KOLONEL C. A. VERWAAL, nieuwe
commandant Leger des Heils
8;
KURBAN SAID 'AU EN NINO', verhaal van
een liefde tussen oost en west
WATER SCHEPPEN
18
KORTE TIJD VERBONDEN GEWEEST AAN KORPS TE VLISSINGEN
K sp
Kj 4
vH s
iiiiiiiiiiiniiiiiiiiiii
■[iiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAO 3 OKT08B
KOLONEL C. A. Verwaal werd
op 23 juli 1918 te Rotterdam
geboren. Op 23 augustus 1937
begon zijn opleiding tot offi
cier Hij ivas bemanningslid
van het opleidingsschip Fcbe
als jong officier en diende de
korpsen Numansdorp cn Rot
terdam III. Na zijn militaire
dienst was hij actief in Harlin-
gcn, Amsterdam I, Assen en
Almelo.
In 1942 werd bij bevelvoe
rend officier van Groningen
III, maar na vijf maanden
trok lilj alweer naar bet jon
genshuis te Maarssen en van
daar naar de korpsen Steen-
wijk en Vlissingen. Op 27 juni
1916 werd hij assistent voor
het jeugdwerk van de Noord-
Nederland divisie. In 1948 is
hij in Den Helder, in 1949 Ud
van de staf van de opleidings
school te Amstelveen, in 1953
Divisie Jeugd Secretaris van
de Centraal Nederland divi
sie.
Na functies in het jeugd
werk werd hij in 1961 hoofd
van de Kweekschool te Am
stelveen, daarna eerst assis
tent financieel secretaris en in
1964 financieel secretaris. Op
2 november 1973 volgde zijn
aanstelling tot chef secretaris
van het Nederlandse territoir
en sinds 3 oktober zal hij ter
ritoriaal commandant is.
AMSTERDAM Het Leger des Heils In
Nederland heeft weer een Nederlandse
commandant. Dc derde sinds 1887, toen
hier mot het legerwerk begonnen werd.
Het is kolonel G. A. Verwaal. Hij volgde
begin oktober de Canadees Pindred op, die
naar Australië vertrok In liet hoofdkwar
tier aan de Damstraat te Amsterdam geeft
hij op de vraag, of een Nederlandse com
mandant hier in deze tijd met een aantal
specifiek Nederlandse problemen niet be
ter is dan een buitenlandse officier, een
ontkennend antwoord.
„Het Leger", zegt kolonel Verwaal, „is in
de eerste plaats een internationale organi
satie Door hier niet-Nederlanders aan te
stellen en elders in de wereld Nederlan
ders met een nationaal commando te
belasten, wordt dat internationale karakter
benadrukt. Er is ook een sterke band met
de korpsen over de grenzen".
Heils mag vergelijken met die van een
bisschop, beantwoordt de voorlichtingsoffi
cier van het Leger, de heer Mast. „Niet als
de functie van een bisschop, maar als die
van een kardinaal", zegt hij. „De landelijke
commandanten kiezen namelijk uit hun
midden de generaal, die in Londen zijn
hoofdkwartier heeft".
Noch de heer Verwaal, noch de heer
Mast willen aan die vergelij Icing. Tegeno
ver de machtige Roomse kerk is het Leger
des Heils een> eenvoudig geconstrueerde
organisatie. Maar wel een die haar tijd
ver vooruit is geweest De vrouw heeft er
van het begin af aan als volledig erkend,
betaald en ingeschakeld medewerkster
haai plaats gehad Mevrouw Verwaal is
leidster van de organisatie van verplegen-
den van het Leger in Nederland. Zoals
honderden getrouwde officieren staan zij
samen aan het front.
diging is voor hem een hartstocht. Hij
loet het iedere zondag en hoopt het ook
als commandant te blijven doen.
Is er een belangrijke vorm van ant
woord op die prediking? Of lijdt het Leger
des Heils onder de malaise die verschillen
de kerkelijke denominaties tot het sluiten
van kerken heeft doen besluiten?
„Daar is bij het Leger niets van te
bespeuren", zegt kolonel Verwaal. „Dat
komt misschien omdat de moderne theolo
gie, die voor veel verval van kerkelijke
krachten aansprakelijk wordt gesteld, de
bijbelopvattingen van bet Leger onaange
tast heeft gelaten. „Wij zijn toch wat
fundamentalistisch van aard". De onfeil
baarheid van de bijbel, naar de letter,
staat dus voorop.
Zijn er minder openluchtbijeenkomsien
van het Leger in de steden en dorpen?
Vroeger waren die zo kleurrijk met het
muziekkorps dat onder gewapper van vlag
gen optrok.
Kolonel Verwaal is van mening dat er
inderdaad meer aan straatprediking moet
worden gedaan. Hij wil dat militante ka
rakter van het leger, dat uit die openlucht
samenkomsten sprak, wel stimuleren. „De
eerste taak van het Leger is en blijft: met
het evangelie naar de mensen gaan. Pas
daarna neemt het Leger de maatschappelij
ke taak ter hand. Want de mensen blijven
het Leger nodig hebben. Daarom blijft het
Leger ook herkenbaar aan de uniformen.
Een heilsoldaat of officier in burger is
geer, heilsoldaat. Op die herkenbaarheid
kan het Leger aangesproken worden. De
mensen in het veld worden daar ook op
aangesproken en in herkend".
IMAGO
ZOON HEILSOLDAAT
„Wij zeggen „veld' zegt kolonel Verwaal.
Hij zoon van een heilsoldaat werd
op 19-jarige leeftijd eerder kon regle
mentair niet officier. Evangelieverkon-
Dat brengt het gesprek op de image die
het Leger heeft. Die is geioeldig. Luitenant-
kolonel Boshardt, die de goodwill-centra
van het Leger in Amsterdam leidt, is
ivelhaast een nationale heilige. Is het niet
vermoeiend om als goeddoenden door het
leven te gaan?
„Die goede image is inderdaad een be
zwaar", aldus de heer Verwaal. „Het is
een te gebrekkige aanduiding van wat het
Leger echt is: een evangelie verkondigende
organisatie. D,e wijze waarop het evangelie
gebracht wordt, draagt er vee) toe bij om
de mensen op een bepaald moment tot
een beslissing te laten komen, bat is dan
de zondaarsbank, die in het geheel van het
optreden van het Leger toch wel een gTOte
rol speelt. De zondaarsbank is niet wat je
zou kunnen noemen een „sacrament" voor
het Leger; het is een methode om de
mensen te helpen gestalte te geven aan
hun bekering"
Wat ziet de commandant naast het
stimuleren van de evangelisatie als zijn
belangrijkste taak?
Het antwoord komt zonder aarzeling:
het uitdiepen van het maatschappelijke
werk. Voor een kleine organisatie is het
Leger een groot maatschappelijk apparaat.
Naast de 105 korpsen (evangelisatiepos-
ten) zijn er vier jeugdcentra, zes maat
schappelijke centra, dertien tehuizen voor
kinderen, vijf bejaardentehuizen, drie ver
pleeginrichtingen voor langdurig zieken,
twee goodwillcentra, achttien reclasse
ringsbureaus en twee hotels.
Dat werk breidt zich steeds uit. In
Maastricht is het Leger gestart met de
.inrichting van een maatschappelijk cen
trum voor onbehuisden. Dat loopit zo goed,
dat vier tot vijf gemeenten hebben ge
vraagd om daar ook zulke centra te
stichten.
Hoe treft de nieuwe commandant het
Leger aan?
Als een levenskrachtige organisatie. Dat
betekent dat kolonèl Venvaal zich bèzig
zal moeten gaan houden met allerlei vra
gen die op hem afkomen. De officieren
werving is daarvan een belangrijk onder
deel. Aan de William Booth-kweekschool in
Amstelveen de heer Verwaal was er
van 1961 tot 1963 hoofd melden zich de
laatste jaren minder kandidaten voor het
officierschap dan voorheen. Dat heeft tot
gevolg dat in het maatschappelijk werk al
gebruik moet worden gemaakt van full
timers die geen officier zijn. „Ze moeten
wel de doelstellingen van het Leger onder
schrijven. Doen ze dat niet dan stellen wij
ze niet aan", aldus de heer Verwaal.
„Dat staat natuurlijk wel in tegenstelling
tot het hele proces van deconfessionalise
ring dat zich juist op maatschappelijk
terrein aan het voltrekken is. We krijgen
daar geen conflicten over, maar wel dis
cussies".
We hebben in het begin al even gepraat
over de rol van de vrouw in het Leger.
Kunt u verklaren waarom een zo bijbelge-
trouwe organisatie als het Leger de uit
spraak van Paulus over de vrouw, die in
de gemeente zou moeten zwijgen, altijd
naast zich neer heeft gelegd?
Kolonel Verwaal: „William Booth zei
altijd: vrouwen zijn de beste mannen. Dat
woord van Paulus heeft ons nooit aange
sproken. Dat andere wel, uit de brief aan
de Galatiërs: In Christus is noch man
noch vrouw, Wij waren daar dus zeer
voorlijk mee, want nu doet de vrouw
overal haar intrede in het kerkelijke leven.
Zelfs in de Rooms-Katholieke Kerk leest ze
jp het altaar het evangelie. Dai is bij ons
lus nooit een punt geweest. De vrouw
heeft altijd én als officier én in het
lekenapostolaat haar plaats ingenomen en
geweldig werk gedaan. Er zijn zeer grote
vrouwen heilsofficier. Misschien is dat dan
toch het voordeel van een niet al te
theologische beschouwing".
„De gelijke beloning is ook nooit een
probleem geweest. Als ze ongehuwd wa
ren, kregen ze gelijke beloning voor het
zelfde werk; trouwden ze, dan kregen ze
sis echtpaar één toelage. We hebben nu
vier vrouwen in de staf voor zeer belang
rijke taken".
Drie oktober werd kolonel Verwaal als
commandant geïnstalleerd. Dat gebeurde in
Amsterdam. Op 8 oktober is er een open
baar welkom in Groningen en op 18 okto
ber in Den Haag. Vrijdag 25 oktober is de
laatste kennismakingsbijeenkomst in Arn
hem
Kolonel Verwaal heeft zelf nooit ge
dacht dat hij nog eens commandant zou
worden. „Je hoopt er wel op", zegt hij,
„want het is een levensvervulling".
Hij begint zijn nieuwe loopbaan met
groot enthousiasme.
'Dan zult gij met vreugde
water scheppen uit de fon
teinen 'des heils' Jesaja
12:3.
Als deze krant verschijnt is
het joodse Loofhuttenfeest
in volle gangVroeger
hoorde daar. volgens de
Talmud, het feestelijke ri
tueel bij van het 'water
scheppen' uit de fonteinen
van SiloaJi. aan de rand
van Jeruzalem. Heeft Jesa
ja dit gebruik al gekend?
In elk geval is hij erbij
geweest, toen koning His-
kia de waterbassins van Si-
loah opnieuw liet aanleg
gen, en als hij zegt: „dan
zult gij met vreugde water
scheppen uit de fonteinen
des heils," heeft hij zeker
ook deze waterbronnen
voor ogen gehad. En het
was met deze woorden, dat
in later tijd de priester op
het feest het 'water schep
pen' in Siloah inluidde. Zo
als het 'water scheppen'
stond heel het feest in het
teken van uitbundige vreug
de vanwege de van God
ontvangen zegeningen.
Voor mij hoeft het niet,
evenmin als een Brabants
Carnaval in een Zeeuwse
stad, wanneer, naar ik
hoor, hier en daar een
christelijke gemeente ook
een Loofhuttenfeest heeft
georganiseerd. Alleen joden
kunnen de Loofhutten écht
vieren. Ais wij feest willen
vieren mét Israël, kunnen
toij dat beter doen. door
met volhardende vreugde
water scheppen uit de on
uitputtelijke bronnen van
kennis en troost, die Israël
ons in zijn 'Schriften' heeft
geschonken en ons door Is
raels grote zoon Jezus van
Nazareth toegankelijk zijn
gemaakt. Water was bij de
Israëlieten een gave die
2 c:(
in Jr d
mogen er d
er in bader.' ll
eten en bloï
ïsen zijn. V.: e
us a
op de Messiaanse vrede
richte leven. Jezus de i'
sias reikt, ons dat lead M
water toe over de Gi
fteen, die Hij stierf in Ir dE
zalem. Wij mogen ei
drinken en er in bader lei
er door groeien e
over de dood heen geschon
ken is. God had het gevaar
lijke water (Rode Zee!)
onschadelijk gemaakt, nu
mochten ze het als zegen
uit zijn hand ontvangen:
Water om te drinken, om
te wassen, om weide en
wijngaarde te besproeien'.
Bij Jesaja wordt het tot
symbool van 'heil' in de
breedste zin, zoals God dat
schenkt: het verzoende, ge
ordende, gerechtvaardigde.
hebben de Christus Bl
menlijk naar het kruis
wezen. Beiden delen in: SP
vrede, die Hij
heeft bezegeld. D
maakt beiden tot één, t::
zij staan in dezelfde
zoeningssituatie tot de y]_
van Israël. Daarom
alle reden om mét Ir. dE
feest te vieren, water
scheppen uit dezelfde
teinen. Ons geloof if!
Heer is er niet van tol
maken, en tegenover lt.
(morgen: Israël-zot
kunnen wij allee?
dat doen, ons geloof
gen en met zeggingskn
zeggen, dat bij Hem
water des levens te
is, dat de bron van c
vrede daar ontspringt
nergens anders.
F.S.
Kloosterrc g
ZATERDAGKRANT
lillBI!
Een enkele maal valt er eens een boek zomaar uit
het niet in je handen als een echt geschenk.
Vraag niet naar de gever de schrijver, de eventuele
authenticiteit: het is er, een verrukkend geheel, en
dat is meer dan genoeg. De wereld bevat veel van
zulke onbekende meesterwerken op allerlei gebied.
Ze worden gemaakt en ze liggen begraven tot
iemand ze ontdekt. Zo'n boek is de roman 'Ali en
Nino' van Kurban Said. Van Kurban Said heet het
dat hij als Essad Bey in 1905 in een joodse familie
te Bakoe (aan de Kaspische Zee) geboren werd.
Toen hij later mohammedaan werd, nam hij de
naam Kurban Said aan. In de introductie staat dan
verder: „Toen de revolutie uitbrak in zijn vaderland
(dit is dus Rusland) vluchtte hij met vader en
Duitse gouvernante naar Konstantinopel. Zijn moe
der was gestorven toen hij nog een baby was.
Vandaar verhuisden ze naar Berlijn waar Essad
naar de school voor kinderen van Russische emi
granten ging en vervolgens naar de universiteit.
Daar begon hij al te schrijven en spoedig deed hij
niets anders dan dat. Hij schreef een aantal boeken,
voornamelijk biografiën over onder andere Moham
med en Stalin, maar voor zijn romans koos hij de
naam Kurban Said. Hij huwde een Amerikaans
meisje, maar toen de familie naar Wenen verhuisde,
verliet zij hem- Toen de nazi's ook Oostenrijk
binnenvielen, vluchtte hij naar Italië waar hij in
1942 overleed Hij werd in Positano begraven met,
op zijn verzoek, een Koran onder zijn hoofd." Wat
hier allemaal van waai is. weet ik niet en het
interesseert me eigenlijk ook maar matig. Wat ik
wel weet is dat het lang geleden is sinds ik zo'n
meeslepend boek gelezen heb als 'Ali en Nino'. het
is avontuurlijk en spannend humoristisch en ont
roerend het is echt een var, die boeken die je met
een 'dit moet je nu eens lezen' aan vriend en maag
doorgeeft - wat ik hierbij doe. 'Ali en Nino speelt
voornamelijk in Bakoe en omgeving, op de grens
van twee werelden: Oost er West. Dat wil zeggen:
Bakoe ligt eigenlijk al in het Oosten, helemaal
voorbij Turkije, Armenië aan de uiterste oostkant
van Azerbeidsjan; oostelijkei bij voorbeeld dan
Bagdad, "boven' West-Perzië, bijna op dezelfde
breedtegraad als Teheran. Maar door de Russische
invloed is het toch ook nog gedeeltelijk een wester
se stad. Kurban Said heeft zijn verhaal, dat in de
allereerste plaats een prachtig liefdesverhaal is,
toegespitst door Oost en West een huwelijk aan te
laten gaan Ze zullen elkaar nooit bereiken, volgens
de bekende versregel van Kipling, en zo is het ook
hier. Het is in wezen een dieptragisch verhaal: hoe
groot de liefde van Ali voor Nino en van Nino voor
Ali ook is, hun 'zielen' ontmoeten elkander niet. Ali
Khan Shirvanshir is door en door een oosterling,
een zoon van de woestijn. Hij is een vurig moham
medaan. een telg uit een zeer oud en zeer rijk
adellijk geslacht dat vele wortels en bezittingen in
Perzië heeft Door zijn opvoeding in Bakoe, die
westers getint is (hij is er op een Russische
middelbare school) heeft, hij echter ook vele van de
verworvenheden van het westen leren waarderen.
En hij is gaan houden van Nino Kipiani, een
prinses uit een christelijk, ook al schatrijk geor-
giseh geslacht, een meisje dat ook nog op de
schoolbanken zit. Nino is volkomen westers geo
riënteerd, zij vreest eigenlijk de 'ziel van het
Oosten' die zij heel goed kent, zoals Ali in wezen
'de ziel van het Westen' haat. Maar Ali en Nino zijn
nu eenmaal van elkaar gaan houden en dat slaat
tijdelijk een brug over de kloven. Ze hebhen alle
twee een zeer eigengereid en stark karakter en ze
zijn beiden verschrikkelijk trots. De liefde maakt
dat ze wel willen buigen, maar ze kunnen het niet,
dan breken ze, zijn zichzelf niet meer, gaan kapot.
Heel beeldend en vaak ook buitengewoon humo
ristisch heeft Kurban Said de vreemde menge
ling van culturen in Bakoe ten tonele gevoerd en
ook de min of meer zuiver gebleven groepen met
allemaal hun eigen belangend de Russen, de Geor-
giërs, de Armeniërs en de mohammedaanse bewo
ners. De schrijver weet. precies de gevoelens zowel
van het Oosten als van het Westen te vertolken
Dat doet hij vaak met komische voorbeelden: de
tsarina krijgt een hoestbui van afschuw wanneer de
Shah van Perzië als beleefdheidsgeste met zijn
vingers een lekker beetje op haar bord deponeert, of
hij beschrijft de indruk die een westerse operazan
geres op oosterse toehoorders maakt, of bij voor
beeld een bal: „Na de maaltijd mocht de Franse
ambassadeur de echtgenote van de tsaar zelfs
omarmen en samen met haar door de zaal rond
draaien, begeleid door afgrijselijke muziek. De
tsaar zelf en de officieren van zijn Lijfwacht keken
toe zonder dat iemand opkwam voor de eer van de
tsaar" (p. 17) Meestal boort hij echter veel dieper,
zo bij voorbeeld als hij Ali's afkeer van bomen
probeert te verklaren:
kunt niet vooruit zien. Je bent omsingeld. Het is
donker. De zonnestralen verdwalen in de scheme
ring van de bomen. In die schemering is alles
onwerkelijk. Nee, ik houd niet van bomen. De
schaduwen van de bossen deprimeren me en ik
word bedroefd als ik de takken hoor ritselen. Ik
houd van eenvoudige dingen, wind, zand en stenen.
De woestijn is ongecompliceerd als de houw van
een zwaard. Het bos is ingewikkeld als een Gordi
aanse knoop. Ik verdwaal in de bossen, uwe
Hoogheid. Dadiani keek me nadenkend aan: „U hebt
de ziel van een woestijnmens." zei hij. Misschien is
dat het enige werkelijke onderscheid tussen men
sen: je hebt woudmensen en je hebt woestijnmen
sen. De droge bedwelming van de Oriënt is afkom
stig uit de woestijn waar mannen dronken worden
van de hete wind en het hete zand, waar de wereld
eenvoudig is en probleemloos De wouden zitten vol
vragen. Alleen de woestijn vraagt niet en geeft niet
en belooft niets. Maar het vuur van de ziel komt
uit het woud. De woestijnmens ik zie hem voor
me heeft maar éen gezicht en maar éen
waarheid en die waarheid bevredigt hem. De woud
mens heeft vele gezichten. De fanaticus komt uit de
woestijn, de scheppende mens uit de wouden.
Misschien is dat het voornaamste verschil tussen
Oost en West (pp 51/2)
De jonge mensen, Ali en Nino, houden echter van
elkaar, hoe groot de moeilijkheden en de
verschillen ook zijn en die spitsen zich nog toe met
het uitbreken van de eerste wereldoorlog. De belan
gen van de verschillende bevolkingsgroepen in Ba
koe en omgeving doorkruisen elkaar dan openlijk
Niettemin doet Ali zijn aanzoek; hij wordt aanvanke
lijk door Nino's vadei wat op een afstand gehou
den, maar na de langdurige tactische overredingen
van een vriend van hem, de invloedrijke Armeniër
Nachararyan komt het zover dat hij en Nino zich
mogen verloven wanneer de laatste met veel kunst
en vliegwerk voor haai eindexamen op het lyceum
is geslaagd Prachtig zijn de feesten met de Georgi
sche familieleden in Tiflis beschreven, de messen-
dansen, de zwavelbaden, de mooie neven van Nino
van Georgië wordt voorspeld:
„Toen verbrak Dodiko de betovering. Hij rekte zich
uit en geeuwde tevreden: „Het is zo mooi," zei hij,
„dit land van ons. De zwavel en de stad, de oorlog
en de Kachetische wijn. Ziet toch hoe de Alasan
door de vlakte stroomt! Het is heerlijk om een
Georgiër te zijn, ook al moet Georgië ten onder
gaan. U klinkt zo hopeloos. Maar is het ooit anders
geweest in het land van TamarEn toch stromen
onze rivieren, groeien onze wijnstokken en danst
ons volk. Het is een schoon land. dit Georgië van
ons. En dat zal het blijven, ondanks de hopeloze
situatie." Hij ging staan, jong en tenger, met
dansende ogen en een huid als fluweel, afstamme
ling van zangers en helden. De baardige man in de
hoek glimlachte vol verrukking: „Bij God, zolang
we nog zulke jonge mensen hébben..." (p. 123).
Maar daar, in Tiflis al, komt hun conflict reeds
scherp te staan. Nino barst in tranen uit, midden
op straat: „Ik, jouw eigen Nino, ik ben ook een
minuscuul stukje van dat Europa dat je zo haat en
hier in Tiflis voel ik dat meer dan ooit. Ik houd
van je en jij houdt van mij. Maar ik houd van
bossen en weiden en jij houdt van bergen en stenen
en zand. En daarom ben ik bang voor je, voor je
liefde en jouw wereld. „En?" vroeg ik verward. Ik
begreep niet wat ze hiermee wilde zeggen. „En?" ze
droogde haai ogen af en lachte alweer, terwijl ze
haar hoofd opzij draaide. „En?" Over drie maanden
zijn we getrouwd, wat wil je nog meer?" (p. 128)
Het zal nog moeilijker worden, het zal zo vlot
niet gaan Er komt zelfs een moment dat Nino
zich laat bepraten door Nachararyan, die ook
verliefd op haar is, al is hij Ali's vriend. Hij
ontvoert haar Het wordt zijn dood, het had, naar
Aziatische begrippen, ook Nino's dood moeten zijn.
maar Ali spaart haar leven. Hij heeft een deels
westerse opvoeding gehad... Er bestaat nu een
bloed vete tussen zijn geslacht en dat van Nachara
ryan, er zijn nog meer complicaties en er zit voor
hem voorlopig niet veel anders op dan onder te
duiken in een bergdorpje in Daghestan. Zijn doello
ze leven daar zijn verslaving aan de hasj, ze zijn al
even onvergetelijk getekend als al het andere. Dan
komt op een dag Nino naar hem toereizen, eigen
lijk om zich door hem te laten doden. In plaats
daarvan hebben ze elkaar voor het eerst volkomen
lief. Dan toont Nino heel de trots van haar
karakter. Als Ali naar het gebeuren met Nacharary
an vraagt, antwoordt zij: „Je moet niet danken dat
hij me tegen mijn wil heeft ontvoerd, Ik wist
precies wat ik deed en ik dacht dat het goed was.
Maar het was verkeerd- Het was mijn eigen schuld
en ik verdiende het om te sterven. Daarom zwees
ik en daarom ben ik hier. Nu weet je alles"
„Nu ga ik naaj- huis. Je hoeft niet met me te
trouwen." (p. 172) Ali Khan laat daarop onmiddel
lijk de benodigdheden halen voor de voltrekking
van het huwelijk en ze trouwen terstond, ce
mohammedaan en de Grieks-orthodoxe. Ze leiden
een tijdje een gelukkig, simpel leven in het vlek in
Daghestan. Nino, de prinses, gedraagt zich als all?
andere vrouwen van het plaatsje. Het lot (in
geval voornamelijk de gevolgen van de polities
gebeurtenissen) zal hen steeds heen en weer slinge
ren. Terug naar Bakoe, dan als ballingen naar ds
familileden van Ali in de buurt van Teheran, in
Perzië, waar Nino in een harem terecht komt (ah
enige vrouw, overigens) onder toezicht van een
eunuch. Het is vaak hoogst vermakelijk en soms
ook haast tragisch, vooral omdat ze hier, tijdens
een flagellantenorgie waarbij Ali zijn bezinning
verliest en mëedoet, onverwachts ziet tot welk een
fanatisme haar man in staat is. Ze haat hem dan
opeens ondanks haar liefde. Ook al verwachten 2
een kind: Oost en West zullen elkaar niet ontmoe
ten. Later, terug in Bakoe, wacht hen onder de
nieuwe politieke constellatie een diplomatieke car
rière. Nino richt zich nu totaal westers in (hun
huis was verwoest), ze ontvangen ln westerse stijl
en als een van de ambassadeursvrouwen aan do
inbooriinge vraagt of ze wel eens naar de opera is
geweest, antwoordt ze liefjes, een versnapering
aanbiedend, „ja en ik kan ook lezen en schrijven-"
'I
Maar wanneer zij als een echte westerse
maakster voor haar man achter de schermen wat
te bewerkstelligen dat hij een diplomatieke post in
Parijs krijgt, volgt een nieuw conflict: Ali wil a
Bakoe blijven en haat dit westerse elan even steiï
als zij destijds de flagellantenorgie in het oosten.
Ze krijgen een dochtertje, maar er komt geen
oplossing: bij een nieuwe schermutseling vindt All
de dood achter zijn mitrailleur Dit mooie liefdes
verhaal kent dus geen happy ending, maar een heel
droef en haast verscheurend. De vertaling is vsn
Else Hoog, die bij vergissing op pag. 129 de
'Indianen' in Azië op laat draven. Overigens maató
ook Kurban Said je wel eens nieuwsgierig: in wells
taal sprak Nino met haar Perzische tantes
nichten? (pag. 207).
van d!