Argumenten zijn niet alle pro-abortus even logisch j Vijftig jaar nadeMechelse 1 besprekingen Veranderde NJHC floreert uitstekend BEWOON DE WERELD! Met blijdschap naar de kerk ZATERDAG 14 AUGUSTUS 1976 zaterdagkrant 16 JL/e beschouwing in deze rubriek over het abortusprobleem in Neder land (PZC van 12 juni) heeft enkele reacties opgeleverd. Verschillende lezers belden mij op of schreven brieven waarin zy - afhankelijk van hun eigen levensbeschouwing - hun lof of hun kritiek ten beste gaven. Ik was juist begonnen om de aanteke ningen die ik naar aanleiding van de reacties had gemaakt, voor publi- katie te ordenen, toen via de Vara- televisie een gezelschap onder de naam 'Het Nederlands Elftal' zyn mening over abortus liet horen. Het 'Elftal' gaf toevalligerwijze een soort dwarsdoorsnede van hetgeen er aan opvattingen terzake van legalise ring van de abortus onder de bevol king leeft. Veel dingen die door elftal-leden werden opgemerkt vond ik ook terug in mijn notities. Kenmerkend was in het totaal van de meningen, dat maar weinig men sen een volledig idee hebben van wat eigenlijk een wetgeving beoogt en wat zij betekent. Men praat over een 'abortuswetje' alsof dit één of ander nieuw handelsartikel was dat reeds is uitgevonden, doch dat alleen maar op de markt behoeft te worden gebracht. De bestaande wetgeving die krachtens haar ka rakter de abortus verbiedt en strafbaar stelt, wordt door sommigen beschouwd als een pa pieren monument, datje kimt opruimen als je er genoeg van hebt of dat je kunt moderni seren volgens de smaak van het moment. Niet zelden hoort men zeggen: „Onze wetge ving die abortus strafbaar stelt, is een erfenis uit een verleden waann de elite zijn wil op legde aan de massa, die het maar had te slik ken. Principieel is er weinig verschil tussen hetonthouden van kiesrechtaan de vrouwen en het verbieden van abortus". Er mag heel veel in onze wetgeving zitten dat ten doel heeft om het recht van de sterkste te doen zegevieren, men kan evenwel niet ont kennen dat elke wet de vasüegging vormt van een in eeuwen gevormde moraal. In onze contreien is dat nu eenmaal een christelijke moraal, die gebaseerd is op het oudste stuk wetgeving in de geschiedenis: de tien gebo den. In de wetgeving bij ons en in talrijke andere landen wordt één der zwaarste van de tien geboden, "Gij zult niet doden' onbeperkt van toepassing geacht op ongeborenen. Zij delen dit recht zelfs met zware misdadigers die men - omdat wij onze wetgeving christe lijk interpreteren - niet meer ter dood brengt. Veel van het eigentijdse verzet tegen de dienstplicht heeft eveneens te maken met de compromisloze uitleg van het gebod dat wij elkaar niet mogen doden. Het is een kleinig heid om uit het geheel van morele en recht sopvattingen die bedoelen het menselijk le ven te beschermen, één element los te maken waarvoor die opvattingen niet of in een an dere zin zouden gelden. Wat is humaan? Een nieuwe wet wordt en ook daarop ver kijkt men zich weieens, in principe voor on bepaalde tijd uitgevaardigd. Dit feit is vooral van belang als men beseft dat in talloze an dere landen, met wier moraal en rechtsop vattingen wij als het ware vergroeid zijn, een •abortuswet' precies het tegenovergestelde bedoelt van een abortuswet bij ons. Afgezien van de praktische problemen die dit geeft, bijvoorbeeld doordat aborterende Neder landse artsen in het buitenland kunnen wor den vervolgd wegens het toepassen van abor tus op buitenlandse vrouwen is er ook een ethisch probleem Elke behoorlijke wetge ving baseert zich op de humaniteit. Welnu, een abortuswet bij ons noemt 'humaan', wat de wet in andere christelijke landen nu juist 'onmenselijk' noemt. Een ander aspect is, dat een abortuswetge ving als zodanig zich kan plaatsen tussen mensen, bijvoorbeeld echtparen van wie de één de abortus wenst ten daarbij de wet ach ter zich weet) terwijl de andere die wegens ernstige morele bezwaren verwerpt. Levert dat bijvoorbeeld een echtscheidingsgrond op En keert de wet zich dan tégen degeen die het ongeboren leven wil beschermen of tegen degeen die het wil afbreken Een vol gend probleem is dat de bestaande wetge ving niet de vrouw die abortus laat plegen strafbaar stelt, doch de arts die op haar ver zoek de ingreep heeft verricht. In het artikel van 12 juni stelde ik al. dat bij een gelegali seerde abortus uit het recht van de vrouw om abortus te laten plegen, vanzelf een abortus-plicht voor de arts voortvloeit. In theorie is hij strafbaar Indien hij een abortus weigert. Men zou - om daaraan te ontkomen - dan ook genoodzaakt zijn om de totale verantwoorde lijkheid inzake abortus bij de vrouw te leg gen. volgens het 'Baas in eigen buik - principe. Doch daarmee verklaart men de ongeborene tot een stuk materieel bezit van zijn moeder, hetgeen op grond van menige andere ethische overweging een verlaging van zijn menselijke waardigheid is. En wan neer zou de merkwaardige rechtsverhouding waarbij het ene leven het eigendom van het andere is, moeten eindigen Bij de geboorte van de baby 9 Bij het bereiken van een be paalde leeftijdsgrens, bijvoorbeeld 16 jaar, van de geboren mens een foetus buiten het moederlichaam in le ven kan blijven, dus bijvoorbeeld na de zesde maand, dan is het een mens". zo luidde de stelling. Een gevaarlijke definitie, omdat zij het leven een technische verklaring geeft. Wat niet au tonoom kan bestaan is. volgens deze defini tie. een soort on-leven. Wie de definitie letter lijk uitlegt kan straffeloos het leven beëindi gen van allen die zonder onze zorg dit leven zouden verliezen. Een ander argument, waarvan ook het eerder genoemde 'Elftal' gretig gebruik maakte is. dat in Nederland de aanhangers van de ene levensbeschouwing hun wil wensen op te leggen aan de volgelingen van een andere le vensbeschouwing. De anti-abortusgroepe- ring wordt in dit verband geïdentificeerd met de christelijke politieke partijen, gesteund door de kerken. Ik geloof dat de opvattingen over abortus in een zo van christendom en humanisme door drenkt land als het onze. minder met poli tieke of religieuze opvattingen dan wel met in de loop van eeuwen gevormd moreel besef te maken hebben. Het zijn naar mijn mening niet zozeer de levensbeschouwingen die el kaar bevechten met goede of onlogische ar gumenten, maar wij zijn veeleer getuige van een botsing tussen traditioneel ethisch besef en de soms erg pragmatische mening van de moderne generatie. En wellicht hebben wij te maken met een bedrijfsongeval in het emancipatie-gebeuren Emancipatie Een 'ding'? Het draait bij hei jortusprobleem in feite mede om de vraag welke kwaliteit men wil toekennen aan het menselijk leven in de moederschoot. De voorstanders van abortus zeggen: „Tot een bepaald moment in de zwangerschap is het gewoon een 'ding'. Nu geeft het te denken dat degenen die dit zeggen zo ongehoord fel reageren op de rea listische afbeeldingen in sommige anti- abortusfolders die van tijd tot tijd in onze bus vallen. Is die reactie wellicht zo fel omdat het 'ding' dat men op de foto's ziet ons zo sterk aan een kind doet denken Eén van de mensen die het niet met mijn standpunt inzake abortus eens is, merkte op dat de vraag of een foetus een mens is ge makkelijk kan worden beantwoord. „Pas als ae Kam van ae voorstanders wordt na melijk ook aangevoerd dat legalisering van de abortus het logische sluitstuk vormt op de emancipatiegeschiedenis van de vrouw. Dit klinkt ferm, maar is het ook waar0 In tal van gevallen blijkt immers dat zowel de onge wenste zwangerschap als de daardoor nood zakelijk geachte abortus in de sterkste mate door de man. niet door de vrouw, zijn be paald De werkelijk geëmancipeerde vrouw zal voorkómen dat er een ongewenste zwan gerschap ontstaat, inplaats van zich te ge dragen als een speelbal van het ongelukkig toeval. Het is wat dit betreft zonder meer tragisch dat in officiële kerkelijke kringen de abortus en de talrijke methoden tot zivangerschaps- voorkoming onder één noemer worden ge bracht. Vanuit de katholieke moraaltheolo gie komen (althans vanuit Rome) momen teen geen antwoorden waaraan de mens die worstelt met het probleem in hoeverre hij het leven mag regelen, iets heeft. De sociale in vloed van de kerken is bovendien dermate aangetast dat men vandaar ook weinig krachtige initiatieven mag verwachten om van de mensen broeders en zustere, inplaats van wrekers te maken. Het grote gevaar van het onbuigzame standpunt van het hoogste kerkelijke gezag is intussen dat de gewone mens gaat zeggen. „Rome is weliswaar tégen dit of dat. maar Rome is nu eenmaal altijd tegen Veel voorstanders van gelegaliseerde abor tus stellen vast dat onze huidige maatschap pij de ongehuwde moeder en het vaderloze kind in de kou laat staan. In materiële zin (bijstandswet e.d.) gaat dit verwijt niet meer op. In ander opzicht is het waar. Doch denkt men ook wel eens aan de moeders en kinde ren die het in de toekomst moeten klaarspe len omdat zij ook de abortus niet hebben 'be nut'? Zal men hen niet voor de voeten werpen dat dit wijst op a-sociaal gedrag Ik ben van mening dat de samenleving altijd wel zonde bokken zal zoeken en vinden op wie zij zich kan uitleven. mets aan het argument, want wie kan vol houden dat methodische abortus een bij drage tot een meer humane samenleving is 9 Men schept een toekomst met jonge mensen, die de gevolmachtigden van die toekomst zijn. Men schept geen toekomst door mensen het leven te onthouden. Een argument dat ook in de meergenoemde 'Elftal -uitzending werd gebezigd is dit „In onze zogenaamde christelijke rechtsstaat mag je je wel laten opleiden tot soldaat, met de opdracht even tueel andere mensen te doden, maar abortus wordt 'moord' genoemd Dit argument vertoont een ernstige denk fout. Je kunt de ene laakbare situatie nu eenmaal niet tegen de andere wegstrepen Je dient ze juist bij elkaar op te tellen. De dienstplichtwet levert geen rechtvaardiging voor een abortuswet Als men op deze wijze te werk zou gaan. dan ging onze hele rechtsbe stel ondersteboven, met als eindresultaat de rechteloosheid Wederom een argument van de voorstan ders. „De maatschappij weigert het geld en de moeite op te brengen voor begeleiding van ongehuwde moeders en vaderloze kinderen Weinigen schijnen te beseffen dat er rondom de abortus ook een vorm van nazorg en bege leiding nodig is De Stimezo-klinieken willen zelfs campagnes beginnen om de nodige geldmiddelen voor het organiseren van de nazorg te verkrijgen. Met vijftienduizend a- bortussen per jaar in Nederland gaat het om een groep van behoorlijke omvang. Zal men ten aanzien van de abortus-begeleiding opeens wèl de wil opbrengen om de noodza kelijke hulp te bieden Om welke reden wordt eigenlijk het gebundelde idealisme en het vele met nazorg van abortus gemoeide geld niet besteed aan verbetering van de zorg rondom de ongehuwde moeder of de om an dere reden ongewenst zwangere vrouwen Men zou bijna gaan denken dat abortus doel op zichzelf aan het worden is: de normale gang van zaken, terwijl de zwangerschap de uitzondering vormt Schuldgevoel Rotte wereld „Deze wereld is zo rot dat je uit puur ver antwoordelijkheidsbesef geen kinderen meer aan die wereld durft toe te vertrouwen Een dergelijk argument van de abortus voorstanders pleit wederom sterker voor zwangerschapsvoorkoming dan voor zwan gerschapsonderbreking. Ethisch heeft men In het voorgaande wera een poging onder nomen om enkele veelgehoorde argumenten ten gunste van de gelegaliseerde abortus op hun intellectuele kwaliteit te toetsen. Het. is hier niet de plaats - en daarvoor ontbreekt trouwens de ruimte - om over de abortus als zodanig te spreken. Ik volsta met te herhalen wat ik in het artikel van 12 juni schreef: voor een regeling van het abortusprobleem is een aparte wetgeving niet nodig en zelfs onge wenst. Indien men zou menen dat het bestaan van een abortus-wetgeving de spanningen ron dom het besluit tot het aanvragen van een abortus bij de vrouw zou opheffen, dan komt men overigens waarschijnlijk bedrogen uit. Bij een in Groningen ingesteld onderzoek onder vrouwen die de ingreep had laten ver richten kwam naar voren dat gevoelens van schuld, spijt en berouw niet ongewoon waren, ook in gevallen waar de abortus-beslissing niets te maken had met de vraag of het nu wettelijk wël of niet -was toegestaan wat men deed. De verhouding van de aanstaande moeder tot haar ongeboren kind is. zo blijkt hieruit, stellig méér dan een bezitsrelatie. Ten aanzien van methoden en middelen tot zwangerschapsvoorkoming bestaan daaren tegen in ons land nauwelijks morele remmin gen, zoals eveneens uit opinie-onderzoeken is gebleken. Op dit intieme terrein dringt de wetgever trouwens niet regelend binnen. Nog een losse opmerking tot slot: uit het Groningse onderzoek is gebleken dat de a- bortusbeslissing het gemakkelijkst wordt ge nomen door dié vrouwen voor wie de zwan gerschap logisch gesproken niet problema tisch hoefde te zijn. namelijk de gehuwden. Daarin ziet men al sporen van het reeds eer der gesignaleerde verschijnsel, dat zwanger schap gezien gaat worden als een kwaal waartegen abortus de meest effectieve ge neeswijze vormt A. F. M. C. Koopman AMSTERDAM - „Er is ongelooflijk veel veranderd in de hele jeugdher bergwereld. Het moest wel, anders bestonden we inmiddels al niet meer", zegt Theo Palstra, public- relationsman van de NJHC, de Neder landse Jeugd Herberg Centrale. En dat de NJHC wel degelijk nog bestaat en gezond is, bewijzen enkele cijfers: de 52 jeugdherbergen die ons land telt hebben zo'n 800.000 overnachtingen per jaar. En aan Nederlandse leden heeft men een getal van 70.000. Negen tig procent van de bevolking van deze jeugdherbergen is tussen de 17 en 22 jaar; de helft van hen is Nederlands: de andere helft komt uit het buiten land. De NJHC stamt eigenlijk uit 1929. Het was een vrijwilligersorganisatie, die van de goedkope jeugdherbergen een soort verlengstuk van het gezin wilde maken. De bezoekers - het geiteharen-wollen-sokken-volkje kwamen met de rugzak, de gitaar en de ■blokfluit (voor de liedjes van Jan Pie rewiet) op de fiets. Tegen het beheer dersechtpaar zei je „vader" en „moe der". Jezelf wassen deed je metz'n der tigen tegelijk. Voor het toilet stond je in de rij. Je moest, ook al goot het pij- pestelen. om tien uur 's ochtends de deur uit en je mocht er pas om vijf uur 's middags in. Om half elf 's avonds moest je slapen. Op slaapzalen; één voor de mannetjes en één voor de vrouwtjes Erwascorvée: aardappelen schillen, groenten schoonmaken, eten koken, vloeren vegen, opdekken en af ruimen. afwassen. Je eigen bed opma ken. Geen alcohol drinken, En, vooral gezellig meedoen. Maar ja, je betaalde ook maar een habbekrats. In het begin van de Tweede Wereldoor log hief de NJHC zichzelf op Na de oorlog werd de NJHC opnieuw opge richt en omdat we economisch niet zo bijster welvarend waren, ging het met de NJHC zeer goed. Tien jaar geleden bereikte men het absolute dieptepunt. Het strakke regime paste niet meer in de tijd en dat is dan ook inmiddels in grijpend veranderd. Veranderingen Er zfjn geen „vaders" en „moeders" meer - een jeugdherberg heeft een be heerder met geschoolde hulp, Er zijn kleinere slaapeenheden met bijpas send sanitair. Een jeugdherberg is de hele dag open. tot één uur in de nacht. Ze hebben allemaal een bar. waar bier en wijnen geschonken worden, en een discohoek. Corvée in de oude zin van het woord hoeft niet meer- er zijn af wasmachines. aardappelschilmachi nes. Kortom, alles is gemechaniseerd en geautomatiseerd. Wat gebleven is. is het opmaken van het eigen bed. de tafel afruimen en: het gescheiden slapen. „Sorry, op samen slapen zijn onze huizen niet ingericht. Maar bovendien, de jongelui kruipen niet zo gauw bij elkaar. Dat is nou eenmaal het beeld van de otfdere'n, vermoedelijk ontstaan omdat ze het, vroeger zelf zo graag hadden willen doen", zegt Theo Palstra. Wat geïrri teerd overigens, want deze vraag ■wordt hem steeds gesteld, als ware dit het belangrijkste punt van het jeugd- toerisme. Wat ook veranderd is. is de prijs. Jeugdherbergen zijn bijna hotels ge worden en de prijzen zijn dus ook ver anderd. Voor een overnachting met ontbijt wordt f 9,25 gerekend. Komen er een lunch en een warme maaltijd bij dan betaalt de bezoeker f 18. Het echte trekken per fiets van de ene naar de andere jeugdherberg is ook voorbij. Men komtnu voor langduriger vakanties, vooral aan de kust, En dan zijn er nog de speciale jeugdherbergen, die zich helemaal toeleggen op zeilen, paardrijden, zweefvliegen, parachute springen en ook diverse andere cur sussen. De laatste acht jaar heeft de NJHC bo vendien zijn eigen, echte reisbureau ontwikkeld. Men biedt de jeugdige trekker reisprogramma's aan, via jeugdherbergen uiteraard, in samen werking met buitenlandse zusteror ganisaties. van Italië via Tunesië tot aan Afghanistan toe. - Geeft de grotere vrijheid geen pro blemen voor de beheerders? „In Amsterdam zegt Theo Palstra, „hebben we twee jeugdherbergen die het hele jaar vol zijn. We hebben daar, een paar jaar geleden, enorme moei lijkheden gehad met stuff-dealers, die de jeugdherbergen in kwamen om te verkopen. Daar zijn we fel tegen opge treden. Voor de rest merken we van de drugs weinig We maken bepaald geen heksenjacht op de druggebruikers, we zijn er trouwens ook niet op ingericht om daar allemaal op te letten. Loopt er onverhoopt iets fout.-dan heeft iedere jeugdherberg een vaste arts op wie men een beroep kan doen. Ook dc drank geeft geen problemen. Mis schien gebeurde dat in de tijd dat het niet mocht, toen alles stiekem moest, maar nu zeker niet" Vernielzucht is er overigens in toene mende mate En het stelen neemt ook hand over hand toe In de jeugdher berg op de Kloveniersburgwal in het hartje van Amsterdam moeten de de kens zelfs met ingenieuze sloten aan de bedden vastgemaakt worden, maar zelfs dan ziet men nog kans om ze fce stelen. Veel loslopend jong volk, Daijj- en Vondelparkslapers en wat daar nog van over is. stappen regelmatig naar binnen om overdag even te douchen Daar is nauwelijks controle op te hou- Ook een bar in de jeugdherberg. den, maar het resultaat is wel dat er regelmatig spullen vermist worden. Dat zijn zo de kwade kantjes van de grote vrijheid. Het gebouwenbestand van de NJHC is deels oud - zij het dan van binnen ge moderniseerd - deels verouderd en deels modern. Dolgraag zou men wat sneller vernieuwingen willen aan brengen, maar men is helaas gelimi teerd door de middelen. CRM geeft dan wel een subsidie op nieuwbouw en verbouwingen, maar die komt uitslui tend als de NJHC zelf 40 procent van het bouwbedrag op tafel kan brengen. De NJHC kan dat geld nauwelijks op brengen, al verloopt de exploitatie uit stekend en daarom is er een speciale Stichting Opbouwfonds Jeugdher bergen in het leven geroepen. Die stichting verzamelt het geld uit schenkingen en legaten. Dat is prach tig werk. dat evenwel naar de zin van allen te langzaam gaat, zodat een hoop bouw-wensen onvervuld blijven en men moet blijven roeien met de rie men die men heeft „De paus heeft aan kardinaal Suenens een brief geschreven ter gelegenheid van de vijftigjarige herdenking van de gesprekken van Mechelen. In de brief zegt de 1 paus dat het tijd is dat de christenen snel de weg naar de oecumene volgen, zoals die door het tweede Vaticaans Concilie is gewezen". „Wij leven tegen- j woordig in gunstiger tijden dan degenen die vijftig jaar geleden de eerste stappen zetten op de weg naar verzoening tussen christenen". Zo voegde de paus er in zijn brief aan toe. Een paar weken geleden konden we dit lezen in het dagblad 'Trouw'." Voor de meesten van hen die nu leven zal het niet veel meer zeggen, die Me- chelse besprekingen, die in 1921 be gonnen en die in mei 1925 hun laatste zitting beleefden. In 1926 ging de ge plande bijeenkomst niet door. omdat Rome liet weten 'voortzetting niet op portuun (nuttig) te achten'. Het is dus enigszins een wonderlijke herdenking die dit jaar in Mechelen op touw is ge zet. Maar voor hen die als tijdgenoten deze besprekingen hebben beleefd, komt er een herinnering boven aan die jaren, toen deze besprekingen in alle kerken nog al wat aandacht trokken en vele pennen in beweging brachten. De vraag was toen of er een hereniging van de Anglicaanse Kerk met die van Rome mogelijk was. En die vraag mocht met enig recht worden gesteld, omdat zowel de aartsbisschop van Canterbury, de primaat van de En gelse staatskerk, alsook de paus van deze besprekingen niet alleen afwis ten. maar ze ook openlijk toelieten. Eigenlijk waren het niet meer dan zui ver particuliere besprekingen, maar door dat openlijk toelaten, zowel in Canterbury als in Rome. kregen ze toch een meer dan particulier karak ter De hoofdpersonen in dit gesprek waren kardinaal Mercier, die zich door zijn houding gedurende de eerste we reldoorlog een groot gezag had ver worven en de Engelse staatsman en minister lord Halifax, die in 1925 tot onderkoning van het toenmalige Brits-Indië werd benoemd en aldaar ernstige pogingen ondernam een ver zoening te bewerkstelligen tussen Hindoes en Mohammedanen. Deze lord Halifax heeft in 1930 teksten van de Mechelse besprekingen uitgegeven, zodat we sindsdien precies weten waarover het toen is gegaan. De groot- ste moeilijkheden kwamen, zoals te verwachten was. van rooms- katholieke zijde: de handhaving van de leer van Thomas van Aquino als grondslag voor het kerkelijk denken en het primaat van de paus. Dit laatste is voor Rome de reden geweest om de besprekingen af te gelasten. In alle kerken van de Reformatie vin den we allerlei dingen die ons kunnen herinneren aan de kerk van Rome. Dat is ook te begrijpen, want de reformato ren hebben geen nieuwe kerken willen stichten, maar de oude kerk willen zuiveren door terug te gaan naar de oudste christengemeenten zoals wij die kennen uit het Nieuwe Testament. Zij hebben ook waarlijk niet alles opzij geschoven en zo vinden we in de ker ken van de Reformatie tot op heden allerlei elementen terug die overge nomen zijn uit de middeleeuwse kerk. Wanneer in Gereformeerde Gemeen ten het oude formulier van het H. Avondmaal wordt gelezen, zijn daarin stukken die ook te vinden ziin in de Romeinse liturgie. Maar van de ker ken der Reformatie heeft de Angli caanse Kerk het meest van al de herin nering bewaard aan de kerk waaruit zij is voortgekomen. Dat is begrijpelijk, gezien de wijze waarop in Engeland de reformatie tot stand is gekomen. De koning wilde los zijn van het gezag van de paus. Deze kerk heeft bij alle katho- liserende elementen die er bleven, een zuiver calvinistische belijdenis gekre gen, waarom zij ook vertegenwoordigd was op onze synode van Dordrecht van 1618/19. In die belijdenis was er uiter aard geen plaats voor de paus. Nu is de Anglicaanse Kerk innerlijk verdeeld. Men kan er diensten in meemaken die voor ons helemaal lig gen in de rooms-katholieke sfeer. Doch het is ook mogelijk in diezelfde kerk een dienst bij te wonen die niet veel verschilt van die wij in ons land ken nen. Een deel van deze kerk is zeer ka- tholiserend. Daar wordt de plaatse lijke geestelijke nog altijd 'priester' genoemd. Een ander deel is meer cal vinistisch en daar wordt de herder en leraar aangeduid met het woord 'mi nister', dienaar. Wij zouden zeggen: predikant In zo'n laatste soort ge meente hebben we dit jaar de Paasda gen doorgebracht. Viermaal was er in die dagen de gelegenheid tot viering van het H. Avondmaal, opdat- zo werd afgekondigd - er geen klachten meer behoefden te zijn dat gemeenteleden niet in de gelegenheid zouden zijn daaraan deel te nemen. We dachten aan de Paasmis en aan het getal van de non-paschanten, die men vroeger al thans zag in de statistieken van de pa rochies. De oude communiebank was nog volop in gebruik en we bemerkten dat het toch iets anders is wanneer je knielende als een bedelaar met uitge stoken hand het brood van de 'minis ter' ontvangt. De collecte was op de Paasdagen, naar weer werd afgekon digd, voor de 'minister' en we herin nerden ons dat in de Middeleeuwen de paascollecte ook voor de priester was bestemd. Zo kom je in de Anglicaanse Kerk, veel meer dan bij ons. allerlei gewoonten en gebruiken tegen die de herinnering oproepen aan de kerk van Rome. Lord Halifax en kardinaal Mer cier hebben een mogelijkheid gezien om juist hun beider kerken nauwer met elkaar in verbinding te brengen. Maar in de twintiger jaren was zulk een pogen toch wel wat heel bijzonders, Zoals reeds gezegd, zijn die Mechelse besprekingen afgebroken omdat tens lotte het primaat van de paus voor de Anglicanen onaanvaardbaar was, waarom men toen vanuit Rome er een eind aan maakte. We zijn nu vijftig jaar verder en in die tijd is er kerkelijk heel wat gebeurd wanneer we denken aan het gesprek van Rome met de kerken die uit de Reformatie zijn voortgekomen. Wat vijftig jaar geleden nog iets heel bij zondere was, is nu iets gewoons ge worden. Waar is er geen Rome- Reformatieknng Ook de paus erkent dit wanneer hij naar aanleiding van de herdenking aan kardinaal Suenens schrijft. Maar nu ligt er een ander groot struikelblok en het is wederom in een correspondentie van de Anglicaanse Kerk met die van Rome, nu bij beide op het hoogste niveau, dat dit naar vo ren gekomen is. De aartsbisschop van Canterbury heeft met de paus gecor respondeerd over de vrouw in het ker kelijk ambt Dat is geschied in 1975. Dit jaar is die briefwisseling voor pu- blikatie vrijgegeven. In een deel van de Anglicaanse Kerk heeft men de vrouw in het ambt geaccepteerd. In Canterbury vindt men nu dat de Anglicaanse gemeenschap langza merhand toe is aan de officiële aan vaarding van de vrouwelijke priester". De aartsbisschop van die stad heeft nu aan de paus. aan de Oosters- Orthodoxe kerken en aan de Oud- Katholieke Kerk (met wie de Anglica nen een bijzondere band hebben) ge vraagd wat zij hiervan dachten. Bij de Orthodoxen bleken er zeer ernstige bezwaren te bestaan. De paus heeft geantwoord dat hij de wijding van vrouwen tot priester ten diepste zou betreuren. „Het interkerkelijk gesprek zou hierdoor ernstig worden bemoei lijkten in dat verband schreef de paus over 'een ernstig obstakel op de weg naar verzoening'. Er zijn 'zeer funda mentele bezwaren', want Christus heeft zijn apostelen uitsluitend ui'I mannen genomen, zodat 'het uitslui-\ ten van vrouwen van het pnester-T schap overeenkomt met Gods bedoe- ling met de kerk'. Niettegenstaande de mening van de paus gaan er in zijn kerk steeds meer stemmen op om voor de vrouw in het kerkelijk bestel een grotere plaats in te ruimen. Tijdens de vijftigjarige her denking van de Mechelse besprekin gen hebben de Brusselse priesters een motie aanvaard waarin staat dat 'er in de kerk plaats (moet) zijn voor ge huwde mannelijke en vrouwelijke priesters, die zich voor altijd of tijde lijk verbinden'. In ons land weten we welk een struikelblok zulk een motie is. De vorige week is in Philadelphia het Eucharistisch Congres gehouden dat, gedeeltelijk althans, door meer dan een miljoen mensen is bijgewoond. Dit tenminste volgens een radio uitzending die we daarover hoorden. Daar heeft ook gesproken onze vroe gere minister dr. Marga Klompé die, volgens het verslag van 'Trouw', een beroep deed op alle vrouwen er bij de bisschoppen op aan te dringen dat de rol van de vrouw in haar kerk veran dert. „Als de mannelijke structuur van onze kerk veranderd zou worden door de aanvulling van de vrouwelijke be nadering. zou dit kunnen bijdragen tot het oplossen van vele pastorale pro blemen". Die Brusselse motie en die woorden van dr. Klompé geven enigs zins aan hoe sinds de Mechelse be sprekingen in heel het gedachtenkli- maat ook van de kerk van Rome een verandering is te constateren. Open lijk wordt nu gezegd waaraan men vroeger haast niet durfde denken. Over de leer van Thomas van Aquino hoor je eigenlijk niet meer spreken en zeker niet dat deze het uitgangspunt moet zijn van het kerkelijk denken. En de tegenwoordige paus heeft, in een onbewaakt ogenblik misschien, zich beklaagd dat zijn persoon blijkbaar de grootste oecumenische hinderpaal was. Maar nu is dan het grote struikel blok de positie van de vrouw in het kerkelijk ambt. Wij zullen in het huis des HEEREN gaan.psalm 122:1b Psalm 122 is een blij en opgetogen lied, gezongen door de pelgrims op weg naar Jeruzalem. Vlak voor hun einddoel klinkt het blij uit hun mond: „Wij zullen in het huis des HEEREN gaanDat was het voornemen van iedere vrome Israëliet, die op weg was van zijn woonplaats naar de tempel in Jeruzalem. Het was Gods bevel drie maal per jaar daarheen te gaanom Hem daar te loven en te danken. En het was met lust dat de pelgrims aan dit bevel gehoorzaamden. Niet met een lang gezicht, maar met blijdschap ging men tiaar 'de kerk'. God geeft ook ons het bevel op Zijn dag naar Zijn huis te gaan. Heel duidelijk staat dat in de Bijbel dat wij onze on derlinge bijeenkomsten niet nalaten mogen. En ivat is het, goed beschouwd, een geweldig voorrecht dat in zo'n ogenschijnlijk, simpele kerkdienstde almachtige Goddoor ZijnWoordkleine zondige mensenkinderen opzoekt. Door dat Woord dat ons als zondaren aanwijst en beschuldigt; maar dat ook spreekt van enige troost in leven en in sterven, ivant het spreekt van de ge- nade van onze Heere Jezus Christus. Zondag luidt de klok weer.dan roe pen geen mensen U toe: kom! Nee, het is een barmhartige God die U nodigt. Zullen wij thuisblijven? Nee, „Wij zullen in het huis des HEEREN gaan". H.Harkema 6t.Philipsland

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 16