IK LIET HET EERSTE VOEDSEL
BOVEN NEDERLAND VALLEN"
ITALIË STAAT HET LICHT OP ROOD
NOORDZEE-OLIE: ENGELANDS LAATSTE HOOP ,!"im
H GEORGE FRANKS (80)
ALWEER VOORBIJ?
ylSWAG 16 NOVEM0ER1974
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
19
.J
DEN HAAG -
Ik mocht de eerste voedselpakketten, die de
Air Force naar het nog bezette deel van Nederland vloog
Hen Dat was op zondag 29 april 1945 boven Ypenburg".
Casein van de piloot opende ik het bomluik en de eerste
met rjjSt, meel en suiker tuimelden door het luchtruim
Op de tocht daarheen langs een door de Duitsers voor-
ven route werden we overal door uitgelaten mensen toe-
Ik herinner me dat we boven Wassenaar bij een kloos-
•iiicht. II- -
n troepje nonnen zagen, die met beddenlakens zwaaiden.
Kzelfde avond gaf ik voor de BBC een ooggetuigeverslag".
af, waar hij, de uitgekozen RAF-
bemanningen toesprak. Zijn woor
den maakten diepe indruk en niets
was de bemanningen te veel bij de
voorbereiding van him taak. Trou
wens alleen de idee al, dat zij nu
eens geen bommen, maar voedsel
zouden gaan afwerpen verhoogde
him enthousiasme. Dit verklaart dat
ploegen, die in het schemerlicht nau
welijks teruggekeerd van nachtelijke
bombardementsvluchten, onmiddel
lijk gingen meehelpen bij het inla
den van het voedsel. Iedereen deed
mee het vliegveldpersoneel, de
koks en de vrouwelijke hulpkrach
ten van de luchtmacht.
Voordat de vluchten konden begin
nen, moest er veel geoefend worden
om de pakketten met de grootste
precisie te kunnen afwerpen. Omdat
ze op kleine oppervlakte moesten
neerkomen werd o.a. een tennisbaan
als doelwit gebruikt.
„Voor een lid van onze Londense
regering, die nogal sceptisch was
over de doelmatigheid van het plan,
werd een demonstratie gegeven,
waarbij een zak meel en een zak
roet werden neergegooid, die vlak
bij de voeten van de bewindsman,
terechtkwamen. In een oogwenk
toonde de minister de kleuren van
een Friese koe....". „De voedseldrop-
ping was voor mij de grootste bele
venis in de oorlog" zegt Franks. Het
was de eerste maal dat hij kennis
maakte met Nederland, dat hij later
Dit vertelde de Engelse jour
at H. George Franks, de
fcstor van de buitenlandse
pers in ons land, die zich kort
de oorlog in Den Haag ves
tje, eerst als Reuter-corres-
Ncdent en daarna als free-lan-
Ki «erkende o.a. voor Engelse,
Australische, Amerikaanse en
Canadese bladen.
n. teer Franks in 80 jaar en
L ajn beroep al 60 jaar uit.
te, kleine, vitale figuur is nog
L'. actief, al doet hij het natuur-
beetje kalmer 3an. Maar de
wstdrffl waarmee hij zijn veelei-
g? beroep uitoefent, heeft hem
„■-y.it niet verlaten. Dat heeft
&lük Jong gehouden want
■a op zijn bureau in een gerlefbj-
t? Eiuse flat naar hem luistert,
•v.sbij nauwelijks een spoor van
1-iM.jójn. Franks, die in de oor-
het boofd stond van het
retail Anep-Aneta in Londen
w i\T in de vrije wereld was
■aril! op de hoogte van de
in de hongerwinter,
un werd hem gevraagd de
Mraanningen, die de voedsel-
sMffl zouden uitvoeren, over het
ran nun missie in te lichten.
Isbs reisde een aantal vliegvelden
op de grond en inderdaad gron
dig! zou leren kennen.
Hoe bent u eigenlijk in de jour
nalistiek begonnen?"
„Het ging allemaal erg toevallig.
Ik studeerde aan de universiteit van
Birmingham en gaf er, zoals dat wel
meer met jonge mensen gaat, plotse
ling de brui aan. Ik wilde weg uit
Engeland en trok naar Australië.
Daar werkte ik drie jaar lang in een
afgedankte boomgaard. De man, die
ernaast een lap grond bezat, hielp
mij met materiaal en leerde mij
vruchtenteelt".
NELLY MELBA
„Op een dag reisde ik in de trein
en kwam tegenover de wereldbe
roemde Australische zangeres Nelly
Melba (naar wie het perziken-met-
ijsgerecht Pêche Melba is genoemd)
te zitten. We raakten in gesprek en
zij vertelde mij uitvoerig over haar
plannen voor het komende operasei
zoen, en terloops bijvoegend, dat ze
nooit of te nimmer een persinter-
view gaf. Nou, ik was geen journa
list en ze praatte voluit. Ik vroeg
haar of ik haar verhaal mocht publi
ceren. „Goed" antwoordde ze tot
mijn verbazing, „omdat je een aardi
ge jongeman bent en het mij zo
'beleefd hebt gevraagd".
„Ik bood het artikel aan de .Mel
bourne Herald" aan, die het gretig
opnam. Het gevolg van mijn eerste
primeur was, dat de Herald mij
opdracht gaf een reis door Australië
te maken en een serie te schrijven
over de indrukken die het land op
een jonge Engelsman maakte. Mijn
journalistieke debuut was een suc
ces".
„Op een van mijn tochten beleefde
ik een angstig avontuur. Ik ging
mee met een Britse wetenschappelij
ke expeditie op de Nieuwe Hebriden,
waar op een dag een lid van het
team en ik door kannibalen werden
achterna gezeten. In doodsnood ren
de ik wat ik kon en slaagde erin
mijzelf in veiligheid te brengen. De
ander haalde het helaas niet. Hij
werd opgepeuzeld".
„Ik bleef negen jaar in Australië
en ging in 1921 naar het toenmalig
Brits-Indië om het bezoek aan dat
land van de prins van Wales te
verslaan. Het was iets nieuws en ik
vond het er zo interessant dat ik er
tot 1938 ben gebleven. Ik trok vaak
met Gandhi mee op zijn propagan-
aatochten en bracht weekends in
zijn retraite in Ashram met hem
door".
In India, waar hij zijn toekomsti
ge vrouw ontmoette, bekleedde
Franks topfuncties bij een drietal
belangrijke dagbladen, waarvan hij
er een, de Star of India, hielp op
richten. Aangezien de terreurcam-
pagne toen in volle gang was, moest
Franks zich op het bureau van het
blad laten beschermen door een mo
hammedaanse lijfwacht, bestaande
uit slagers met lange messen!
Franks werkte er ook een paar
jaar als hoofd van het Reuterbureau
in Calcutta en als hoofdredacteur en
programmachef van de toen pas op
gerichte All India Radio.
Bij het uitbreken van de oorlog
werkte hij op het ministerie van
voorlichting in Londen. Adriaan Pelt,
die hoofd was van de Nederlandse
Voorlichtingsdienst in Engeland, ver
zocht Franks wegens zijn persbu
reau-ervaring, de leiding op zich te
neanen van Anep-Aneta, gevestigd bij
Reuter in Fleet Street.
Er was een impressario, die meen
de dat Anep-Aneta de naam was van
een of ander danspaar en vroeg of
hij dit kon laten optreden. (Anep
was in feite de afkorting van Alge
meen Nederlands Persbureau, geves
tigd in Londen en New York. Men
gebruikte de afkorting Anep om het
te onderscheiden van het door de
Duitsers beheerste A.NP in Den
Haag. Aneta was de afkorting van
het Algemeen Nederlands Telegraaf
Agentschap, dat de naam was van
het vooroorlogse persbureau in Ne-
derlands-Indië).
DIGEST
Een van de belangrijkste dingen,
die Franks naast zijn gewone
drukke werk deed was de samen
stelling van een wekelijks nieuws
overzicht. Netherlands News Digest,
waarin zowel de Nederlandse ver
richtingen in de vrije wereld als de
gebeurtenissen in bezet gebied zo
nauwgezet mogelijk werden geboek
staafd. Deze Digest groeide uit tot
zestien gebonden delen men kan
ze vinden in de bibliotheek van het
internationale perscentrum Nieuws
poort in Den Haagg en bevat de
enige feitengeschiedenis in de Engel
se taal over Nederland in oorlog
stijd.
Hoe was u op de hoogte van
hetgeen er zich in bezet Nederland
afspeelde?
„Voornamelijk uit de ondergrond
se bladen. Ze arriveerden in Londen
nooit later dan twee dagen na hun
verschijning in Nederlad. Ik weet
werkelijk niet hoe dat gebeurde. Ik
heb er ook nooit naar geïnfor
meerd....".
De Digest ging naar de Engelse
dagbladen, de Britse regeringsdepar
tementen, ambassades en naar voor
aanstaande publicisten en is van een
index voorzien.
Franks maakte voor deze Digest
ook een selectie van de verslagen
van Aneps eigen oorlogscorrespon
denten (Ton van Beers, Robert
Kiek, John O'Connor Howe en Ar
nold Vaz Dias). De Digest bevat ook
reportages van de strijd in Neder
land van Britse en en andere niet-
Nederlandse journalisten. Franks
verzamelde alle kranteknipsels over
de slag bij Arnhem, die hij op de
25ste verjaardag daarvan aan burge
meester Matser aanbood. De collec
tie bevindt zich thans in het Arn
hemse oorlogsmuseum.
1000STE RADIOPRAATJE
In zijn functie van voorzitter van
de Buitenlandse Pers Vereniging
kort rta de oorlog organiseerde de
heer Franks talrijke forums, waarbij
leidende figuren op allerlei gebied,
betrokken bij de wederopbouw van
ons land, voor de hier gevestigde
buitenlandse correspondenten hun
visie daarop gaven. Hierdoor werd
de wereld op voortreffelijke wijze
over Nederland voorgelicht. De heer
Franks doet dat zelf nu nog steeds
als medewerker van de Wereldom
roep. Dezer dagen verzorgde hij zijn
lOOOsts uitzending. Zijn radiopraat
jes blijven tot in de verste uithoe
ken de belangstelling gaande houden
voor hetgeen zich hier te lande af
speelt. Ook hield de heer Franks
lezingen over Nederland voor buiten
landse studenten, die aan onze uni
versiteiten speciale cursussen volg
den.
De heer Franks is verder auteur
van een drietal Engelse boeken over
Nederland als industrieland, een as
pect waarvan velen in het buiten
land onvoldoende op de hoogte zijn.
Tijdens de oorlog verscheen van
hem in Londen .Holland Afloat",
een boek over de activiteiten van
onze marine en koopvaardij. Ook
schreef Franks onder de titel „Oer
woudstrijders onder onze driekleur",
=en boek, met Nederlandse tekst,
over de Indonesische guerrillastrijd
tegen de Japanners. Hij houdt nog
steeds een wakend oog op de Engel
se vertalingen van rapporten en an
dere belangrijke publikaties.
Merkwaardig is dat de heer
Franks noch zijn echtgenote die
88 jaar is, even vief is als haar man
sn nog altijd auto rijdt er ooit in
ken.
is Nederlands te spre
is dat geen typisch Engelse hou
ding?
„Och we hebben het natuurlijk
wel geprobeerd. We namen allerlei
lessen, maar we hadden het voel te
druk om die regelmatig te volgen.
Ook waren de geijkte methoden van
toen eigenlijk ongeschikt voor ons
doel. Vergeet niet dat er destijds
nog geen taal laboratoria individueel
taalonderricht met behulp van band
opnamen) bestonden. Nederlands
lezen kunnen we natuurlijk wél.
Maar aangezien hier bijna iedereen
Engels spreekt was dit niet bepaald
een aanmoediging voor onze studie
van het Nederlands.
„Overigens voelen wij ons hier
volkomen thuis en hebben we op
onze leeftijd zeker geen verlangen
meer om naar Engeland terug te
keren".
Hoe denkt u over de Nederlan
ders?
„Ze zijn misschien wat koppig en
eigenwijs, maar ik vind dat men
hier de dingen realistisch aanpakt,
speciaal wat de arbeidsverhoudingen
betreft. Als je het bijvoorbeeld ver
gelijkt met de misère in Engeland
op dit gebied, dan zijn de vakbon
den hier erg verstandig!".
Itis onze correspondent)
Mé beleeft, 115 jaar na de stichting van de
lillek, een huiveringwekkend dieptepunt. De huidi-
fe bbinetscrisïs duurt weldra een maand en het einde
Bjït nog niet in zicht. De sociale en economische
island baart de grootste zorg.
D» ouTUDtie woedt tot in de hoogste gelederen. Van
iK volk, toch al nooit een voorbeeld van eendracht en
.•cal bewustzijn, maakt zich een verontrustende
i?.üe meester. Het overheidsapparaat kraakt en
ramt onder de bureaucratie. De politici, gewan-
sjffd en voortdurend in ondoelmatig geredekavel
tókeld, hebben him greep op het gebeuren verlo-
E. Machten die de tijden van Benito Mussolini willen
aa herleven, trachten van de verlamming en de
cbsos gebruik te maken en deinzen daarbij niet terug
ror bloedige gewelddaden.
Dj christen-democratische voorman Amintore Fanfa-
a sen inmiddels zijn pogingen om een nieuwe
Eïrir,? te vormen, nu al de 37e sinds de Tweede
ïaekioorlog, opgegeven. Zijn partijgenoot Moro pro-
'mt: het nu. De grote vraag is of de rooms-rode
skfflwrking gehandhaafd kan blijven,
ft socialisten weigerden tot dusverre tegemoet te
tea san de eisen van vooral de sociaal-democrati-
coalitiepartner om hun solidaire houding jegens
fcvsïoonden en de commimisten te laten varen.
Est was allang duidelijk dat na de warme zomer
«ffi herfst in politiek opzicht bijzonder heet zou
rorden, De linkse partijen en de syndicaten drongen
<9 legen een regering, die op het economische vlak
tiive! geen kant meer op kon en daarom het leven
ror de bevolking steeds duurder moest maken.
Want behalve met een golf van prijsstijgingen, die
wrtvioeiden uit de bijna niet meer te stuiten inflatie
i'ffiai augustus 1973 en dezelfde maand van 1974, 21
Fwnt), kregen de Italianen te maken met maatrege-
Kn speciaal saneringsprogramma dat bedoeld
lege plekken in c'.e staatskas bij te vullen. De
«B van een liter superbenzine. steeg tot 300 lire
•w), er kwam een eenmalige heffing op het autobe-
ea_ ae belasting op onroerend goed en de btw
worgingen een verhoging.
SCHULDEN
Een van de grootste problemen in Italië vormt het
ontzaglijke tekort op de handelsbalans (voor dit jaar
geschat op 7000 miljard lire, omstreeks 28 miljard
gulden). Maar bovendien heeft de regering dringend
geld nodig voor de sanering van de met zware
schulden werkende gezondheidszorg, voor investeringen
om met name in het arme zuiden de werkgelegenheid
te vergroten, voor ondersteuning van de werklozen,
wier aantal tegen het begin van de winter de miljoen
zal zijn gepasseerd, en voor hulp aan de vele volledig
aan de grond zittende gemeenten. Rome alleen al heeft
een tekort van 11 miljard gulden en is daarmee op dit
gebied de kampioen onder de Westeuropese hoofdste
den.
Intussen ondervindt de produktie, toch al in dalende
lijn door de golf van stakingen en de verslechtering
van de arbeidsmoraal, nu tevens de gevolgen van de
verminderde koopkracht van het publiek. Ook de
inkomsten van het vreemdelingenverkeer lopen terug.
De vakantiegangers worden afgeschrikt door de berich
ten over aanslagen en chaos. De hoteliers geloven
bovendien vele boekingen mis te lopen doordat de
daaraan verbonden correspondentie veel te lang blijft
liggen in de ontzettende janboel bij de posterijen of
zelfs helemaal nooit aankomt. Het per expres verzon
den pakje met het afgesneden oor van de ontvoerde
miljonairszoon Paul Getty was destijds drie weken
onderweg, voordat het lugubere bewijsmateriaal uit
Napels in Rome arriveerde.
KREDIETEN
Kort geleden heeft de Bondsrepubliek de op de rand
van het staatsbankroet wankelende Italianen een kre
diet van ruim vijf miljard gulden verstrekt. Van de
EEG worden voorts ook nieuwe leningen verwacht en
die zullen er waarschijnlijk ook wel komen. En dat
terwijl de regering van Mariano Rumor het in het
afgelopen voorjaar toch niet al te nauw heeft genomen
met de reglementen van de Gemeenschap toen zij, ter
beteugeling van de inflatie en de almaar oplopende
schuld aan het buitenland, besloot op de import uit de
landen van het bondgenootschap extra heffingen te
leggen. Nederlandse veefokkers denken er bovendien
nog met verontwaardiging aan terug, hoe plotseling
voor enige tijd hun kalveren in Italië geen toegang
meer hadden.
Maar men is zich er aan de andere kant van de
Alpen van bewust een potje te kunnen breken. Het
land moet immers in staat blijven zijn rol van massa
afnemer te vervullen en daarom zit er voor de rijke
ONTZAGLIJK TEKORT OP
HANDELSBALANS
EEG-partners niets anders op dan hun arme bondge
noot te hulp te schieten. Voor Frankrijk en West-
Duitsland als grootste leveranciers zou het wegvallen
van deze afzetmarkt enorme consequenties met zich
brengen en met name de werkgelegenheid van velen in
gevaar brengen.
NAVO
Sinds kort is er nog een andere reden om de
helpende hand te reiken. Na de crisis rond Cyprus en
het terugtreden van Griekenland uit de Noord Atlanti
sche Verdrags Organisatie, is de betekenis van Italië
als verdedigingsschakel aan de Middellandse Zee sterk
toegenomen. Vandaar dat nu ook de Amerikanen, die
zich waarschijnlijk ook bezorgd maken over de toe
komstige ontwikkelingen in het aangrenzende Joegosla
vië, economische steun in het vooruitzicht hebben
gesteld, Inmiddels hebben vele politici in Rome zich al
opgewonden over de vraag, of de NAVO nu al dan niet
de gelegenheid moet krijgen nieuwe marinehavens in
Italië in te richten nu zij de bases op Grieks
grondgebied is kwijtgeraakt-
De vakbonden en de linkse partijen hebben zich
midden augustus, inziende dat de economische nood
inderdaad tot onrustbarende hoogte was gestegen, ten
slotte neergelegd bij het saneringsprogramma van de
regering. Maar het was duidelijk dat hun bereidwillig
heid niet van lange duur kon zijn. Het gaat niet aan
dat weer vooral de arbeider moet opdraaien voor de
lege plekken in de schatkist, luidt de aloude klacht,
waarbij dan bijvoorbeeld wordt gewezen op het enor
me leger schatrijke belastingontduikers, waartegen on
voldoende wordt opgetreden.
Bij dit alles gooit de overheid zelf, met haar
tomeloze en onvoorstelbaar inefficiënte bureaucratie,
gigantische kapitalen over de balk. Er worden meer
dan 50.000 staats- en semi-staatsinstellingen in stand
gehouden en een krant in Rome heeft becijferd dat 1
op de 900 Italianen zich president van de een of
andere min of meer officiële instantie kan noemen.
Tegen de 1,8 miljoen overheidsdienaren slorpen aan
salaris bijna de helft van alle belastinginkomsten
op.
'HISTORISCH COMPROMIS'
De christen-democratische partij, die sinds 1947 onaf
gebroken de leiding van de regering heeft gehad, en
niet in staat is geweest te voorkomen dat het land na
de welvaartsexplosie van de vijftiger en zestiger jaren
hopeloos in de put gleed, beleeft nu wel zeer moeilijke
tijden. Nederlagen bij het door secretaris-generaal
Fanfani doorgedrukte referendum over de echtschei-
dingswet en bij onlangs gehouden verkiezingen op
Sardinië, hebben haar dominerende positie in het
kabinet sterk aangetast.
De socialistische coalitiepartner rook de kans om
zijn invloed in de toekomst te vergroten en maakte
verder regeren vrijwel onmogelijk. Bovendien bestond
al enige tweedracht in de christen-democratische gele
deren over achtereenvolgens de al genoemde kwestie
van de huwelijksontbinding en over het aanbod van de
communisten, met 27.2 procent van de stemmen de op
een na grootste politieke groepering in Italië, om nu
eindelijk ook eens direct deel te nemen aan het
landsbestuur.
De grote meerderheid rondom Fanfani wil van zo'n
Moro probeert nu kabinet te vormen
.historisch compromis" niets horen, maar op de
linkervleugel heerst hier en daar de opvatting, dat er
haast niet meer aan valt te ontkomen, een gedachte
die ook leeft bij de socialisten en bij een klein deel
van de sociaal-democratische partij, de derde deelne
mer aan de ter ziele gegane coalitie.
De communisten, in dit land sterk nationaal gericht
en met opvallend veel aanhang onder intellectuelen,
verkondigen dat de regeringscombinaties van de laat
ste jaren nu toch wel onweerlegbaar hun onvermogen
hebben gedemonstreerd en gaan in hun bereidheid mee
te helpen „het vaderland te redden" zelfs zo ver, om
Italië's lidmaatschap van dp NAVO te aanvaarden.
k laatste j;
Berichten over nieuwe vondsten van olie en aardgas zijn
Xoordzë"* 'arCn k''jven. binnenstromen van de booreilanden in de
Lte het n,n.111 p?ze ''-'9 van energiecrisis vraagt menigeen zich af
fee .oiin" C, ijk mot aJ die olie in de Noordzee staat. Betekenen
ra' o knri"8:en inderdaad dat Noorwegen een mini-Koeiveit
ES: to.HK. ecO„,m,ic „eer op de been
Kil eehwi -W? Kunnen Engeland en de Scandinavische landen
missthibn rf"1 behoefte aan brandstof gaan voorzien? Bestaal
i%n? m°Eclijkheid dat Nederland ook Noordzee-olie gaal
SaetwL als'c vraaS antwoordde de Nederlandse ambassade-
Toorlonip in 1, Cxpert R' M- Robertson in Oslo: „Bij mijn weten
plialsepvnnrt 4 seval Qiet' er hebben weliswaar onderhandelingen
W (STATOrn en de DSivI en de Noorse Staats Oliemaatschap-
^fden Fpret maar daarover kan verder niets concreets gezegd
Xoonviwn ,Qirmaa,' eens aCwachten hoe deze hele zaak zich voor
k 'Kn S ontwikkelen".
tol oe conchrcfeiÜH ,^oordvoerders van STATOIL komt men snel
vinden k in blijkbaar niemand weet hoeveel olie er eigenlijk
diarorer wmy ,e, Nooi'dzee, of beter gezegd: dat niemand zich
'i jaar voliedio b laten' GezeSd wordt dat Noorwegen de eerste
vfrbnuik van am?°r ^^elf zou kunnen zorgen, met een jaarlijks
huidige resultaten-06" t0n mwe olie' EnSeland rekent erop met de
Termijden mat JLm le(?.er seval 10 jaar een energiecrisis te kunnen
iaar,lljks verbruik van 120 miljoen ton. Sommige
zelfs dat het voor 100 jaar genoeg is.
In werkelijkheid zal het er natuurlijk op neerkomen dat. beide
landen het grootste gedeelte van het produktie-overschot gaan
exporteren en verkopen op de wereldmarkt. En een van de weinige
dingen waarover iedereen in Oslo en Londen het eens schijnt te zijn
is dat deze olie-rush in de Noordzee een van de grootste economi
sche avonturen is in de moderne geschiedenis van beide landen.
Geschat wordt dat het tussen de 10 en 25 miljard dollar gaal
kosten om deze boorvelden te kunnen exploiteren. En welke
nationaal economische gevolgen deze investering voor heide landen
kunnen hebben, weet niemand met zekerheid te zeggen. Het is een
avontuurlijk probleem dat door elk land op een andere manier
wordt aangepakt. Noorwegen volgt een „haast-je-langzaam" politiek,
het exploiteringstempo wordt langzaam opgeschroefd, te grote risi
co's worden vermeden en over alles waakt het oog van de Noorse
staat. Men wenst een olie-rush te vermijden die alleen tot zeer grote
winst op korte termijn kan leiden.
Engeland daarentegen heeft alle zeilen bijgezet om zo snel
mogelijk tot een zo groot mogelijke produktie te komen. Deze
onverwachte bron van inkomsten dient zo snel mogelijk te worden
aangeboord om een nationaal faillissement te ontwijken en de
handelsbalans weer in evenwicht te krijgen.
Het begon eigenlijk allemaal met de zogenaamde gasbel van
Slochteren, waar op 14 augustus 1959 op drieduizend meter diepte
een enorme voorraad aardgas werd ontdekt. Er van uitgaande dat
dikwijls aardgas en olie op dezelfde plaats worden gevonden is
toen een speuractie begonnen die in 1969 leidde tot de eerste
noemenswaardige olievondst in de Noordzee.
De Amerikaanse maatschappij AMOCO, vond olie op tweehonderd
kilometer voor de kust van Schotland ter hoogte van Aberdeen.
Sedertdien ontwikkelde alles zich zeer snel en nu heeft men in het
Engelse gebied reeds 16 olievelden gelokaliseerd. De Noren rekenen
met 13 velden, waarvan het grootste, Ekofisk, tot nu toe het enige
reeds producerende is. De vijftigduizend vaten olie die dit veld
oplevert per dag, zijn internationaal gezien te verwaarlozen, maar
vormen wel het begin van de grote stroom.
In totaal zijn tot nu toe rond 650 proefboringen verricht terwijl
nog steeds zo'n 40 boorplatforms verder zoeken. In vergelijking met
het totale oppervlak is het slechts een klein gedeelte van de
Noordzee waar deze proefboringen zijn verricht. Eesloten werd
namelijk in 1963 tijdens onderhandelingen tussen Engeland en
Noorwegen, dat het zogenaamde continentale plateau maar tot aan
de 62ste breedtegraad onderzocht mocht worden. Gesproken wordt
nu over een mogelijke opening van dit gebied na de verdeling er
van.
Geologische onderzoeken wijzen erop dat ook in dit gebied olie
aanwezig kan zijn. Evenals in het gebied ten westen van de Shetland
eilanden of tussen Engeland en Ierland en ten westen van Ierland-
Maar evenmin als iemand schijnt te weten hoeveel olie er eigenlijk
te vinden is, weet men hoeveel de waarde van de
bedraagt.
Uitgaand van de internationale stijging van de olieprijs fvan drie
ëneenhalve dollar per vat tot bijna 12 binnen een jaar,- reken*, men
in Noorwegen met een waardevermeerdering van 600 procent. Zelfs
in de olie-industrie een ongebruikelijk hoge winsttoename.
Volgens Engelse schattingen kan gerekend worden op een niet-
belaste winst van rond 25 miljard gulden per jaar vanaf 1980,
wanneer de produktie volledig op gang gekomen ral zijn. Maar
voordat het zover is zal er r.cr heel -.va: water deer het Kanaal
moeten stromen. De exploitatie van deze olievelden in de Noordzee
is namelijk moeilijker dan ergens anders ter wereld en dientengevol
ge ook veel duurder. Men heeft een geheel nieuwe boortechniek
moeten ontwikkelen omdat ervaringen met andere velden ter zee,
bijvoorbeeld bij Mexico en Venezuela, waardeloos bleken. Nergens is
het weer zo slecht en zijn de diepte en afstanden zo groot.
- Daarbij komt aan Engelse zijde het probleem van de stakingen.
Moeilijkheden van de oliezoekers met de vakbonden zorgen voor
grote vertragingen, en politiek gezien zitten er nogal wat haken en
ogen aan. In welk tempo gaat er geëxploiteerd worden, krijgt de
staat alleenbezitsrecht en hoe zal de winst won"
Eén probleem overschaduwt het hele avontuur: de Noordzee Is niet
onuitputtelijk, eens zal er een einde komen aan de olievoorraad. Hoe
snel, hangt af van de manier van exploiteren en of nieuwe vondsten
worden gedaan. Noorse olie-experts schatten dat zo tegen 1995 het
feest voorbij zal zijn, maar zekerheid daarover heeft niemand.