Achtduizend prentbriefkaarten
ais symbool van een
democratiseringsproces
Wl f s w
KAARTEN OP TAFEL
DE GEiEENTE VAN CHRISTUS
ALS LASTIGE CRITICUS
18 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 7 DECEMBER IHTER
MIDDELBURG Leuk voor een regenachtige middag: achtduizend oude prentbriefkaar
ten bekijken. Over het aantal regenachtige middagen van de laatste tijd is al genoeg ge
zegd; ze laten wel ruimte voor het doornemen van de verzameling van de Middelburgse ju
rist mr. M. A. Terwoert, die een dergelijk aantal in albums bijeen heeft gebracht. In één
middag komt men niet ver. Achtduizend vaak fascinerende afbeeldingen, verdeeld over
vier uur, dat is 1,8 seconde per kaart. Met achtduizend oude prentbriefkaarten kan men
een hele herfst vooruit.
Oude prentbriefkaarten produce
ren, gerubriceerd cn in de rubrie
ken nog eens met liefde voor
mensen en landschap gerang
schikt, een stuk geschiedenis, dat
men niet op één regenachtige
middag in zich opneemt. Toch is
mr. Terwoert er in geslaagd zijn
verzameling te comprimeren tot
een lezing 'De geschiedenis van
de prentbriefkaart,' onlangs uitge
sproken voor do Heemkundige
Kring Walcheren, waarvan <le
beer Terwoert vice-voorzitter is.
Wèl duidelijk een avondvullend
programma, omdat er uiteraard
ooit 'lichtbeelden' aan te pas ko
men, het projecteren van de
meest markante platen uit de
verzameling.
Plaatjes uit het begin van deze
eeuw hebben op een afstand van
nog geen driekwart eeuw de di
mensie van een andere, bijna ver
geten wereld. De regenachtige
middag in het buitenhuis van mr.
Terwoert in Valkenisse begint
met een blik op Hontenisse, de
watersnood op 12 maart 1906.
Het is een uitgave, zoals men
onder de afbeelding van de on
dergelopen dorpsstraat leest, van
baronesse Collofc dTDscury-Van
Doominok, 'ten voordeele der
noodlijdenden.' De noodlijdenden
hebben zich op de voorgrond in
een roeibootje verzameld en wat
verderop, onder een aantal leilin
den, poseert de veldwachter tot
aan de knieën in het water; hij
demonstreert zijn bevoorrechte
positie door het bezit van lies-
laarzen. Poseren deed men gaar
ne in die dagen. Zodra ergens
een fotograaf verscheen, stroom
den modellen en figuranten bij
een om bij voorkeur de
voorgrond te vullen in een hou
ding, die weifelt tussen martiaal
en bedrukt; de man onder de
zwarte doek ontmoette zoveel
ontzag, dat zijn geportretteerden
onder de noemer van verstarring
te vangen zijn. Geïmponeerd of
militant; niemand kijkt geheel
onbevangen.
Terwijl mr. Terwoert vertelt over
de achtergrond van zijn hobby, een
grote liefde voor de periode 1880-
1920, de tijd waarin de basis
werd gelegd voor allerlei maat
schappij vormen van thans, vraagt
een ander markant beeld uit de
verzameling de aandacht. Mensen
met strohoeden en bezorgers, die
een pet dragen, zijn te hoop
gelopen bij een verzameling bak
kerskarren, uitgestald voor een
'coöperatieve broodbakkerij' te
Breda. Het onderschrift, aan de
vOQrzijde direct onder de foto
geplaatst, getuigt van de stille
kracht der vooruitgang; 'Aan de
ze Bakkerij werken de bakkers
tegen vijftien gulden per week,
de karrijders tegen de hoogste
provisie waardoor bij bezorging
van 1000 brooden per week reeds
vijftien gulden verdiend wordt.'
De mededeling op deze "bericht
kaart' is mede vol bemoediging:
'Gelukkig is de koorts veel min
der vanmorgen, de nacht was
ook rustig, zeker kou gevat zon
dag in de ijskelders. Ik ben blij
hoor, dag!' Wat doe je ook in een
ijskelder, zou je zeggen. Het mys
terie blijft zoals de verzameling
van mr. Terwoert een aaneen
schakeling blijft van beelden die
vertederend zijn, verwondering
oproepen, soms ook een groot
mededogen voor de slachtoffers
van die tijd. Prentbriefkaarten
verzamelen uit die periode is het
bijeenbrengen van een stuk visue
le geschiedenis en de kracht van
het beeld is vaak indringender
dan die van het geschreven
woord. Het is wat mr. Terwoert
in zijn lezing stelt: het is het
iournaal van die tijd, de tv uit de
gaslicht-periode. Een kaart laait
de 'Grote Meisjesslaapzaal' van
'Kinderzorg' in Middelburg zien.
Een gevangenis. Bijen kasten, rij
en bedden, alles uniform en in
het gelid. Een planken vloer, so
ber meubilair met een centimeter
gerangschikt. De zaal is leeg.
maar je leunt de meisjes van de
grote slaapzaal gemakkelijk erbij
denken. Devoot in eenvormige
zwarte rokjes op een rij, wach
tend op het teken voor de collec
tieve uitkleedpartij. Eigenlijk is
het een monsterlijke kaart. Aar
dig om te vergelijken met het
nieuwe meisjeshuis van 'Kinder
zorg' in Middelburg. De afstand
is maar zeventig jaar.
Voor uitersten hoeft men niet
lang te zoeken. Het 'Stoomjacht
van Baron von Rothschild in de
Westhaven van Terneuzen' vormt
met twee masten en een schoor
steen stoomkracht in het
midden voor hevige afwisseling.
Wat de baron naar Terneuzen
lokte wordt niet duidelijk uit de
mededeling, die de kaart siert:
'Beste zus schrijf svp eens wan
neer of u naar huis komt ik
komt denkelijk van Maandag tot
Dinsdag als u komt anders kom
ik niet naar huis. Wees hartelijk
gegroet uw zus Mina.'
Achtduizend prentbrief ka arten
Oude dorpsgezichten, geschiede
nis in steen, maar ook sociale
geschiedenis als men de stikkerij
beziet van de 'Vlissingsche
Stoom-Schoenfabriek Gebr. A.
J Klijberg.' De patroon of werk
meester houdt zich aan het eind
van het lokaal tegen een deur op,
de armen gekruist, alsof hij tot
iedere prijs een te vroeg inluiden
van het schaftuurtje wil voorko
men en vanaf de voorgrond tot
aan die deur is de ruimte gevuld
met stiksters. jonge, veel te jon-
rre meisjes, die zoals prof. Brug
man later zou schrijven, hun deel
hadden aan de industriële revolu
tie met produkten 'die op de
rand van bruikbaarheid zijn.' En
dat viel in die tijd nog erg mee.
De rubriek 'topografische kaar
ten' is al even interessant. Een
schitterende, weinig bekende
kaart is die van de zijde van de
Middelburgse Markt, waarin het
café-restaurant Suisse en het
'Koffiehuis de Eendracht' zijn op
genomen. De namen zijn geble
ven, de oude gevelwand van voor
de brand van mei 1940, zal voor
wat jongere mensen onherken
baar zijn. Het mysterie komt te
rug: wie tracteerde zijn kennissen
in het begin van deze eeuw op
een afbeelding van de operatie
zaal van het Vlissingse St-Joseph-
ziekenhuis? De kaart bestaat. Een
weinig opwekkend tafereel, bruin
gedrukt, met de operatietafel op
de voorgrond, bij het eerste aan
zien nog primitief maar bij nade
re bestudering erg solide en met
een begin van medisch ver
nuft.
STATUS
ONTSTAAN
Na zeven kaarten is al een groot
deel van de regenachtige middag
gevuld. De albums gaan nog niet
dicht, maar de schat is te groot
om in alle details te bespreken.
In zijn lezing laat mr. Terwoert
die details over aan de 'toverlan
taarn,' die de oude kaarten op
het doek projecteert. Hij bepaalt
zich vooral tot de grote lijn,
waarbij het ontstaan van de 'an
sichtkaart' rond 1870 veel
aandacht krijgt. Tot die grote
lijn behoort uiteraard het jaar
1807, waarin Napoleon de eerste
regels voor het postvervoer liet
opstellen. Voor die tijd was het
postverkeer ongeorganiseerd. Al
les lag in de sfeer van het parti
culier initiatief. Men gaf een
dat de ontvanger moest
Na 1807 komt er geregeld post
vervoer -te. paard, later met post
koetsen, en beginnen meer en
meer dé afzenders te betalen. In
de tarieven wordt dan al uitge
gaan van het gewicht van het
stuk. Men begint de poststukken
zo licht mogelijk te maken en
lat leidt weer tot de 'vouwbrief',
waarbij de enveloppe achterwege
bleef. De behoefte tot vooruitbe
taling, tegelijk de vereenvoudi
ging van de financiële afhande
ling werd steeds sterker. Dit leid
de eerst tot het stempel 'port
paid,' later omstreeks 1840
tot de eerste postzegels, waarbij
Engeland vooropging. In 1865 en
1867 doet de Duitse dr. Heinrich
von Stephan tweemaal een ver
geefse poging tot introductie van
ie briefkaart, een corresponden-
tiekaart, nog zonder illustratie.
Eerst wijzende Duitse postauto-
riteiten zijnvoorstel af. twee
jaar later is dat ook het geval op
een internationale postconferentie
in Karlsruhe. Maar nadat begin
1869 een hoogleraar aan de mili
taire academie van Wenen. Ema
nuel Herman in een dagblad een
uitgewerkt voorstel publiceert
een kaart in te voeren met regels
voor een uniforme afmeting, een
heidstarief, een ingedrukte post
zegel en een staatsmonopolie
volgt op 1 oktober 1869 een de
creet van keizer Franz Joseph
ran Oostenrijk-Hongarije, dat 'de
nieuw uitgevonden postkaart in
omloop zal komen en genaamd
zal worden correspondentiekaart.'
De grootte moet gelijk zijn aan
een vouwbrief (122x88 mm) en
de verzending kost de helft van
een brief. Het succes is groot.
Binnen een maand zijn er al
anderhalf miljoen 'corresponded
tiekaarten' verzonden. Al lang
voordat in 1890 het eenheidsfor
maat op 140 bij 89 mm is ge
bracht is een evolutie op gang
gekomen met prenten op de
briefkaart. De oorlog van 1870
geeft er een grote stoot aan.
Zowel Duitse als Franse soldaten
willen berichten naar huis zen
den. Het analfabgetisme is nog
groot: veel soldaten schrijven ge
brekkig en geven de voorkeur
aan een kaart 'met een plaatje.'
Een rem op de ontwikkeling van
de 'ansichtkaart' is nog, dat ze
alleen in een enveloppe verzon
den mag worden. Maar er wordt
steeds groter druk op de postau-
toriteiten uitgeoefend. In 189?
komt de weg vrij. Er wordt een
eenheidsmaat vastgesteld. de
plaats voor de postzegels, regels
voor het internationale verkeer.
Eén zijde van de kaart is be
stemd voor het adres. De prent
blijft eerst nog vrij klein omdat
men de rechter benedenhoek vrij
laat voor de naam van de afzen
der en korte mededelingen.' Weer
druk op de postautoriteifcen: de
gebruikers willen dit naar de
adreszijde, naar de achterzijde la
ten verhuizen. In Nederland
duurt het tot 1905 voordat dit
officieel wordt toegestaan. Dan
verschijnt, als een compromis, de
verticale middenstreep op de
kaart met rechts de adressering,
links de naam van de afzender.
De voorzijde bestaat vanaf dit
tijdstip uitsluitend uit beeld. In
Duitsland is de ansicht als WV-
drukwerk dan al lang in zwang,
maar Nederland volgt traag. De
oudste Zeeuwse prentbriefkaart
uit de verzameling van mr. Ter
woert is bijvoorbeeld een gezicht
op Vlissingen, verzonden op 8
maart 1893. Na de eeuwwisseling
volgt de 'gouden periode' van de
prentbriefkaart, de jaren 1900 -
1920. De ansicht verovert de hele
wereld.
In 1903 worden er in Engeland
600.000.000 verzonden, in Duits
land in dateelfde jaar
1,000.000.000. Het 'jaar 1906 wordt
in Duitsland een topjaar met de
verzending van 1.500.000.000 brief
kaarten. In hetzelfde land zijn
het er in 1900 nog maar
300.000.000 geweest. Een vergelijk
met het Nederlandse verzenderj-
fer van het jaar 1900, 15.000,000
Met de niet verzonden kaarten
meegerekend wordt de wereldpro-
dufctie in 1905 op 10.000.000.000
briefkaarten geschat. De brief
kaart is dan al statussymbool
geworden. De stoommachine had
de reismogelijkheden verruimd
en ieder die op reis ging, wilde
dit aan zijn kennissen laten we
ten. Men stuurde een ansicht, bij
voorkeur met daarop met een
kruisje de plaats aangegeven,
waar men gestaan had.
In zijn lezing gaat mr. Terwoert
ook in op de techniek. Tegen de
eeuwwisseling bereikt men door
eenvoudiger druktechnieken grote
prijsdalingen in vergelijk met de
aanvankelijke veel toegepaste li
thografie. Dit bracht grote veran
deringen teweeg; voorzichtig zou
men kunnen spreken over een
democratisering van de kunst.
Eeuwenlang was het privilege
van de elite geweest zich te om
ringen met schilderijen, tekenin
gen. etsen, gravures enzovoorts.
De afbeelding, hoe simpel ook,
kwam nu binnen bereik van de
gehele bevolking. „De prentbrief
kaart", zo stelt mr. Terwoert,
„werd statussymbool zowel voor
gemaakte reizen, voor kunstver
zamelingen, voor gesprekstof etc.
De albums werden vóór de
komst van de visite op de salon
tafels gelegd".
Mr. Terwoert wijst ook op de
betekenis van het verzamelen: de
enorme vloed van kaarten maakt
dait er een unieke hoeveelheid
documenbatóe-maiteriaal is ont-
staan op zeer' verschillende terrei
nen. Daarom betreurt mr. Ter
woert het, dat de belangstelling
in hoofdzaak is geconcentreerd
o-> wat de verzamelaars aandui
den met 'topografische kaarten',
dorps- en stadsgezichten. Er zou
den categorieën verzamelaars
moeten komen die zich specialise
ren op bijvoorbeeld curiosa, poli
tiek, karikaturen.
Vooral in die rabrieken blijkt,
dat de prentbriefkaart een sym
bool werd van een democratise
ringsproces en tevens de docu
mentatie hiervan. Zo levert een
andere rubriek weer magnifiek
documentatiemateriaal op voor
het terrein van de sex en het
sociaal gedragspatroon. In het
Victoriaanse tijdperk werden in
Engeland twee boekhandelaren
opgepakt die "Parijse kaarten' ver
kochten. De afgebeelde dames
droegen badpakken met vrij kor
te mouwen en pijpen. Ze kregen
zes weken gevangenisstraf en
harde dwangarbeid. Andere han
delaren in het Victoriaanse Enge
land vormden comité's om vul
gaire, 'indecent postcards' te we
ren.
De volgende oorlog, 1914 - 1918,
brengt weer een kentering: de
pin-up girl verschijnt in de leger
plaatsen. De 'kunstkaarten' zorg
den voor een doorbraak op een
ander terrein. „Kunst", aldus mr.
Terwoert, „was een prerogatief
van de elite. Om van kunst te
kunnen gemeten was een zekere
eruditie noodzakelijk. Anders be
greep men er niets van. Deze
redenering werd doorbroken
door de prentbriefkaart. De kunst
veroverde de prentbiefkaart, de
prentbriefkaart veroverde de
kunst". Bekende art-nouveau kun
stenaars kregen wereldfaam via
de prentbriefkaart. Er zijn Ju-
gendstii-briefkaarten en kaarten
met werken van impressionisten
en romantici.
RAGE
Mr. Terwoert betreurt dat ook
hij. zoals zoveel verzamelaars te
weinig aandacht heeft besteed
aan andere rubrieken, dan de
dorps- en stadsgezichten. Wel is
er nu sprake van een 'revival',
men zou zelfs van een ontluiken
de verzamel-rage kunnen spreken.
Nieuwe verzamelaars moeten het
van handelaren en ruilbeurzen
hebben en wat in vergeten hoe
ken op zolders bewaard is geble
ven, Als er van de tien miljard
kaarten, die in de gouden periode
van de briefkaart per jaar wer
den aangemaakt, één procent is
overgebleven, is dat veel, zo
schat mr. Terwoert. De waarde
van oude prentbriefkaarten is in
tussen aan het stijgen. Vijftien
jaar geleden was twaalf cant
voor een niet te zeldzaam exem
plaar nog een gangbare prijs. Nu
ligt die zo ongeveer tussen veer
tig cent en een gulden. Voor
zeldzame topografische kaarten
wordt vijf gulden en meer be
taald.
Voor mr. Terwoert ligt de waar
de van het verzamelen vooral m
de documentatie; de kaarten la
ten met elkaar een ontwikkeling
zien, in rubrieken als 'evolutie in
het verkeer' en 'recreatie toen en
nu'. Mr. Terwoert: „Het verzame
len houdt bij mij verband met
een grote liefde voor de periode
1880-1920. De prentbriefkaart is
een stuk documentatiemateriaal
van die periode. Een leraar
bracht me destijds bij, dat in die
tijd de structuren van onze maat
schappij werden gevormd".
..stikkerij te Vlissingen
i
verdwenen Middelburgse Murkt
De beleidsconferentie van de Raad van Kerken in Nederland, waarvan elf kerken
godsdienstige instanties deel uitmaken, heeft de vorige week gedurende twee
vergaderd. Het was een vervolg op en een zekere afsluiting van de drie kcrkeneonfi-rJ
W« Y*
i september-oktobe:
afsluiting", want een eindpunt is
slag van deze beleidsconferentie heeft gelezen,
dit jaar gehouden zijn. We. schrijven
niet bereikt en wie een meer dan oppervlakkig w*
ilil nnl 1 hf.hhn„ h.......
al dit ook wel hebben begrepen.
Het punt waarover we overal hebben
kunnen lezen, tenminste in de kranten die
ons onder ogen kwamen, is'geweest het
besluit om aan te dringen op een wekelijk
se vastendag. Dat was voor de dagbladen
blijkbaar het meest uitspringende punt.
Met. dikke letters stond het gedrukt dat de
kerken in ons land, gezien de kritieke
voedselsituatie in de wereld en de ongelij
ke verdeling van de welvaart, hun leden
op het hart willen binden daaraan als
christenen meer te denken en zich zelf
daaraan te herinneren door het vasten
gedurende één dag in de week. Het is niet
direct bedoeld om, hetgeen we daarmee
uitsparen te bestemmen voor een humani
tair doel ergens in de Derde Wereld, waar
het gebrek meer dan nijpend is. Men heeft
verder gedacht wanneer men spreekt dat
het geld en de energie die vrijkomen bij
een verantwoord gebruik bestemd zullen
worden 'voor vernieuwing van onze sa
menleving'. Hierop komen we aan het slot
nog terug.
Op die beleidsconferentie in Lunteren ge
houden, is meer gebeurd dan dat er een
besluit over een mogelijke wekelijkse vas
tendag is genomen. Het feit dat van al die
deelnemende kerken en godsdienstige in
stanties de topmensen aanwezig waren, is
allereerst wel eens iets waaraan aandacht
mag worden besteed. Dat is nog nooit
eerder in ons land vertoond. Men heeft
afgevaardigden, deputaten, commissiele
den, mensen met een speciale opdracht
om op een vergadering van de Raad van
Kerken in Nederland him kerk te vertegen
woordigen. Zo iets wordt gewoonlijk 'ge
delegeerd'. Zij die direct voor het beleid in
eigen kerk verantwoordelijkheid dragen,
horen dan later wel wat er besproken en
voorgesteld is. Dat is nu anders geweest.
De tien die uit elite kerk aanwezig waren,
hebben nu mee gedaan aan de besprekin
gen. En al waren de verschillende werk
groepen die er in Lunteren zijn gevormd
uit de 130 deelnemers niet publiek en al
moesten, terwille van de tijd de plenaire
vergaderingen kort worden gehouden, dit
neemt toch niet weg dat zij. die in eigen
kerk leiding geven zich hier openlijk heb
ben moeten uitspreken en mede beslissin
gen hebben moeten nemen. Zo iets hebben
we in ons land nog niet eerder meege
maakt en we wagen ons af waar en
wanneer dit eerder is gebeurd.
Er zijn al heel wat vergaderingen van de
Raad van Kerken in Nederland gehouden,
op plaatselijk niveau, in regionaal verband
en ook enkele landelijke. Men kon daar
lustig redenerei), discussiëren, heel wat
overhoop halen en met voorstellen komen.
In iedere kerk, indien het tenminste zover
kwam, kon men dan zien wat er mee te
doen. In de praktijk bleek dat er niet veel
van terecht kwam. En zo zouden ook wel
die drie gehouden kerkenconferenties van
september-oktober in de delta van de ge
scheiden kerken zijn uitgelopen om zo
ieder op eigen wijze de wijde wijde zee te
.bereiken. Zo iets hadden we, eerlijk ge
zegd, ook verwacht.
Wat is er nu gebeurd? Eer dat die stroom
zich ging splitsen hebben we nu gehad
deze beleidsconferentie van een 130 verte
genwoordigers van de kerken die bij de
Raad van Kerken zijn aangesloten. Praesi-
des van synoden waren er, mensen die op
het beleidsniveau van hun kerk een belang
rijke plaats innemen. Zelfs de aartsbis
schop, kardinaal Alfrink, was in hoogst
eigen persoon aanwezig. Deze vertegen
woordiging heeft aan de beleidsconferentie
een betekenis gegeven, zoals geen vergade
ring van de Raad van Kerken in ons land
nog ooit heeft gehad. En tegelijk zijn die
drie kerkenconferenties (en alle besprekin
gen die voordien op het- plaatselijke en
regionale vlak zijn gehouden) over bevrij-
ding tot gerechtigheid, geloof en gemeen
schap, van meerder gewicht geworden,
wat zonder die bijeenkomst van de vorige
week in Lunteren, niet zou zijn geschied.
Zij die zich voor die drie kerkenconferen
ties hebben ingespannen en er aan hebben
meegewerkt, behoeven nu niet te zitten
met het verlammende gevoel (wat zo
menigmaal over deelnemers aan zulke
evenementen gekomen is) dat er verder
toch niets wordt gedaan met hetgeen zij
op tafel hebben gebracht. Op zeer korte
termijn zelfs is er nu een vervolg geko
men. Dat is op zichzelf een verheugende
zaak en het doet ons hopen dat. de Raad
van Kerken in ons land zal heenkomen
over de impasse waarin zij toch wel
Door die beleidsconferentie in Lunteren
hebben de gezamenlijke kerken in ons land,
voor zover ze dan lid zijn van de Raad
van Kerken, een gezamelijk beleidspro-
gram gekregen. Zij zullen zich gezamelijk
moeten blijven bezig houden met de toe
komst van de wereldsamenleving. Dat is
iets wait er gemakkelijk uit gekomen moet
zijn, want in de praktijk was men
op verschillende terreinen tot stman»
king gekomen. „De kerken en hun 1<
hebben, levend vanuit het evangelie,
plicht op te komen voor de zwakken c
rechtelozen". Genoemd zijn dan ge
nen, gemartelden, slachtoffers van
me, buitenlandse werknemers en rijk»
noten. Ook dit is een punt waarover®!
het gemakkelijk eens moet zijn gewonfe
De 'gelijkwaardigheid van man en i
in kerk en maatschappij' heeft i
meer discussies opgeleverd, hetgeen
te begrijpen is- daar de structuur van&
kerken niet gelijk is. Maar ook hier w
men gemakkelijk in het algemene blij;?
Dat is niet het geval wanneer het.
over 'oecumenische catechese' en 'oec®s
nische vorming inzake de kernen vanfe
belijden'. Daarbij moesten zekere kaar!;
op tafel komen. Iedere kerk heeft zo fc&.
eigen geschiedenis, haar eigen belijdè^
haar eigen vorming, haar eigen kerkeK»
leven, haar eigen kerkstructuur en daane
kan men zo maar niet voorbijgaan. My
een feit is dat steeds meer huwelijke;
kerkelijk gemengd zijn. We hebben rt.
eens horen zeggen dat het ongeveer
helft zou zijn, tenminste in de steden. fc
daarmee komt men praktisch te
voor zo iets als een oecumenische oatefs
se.
Het allermoeilijkste punt is natuurlijk r-
weest het samen vieren van avondmaaj
eucharistie. Hier moesten troefkaarten oi
tafel komen en dat is dan ook geschfel
Het mag dan "beschamend' zijn genoerc
dat christenen niet tot deze gezamenlijk
viering in staat zijn, tenminste offics
niet en de kardinaal mag hier dan gesp.v
ken hebben van eerbied voor de over»
ging van anderen en dat het voor hen ee
geloofskwestie is, niet allereerst een kei'
rechtelijke en een theologische zaak, fe
is men toch volkomen blijven steken a
dat, terwijl het hier nu juist gaat om
hart van het kerk-zijn. Het standpunt ra
de paus in dezen is voldoende bekend, t
ieder geval hebben de kerken na fc
beleidsconferentie genoeg stof om er lefe
voor zich over na te denken en dat zal
wel moeten gebeuren ook.
We komen tenslotte nog even terug op te
vasten van één dag in de week. Vasten s
een goed bijbels begrip. We lezen er neg
al eens over. In protestantse oren het.1!
vasten een puur roomse klank, maar n
behoeven het nu toch niet meer te vertfc
den met hetgeen daar vroeger gebod ra.
Wie een moraaltheologie opslaat, die n»
ger in de R-K Kerk in ons land gebruik
werd, lean daarin merkwaardige en interes-
santé dingen vinden wanneer het gaat ove:
die vastenwet. Tot zo iets zullen
kerken met elkaar niet meer in siaat ajt
Het gaat nu ook niet om een zelf-aaiö-:,
maar om voedselnood die er is ia it
wereld. Door zelf slechts één dag lev*
ten, worden we herinnerd aan hei te eer,
week lang niet genoeg in hun maag tri;
gen. En als we er op deze wijze peto»
lijk mee in aanraking komen, wil het es
meer doen dan wanneer we een folder o!
brochure lezen bijv. over de Saheëaa-
den.
Wij leven in een tijd van welvaart, Face
kerkgeschiedenis een beetje kent, weet te.
juist in zulke tijden de gedachte w.
armoede om Christus' wil, naar boven is
gekomen. We hebben daarop een pa:
maanden geleden gewezen naar aanleiïx;
van de boodschap van de
de Franciscanen, ongeveer in
tijd, is opgekomen toen er in de s teder
steeds meer welvaart kwam. Een zelfde w-
schijnsel zien we in ons land in de let
eeuw, de eeuw van de Moderne Devotie en
van de Observantie. En om nog een vor
beeld te noemen, toen Middelburg en Zee
land hun hoogste bloei beleefden, te
juist daar op de beweging van de Nadert
Reformatie, die mensen persoonlijk aan
sprak op hun christen-zijn en vroeg cn
soberheid van leven, soberheid in het eta
soberheid in de kleding. Die Nadere Refor
matie heeft heel ons land beïnvloed en
nog zijn de sporen daarvan niet veras?
nen. In Amerika schijnt men nog ras:
welvaart te kennen dan wij hier, Wc
vinden het waarlijk niet toevallig dat cr
aldaar een kerkelijke beweging is ontóa
die het vasten in haar programma heelt.
Zo vreemd hebben we het- daarom ooi
niet gevonden dat dit punt op de belefe
conferentie te Lunteren naar voren i>
gekomen en we hopen alleen maar dat ce
kerken in staat zullen zijn er een gepas?
vorm aan te geven zonder te vervallen i
het wetticisme
ologie.
Rond half tien op een
avond werd aan de pasto
rie gebeld. Er stond een
groepje kinderen voor de
deur. derde klas basis
school, op pad naar huis
va.n een verjaardag, die
wat was 'uitgelopen' zeiden
ze. Of ze het 'duiveltje'
mochten zien in de hal,
want in de Iclas was hun
toegezegd, dal dat wezen
ook receptie hield. Wat dui
veltje, denkt u? Ach, niets
anders dan een souvenir
uit Parijs van onze laatste
vakantiecenten, gekocht
naast de machtige Notre
Dame-kerlc, in het hart van
die wereldstad, vijfentwin
tig centimeter hoog maar.
AZs u ons zou vragenwat
maakte van die kerk een
bijzondere indruk, dan is
dat naast het mooie van de
binnenkant een klein idee
van één van de kunstzinni
ge beeldhouwers uit de
twaalfde eeuw. Op de hoek
van een torentrans beitelde
de steenhouwer een meer
dan levensgrote duivelsfi
guur. Je zou moeten zeggen
vanuit het boek Job, één
van de zonen Gods' ofte
wel satan in de oude verta
ling, de 'aanklager' volgens
een nieuwe omzetting, en
een mooiere aanduiding,
naar onze bescheiden me
ning. Die figuur zit met
zijn ellenbogen op de to
rentrans, hoofd in de han
den, vleugels op de rug,
(bovenaards wezen dus) en
met een paar kleine horens
op het voorhoofd, en dan
steekt het wezen vanuil het
Godshuis zijn tong uit te
gen al het druk en aards
steeds de tong uit, i»'j
ugt r
Gods woord, m C
beleving van Got
jor de Kerk f
houdingblik,
gedoe beneden. Al zeven
eeuwen doet dat wezen het,
en het heeft al wat zien
langs gaan door de straten,
nu is het druk autogeraas
van opgeschroefde mensen,
koningen zijn langs gegaan,
professoren van de Sorbon-
ne, beeldhouwers uit de
bol althans; revoluties, ver
lossende kreten, uitmoor
ding en wraak en dansende
menigten, alweer een nieu
we beweging. En vergeet
niet de massa kunstenaars...
Alles is voorbij, de we-
sche
tong
van Christus is
lossing, op wat
van ministerrtwu
tot in uw persoonlijk l-
ven. Nog steeds is eent
meente zinvol, als we
len zijn wat God met «m
bedoelde. En naardjjjj®(
groep kinderen töj
afsluiting van hun mm
dagsfeest. En
kwamen als een gaeaw»
nemen, lclein begonnen
groot gedaan. Wat u!
M.Jin M,