KOLONEL C. A. VERWAAL, nieuwe commandant Leger des Heils 8; KURBAN SAID 'AU EN NINO', verhaal van een liefde tussen oost en west WATER SCHEPPEN 18 KORTE TIJD VERBONDEN GEWEEST AAN KORPS TE VLISSINGEN K sp Kj 4 vH s iiiiiiiiiiiniiiiiiiiiii ■[iiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAO 3 OKT08B KOLONEL C. A. Verwaal werd op 23 juli 1918 te Rotterdam geboren. Op 23 augustus 1937 begon zijn opleiding tot offi cier Hij ivas bemanningslid van het opleidingsschip Fcbe als jong officier en diende de korpsen Numansdorp cn Rot terdam III. Na zijn militaire dienst was hij actief in Harlin- gcn, Amsterdam I, Assen en Almelo. In 1942 werd bij bevelvoe rend officier van Groningen III, maar na vijf maanden trok lilj alweer naar bet jon genshuis te Maarssen en van daar naar de korpsen Steen- wijk en Vlissingen. Op 27 juni 1916 werd hij assistent voor het jeugdwerk van de Noord- Nederland divisie. In 1948 is hij in Den Helder, in 1949 Ud van de staf van de opleidings school te Amstelveen, in 1953 Divisie Jeugd Secretaris van de Centraal Nederland divi sie. Na functies in het jeugd werk werd hij in 1961 hoofd van de Kweekschool te Am stelveen, daarna eerst assis tent financieel secretaris en in 1964 financieel secretaris. Op 2 november 1973 volgde zijn aanstelling tot chef secretaris van het Nederlandse territoir en sinds 3 oktober zal hij ter ritoriaal commandant is. AMSTERDAM Het Leger des Heils In Nederland heeft weer een Nederlandse commandant. Dc derde sinds 1887, toen hier mot het legerwerk begonnen werd. Het is kolonel G. A. Verwaal. Hij volgde begin oktober de Canadees Pindred op, die naar Australië vertrok In liet hoofdkwar tier aan de Damstraat te Amsterdam geeft hij op de vraag, of een Nederlandse com mandant hier in deze tijd met een aantal specifiek Nederlandse problemen niet be ter is dan een buitenlandse officier, een ontkennend antwoord. „Het Leger", zegt kolonel Verwaal, „is in de eerste plaats een internationale organi satie Door hier niet-Nederlanders aan te stellen en elders in de wereld Nederlan ders met een nationaal commando te belasten, wordt dat internationale karakter benadrukt. Er is ook een sterke band met de korpsen over de grenzen". Heils mag vergelijken met die van een bisschop, beantwoordt de voorlichtingsoffi cier van het Leger, de heer Mast. „Niet als de functie van een bisschop, maar als die van een kardinaal", zegt hij. „De landelijke commandanten kiezen namelijk uit hun midden de generaal, die in Londen zijn hoofdkwartier heeft". Noch de heer Verwaal, noch de heer Mast willen aan die vergelij Icing. Tegeno ver de machtige Roomse kerk is het Leger des Heils een> eenvoudig geconstrueerde organisatie. Maar wel een die haar tijd ver vooruit is geweest De vrouw heeft er van het begin af aan als volledig erkend, betaald en ingeschakeld medewerkster haai plaats gehad Mevrouw Verwaal is leidster van de organisatie van verplegen- den van het Leger in Nederland. Zoals honderden getrouwde officieren staan zij samen aan het front. diging is voor hem een hartstocht. Hij loet het iedere zondag en hoopt het ook als commandant te blijven doen. Is er een belangrijke vorm van ant woord op die prediking? Of lijdt het Leger des Heils onder de malaise die verschillen de kerkelijke denominaties tot het sluiten van kerken heeft doen besluiten? „Daar is bij het Leger niets van te bespeuren", zegt kolonel Verwaal. „Dat komt misschien omdat de moderne theolo gie, die voor veel verval van kerkelijke krachten aansprakelijk wordt gesteld, de bijbelopvattingen van bet Leger onaange tast heeft gelaten. „Wij zijn toch wat fundamentalistisch van aard". De onfeil baarheid van de bijbel, naar de letter, staat dus voorop. Zijn er minder openluchtbijeenkomsien van het Leger in de steden en dorpen? Vroeger waren die zo kleurrijk met het muziekkorps dat onder gewapper van vlag gen optrok. Kolonel Verwaal is van mening dat er inderdaad meer aan straatprediking moet worden gedaan. Hij wil dat militante ka rakter van het leger, dat uit die openlucht samenkomsten sprak, wel stimuleren. „De eerste taak van het Leger is en blijft: met het evangelie naar de mensen gaan. Pas daarna neemt het Leger de maatschappelij ke taak ter hand. Want de mensen blijven het Leger nodig hebben. Daarom blijft het Leger ook herkenbaar aan de uniformen. Een heilsoldaat of officier in burger is geer, heilsoldaat. Op die herkenbaarheid kan het Leger aangesproken worden. De mensen in het veld worden daar ook op aangesproken en in herkend". IMAGO ZOON HEILSOLDAAT „Wij zeggen „veld' zegt kolonel Verwaal. Hij zoon van een heilsoldaat werd op 19-jarige leeftijd eerder kon regle mentair niet officier. Evangelieverkon- Dat brengt het gesprek op de image die het Leger heeft. Die is geioeldig. Luitenant- kolonel Boshardt, die de goodwill-centra van het Leger in Amsterdam leidt, is ivelhaast een nationale heilige. Is het niet vermoeiend om als goeddoenden door het leven te gaan? „Die goede image is inderdaad een be zwaar", aldus de heer Verwaal. „Het is een te gebrekkige aanduiding van wat het Leger echt is: een evangelie verkondigende organisatie. D,e wijze waarop het evangelie gebracht wordt, draagt er vee) toe bij om de mensen op een bepaald moment tot een beslissing te laten komen, bat is dan de zondaarsbank, die in het geheel van het optreden van het Leger toch wel een gTOte rol speelt. De zondaarsbank is niet wat je zou kunnen noemen een „sacrament" voor het Leger; het is een methode om de mensen te helpen gestalte te geven aan hun bekering" Wat ziet de commandant naast het stimuleren van de evangelisatie als zijn belangrijkste taak? Het antwoord komt zonder aarzeling: het uitdiepen van het maatschappelijke werk. Voor een kleine organisatie is het Leger een groot maatschappelijk apparaat. Naast de 105 korpsen (evangelisatiepos- ten) zijn er vier jeugdcentra, zes maat schappelijke centra, dertien tehuizen voor kinderen, vijf bejaardentehuizen, drie ver pleeginrichtingen voor langdurig zieken, twee goodwillcentra, achttien reclasse ringsbureaus en twee hotels. Dat werk breidt zich steeds uit. In Maastricht is het Leger gestart met de .inrichting van een maatschappelijk cen trum voor onbehuisden. Dat loopit zo goed, dat vier tot vijf gemeenten hebben ge vraagd om daar ook zulke centra te stichten. Hoe treft de nieuwe commandant het Leger aan? Als een levenskrachtige organisatie. Dat betekent dat kolonèl Venvaal zich bèzig zal moeten gaan houden met allerlei vra gen die op hem afkomen. De officieren werving is daarvan een belangrijk onder deel. Aan de William Booth-kweekschool in Amstelveen de heer Verwaal was er van 1961 tot 1963 hoofd melden zich de laatste jaren minder kandidaten voor het officierschap dan voorheen. Dat heeft tot gevolg dat in het maatschappelijk werk al gebruik moet worden gemaakt van full timers die geen officier zijn. „Ze moeten wel de doelstellingen van het Leger onder schrijven. Doen ze dat niet dan stellen wij ze niet aan", aldus de heer Verwaal. „Dat staat natuurlijk wel in tegenstelling tot het hele proces van deconfessionalise ring dat zich juist op maatschappelijk terrein aan het voltrekken is. We krijgen daar geen conflicten over, maar wel dis cussies". We hebben in het begin al even gepraat over de rol van de vrouw in het Leger. Kunt u verklaren waarom een zo bijbelge- trouwe organisatie als het Leger de uit spraak van Paulus over de vrouw, die in de gemeente zou moeten zwijgen, altijd naast zich neer heeft gelegd? Kolonel Verwaal: „William Booth zei altijd: vrouwen zijn de beste mannen. Dat woord van Paulus heeft ons nooit aange sproken. Dat andere wel, uit de brief aan de Galatiërs: In Christus is noch man noch vrouw, Wij waren daar dus zeer voorlijk mee, want nu doet de vrouw overal haar intrede in het kerkelijke leven. Zelfs in de Rooms-Katholieke Kerk leest ze jp het altaar het evangelie. Dai is bij ons lus nooit een punt geweest. De vrouw heeft altijd én als officier én in het lekenapostolaat haar plaats ingenomen en geweldig werk gedaan. Er zijn zeer grote vrouwen heilsofficier. Misschien is dat dan toch het voordeel van een niet al te theologische beschouwing". „De gelijke beloning is ook nooit een probleem geweest. Als ze ongehuwd wa ren, kregen ze gelijke beloning voor het zelfde werk; trouwden ze, dan kregen ze sis echtpaar één toelage. We hebben nu vier vrouwen in de staf voor zeer belang rijke taken". Drie oktober werd kolonel Verwaal als commandant geïnstalleerd. Dat gebeurde in Amsterdam. Op 8 oktober is er een open baar welkom in Groningen en op 18 okto ber in Den Haag. Vrijdag 25 oktober is de laatste kennismakingsbijeenkomst in Arn hem Kolonel Verwaal heeft zelf nooit ge dacht dat hij nog eens commandant zou worden. „Je hoopt er wel op", zegt hij, „want het is een levensvervulling". Hij begint zijn nieuwe loopbaan met groot enthousiasme. 'Dan zult gij met vreugde water scheppen uit de fon teinen 'des heils' Jesaja 12:3. Als deze krant verschijnt is het joodse Loofhuttenfeest in volle gangVroeger hoorde daar. volgens de Talmud, het feestelijke ri tueel bij van het 'water scheppen' uit de fonteinen van SiloaJi. aan de rand van Jeruzalem. Heeft Jesa ja dit gebruik al gekend? In elk geval is hij erbij geweest, toen koning His- kia de waterbassins van Si- loah opnieuw liet aanleg gen, en als hij zegt: „dan zult gij met vreugde water scheppen uit de fonteinen des heils," heeft hij zeker ook deze waterbronnen voor ogen gehad. En het was met deze woorden, dat in later tijd de priester op het feest het 'water schep pen' in Siloah inluidde. Zo als het 'water scheppen' stond heel het feest in het teken van uitbundige vreug de vanwege de van God ontvangen zegeningen. Voor mij hoeft het niet, evenmin als een Brabants Carnaval in een Zeeuwse stad, wanneer, naar ik hoor, hier en daar een christelijke gemeente ook een Loofhuttenfeest heeft georganiseerd. Alleen joden kunnen de Loofhutten écht vieren. Ais wij feest willen vieren mét Israël, kunnen toij dat beter doen. door met volhardende vreugde water scheppen uit de on uitputtelijke bronnen van kennis en troost, die Israël ons in zijn 'Schriften' heeft geschonken en ons door Is raels grote zoon Jezus van Nazareth toegankelijk zijn gemaakt. Water was bij de Israëlieten een gave die 2 c:( in Jr d mogen er d er in bader.' ll eten en bloï ïsen zijn. V.: e us a op de Messiaanse vrede richte leven. Jezus de i' sias reikt, ons dat lead M water toe over de Gi fteen, die Hij stierf in Ir dE zalem. Wij mogen ei drinken en er in bader lei er door groeien e over de dood heen geschon ken is. God had het gevaar lijke water (Rode Zee!) onschadelijk gemaakt, nu mochten ze het als zegen uit zijn hand ontvangen: Water om te drinken, om te wassen, om weide en wijngaarde te besproeien'. Bij Jesaja wordt het tot symbool van 'heil' in de breedste zin, zoals God dat schenkt: het verzoende, ge ordende, gerechtvaardigde. hebben de Christus Bl menlijk naar het kruis wezen. Beiden delen in: SP vrede, die Hij heeft bezegeld. D maakt beiden tot één, t:: zij staan in dezelfde zoeningssituatie tot de y]_ van Israël. Daarom alle reden om mét Ir. dE feest te vieren, water scheppen uit dezelfde teinen. Ons geloof if! Heer is er niet van tol maken, en tegenover lt. (morgen: Israël-zot kunnen wij allee? dat doen, ons geloof gen en met zeggingskn zeggen, dat bij Hem water des levens te is, dat de bron van c vrede daar ontspringt nergens anders. F.S. Kloosterrc g ZATERDAGKRANT lillBI! Een enkele maal valt er eens een boek zomaar uit het niet in je handen als een echt geschenk. Vraag niet naar de gever de schrijver, de eventuele authenticiteit: het is er, een verrukkend geheel, en dat is meer dan genoeg. De wereld bevat veel van zulke onbekende meesterwerken op allerlei gebied. Ze worden gemaakt en ze liggen begraven tot iemand ze ontdekt. Zo'n boek is de roman 'Ali en Nino' van Kurban Said. Van Kurban Said heet het dat hij als Essad Bey in 1905 in een joodse familie te Bakoe (aan de Kaspische Zee) geboren werd. Toen hij later mohammedaan werd, nam hij de naam Kurban Said aan. In de introductie staat dan verder: „Toen de revolutie uitbrak in zijn vaderland (dit is dus Rusland) vluchtte hij met vader en Duitse gouvernante naar Konstantinopel. Zijn moe der was gestorven toen hij nog een baby was. Vandaar verhuisden ze naar Berlijn waar Essad naar de school voor kinderen van Russische emi granten ging en vervolgens naar de universiteit. Daar begon hij al te schrijven en spoedig deed hij niets anders dan dat. Hij schreef een aantal boeken, voornamelijk biografiën over onder andere Moham med en Stalin, maar voor zijn romans koos hij de naam Kurban Said. Hij huwde een Amerikaans meisje, maar toen de familie naar Wenen verhuisde, verliet zij hem- Toen de nazi's ook Oostenrijk binnenvielen, vluchtte hij naar Italië waar hij in 1942 overleed Hij werd in Positano begraven met, op zijn verzoek, een Koran onder zijn hoofd." Wat hier allemaal van waai is. weet ik niet en het interesseert me eigenlijk ook maar matig. Wat ik wel weet is dat het lang geleden is sinds ik zo'n meeslepend boek gelezen heb als 'Ali en Nino'. het is avontuurlijk en spannend humoristisch en ont roerend het is echt een var, die boeken die je met een 'dit moet je nu eens lezen' aan vriend en maag doorgeeft - wat ik hierbij doe. 'Ali en Nino speelt voornamelijk in Bakoe en omgeving, op de grens van twee werelden: Oost er West. Dat wil zeggen: Bakoe ligt eigenlijk al in het Oosten, helemaal voorbij Turkije, Armenië aan de uiterste oostkant van Azerbeidsjan; oostelijkei bij voorbeeld dan Bagdad, "boven' West-Perzië, bijna op dezelfde breedtegraad als Teheran. Maar door de Russische invloed is het toch ook nog gedeeltelijk een wester se stad. Kurban Said heeft zijn verhaal, dat in de allereerste plaats een prachtig liefdesverhaal is, toegespitst door Oost en West een huwelijk aan te laten gaan Ze zullen elkaar nooit bereiken, volgens de bekende versregel van Kipling, en zo is het ook hier. Het is in wezen een dieptragisch verhaal: hoe groot de liefde van Ali voor Nino en van Nino voor Ali ook is, hun 'zielen' ontmoeten elkander niet. Ali Khan Shirvanshir is door en door een oosterling, een zoon van de woestijn. Hij is een vurig moham medaan. een telg uit een zeer oud en zeer rijk adellijk geslacht dat vele wortels en bezittingen in Perzië heeft Door zijn opvoeding in Bakoe, die westers getint is (hij is er op een Russische middelbare school) heeft, hij echter ook vele van de verworvenheden van het westen leren waarderen. En hij is gaan houden van Nino Kipiani, een prinses uit een christelijk, ook al schatrijk geor- giseh geslacht, een meisje dat ook nog op de schoolbanken zit. Nino is volkomen westers geo riënteerd, zij vreest eigenlijk de 'ziel van het Oosten' die zij heel goed kent, zoals Ali in wezen 'de ziel van het Westen' haat. Maar Ali en Nino zijn nu eenmaal van elkaar gaan houden en dat slaat tijdelijk een brug over de kloven. Ze hebhen alle twee een zeer eigengereid en stark karakter en ze zijn beiden verschrikkelijk trots. De liefde maakt dat ze wel willen buigen, maar ze kunnen het niet, dan breken ze, zijn zichzelf niet meer, gaan kapot. Heel beeldend en vaak ook buitengewoon humo ristisch heeft Kurban Said de vreemde menge ling van culturen in Bakoe ten tonele gevoerd en ook de min of meer zuiver gebleven groepen met allemaal hun eigen belangend de Russen, de Geor- giërs, de Armeniërs en de mohammedaanse bewo ners. De schrijver weet. precies de gevoelens zowel van het Oosten als van het Westen te vertolken Dat doet hij vaak met komische voorbeelden: de tsarina krijgt een hoestbui van afschuw wanneer de Shah van Perzië als beleefdheidsgeste met zijn vingers een lekker beetje op haar bord deponeert, of hij beschrijft de indruk die een westerse operazan geres op oosterse toehoorders maakt, of bij voor beeld een bal: „Na de maaltijd mocht de Franse ambassadeur de echtgenote van de tsaar zelfs omarmen en samen met haar door de zaal rond draaien, begeleid door afgrijselijke muziek. De tsaar zelf en de officieren van zijn Lijfwacht keken toe zonder dat iemand opkwam voor de eer van de tsaar" (p. 17) Meestal boort hij echter veel dieper, zo bij voorbeeld als hij Ali's afkeer van bomen probeert te verklaren: kunt niet vooruit zien. Je bent omsingeld. Het is donker. De zonnestralen verdwalen in de scheme ring van de bomen. In die schemering is alles onwerkelijk. Nee, ik houd niet van bomen. De schaduwen van de bossen deprimeren me en ik word bedroefd als ik de takken hoor ritselen. Ik houd van eenvoudige dingen, wind, zand en stenen. De woestijn is ongecompliceerd als de houw van een zwaard. Het bos is ingewikkeld als een Gordi aanse knoop. Ik verdwaal in de bossen, uwe Hoogheid. Dadiani keek me nadenkend aan: „U hebt de ziel van een woestijnmens." zei hij. Misschien is dat het enige werkelijke onderscheid tussen men sen: je hebt woudmensen en je hebt woestijnmen sen. De droge bedwelming van de Oriënt is afkom stig uit de woestijn waar mannen dronken worden van de hete wind en het hete zand, waar de wereld eenvoudig is en probleemloos De wouden zitten vol vragen. Alleen de woestijn vraagt niet en geeft niet en belooft niets. Maar het vuur van de ziel komt uit het woud. De woestijnmens ik zie hem voor me heeft maar éen gezicht en maar éen waarheid en die waarheid bevredigt hem. De woud mens heeft vele gezichten. De fanaticus komt uit de woestijn, de scheppende mens uit de wouden. Misschien is dat het voornaamste verschil tussen Oost en West (pp 51/2) De jonge mensen, Ali en Nino, houden echter van elkaar, hoe groot de moeilijkheden en de verschillen ook zijn en die spitsen zich nog toe met het uitbreken van de eerste wereldoorlog. De belan gen van de verschillende bevolkingsgroepen in Ba koe en omgeving doorkruisen elkaar dan openlijk Niettemin doet Ali zijn aanzoek; hij wordt aanvanke lijk door Nino's vadei wat op een afstand gehou den, maar na de langdurige tactische overredingen van een vriend van hem, de invloedrijke Armeniër Nachararyan komt het zover dat hij en Nino zich mogen verloven wanneer de laatste met veel kunst en vliegwerk voor haai eindexamen op het lyceum is geslaagd Prachtig zijn de feesten met de Georgi sche familieleden in Tiflis beschreven, de messen- dansen, de zwavelbaden, de mooie neven van Nino van Georgië wordt voorspeld: „Toen verbrak Dodiko de betovering. Hij rekte zich uit en geeuwde tevreden: „Het is zo mooi," zei hij, „dit land van ons. De zwavel en de stad, de oorlog en de Kachetische wijn. Ziet toch hoe de Alasan door de vlakte stroomt! Het is heerlijk om een Georgiër te zijn, ook al moet Georgië ten onder gaan. U klinkt zo hopeloos. Maar is het ooit anders geweest in het land van TamarEn toch stromen onze rivieren, groeien onze wijnstokken en danst ons volk. Het is een schoon land. dit Georgië van ons. En dat zal het blijven, ondanks de hopeloze situatie." Hij ging staan, jong en tenger, met dansende ogen en een huid als fluweel, afstamme ling van zangers en helden. De baardige man in de hoek glimlachte vol verrukking: „Bij God, zolang we nog zulke jonge mensen hébben..." (p. 123). Maar daar, in Tiflis al, komt hun conflict reeds scherp te staan. Nino barst in tranen uit, midden op straat: „Ik, jouw eigen Nino, ik ben ook een minuscuul stukje van dat Europa dat je zo haat en hier in Tiflis voel ik dat meer dan ooit. Ik houd van je en jij houdt van mij. Maar ik houd van bossen en weiden en jij houdt van bergen en stenen en zand. En daarom ben ik bang voor je, voor je liefde en jouw wereld. „En?" vroeg ik verward. Ik begreep niet wat ze hiermee wilde zeggen. „En?" ze droogde haai ogen af en lachte alweer, terwijl ze haar hoofd opzij draaide. „En?" Over drie maanden zijn we getrouwd, wat wil je nog meer?" (p. 128) Het zal nog moeilijker worden, het zal zo vlot niet gaan Er komt zelfs een moment dat Nino zich laat bepraten door Nachararyan, die ook verliefd op haar is, al is hij Ali's vriend. Hij ontvoert haar Het wordt zijn dood, het had, naar Aziatische begrippen, ook Nino's dood moeten zijn. maar Ali spaart haar leven. Hij heeft een deels westerse opvoeding gehad... Er bestaat nu een bloed vete tussen zijn geslacht en dat van Nachara ryan, er zijn nog meer complicaties en er zit voor hem voorlopig niet veel anders op dan onder te duiken in een bergdorpje in Daghestan. Zijn doello ze leven daar zijn verslaving aan de hasj, ze zijn al even onvergetelijk getekend als al het andere. Dan komt op een dag Nino naar hem toereizen, eigen lijk om zich door hem te laten doden. In plaats daarvan hebben ze elkaar voor het eerst volkomen lief. Dan toont Nino heel de trots van haar karakter. Als Ali naar het gebeuren met Nacharary an vraagt, antwoordt zij: „Je moet niet danken dat hij me tegen mijn wil heeft ontvoerd, Ik wist precies wat ik deed en ik dacht dat het goed was. Maar het was verkeerd- Het was mijn eigen schuld en ik verdiende het om te sterven. Daarom zwees ik en daarom ben ik hier. Nu weet je alles" „Nu ga ik naaj- huis. Je hoeft niet met me te trouwen." (p. 172) Ali Khan laat daarop onmiddel lijk de benodigdheden halen voor de voltrekking van het huwelijk en ze trouwen terstond, ce mohammedaan en de Grieks-orthodoxe. Ze leiden een tijdje een gelukkig, simpel leven in het vlek in Daghestan. Nino, de prinses, gedraagt zich als all? andere vrouwen van het plaatsje. Het lot (in geval voornamelijk de gevolgen van de polities gebeurtenissen) zal hen steeds heen en weer slinge ren. Terug naar Bakoe, dan als ballingen naar ds familileden van Ali in de buurt van Teheran, in Perzië, waar Nino in een harem terecht komt (ah enige vrouw, overigens) onder toezicht van een eunuch. Het is vaak hoogst vermakelijk en soms ook haast tragisch, vooral omdat ze hier, tijdens een flagellantenorgie waarbij Ali zijn bezinning verliest en mëedoet, onverwachts ziet tot welk een fanatisme haar man in staat is. Ze haat hem dan opeens ondanks haar liefde. Ook al verwachten 2 een kind: Oost en West zullen elkaar niet ontmoe ten. Later, terug in Bakoe, wacht hen onder de nieuwe politieke constellatie een diplomatieke car rière. Nino richt zich nu totaal westers in (hun huis was verwoest), ze ontvangen ln westerse stijl en als een van de ambassadeursvrouwen aan do inbooriinge vraagt of ze wel eens naar de opera is geweest, antwoordt ze liefjes, een versnapering aanbiedend, „ja en ik kan ook lezen en schrijven-" 'I Maar wanneer zij als een echte westerse maakster voor haar man achter de schermen wat te bewerkstelligen dat hij een diplomatieke post in Parijs krijgt, volgt een nieuw conflict: Ali wil a Bakoe blijven en haat dit westerse elan even steiï als zij destijds de flagellantenorgie in het oosten. Ze krijgen een dochtertje, maar er komt geen oplossing: bij een nieuwe schermutseling vindt All de dood achter zijn mitrailleur Dit mooie liefdes verhaal kent dus geen happy ending, maar een heel droef en haast verscheurend. De vertaling is vsn Else Hoog, die bij vergissing op pag. 129 de 'Indianen' in Azië op laat draven. Overigens maató ook Kurban Said je wel eens nieuwsgierig: in wells taal sprak Nino met haar Perzische tantes nichten? (pag. 207). van d!

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1974 | | pagina 18