Achtduizend prentbriefkaarten ais symbool van een democratiseringsproces Wl f s w KAARTEN OP TAFEL DE GEiEENTE VAN CHRISTUS ALS LASTIGE CRITICUS 18 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 7 DECEMBER IHTER MIDDELBURG Leuk voor een regenachtige middag: achtduizend oude prentbriefkaar ten bekijken. Over het aantal regenachtige middagen van de laatste tijd is al genoeg ge zegd; ze laten wel ruimte voor het doornemen van de verzameling van de Middelburgse ju rist mr. M. A. Terwoert, die een dergelijk aantal in albums bijeen heeft gebracht. In één middag komt men niet ver. Achtduizend vaak fascinerende afbeeldingen, verdeeld over vier uur, dat is 1,8 seconde per kaart. Met achtduizend oude prentbriefkaarten kan men een hele herfst vooruit. Oude prentbriefkaarten produce ren, gerubriceerd cn in de rubrie ken nog eens met liefde voor mensen en landschap gerang schikt, een stuk geschiedenis, dat men niet op één regenachtige middag in zich opneemt. Toch is mr. Terwoert er in geslaagd zijn verzameling te comprimeren tot een lezing 'De geschiedenis van de prentbriefkaart,' onlangs uitge sproken voor do Heemkundige Kring Walcheren, waarvan <le beer Terwoert vice-voorzitter is. Wèl duidelijk een avondvullend programma, omdat er uiteraard ooit 'lichtbeelden' aan te pas ko men, het projecteren van de meest markante platen uit de verzameling. Plaatjes uit het begin van deze eeuw hebben op een afstand van nog geen driekwart eeuw de di mensie van een andere, bijna ver geten wereld. De regenachtige middag in het buitenhuis van mr. Terwoert in Valkenisse begint met een blik op Hontenisse, de watersnood op 12 maart 1906. Het is een uitgave, zoals men onder de afbeelding van de on dergelopen dorpsstraat leest, van baronesse Collofc dTDscury-Van Doominok, 'ten voordeele der noodlijdenden.' De noodlijdenden hebben zich op de voorgrond in een roeibootje verzameld en wat verderop, onder een aantal leilin den, poseert de veldwachter tot aan de knieën in het water; hij demonstreert zijn bevoorrechte positie door het bezit van lies- laarzen. Poseren deed men gaar ne in die dagen. Zodra ergens een fotograaf verscheen, stroom den modellen en figuranten bij een om bij voorkeur de voorgrond te vullen in een hou ding, die weifelt tussen martiaal en bedrukt; de man onder de zwarte doek ontmoette zoveel ontzag, dat zijn geportretteerden onder de noemer van verstarring te vangen zijn. Geïmponeerd of militant; niemand kijkt geheel onbevangen. Terwijl mr. Terwoert vertelt over de achtergrond van zijn hobby, een grote liefde voor de periode 1880- 1920, de tijd waarin de basis werd gelegd voor allerlei maat schappij vormen van thans, vraagt een ander markant beeld uit de verzameling de aandacht. Mensen met strohoeden en bezorgers, die een pet dragen, zijn te hoop gelopen bij een verzameling bak kerskarren, uitgestald voor een 'coöperatieve broodbakkerij' te Breda. Het onderschrift, aan de vOQrzijde direct onder de foto geplaatst, getuigt van de stille kracht der vooruitgang; 'Aan de ze Bakkerij werken de bakkers tegen vijftien gulden per week, de karrijders tegen de hoogste provisie waardoor bij bezorging van 1000 brooden per week reeds vijftien gulden verdiend wordt.' De mededeling op deze "bericht kaart' is mede vol bemoediging: 'Gelukkig is de koorts veel min der vanmorgen, de nacht was ook rustig, zeker kou gevat zon dag in de ijskelders. Ik ben blij hoor, dag!' Wat doe je ook in een ijskelder, zou je zeggen. Het mys terie blijft zoals de verzameling van mr. Terwoert een aaneen schakeling blijft van beelden die vertederend zijn, verwondering oproepen, soms ook een groot mededogen voor de slachtoffers van die tijd. Prentbriefkaarten verzamelen uit die periode is het bijeenbrengen van een stuk visue le geschiedenis en de kracht van het beeld is vaak indringender dan die van het geschreven woord. Het is wat mr. Terwoert in zijn lezing stelt: het is het iournaal van die tijd, de tv uit de gaslicht-periode. Een kaart laait de 'Grote Meisjesslaapzaal' van 'Kinderzorg' in Middelburg zien. Een gevangenis. Bijen kasten, rij en bedden, alles uniform en in het gelid. Een planken vloer, so ber meubilair met een centimeter gerangschikt. De zaal is leeg. maar je leunt de meisjes van de grote slaapzaal gemakkelijk erbij denken. Devoot in eenvormige zwarte rokjes op een rij, wach tend op het teken voor de collec tieve uitkleedpartij. Eigenlijk is het een monsterlijke kaart. Aar dig om te vergelijken met het nieuwe meisjeshuis van 'Kinder zorg' in Middelburg. De afstand is maar zeventig jaar. Voor uitersten hoeft men niet lang te zoeken. Het 'Stoomjacht van Baron von Rothschild in de Westhaven van Terneuzen' vormt met twee masten en een schoor steen stoomkracht in het midden voor hevige afwisseling. Wat de baron naar Terneuzen lokte wordt niet duidelijk uit de mededeling, die de kaart siert: 'Beste zus schrijf svp eens wan neer of u naar huis komt ik komt denkelijk van Maandag tot Dinsdag als u komt anders kom ik niet naar huis. Wees hartelijk gegroet uw zus Mina.' Achtduizend prentbrief ka arten Oude dorpsgezichten, geschiede nis in steen, maar ook sociale geschiedenis als men de stikkerij beziet van de 'Vlissingsche Stoom-Schoenfabriek Gebr. A. J Klijberg.' De patroon of werk meester houdt zich aan het eind van het lokaal tegen een deur op, de armen gekruist, alsof hij tot iedere prijs een te vroeg inluiden van het schaftuurtje wil voorko men en vanaf de voorgrond tot aan die deur is de ruimte gevuld met stiksters. jonge, veel te jon- rre meisjes, die zoals prof. Brug man later zou schrijven, hun deel hadden aan de industriële revolu tie met produkten 'die op de rand van bruikbaarheid zijn.' En dat viel in die tijd nog erg mee. De rubriek 'topografische kaar ten' is al even interessant. Een schitterende, weinig bekende kaart is die van de zijde van de Middelburgse Markt, waarin het café-restaurant Suisse en het 'Koffiehuis de Eendracht' zijn op genomen. De namen zijn geble ven, de oude gevelwand van voor de brand van mei 1940, zal voor wat jongere mensen onherken baar zijn. Het mysterie komt te rug: wie tracteerde zijn kennissen in het begin van deze eeuw op een afbeelding van de operatie zaal van het Vlissingse St-Joseph- ziekenhuis? De kaart bestaat. Een weinig opwekkend tafereel, bruin gedrukt, met de operatietafel op de voorgrond, bij het eerste aan zien nog primitief maar bij nade re bestudering erg solide en met een begin van medisch ver nuft. STATUS ONTSTAAN Na zeven kaarten is al een groot deel van de regenachtige middag gevuld. De albums gaan nog niet dicht, maar de schat is te groot om in alle details te bespreken. In zijn lezing laat mr. Terwoert die details over aan de 'toverlan taarn,' die de oude kaarten op het doek projecteert. Hij bepaalt zich vooral tot de grote lijn, waarbij het ontstaan van de 'an sichtkaart' rond 1870 veel aandacht krijgt. Tot die grote lijn behoort uiteraard het jaar 1807, waarin Napoleon de eerste regels voor het postvervoer liet opstellen. Voor die tijd was het postverkeer ongeorganiseerd. Al les lag in de sfeer van het parti culier initiatief. Men gaf een dat de ontvanger moest Na 1807 komt er geregeld post vervoer -te. paard, later met post koetsen, en beginnen meer en meer dé afzenders te betalen. In de tarieven wordt dan al uitge gaan van het gewicht van het stuk. Men begint de poststukken zo licht mogelijk te maken en lat leidt weer tot de 'vouwbrief', waarbij de enveloppe achterwege bleef. De behoefte tot vooruitbe taling, tegelijk de vereenvoudi ging van de financiële afhande ling werd steeds sterker. Dit leid de eerst tot het stempel 'port paid,' later omstreeks 1840 tot de eerste postzegels, waarbij Engeland vooropging. In 1865 en 1867 doet de Duitse dr. Heinrich von Stephan tweemaal een ver geefse poging tot introductie van ie briefkaart, een corresponden- tiekaart, nog zonder illustratie. Eerst wijzende Duitse postauto- riteiten zijnvoorstel af. twee jaar later is dat ook het geval op een internationale postconferentie in Karlsruhe. Maar nadat begin 1869 een hoogleraar aan de mili taire academie van Wenen. Ema nuel Herman in een dagblad een uitgewerkt voorstel publiceert een kaart in te voeren met regels voor een uniforme afmeting, een heidstarief, een ingedrukte post zegel en een staatsmonopolie volgt op 1 oktober 1869 een de creet van keizer Franz Joseph ran Oostenrijk-Hongarije, dat 'de nieuw uitgevonden postkaart in omloop zal komen en genaamd zal worden correspondentiekaart.' De grootte moet gelijk zijn aan een vouwbrief (122x88 mm) en de verzending kost de helft van een brief. Het succes is groot. Binnen een maand zijn er al anderhalf miljoen 'corresponded tiekaarten' verzonden. Al lang voordat in 1890 het eenheidsfor maat op 140 bij 89 mm is ge bracht is een evolutie op gang gekomen met prenten op de briefkaart. De oorlog van 1870 geeft er een grote stoot aan. Zowel Duitse als Franse soldaten willen berichten naar huis zen den. Het analfabgetisme is nog groot: veel soldaten schrijven ge brekkig en geven de voorkeur aan een kaart 'met een plaatje.' Een rem op de ontwikkeling van de 'ansichtkaart' is nog, dat ze alleen in een enveloppe verzon den mag worden. Maar er wordt steeds groter druk op de postau- toriteiten uitgeoefend. In 189? komt de weg vrij. Er wordt een eenheidsmaat vastgesteld. de plaats voor de postzegels, regels voor het internationale verkeer. Eén zijde van de kaart is be stemd voor het adres. De prent blijft eerst nog vrij klein omdat men de rechter benedenhoek vrij laat voor de naam van de afzen der en korte mededelingen.' Weer druk op de postautoriteifcen: de gebruikers willen dit naar de adreszijde, naar de achterzijde la ten verhuizen. In Nederland duurt het tot 1905 voordat dit officieel wordt toegestaan. Dan verschijnt, als een compromis, de verticale middenstreep op de kaart met rechts de adressering, links de naam van de afzender. De voorzijde bestaat vanaf dit tijdstip uitsluitend uit beeld. In Duitsland is de ansicht als WV- drukwerk dan al lang in zwang, maar Nederland volgt traag. De oudste Zeeuwse prentbriefkaart uit de verzameling van mr. Ter woert is bijvoorbeeld een gezicht op Vlissingen, verzonden op 8 maart 1893. Na de eeuwwisseling volgt de 'gouden periode' van de prentbriefkaart, de jaren 1900 - 1920. De ansicht verovert de hele wereld. In 1903 worden er in Engeland 600.000.000 verzonden, in Duits land in dateelfde jaar 1,000.000.000. Het 'jaar 1906 wordt in Duitsland een topjaar met de verzending van 1.500.000.000 brief kaarten. In hetzelfde land zijn het er in 1900 nog maar 300.000.000 geweest. Een vergelijk met het Nederlandse verzenderj- fer van het jaar 1900, 15.000,000 Met de niet verzonden kaarten meegerekend wordt de wereldpro- dufctie in 1905 op 10.000.000.000 briefkaarten geschat. De brief kaart is dan al statussymbool geworden. De stoommachine had de reismogelijkheden verruimd en ieder die op reis ging, wilde dit aan zijn kennissen laten we ten. Men stuurde een ansicht, bij voorkeur met daarop met een kruisje de plaats aangegeven, waar men gestaan had. In zijn lezing gaat mr. Terwoert ook in op de techniek. Tegen de eeuwwisseling bereikt men door eenvoudiger druktechnieken grote prijsdalingen in vergelijk met de aanvankelijke veel toegepaste li thografie. Dit bracht grote veran deringen teweeg; voorzichtig zou men kunnen spreken over een democratisering van de kunst. Eeuwenlang was het privilege van de elite geweest zich te om ringen met schilderijen, tekenin gen. etsen, gravures enzovoorts. De afbeelding, hoe simpel ook, kwam nu binnen bereik van de gehele bevolking. „De prentbrief kaart", zo stelt mr. Terwoert, „werd statussymbool zowel voor gemaakte reizen, voor kunstver zamelingen, voor gesprekstof etc. De albums werden vóór de komst van de visite op de salon tafels gelegd". Mr. Terwoert wijst ook op de betekenis van het verzamelen: de enorme vloed van kaarten maakt dait er een unieke hoeveelheid documenbatóe-maiteriaal is ont- staan op zeer' verschillende terrei nen. Daarom betreurt mr. Ter woert het, dat de belangstelling in hoofdzaak is geconcentreerd o-> wat de verzamelaars aandui den met 'topografische kaarten', dorps- en stadsgezichten. Er zou den categorieën verzamelaars moeten komen die zich specialise ren op bijvoorbeeld curiosa, poli tiek, karikaturen. Vooral in die rabrieken blijkt, dat de prentbriefkaart een sym bool werd van een democratise ringsproces en tevens de docu mentatie hiervan. Zo levert een andere rubriek weer magnifiek documentatiemateriaal op voor het terrein van de sex en het sociaal gedragspatroon. In het Victoriaanse tijdperk werden in Engeland twee boekhandelaren opgepakt die "Parijse kaarten' ver kochten. De afgebeelde dames droegen badpakken met vrij kor te mouwen en pijpen. Ze kregen zes weken gevangenisstraf en harde dwangarbeid. Andere han delaren in het Victoriaanse Enge land vormden comité's om vul gaire, 'indecent postcards' te we ren. De volgende oorlog, 1914 - 1918, brengt weer een kentering: de pin-up girl verschijnt in de leger plaatsen. De 'kunstkaarten' zorg den voor een doorbraak op een ander terrein. „Kunst", aldus mr. Terwoert, „was een prerogatief van de elite. Om van kunst te kunnen gemeten was een zekere eruditie noodzakelijk. Anders be greep men er niets van. Deze redenering werd doorbroken door de prentbriefkaart. De kunst veroverde de prentbiefkaart, de prentbriefkaart veroverde de kunst". Bekende art-nouveau kun stenaars kregen wereldfaam via de prentbriefkaart. Er zijn Ju- gendstii-briefkaarten en kaarten met werken van impressionisten en romantici. RAGE Mr. Terwoert betreurt dat ook hij. zoals zoveel verzamelaars te weinig aandacht heeft besteed aan andere rubrieken, dan de dorps- en stadsgezichten. Wel is er nu sprake van een 'revival', men zou zelfs van een ontluiken de verzamel-rage kunnen spreken. Nieuwe verzamelaars moeten het van handelaren en ruilbeurzen hebben en wat in vergeten hoe ken op zolders bewaard is geble ven, Als er van de tien miljard kaarten, die in de gouden periode van de briefkaart per jaar wer den aangemaakt, één procent is overgebleven, is dat veel, zo schat mr. Terwoert. De waarde van oude prentbriefkaarten is in tussen aan het stijgen. Vijftien jaar geleden was twaalf cant voor een niet te zeldzaam exem plaar nog een gangbare prijs. Nu ligt die zo ongeveer tussen veer tig cent en een gulden. Voor zeldzame topografische kaarten wordt vijf gulden en meer be taald. Voor mr. Terwoert ligt de waar de van het verzamelen vooral m de documentatie; de kaarten la ten met elkaar een ontwikkeling zien, in rubrieken als 'evolutie in het verkeer' en 'recreatie toen en nu'. Mr. Terwoert: „Het verzame len houdt bij mij verband met een grote liefde voor de periode 1880-1920. De prentbriefkaart is een stuk documentatiemateriaal van die periode. Een leraar bracht me destijds bij, dat in die tijd de structuren van onze maat schappij werden gevormd". ..stikkerij te Vlissingen i verdwenen Middelburgse Murkt De beleidsconferentie van de Raad van Kerken in Nederland, waarvan elf kerken godsdienstige instanties deel uitmaken, heeft de vorige week gedurende twee vergaderd. Het was een vervolg op en een zekere afsluiting van de drie kcrkeneonfi-rJ W« Y* i september-oktobe: afsluiting", want een eindpunt is slag van deze beleidsconferentie heeft gelezen, dit jaar gehouden zijn. We. schrijven niet bereikt en wie een meer dan oppervlakkig w* ilil nnl 1 hf.hhn„ h....... al dit ook wel hebben begrepen. Het punt waarover we overal hebben kunnen lezen, tenminste in de kranten die ons onder ogen kwamen, is'geweest het besluit om aan te dringen op een wekelijk se vastendag. Dat was voor de dagbladen blijkbaar het meest uitspringende punt. Met. dikke letters stond het gedrukt dat de kerken in ons land, gezien de kritieke voedselsituatie in de wereld en de ongelij ke verdeling van de welvaart, hun leden op het hart willen binden daaraan als christenen meer te denken en zich zelf daaraan te herinneren door het vasten gedurende één dag in de week. Het is niet direct bedoeld om, hetgeen we daarmee uitsparen te bestemmen voor een humani tair doel ergens in de Derde Wereld, waar het gebrek meer dan nijpend is. Men heeft verder gedacht wanneer men spreekt dat het geld en de energie die vrijkomen bij een verantwoord gebruik bestemd zullen worden 'voor vernieuwing van onze sa menleving'. Hierop komen we aan het slot nog terug. Op die beleidsconferentie in Lunteren ge houden, is meer gebeurd dan dat er een besluit over een mogelijke wekelijkse vas tendag is genomen. Het feit dat van al die deelnemende kerken en godsdienstige in stanties de topmensen aanwezig waren, is allereerst wel eens iets waaraan aandacht mag worden besteed. Dat is nog nooit eerder in ons land vertoond. Men heeft afgevaardigden, deputaten, commissiele den, mensen met een speciale opdracht om op een vergadering van de Raad van Kerken in Nederland him kerk te vertegen woordigen. Zo iets wordt gewoonlijk 'ge delegeerd'. Zij die direct voor het beleid in eigen kerk verantwoordelijkheid dragen, horen dan later wel wat er besproken en voorgesteld is. Dat is nu anders geweest. De tien die uit elite kerk aanwezig waren, hebben nu mee gedaan aan de besprekin gen. En al waren de verschillende werk groepen die er in Lunteren zijn gevormd uit de 130 deelnemers niet publiek en al moesten, terwille van de tijd de plenaire vergaderingen kort worden gehouden, dit neemt toch niet weg dat zij. die in eigen kerk leiding geven zich hier openlijk heb ben moeten uitspreken en mede beslissin gen hebben moeten nemen. Zo iets hebben we in ons land nog niet eerder meege maakt en we wagen ons af waar en wanneer dit eerder is gebeurd. Er zijn al heel wat vergaderingen van de Raad van Kerken in Nederland gehouden, op plaatselijk niveau, in regionaal verband en ook enkele landelijke. Men kon daar lustig redenerei), discussiëren, heel wat overhoop halen en met voorstellen komen. In iedere kerk, indien het tenminste zover kwam, kon men dan zien wat er mee te doen. In de praktijk bleek dat er niet veel van terecht kwam. En zo zouden ook wel die drie gehouden kerkenconferenties van september-oktober in de delta van de ge scheiden kerken zijn uitgelopen om zo ieder op eigen wijze de wijde wijde zee te .bereiken. Zo iets hadden we, eerlijk ge zegd, ook verwacht. Wat is er nu gebeurd? Eer dat die stroom zich ging splitsen hebben we nu gehad deze beleidsconferentie van een 130 verte genwoordigers van de kerken die bij de Raad van Kerken zijn aangesloten. Praesi- des van synoden waren er, mensen die op het beleidsniveau van hun kerk een belang rijke plaats innemen. Zelfs de aartsbis schop, kardinaal Alfrink, was in hoogst eigen persoon aanwezig. Deze vertegen woordiging heeft aan de beleidsconferentie een betekenis gegeven, zoals geen vergade ring van de Raad van Kerken in ons land nog ooit heeft gehad. En tegelijk zijn die drie kerkenconferenties (en alle besprekin gen die voordien op het- plaatselijke en regionale vlak zijn gehouden) over bevrij- ding tot gerechtigheid, geloof en gemeen schap, van meerder gewicht geworden, wat zonder die bijeenkomst van de vorige week in Lunteren, niet zou zijn geschied. Zij die zich voor die drie kerkenconferen ties hebben ingespannen en er aan hebben meegewerkt, behoeven nu niet te zitten met het verlammende gevoel (wat zo menigmaal over deelnemers aan zulke evenementen gekomen is) dat er verder toch niets wordt gedaan met hetgeen zij op tafel hebben gebracht. Op zeer korte termijn zelfs is er nu een vervolg geko men. Dat is op zichzelf een verheugende zaak en het doet ons hopen dat. de Raad van Kerken in ons land zal heenkomen over de impasse waarin zij toch wel Door die beleidsconferentie in Lunteren hebben de gezamenlijke kerken in ons land, voor zover ze dan lid zijn van de Raad van Kerken, een gezamelijk beleidspro- gram gekregen. Zij zullen zich gezamelijk moeten blijven bezig houden met de toe komst van de wereldsamenleving. Dat is iets wait er gemakkelijk uit gekomen moet zijn, want in de praktijk was men op verschillende terreinen tot stman» king gekomen. „De kerken en hun 1< hebben, levend vanuit het evangelie, plicht op te komen voor de zwakken c rechtelozen". Genoemd zijn dan ge nen, gemartelden, slachtoffers van me, buitenlandse werknemers en rijk» noten. Ook dit is een punt waarover®! het gemakkelijk eens moet zijn gewonfe De 'gelijkwaardigheid van man en i in kerk en maatschappij' heeft i meer discussies opgeleverd, hetgeen te begrijpen is- daar de structuur van& kerken niet gelijk is. Maar ook hier w men gemakkelijk in het algemene blij;? Dat is niet het geval wanneer het. over 'oecumenische catechese' en 'oec®s nische vorming inzake de kernen vanfe belijden'. Daarbij moesten zekere kaar!; op tafel komen. Iedere kerk heeft zo fc&. eigen geschiedenis, haar eigen belijdè^ haar eigen vorming, haar eigen kerkeK» leven, haar eigen kerkstructuur en daane kan men zo maar niet voorbijgaan. My een feit is dat steeds meer huwelijke; kerkelijk gemengd zijn. We hebben rt. eens horen zeggen dat het ongeveer helft zou zijn, tenminste in de steden. fc daarmee komt men praktisch te voor zo iets als een oecumenische oatefs se. Het allermoeilijkste punt is natuurlijk r- weest het samen vieren van avondmaaj eucharistie. Hier moesten troefkaarten oi tafel komen en dat is dan ook geschfel Het mag dan "beschamend' zijn genoerc dat christenen niet tot deze gezamenlijk viering in staat zijn, tenminste offics niet en de kardinaal mag hier dan gesp.v ken hebben van eerbied voor de over» ging van anderen en dat het voor hen ee geloofskwestie is, niet allereerst een kei' rechtelijke en een theologische zaak, fe is men toch volkomen blijven steken a dat, terwijl het hier nu juist gaat om hart van het kerk-zijn. Het standpunt ra de paus in dezen is voldoende bekend, t ieder geval hebben de kerken na fc beleidsconferentie genoeg stof om er lefe voor zich over na te denken en dat zal wel moeten gebeuren ook. We komen tenslotte nog even terug op te vasten van één dag in de week. Vasten s een goed bijbels begrip. We lezen er neg al eens over. In protestantse oren het.1! vasten een puur roomse klank, maar n behoeven het nu toch niet meer te vertfc den met hetgeen daar vroeger gebod ra. Wie een moraaltheologie opslaat, die n» ger in de R-K Kerk in ons land gebruik werd, lean daarin merkwaardige en interes- santé dingen vinden wanneer het gaat ove: die vastenwet. Tot zo iets zullen kerken met elkaar niet meer in siaat ajt Het gaat nu ook niet om een zelf-aaiö-:, maar om voedselnood die er is ia it wereld. Door zelf slechts één dag lev* ten, worden we herinnerd aan hei te eer, week lang niet genoeg in hun maag tri; gen. En als we er op deze wijze peto» lijk mee in aanraking komen, wil het es meer doen dan wanneer we een folder o! brochure lezen bijv. over de Saheëaa- den. Wij leven in een tijd van welvaart, Face kerkgeschiedenis een beetje kent, weet te. juist in zulke tijden de gedachte w. armoede om Christus' wil, naar boven is gekomen. We hebben daarop een pa: maanden geleden gewezen naar aanleiïx; van de boodschap van de de Franciscanen, ongeveer in tijd, is opgekomen toen er in de s teder steeds meer welvaart kwam. Een zelfde w- schijnsel zien we in ons land in de let eeuw, de eeuw van de Moderne Devotie en van de Observantie. En om nog een vor beeld te noemen, toen Middelburg en Zee land hun hoogste bloei beleefden, te juist daar op de beweging van de Nadert Reformatie, die mensen persoonlijk aan sprak op hun christen-zijn en vroeg cn soberheid van leven, soberheid in het eta soberheid in de kleding. Die Nadere Refor matie heeft heel ons land beïnvloed en nog zijn de sporen daarvan niet veras? nen. In Amerika schijnt men nog ras: welvaart te kennen dan wij hier, Wc vinden het waarlijk niet toevallig dat cr aldaar een kerkelijke beweging is ontóa die het vasten in haar programma heelt. Zo vreemd hebben we het- daarom ooi niet gevonden dat dit punt op de belefe conferentie te Lunteren naar voren i> gekomen en we hopen alleen maar dat ce kerken in staat zullen zijn er een gepas? vorm aan te geven zonder te vervallen i het wetticisme ologie. Rond half tien op een avond werd aan de pasto rie gebeld. Er stond een groepje kinderen voor de deur. derde klas basis school, op pad naar huis va.n een verjaardag, die wat was 'uitgelopen' zeiden ze. Of ze het 'duiveltje' mochten zien in de hal, want in de Iclas was hun toegezegd, dal dat wezen ook receptie hield. Wat dui veltje, denkt u? Ach, niets anders dan een souvenir uit Parijs van onze laatste vakantiecenten, gekocht naast de machtige Notre Dame-kerlc, in het hart van die wereldstad, vijfentwin tig centimeter hoog maar. AZs u ons zou vragenwat maakte van die kerk een bijzondere indruk, dan is dat naast het mooie van de binnenkant een klein idee van één van de kunstzinni ge beeldhouwers uit de twaalfde eeuw. Op de hoek van een torentrans beitelde de steenhouwer een meer dan levensgrote duivelsfi guur. Je zou moeten zeggen vanuit het boek Job, één van de zonen Gods' ofte wel satan in de oude verta ling, de 'aanklager' volgens een nieuwe omzetting, en een mooiere aanduiding, naar onze bescheiden me ning. Die figuur zit met zijn ellenbogen op de to rentrans, hoofd in de han den, vleugels op de rug, (bovenaards wezen dus) en met een paar kleine horens op het voorhoofd, en dan steekt het wezen vanuil het Godshuis zijn tong uit te gen al het druk en aards steeds de tong uit, i»'j ugt r Gods woord, m C beleving van Got jor de Kerk f houdingblik, gedoe beneden. Al zeven eeuwen doet dat wezen het, en het heeft al wat zien langs gaan door de straten, nu is het druk autogeraas van opgeschroefde mensen, koningen zijn langs gegaan, professoren van de Sorbon- ne, beeldhouwers uit de bol althans; revoluties, ver lossende kreten, uitmoor ding en wraak en dansende menigten, alweer een nieu we beweging. En vergeet niet de massa kunstenaars... Alles is voorbij, de we- sche tong van Christus is lossing, op wat van ministerrtwu tot in uw persoonlijk l- ven. Nog steeds is eent meente zinvol, als we len zijn wat God met «m bedoelde. En naardjjjj®( groep kinderen töj afsluiting van hun mm dagsfeest. En kwamen als een gaeaw» nemen, lclein begonnen groot gedaan. Wat u! M.Jin M,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1974 | | pagina 18