijk bedrogen uit.
Bij een in Groningen ingesteld onderzoek
onder vrouwen die de ingreep had laten ver
richten kwam naar voren dat gevoelens van
schuld, spijt en berouw niet ongewoon waren,
ook in gevallen waar de abortus-beslissing
niets te maken had met de vraag of het nu
wettelijk wël of niet -was toegestaan wat men
deed. De verhouding van de aanstaande
moeder tot haar ongeboren kind is. zo blijkt
hieruit, stellig méér dan een bezitsrelatie.
Ten aanzien van methoden en middelen tot
zwangerschapsvoorkoming bestaan daaren
tegen in ons land nauwelijks morele remmin
gen, zoals eveneens uit opinie-onderzoeken is
gebleken. Op dit intieme terrein dringt de
wetgever trouwens niet regelend binnen.
Nog een losse opmerking tot slot: uit het
Groningse onderzoek is gebleken dat de a-
bortusbeslissing het gemakkelijkst wordt ge
nomen door dié vrouwen voor wie de zwan
gerschap logisch gesproken niet problema
tisch hoefde te zijn. namelijk de gehuwden.
Daarin ziet men al sporen van het reeds eer
der gesignaleerde verschijnsel, dat zwanger
schap gezien gaat worden als een kwaal
waartegen abortus de meest effectieve ge
neeswijze vormt
A. F. M. C. Koopman
AMSTERDAM - „Er is ongelooflijk
veel veranderd in de hele jeugdher
bergwereld. Het moest wel, anders
bestonden we inmiddels al niet
meer", zegt Theo Palstra, public-
relationsman van de NJHC, de Neder
landse Jeugd Herberg Centrale. En
dat de NJHC wel degelijk nog bestaat
en gezond is, bewijzen enkele cijfers:
de 52 jeugdherbergen die ons land telt
hebben zo'n 800.000 overnachtingen
per jaar. En aan Nederlandse leden
heeft men een getal van 70.000. Negen
tig procent van de bevolking van deze
jeugdherbergen is tussen de 17 en 22
jaar; de helft van hen is Nederlands:
de andere helft komt uit het buiten
land.
De NJHC stamt eigenlijk uit 1929. Het
was een vrijwilligersorganisatie, die
van de goedkope jeugdherbergen een
soort verlengstuk van het gezin wilde
maken. De bezoekers - het
geiteharen-wollen-sokken-volkje
kwamen met de rugzak, de gitaar en de
■blokfluit (voor de liedjes van Jan Pie
rewiet) op de fiets. Tegen het beheer
dersechtpaar zei je „vader" en „moe
der". Jezelf wassen deed je metz'n der
tigen tegelijk. Voor het toilet stond je
in de rij. Je moest, ook al goot het pij-
pestelen. om tien uur 's ochtends de
deur uit en je mocht er pas om vijf uur
's middags in. Om half elf 's avonds
moest je slapen. Op slaapzalen; één
voor de mannetjes en één voor de
vrouwtjes Erwascorvée: aardappelen
schillen, groenten schoonmaken, eten
koken, vloeren vegen, opdekken en af
ruimen. afwassen. Je eigen bed opma
ken. Geen alcohol drinken, En, vooral
gezellig meedoen. Maar ja, je betaalde
ook maar een habbekrats.
In het begin van de Tweede Wereldoor
log hief de NJHC zichzelf op Na de
oorlog werd de NJHC opnieuw opge
richt en omdat we economisch niet zo
bijster welvarend waren, ging het met
de NJHC zeer goed. Tien jaar geleden
bereikte men het absolute dieptepunt.
Het strakke regime paste niet meer in
de tijd en dat is dan ook inmiddels in
grijpend veranderd.
Veranderingen
Er zfjn geen „vaders" en „moeders"
meer - een jeugdherberg heeft een be
heerder met geschoolde hulp, Er zijn
kleinere slaapeenheden met bijpas
send sanitair. Een jeugdherberg is de
hele dag open. tot één uur in de nacht.
Ze hebben allemaal een bar. waar bier
en wijnen geschonken worden, en een
discohoek. Corvée in de oude zin van
het woord hoeft niet meer- er zijn af
wasmachines. aardappelschilmachi
nes. Kortom, alles is gemechaniseerd
en geautomatiseerd.
Wat gebleven is. is het opmaken van
het eigen bed. de tafel afruimen en: het
gescheiden slapen. „Sorry, op samen
slapen zijn onze huizen niet ingericht.
Maar bovendien, de jongelui kruipen
niet zo gauw bij elkaar. Dat is nou
eenmaal het beeld van de otfdere'n,
vermoedelijk ontstaan omdat ze het,
vroeger zelf zo graag hadden willen
doen", zegt Theo Palstra. Wat geïrri
teerd overigens, want deze vraag
■wordt hem steeds gesteld, als ware dit
het belangrijkste punt van het jeugd-
toerisme.
Wat ook veranderd is. is de prijs.
Jeugdherbergen zijn bijna hotels ge
worden en de prijzen zijn dus ook ver
anderd. Voor een overnachting met
ontbijt wordt f 9,25 gerekend. Komen
er een lunch en een warme maaltijd bij
dan betaalt de bezoeker f 18.
Het echte trekken per fiets van de ene
naar de andere jeugdherberg is ook
voorbij. Men komtnu voor langduriger
vakanties, vooral aan de kust, En dan
zijn er nog de speciale jeugdherbergen,
die zich helemaal toeleggen op zeilen,
paardrijden, zweefvliegen, parachute
springen en ook diverse andere cur
sussen.
De laatste acht jaar heeft de NJHC bo
vendien zijn eigen, echte reisbureau
ontwikkeld. Men biedt de jeugdige
trekker reisprogramma's aan, via
jeugdherbergen uiteraard, in samen
werking met buitenlandse zusteror
ganisaties. van Italië via Tunesië tot
aan Afghanistan toe.
- Geeft de grotere vrijheid geen pro
blemen voor de beheerders?
„In Amsterdam zegt Theo Palstra,
„hebben we twee jeugdherbergen die
het hele jaar vol zijn. We hebben daar,
een paar jaar geleden, enorme moei
lijkheden gehad met stuff-dealers, die
de jeugdherbergen in kwamen om te
verkopen. Daar zijn we fel tegen opge
treden. Voor de rest merken we van de
drugs weinig We maken bepaald geen
heksenjacht op de druggebruikers, we
zijn er trouwens ook niet op ingericht
om daar allemaal op te letten. Loopt er
onverhoopt iets fout.-dan heeft iedere
jeugdherberg een vaste arts op wie
men een beroep kan doen. Ook dc
drank geeft geen problemen. Mis
schien gebeurde dat in de tijd dat het
niet mocht, toen alles stiekem moest,
maar nu zeker niet"
Vernielzucht is er overigens in toene
mende mate En het stelen neemt ook
hand over hand toe In de jeugdher
berg op de Kloveniersburgwal in het
hartje van Amsterdam moeten de de
kens zelfs met ingenieuze sloten aan
de bedden vastgemaakt worden, maar
zelfs dan ziet men nog kans om ze fce
stelen. Veel loslopend jong volk, Daijj-
en Vondelparkslapers en wat daar nog
van over is. stappen regelmatig naar
binnen om overdag even te douchen
Daar is nauwelijks controle op te hou-
Ook een bar in de jeugdherberg.
den, maar het resultaat is wel dat er
regelmatig spullen vermist worden.
Dat zijn zo de kwade kantjes van de
grote vrijheid.
Het gebouwenbestand van de NJHC is
deels oud - zij het dan van binnen ge
moderniseerd - deels verouderd en
deels modern. Dolgraag zou men wat
sneller vernieuwingen willen aan
brengen, maar men is helaas gelimi
teerd door de middelen. CRM geeft
dan wel een subsidie op nieuwbouw en
verbouwingen, maar die komt uitslui
tend als de NJHC zelf 40 procent van
het bouwbedrag op tafel kan brengen.
De NJHC kan dat geld nauwelijks op
brengen, al verloopt de exploitatie uit
stekend en daarom is er een speciale
Stichting Opbouwfonds Jeugdher
bergen in het leven geroepen. Die
stichting verzamelt het geld uit
schenkingen en legaten. Dat is prach
tig werk. dat evenwel naar de zin van
allen te langzaam gaat, zodat een hoop
bouw-wensen onvervuld blijven en
men moet blijven roeien met de rie
men die men heeft
„De paus heeft aan kardinaal Suenens een brief geschreven ter gelegenheid van
de vijftigjarige herdenking van de gesprekken van Mechelen. In de brief zegt de 1
paus dat het tijd is dat de christenen snel de weg naar de oecumene volgen,
zoals die door het tweede Vaticaans Concilie is gewezen". „Wij leven tegen- j
woordig in gunstiger tijden dan degenen die vijftig jaar geleden de eerste
stappen zetten op de weg naar verzoening tussen christenen". Zo voegde de
paus er in zijn brief aan toe. Een paar weken geleden konden we dit lezen in het
dagblad 'Trouw'."
Voor de meesten van hen die nu leven
zal het niet veel meer zeggen, die Me-
chelse besprekingen, die in 1921 be
gonnen en die in mei 1925 hun laatste
zitting beleefden. In 1926 ging de ge
plande bijeenkomst niet door. omdat
Rome liet weten 'voortzetting niet op
portuun (nuttig) te achten'. Het is dus
enigszins een wonderlijke herdenking
die dit jaar in Mechelen op touw is ge
zet. Maar voor hen die als tijdgenoten
deze besprekingen hebben beleefd,
komt er een herinnering boven aan die
jaren, toen deze besprekingen in alle
kerken nog al wat aandacht trokken
en vele pennen in beweging brachten.
De vraag was toen of er een hereniging
van de Anglicaanse Kerk met die van
Rome mogelijk was. En die vraag
mocht met enig recht worden gesteld,
omdat zowel de aartsbisschop van
Canterbury, de primaat van de En
gelse staatskerk, alsook de paus van
deze besprekingen niet alleen afwis
ten. maar ze ook openlijk toelieten.
Eigenlijk waren het niet meer dan zui
ver particuliere besprekingen, maar
door dat openlijk toelaten, zowel in
Canterbury als in Rome. kregen ze
toch een meer dan particulier karak
ter De hoofdpersonen in dit gesprek
waren kardinaal Mercier, die zich door
zijn houding gedurende de eerste we
reldoorlog een groot gezag had ver
worven en de Engelse staatsman en
minister lord Halifax, die in 1925 tot
onderkoning van het toenmalige
Brits-Indië werd benoemd en aldaar
ernstige pogingen ondernam een ver
zoening te bewerkstelligen tussen
Hindoes en Mohammedanen. Deze
lord Halifax heeft in 1930 teksten van
de Mechelse besprekingen uitgegeven,
zodat we sindsdien precies weten
waarover het toen is gegaan. De groot-
ste moeilijkheden kwamen, zoals te
verwachten was. van rooms-
katholieke zijde: de handhaving van
de leer van Thomas van Aquino als
grondslag voor het kerkelijk denken
en het primaat van de paus. Dit laatste
is voor Rome de reden geweest om de
besprekingen af te gelasten.
In alle kerken van de Reformatie vin
den we allerlei dingen die ons kunnen
herinneren aan de kerk van Rome. Dat
is ook te begrijpen, want de reformato
ren hebben geen nieuwe kerken willen
stichten, maar de oude kerk willen
zuiveren door terug te gaan naar de
oudste christengemeenten zoals wij
die kennen uit het Nieuwe Testament.
Zij hebben ook waarlijk niet alles opzij
geschoven en zo vinden we in de ker
ken van de Reformatie tot op heden
allerlei elementen terug die overge
nomen zijn uit de middeleeuwse kerk.
Wanneer in Gereformeerde Gemeen
ten het oude formulier van het H.
Avondmaal wordt gelezen, zijn daarin
stukken die ook te vinden ziin in de
Romeinse liturgie. Maar van de ker
ken der Reformatie heeft de Angli
caanse Kerk het meest van al de herin
nering bewaard aan de kerk waaruit zij
is voortgekomen. Dat is begrijpelijk,
gezien de wijze waarop in Engeland de
reformatie tot stand is gekomen. De
koning wilde los zijn van het gezag van
de paus. Deze kerk heeft bij alle katho-
liserende elementen die er bleven, een
zuiver calvinistische belijdenis gekre
gen, waarom zij ook vertegenwoordigd
was op onze synode van Dordrecht van
1618/19. In die belijdenis was er uiter
aard geen plaats voor de paus.
Nu is de Anglicaanse Kerk innerlijk
verdeeld. Men kan er diensten in
meemaken die voor ons helemaal lig
gen in de rooms-katholieke sfeer. Doch
het is ook mogelijk in diezelfde kerk
een dienst bij te wonen die niet veel
verschilt van die wij in ons land ken
nen. Een deel van deze kerk is zeer ka-
tholiserend. Daar wordt de plaatse
lijke geestelijke nog altijd 'priester'
genoemd. Een ander deel is meer cal
vinistisch en daar wordt de herder en
leraar aangeduid met het woord 'mi
nister', dienaar. Wij zouden zeggen:
predikant In zo'n laatste soort ge
meente hebben we dit jaar de Paasda
gen doorgebracht. Viermaal was er in
die dagen de gelegenheid tot viering
van het H. Avondmaal, opdat- zo werd
afgekondigd - er geen klachten meer
behoefden te zijn dat gemeenteleden
niet in de gelegenheid zouden zijn
daaraan deel te nemen. We dachten
aan de Paasmis en aan het getal van de
non-paschanten, die men vroeger al
thans zag in de statistieken van de pa
rochies. De oude communiebank was
nog volop in gebruik en we bemerkten
dat het toch iets anders is wanneer je
knielende als een bedelaar met uitge
stoken hand het brood van de 'minis
ter' ontvangt. De collecte was op de
Paasdagen, naar weer werd afgekon
digd, voor de 'minister' en we herin
nerden ons dat in de Middeleeuwen de
paascollecte ook voor de priester was
bestemd. Zo kom je in de Anglicaanse
Kerk, veel meer dan bij ons. allerlei
gewoonten en gebruiken tegen die de
herinnering oproepen aan de kerk van
Rome. Lord Halifax en kardinaal Mer
cier hebben een mogelijkheid gezien
om juist hun beider kerken nauwer
met elkaar in verbinding te brengen.
Maar in de twintiger jaren was zulk een
pogen toch wel wat heel bijzonders,
Zoals reeds gezegd, zijn die Mechelse
besprekingen afgebroken omdat tens
lotte het primaat van de paus voor de
Anglicanen onaanvaardbaar was,
waarom men toen vanuit Rome er een
eind aan maakte.
We zijn nu vijftig jaar verder en in die
tijd is er kerkelijk heel wat gebeurd
wanneer we denken aan het gesprek
van Rome met de kerken die uit de
Reformatie zijn voortgekomen. Wat
vijftig jaar geleden nog iets heel bij
zondere was, is nu iets gewoons ge
worden. Waar is er geen Rome-
Reformatieknng Ook de paus erkent
dit wanneer hij naar aanleiding van de
herdenking aan kardinaal Suenens
schrijft. Maar nu ligt er een ander groot
struikelblok en het is wederom in een
correspondentie van de Anglicaanse
Kerk met die van Rome, nu bij beide
op het hoogste niveau, dat dit naar vo
ren gekomen is. De aartsbisschop van
Canterbury heeft met de paus gecor
respondeerd over de vrouw in het ker
kelijk ambt Dat is geschied in 1975.
Dit jaar is die briefwisseling voor pu-
blikatie vrijgegeven. In een deel van de
Anglicaanse Kerk heeft men de vrouw
in het ambt geaccepteerd.
In Canterbury vindt men nu dat de
Anglicaanse gemeenschap langza
merhand toe is aan de officiële aan
vaarding van de vrouwelijke priester".
De aartsbisschop van die stad heeft nu
aan de paus. aan de Oosters-
Orthodoxe kerken en aan de Oud-
Katholieke Kerk (met wie de Anglica
nen een bijzondere band hebben) ge
vraagd wat zij hiervan dachten. Bij de
Orthodoxen bleken er zeer ernstige
bezwaren te bestaan. De paus heeft
geantwoord dat hij de wijding van
vrouwen tot priester ten diepste zou
betreuren. „Het interkerkelijk gesprek
zou hierdoor ernstig worden bemoei
lijkten in dat verband schreef de paus
over 'een ernstig obstakel op de weg
naar verzoening'. Er zijn 'zeer funda
mentele bezwaren', want Christus
heeft zijn apostelen uitsluitend ui'I
mannen genomen, zodat 'het uitslui-\
ten van vrouwen van het pnester-T
schap overeenkomt met Gods bedoe-
ling met de kerk'.
Niettegenstaande de mening van de
paus gaan er in zijn kerk steeds meer
stemmen op om voor de vrouw in het
kerkelijk bestel een grotere plaats in te
ruimen. Tijdens de vijftigjarige her
denking van de Mechelse besprekin
gen hebben de Brusselse priesters een
motie aanvaard waarin staat dat 'er in
de kerk plaats (moet) zijn voor ge
huwde mannelijke en vrouwelijke
priesters, die zich voor altijd of tijde
lijk verbinden'. In ons land weten we
welk een struikelblok zulk een motie
is.
De vorige week is in Philadelphia het
Eucharistisch Congres gehouden dat,
gedeeltelijk althans, door meer dan
een miljoen mensen is bijgewoond. Dit
tenminste volgens een radio
uitzending die we daarover hoorden.
Daar heeft ook gesproken onze vroe
gere minister dr. Marga Klompé die,
volgens het verslag van 'Trouw', een
beroep deed op alle vrouwen er bij de
bisschoppen op aan te dringen dat de
rol van de vrouw in haar kerk veran
dert. „Als de mannelijke structuur van
onze kerk veranderd zou worden door
de aanvulling van de vrouwelijke be
nadering. zou dit kunnen bijdragen tot
het oplossen van vele pastorale pro
blemen". Die Brusselse motie en die
woorden van dr. Klompé geven enigs
zins aan hoe sinds de Mechelse be
sprekingen in heel het gedachtenkli-
maat ook van de kerk van Rome een
verandering is te constateren. Open
lijk wordt nu gezegd waaraan men
vroeger haast niet durfde denken.
Over de leer van Thomas van Aquino
hoor je eigenlijk niet meer spreken en
zeker niet dat deze het uitgangspunt
moet zijn van het kerkelijk denken. En
de tegenwoordige paus heeft, in een
onbewaakt ogenblik misschien, zich
beklaagd dat zijn persoon blijkbaar de
grootste oecumenische hinderpaal
was. Maar nu is dan het grote struikel
blok de positie van de vrouw in het
kerkelijk ambt.
Wij zullen in het huis des HEEREN
gaan.psalm 122:1b
Psalm 122 is een blij en opgetogen
lied, gezongen door de pelgrims op
weg naar Jeruzalem. Vlak voor hun
einddoel klinkt het blij uit hun mond:
„Wij zullen in het huis des HEEREN
gaanDat was het voornemen van
iedere vrome Israëliet, die op weg was
van zijn woonplaats naar de tempel in
Jeruzalem. Het was Gods bevel drie
maal per jaar daarheen te gaanom
Hem daar te loven en te danken. En
het was met lust dat de pelgrims aan
dit bevel gehoorzaamden. Niet met een
lang gezicht, maar met blijdschap ging
men tiaar 'de kerk'.
God geeft ook ons het bevel op Zijn dag
naar Zijn huis te gaan. Heel duidelijk
staat dat in de Bijbel dat wij onze on
derlinge bijeenkomsten niet nalaten
mogen. En ivat is het, goed beschouwd,
een geweldig voorrecht dat in zo'n
ogenschijnlijk, simpele kerkdienstde
almachtige Goddoor ZijnWoordkleine
zondige mensenkinderen opzoekt.
Door dat Woord dat ons als zondaren
aanwijst en beschuldigt; maar dat ook
spreekt van enige troost in leven en in
sterven, ivant het spreekt van de ge-
nade van onze Heere Jezus Christus.
Zondag luidt de klok weer.dan roe
pen geen mensen U toe: kom! Nee, het
is een barmhartige God die U nodigt.
Zullen wij thuisblijven? Nee, „Wij
zullen in het huis des HEEREN gaan".
H.Harkema
6t.Philipsland