WATERGATE: THRILLER ZONDER WEERGA
WITTE HUIS BEDREIGDE KPMNT
VROMEN EN VERLICHTEN,
NAAR AANLEIDING VAN DE
TENTOONSTELLING
IN UTRECHT
De ware vrede en vreugde
14
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 6 JULI I9?(
De publieke belangstelling voor de
Watergate-affaire begint te verslap
pen. De zaak sleept zich eindeloos
voort en de juridische kluwen is bij
na onontwai'baar. Maar nu is op de
tweede verjaardag van 'Watergate'
het boek 'All the president's men' ge
publiceerd. Dit werk, van de twee
Washington-Post-verslaggevers Carl
Bernstein en Bob Woodward, die in-
'dertijd de schandalen aan het rollen
hebben gebracht, is een verademing
en vooral een soort richtingwijzer in
de door zijn ontelbare details en ver
takkingen bijna niet meer te volgen
affaire.
„All the president's men" is een even
ongelooflijke als spannende politieke de
tective, die echter, zoals het rechterlijk
team van John J. Sirica heeft uitgewezen,
helaas op waarheid berust. Het is het
bizarre relaas van twee verslaggevers die
door hun doorzettingsvermogen en vakbe
kwaamheid het hoogste principe van de
journalistiek dienden: het zoeken naar de
waarheid. Hun speurzin leidde tot de ont
manteling van de omvangrijkste politieke
corruptie uit de geschiedenis van de Vere
nigde Staten.
Het is het stap-voor-stap-relaas van
Woodwards en Bernsteihs ontdekkingen
van de samenzweringen, omkoperijen en
vuilspuiterij van de Ndxon-staf. Het zet
precies de talloze vuile trucs op een rijtje,
waarmee assistenten van Nixon, en waar
schijnlijk ook de president zelf, de Ameri
kanen hebben misleid.
Het is boeiende lectuur, ideaal als hand
leiding te gebruiken nu de „loodgieters"
(de Witte-Huis-detectives die nieuwslekken
moesten nagaan en Nisons tegenstanders
dwars moesten zitten) en Nixons naaste
adviseurs, zoals Haldeman en Ehrlichman,
moeten terechtstaan. En vooral nu over
een paar weken de juridische commissie
van het Amerikaanse Huis van Afgevaar
digden haar onderzoek zal afsluiten naar
de vraag, of de president betrokken was
bij de onwettige handelingen of misschien
zelfs de opdrachtgever was en of er rede
nen tot afzetting bestaan.
Zijn waarde ontleent „AH the president's
men" niet alleen aan het feitenrelaas,
maar vooral ook aan de verslagen over de
werkwijze van de Washington Post. Je zou
het daarom best een journalistiek hand
boek kunnen noemen.
DEEP THROAT
Een van de best bewaarde geheimen van
Watergate is nóg steeds de identiteit van
de man die Woodward op het goede spoor
zette naar de onthullingen van de schanda
len. Deze man wist wat er omging in
zowel betWitte Huis alsbij het comité
.voor de herverkiezing van de president.
(Deze club was bij vele Waterga te-samen
zweringen betrokken). Alleen Woodward
weet wie het is.
Hij mocht zijn geheimzinnige bron nooit
citeren. Zelfs niet als „een ingewijde" of
als „kringen rond het Witte Huis", of met
andere van dergelijke omschrijvingen. In
de terminologie van de Amerikaanse kran
ten heet zo iemand „deep background". Op
de Post werd de geheimzinnige man al
gauw „Deep Throat" genoemd, naar een
gelijknamige en in die tijd veel bekeken
pornografische film.
Aanvankelijk spraken „Deep Throat" en
Woodward alleen over de telefoon met
elkaar, maar toen de spanningen rond
Watergate te groot werden en "Deep
Troat' bang was dat zijn telefoon werd
afgetapt, moesten ze op een andere ma
nier met elkaar in contact zien te komen.
En wat ze erop vonden, zou je je alleen in
een spionagefilm kunnen voorstellen.
Als Woodward „Deep Throat" dringend
nodig had, verplaatste hij een bloempot
met een rode vlag, die altijd op het
balkon van zijn flat stond, helemaal naar
het uiteinde. Dat was het afgesproken
teken voor hun ontmoetingen om twee
uur 's nachts in een ondergrondse garage
ergens in Washington. Om mogelijke ach
tervolgers van zich af te schudden, wissel
de Woodward onderweg van taxi's.
Voor het geval „Deep Throat" zelf met
Woodward wilde praten, werd er een ande
re procedure gevolgd. Deep Throat teken
de dan een klok met daarin aangegeven de
tijd van de ontmoeting onderaan pagina
20 van Woodwards exemplaar van de New
York Times. De krant lag iedere ochtend
voor zeven uur in de bus. en Woodward
weet nu nog steeds niet hoe "Deep Throat"
die krant iedere keer te pakken kreeg.
BROODNIJD
Het oproUen van de Watergate-affaire is,
behalve aan de vakbekwaamheid van de
twee Washington Post verslaggevers, ook
te danken aan hun „broodnijd". Op de
zaterdagochtend na de inbraak in het
hoofdkwartier van de Democraten in het
chique Watergate-gebouw, kregen Bern
stein en Woodward de opdracht de zaak
vorder uit te zoeken. De een gunde de
ander de eer van het goede verhaal niet
en probeerde nog meer informaties los te
krijgen. Dat leidde tot de eerste onthullin
gen over de financiering van de inbraak
met geld van het comité voor de herver
kiezing van president Nixon.
Maar ook de kregeligheid van de hoofd
redactie van de Washington Post over het
feit dat de New York Times een jaar
ervoor als eerste de Pentagon Papers had
gepubliceerd, dwong de krant ertoe de
affaire tot op de bodem uit te zoeken.
RIJK
Watergate heeft Bernstein en Woodward,
die hun aanvankelijke jaloezie omzetten in
'All the president's
vriendschap, geen windeieren gelegd. Begin
1973 kregen ze van de uitgeversmaatschap
pij Simon en Schuster al een voorschot
van 55.000 dollar voor hun verslag in
boekvorm van het schandaal. Acteur Ro-
berg Redford kocht voor 450.000 dollar de
filmrechten van het boek. Bovendien heb
ben Woodward en Bernstein (het onaf
scheidelijke duo wordt door collega's
„Woodstein" genoemd) van Playboy een
cheque van 25.000 doUar gekregen in ruil
voor de publikatie van uittreksels uit him
boek. En kort geleden kwam de laatste
grote financiële surprise: het aanbod van
Warner Paperback om „All the president's
men" in pocketvorm uit te geven.
De Washington Post kreeg vorig jaar de
Pulitzer-prijs voor de journalistiek vanwe
ge de uitstekende verslaggeving over de
Watergate-affaire. En inmiddels staan
„Woodstein" al hoog^op de lijst van de
tien bést verkochte boeken in de Verenig
de Staten.
In september brengt de Amsterdamse
uitgeversmaatschappij Contact „AU the
president's men" in vertaling op de Neder
landse markt. Diverse uitgaven zijn hier al
in de boekwinkels te koop, onder andere
van Quartet Books Ltd.
Vier maanden na de inbraak in het
Watergategebouw drukte de Wash
ington Post het verhaal van Bern
stein en Woodward af waarin
Dwight C-hapin, secretaris op het
Witte Huis, (veroordeeld tot een
straf van 10 tot 30 maanden) ervan
werd beschuldigd Donald Segretti
(nu in de gevangenis) te hebben ge
contracteerd voor het uitvoeren van
'smerige streken' tegen kandidaten
van de Democratische Partij.
Daarmee was de schandvlek van Water
gate doorgedrongen tot in het Witte Huis.
Een paar dagen later schreven de twee
verslaggevers een verhaal over Nixons per
soonlijke advocaat Herbert Kalmbach
(veroordeeld: 6 tote 18 maanden), die de
controle had over een zgn. geheim spiona-
gefonds van de Republikeinse Partij.
Het Witte Huis ontkent alle beschuldi
gingen en er breken harde tijden voor de
Washington Post aan. De krant moet op
passen. Bernstein en Woodward krijgen
een vaderlijk advies van hoofdredacteur
Benjamin C. Bradlee. In „All the presi
dent's men" citeren ze hem: „Dit is het
gemeenste spel dat er ooit in deze stad
gespeeld is. We moeten allemaal erg voor
zichtig zijn, zowel binnen als buiten. Ik
wU niets over jullie persoonlijk leven
weten, dat is jullie zaak. Maar als jullie
iets doen wat je niet wilt weten: stop er
dan mee".
Bradlee adviseerde: „Pas op met wie je
praat, met wie je omgaat, wees voorzich
tig met de telefoon, bewaar je ontvangst
bewijzen van de inkomstenbelasting, kijk
uit dat niemand verdovende middelen in
je huis verstopt, om je later te kunnen
„pakken", en wees een beetje terughou
dend in wat je tegenover anderen zegt
over Nixon en de regering".
maken, terwijl de Post wordt uitgeschar
keld. En dat is alleen nog maar het begin.
Daarna wordt het pas echt ruw. Ze zullen
daar op L Street (de straat in Washington
waar de Post haar kantoren heeft) wensen
dat ze nooit van Watergate gehoord had
den".
CANUCK LETTER
WOEDEND
AFLUISTEREN
ED MUSKIE
slachtoffer van smerige truc
Woodward haalt in „AU the president's
men" een gesprek aan tijdens een etentje
met een verslaggever van de Washington
Star. Deze had een paar dagen voor de
verkiezingen een onderhoud gehad met
Charles Colson, Witte Huis-adviseur, be
kend onder de bijnaam „Nixons bijltjes
man" (Colson gaat binnenkort ook de
gevangenis in).
„Zo gauw de verkiezingen achter de rug
zijn, zullen we alles op de Post schuiven",
zou Colson gezegd hebben. „Alle details
zijn nog niet uitgewerkt, maar de feitelij
ke beslissing is al genomen tijdens een
bijeenkomst met de president".
Colson zou de Star-verslaggever gezegd
hebben in het vervolg maar met een mand
langs te komen, omdat „wij van plan zijn
het boordevol met nieuws te vullen. En
dat zal het lezen van de Star onontbeerlijk
Kort nadat Woodward deze harde woor
den van Colson via zijn collega van de
Washington Star hoorde, werd bij de Fe
derale Communicatie Commissie een
klacht ingediend waarin het eigendoms
recht van de Post over twee televisiestati
ons in de staat Florida werd betwist.
Gevolg: de aandelen van de Washington
Post op de Amerikaanse beurs daalden
met 50 procent.
Tijdens een geheime ontmoeting met
„Deep Throat", ergens in een afgelegen
chauffeurscafé in Washington, vertelt de
geheime informant de verslaggever hoe
Nixon buiten zijn zinnen van woede was
over het toenemend aantal Watergate-
schandalen in de Washington Post.
Woodward citeert „Deep Throat" in All
the president's men: „Op een bijeenkomst
heeft Nixon gezegd dat het geld dat nog
over is van de campagne, zo'n vijf miljoen
dollar, best gebruikt kan worden om het
mes in de Washington Post te zetten. Hij
Nixon) vindt dat de nieuwsmedia te vér
zijn gegaan en dat moet gestopt worden.
Volgens „Deep Throat" zal het niet lukken.
„Ze weten dat ze het ware verhaal niet
tegen kunnen houden. Dat is het waarom
ze zo radeloos zijn. Maar pas op jullie zelf
en op die krant van jullie", waarschuwde
hij.
Aan de vooravond van de hoorzittingen
van de speciale commissie uit de Senaat
voor de Watergate-affaire, onder leiding
van Sam Ervin (16 mëi 1973), jaagt „Deep
Throat" de Washington Post-verslaggevers
de stuipen helemaal op het lijf. Maar hij
Is serieus, en Bernstein, Woodward en hun
hoofdredacteuren nemen „Deep Throat's"
waarschuwingen ernstig op.
Volgens het boek heeft hij gezegd dat
„ieders leven in gevaar is". Woodward
vraagt Bernstein naar zijn flat te komen.
Ze durven geen woord tegen elkaar te
zeggen. Er kan afluisterapparatuur in de
kamers geplaatst zijn. Via een briefje laat
Woodward zijn collega weten wat „Deep
Throat" hem gezegd heeft. Het gaat over
de betrokkenheid van Ehrlichman, Halde
man, Dean, Mitchel en andere medewer
kers van de president, bij het in de
doofpot stoppen van de schandalen, Ieder-
Eén van de smerigste trucjes waarmee 1
voor Nixon gevaarlijke politieke tegenstan
ders werden uitgeschakeld, beschrijft het
duo „Woodstein" ih het hoofdstuk The
Canuck Letter. De zogenaamde Canuck-
brief was het begin van het einde van de
campagne van senator Ed Muskie voor de
Democratische nominatie voor de presi
dentschap. Volgens deze brief zouden me
dewerkers van Muskie en de senator mis
plaatste grappen hebben gemaakte over de
„Canucks", een denigrerende term voor
Amerikanen van Frans-Canadese afkomst.
De brief werd afgedrukt in de Manchester
Union Leader, een krant in de staat New
Hampshire, waar tienduizenden mensen
van Frans-Canadese afkomst wonen.
In een begeleidend hoofdartikel zette de
Manchester Union nog eens uiteen hoe
beledigend de brief wel was. Als klap op
de vuurpijl kwam dezelfde krant de vol
gende dag met een belastend verhaal over
Müstóe's vrouw. Staande op een vrachtwar
gen probeerde Muskie zich de volgende
morgen in New Hampshire te verdedigen
tegen de laffe aanvallen in brief en krant.
Toen hij zijn vrouw wilde verdedigen brak
Muskie in tranen uit. Dat betekende het
einde van Muskie's „rit" naar het Witte
Huis. Niet lang daarna bevestigde „Deep
Throat" Woodwards vermoeden dat de
brief door iemand in het Witte Huis was
geschreven.
ONTGROENING
Na veel navraag blijkt dat Ken Clawson,
een ex-journalist van de Washington Post,
die in 1972 medewerker werd van het
Witte Huis, de brief geschreven heeft.
Nieuwe medewerkers in het presidentiële
bolwerk moeten een soort ontgroening
doormaken. In die ontgroeningstijd moe
ten ze laten zien wat ze kunnen door er
een vijand van het Witte Huis tussen te
nemen.
En de Canuck Letter was waarschijnlijk
Clawsons examen om toegelaten te wor
den tot de clan. Juist Muskie werd voor
deze laffe en smerige brief uitgekozen
omdat hij, als hij eenmaal de Democrati
sche kandidatuur voor het presidentschap
zou hebben, de gevaarlijkste tegenstander
van Nixon zou worden. Niet McGovern,
want van hem stond allang vast dat hij
het niet van Richard Nixon zou kunnen
winnen.
De kerkgeschiedenis kan zich niet in een grote belangstelling verheugen. Op de catectj
satic is het tenminste moeilijk de aandacht bezig te houden wanneer er een onde
werp uit de geschiedenis van de kerk ter sprake komt. Dit Is ten onrechte, Willen
het heden verstaan, dan zullen we het verleden niet kunnen missen, omdat daar dc wt,
telen te vinden zijn waaruit is opgegroeid wat er tegenwoordig is. Het vorig jaar is r
een boekje verschenen van dr. A, Jelsma: De blaffende liond', met als ondertitel: 'asje
ten uit het leven van Wynfreth Bonifatlus', de Engelse monnik (bisschop) die In 754 v
Dokkum werd vermoord. Wat hebben we nu nog te maken met een man die meer ds
1200 jaar geleden heette geleefd? Dat de R.-K. Kerk daarmee nog iets te maken liee.
zal men nog enigszins kunnen begrijpen, maar dat protestanten (en de schrijver behotr
tot hen) met hem nog iets van doen hebben, lijkt op z'n minst raadselachtig. Bovn
dien heeft Bonifatius het grootste deel van zijn missionaire leven niet in ons maar
Duitsland doorgebracht, waarom hij dan ook, naar eigen wens, in Fulda begraven ligt.
Wie echter de moeite neemt het boek van
dr. Jelsma te lezen, komt tot de slotsom
dat de kerkelijke crisis waarin wij nu
leven nogal wat gelijkenis vertoont met
de omstandigheden waarmee Bonifatius te
maken had. Zal het christendom verdwij
nen, is een vraag die heden nogal eens
gesteld wordt. Dr. Jelsma is van mening
dat dit een ramp zou zijn. „Want wat
komt ervoor in de plaats? In ieder geval
staat ons een fel oplaaiende stam- en
rasideologie te wachten. En machten die
nu nog met kleine letters geschreven kun
nen worden, zinvolle facetten van het
veelzijdige leven, zullen dan hoofdletters
voor zich opeisen en allesbeheersend wil
len zijn, natuur, sekse, dood".
Ook Bonifatius heeft in zulk een crisistijd
geleefd en zo trekt de schrijver de lijnen
van 700 tot nu, in dat zeer leesbare en
interessante boek.
De tentoonsteUing 'Vromen en Verlichten',
die onlangs in Utrecht is geopend in het
Aartsbisschoppelijk Museum, voert ons
niet zover terug, slechts een goede 300
jaar. Men is bezig het Catharijne-convent
(ook in Utrecht) te maken tot een Rijksmu
seum waar een overzicht zal worden gege
ven van de geschiedenis van het christen
dom vanaf de tijd der Merovingen (circa
450-750) top heden. Het tegenwoordige
Aartsbisschoppelijke museum zal dan ook
daarheen verhuizen, De tentoonstelling
die er nu is in de Agnietenstraat geeft
een proefje van protestantse zijde van
hetgeen er in het toekomstige Rijksmu
seum te zien zal zijn.
En wat is er dan nu in Utrecht te zien?
Men heeft getracht een overzicht te geven
van 'twee eeuwen protestantse geloofsbele
ving'. Het oudste stuk is de eerste druk
van de statenbijbel uit 1637. Of eigenlijk is
er nog een ouder stuk, namelijk de kist
waarin 'de autografen (eigenhandig ge
schreven stukken) en proefdrukken van de
statenbijbel' werden opgeborgen. Waarom
ook zou deze kist minder belangrijk zijn
dan die waarin Hugo de Groot vanuit
Loevestein ontsnapte? Dat men met die
statenbijbel begint, is wel te begrijpen,
want de invloed die deze vertaling heeft
gehad, kunnen we niet te groot schatten.
Daardoor is onze taal gevormd.
Hoeveel uitdrukkingen, ook van dikwijls al
te letterlijke vertalingen, zijn niet gewor
den tot spreekwoordelijke uitdrukkingen.
Groot is ook de invloed géweest van de
statenbijbel op de geloofsbeleving, waar
over Jiet gaat op deze tentoonstelling. Voor
dien waren er ook wel vertalingen van de
bijbel en bij alle kritiek die men er toen
op had, hebben zij him werk gedaan. Toen
de statenvertaling 'op last van de hoogmo
gende Heeren Staten-Generaal der Veree-
nigde Nederlanden en volgens het besluit
van de Synode Nationaal gehouden te
Dordrecht in de jaren 1618 en 1619 uit de
oorspronkelijke talen in onze Nederland-
sche getrouwelyk overgezet' (zoals op het
titelblad te lezen is) verscheen, werd deze
de algemeen gebruikte vertaling. Dat deze
vertaling grote verdiensten heeft, blijkt
voldoende uit het feit dat zij het drié
eeuwen lang heeft uitgehouden en in be
paalde kringen nog een gezag heeft waar
aan geen enkele nieuwe vertaling kan
tippen. Tot in onze dagen toe, is die
statenbijbel verbonden met een bepaalde
protestantse vroomheid, welke weer nauw
samenhangt met het feit dat door de
Reformatie de H. Schrift in het middel
punt van de toen gevormde kerken is
komen te staan als voordien niet het geval
is geweest.
De tentoonsteUing begint met een portret
van Gisbertus Voetïus en daarnaast één
van René Descartes, de Franse wijsgeer,
die zich in 1629 in ons land vestigde om
er ongestoord te kunnen werken, wat hem
in eigen land niet mogelijk was. Hij zocht
een nieuw uitgangspunt voor zijn wijsge
rig denken en meende dat te kunnen
vinden in de menselijke rede. Niet alleen
met eigen kerk kwam hij in conflict (zijn
werken zijn op de Index geplaatst) maar
ook met het protestantisme in ons land,
waar Voetius zijn grote tegenstander was.
Deze kon de hoge waardering die Descar
tes aan de menselijke rede gaf, moeilijk
waarderen. „Voor Voetius heeft de rede
alleen een dienende functie: ze ontvangt
en verwerkt de openbaring". Voetius was
bang dat door de rede van Descartes de
openbaring, waaruit hij leefde, zou worden
ingekort en daaraan had hij natuurlijk we)
gelijk. Er is ook te zien een ets waarop
paus Clemens X (de toenmalige paus) en
Voetius samen zijn getekend. Deze ets laat
even zien hoezeer Voetius als een paus
kerkelijk Nederland heeft beheerst.
Die twee figuren van Voetius en Descarfc
beheersen eigenlijk heel deze tentoon»
ling. De strijd van Voetianen en Coccej
nen, die een eeuw lang duurde, hangt,,
ook, zij het in de verte, mee same
Duidelijker wordt de tegenstelling wam»
in de 18e eeuw de Verlichting doorbrei
die een grensloos vertrouwen in h
menselijk verstand predikt. De catalog
van de tentoonstelling waarschuwt ec'rr;
dat we vroomheid en Verlichting niets
onverbiddelijke tegenstellingen moto
zien. „Ook de Nederlandse vromen hebfe
niet licht de oud-vaderlandse nuchter®
verloochend". „In de school van Calvf
leert men niet die diepe verachting van:
rede in geloofszaken, wel verstaan: allo.
een dienend gebruik en men denkt 4
aan de rede verlicht door de Heüj
Geest". De artikelen tegen de remonstn
ten van de synode van Dordrecht 1618;,
zijn er een bewijs van hoever het redei,
denken, ook in geloofszaken, kan gaan.i
hoeveel hangt daarmee weer niet ssik
tot in onze tijd toe. Hoeveel kerkelij
wrijvingen en kwesties van nu, zijn er
al niet geweest in voorgaande eeuwen.;
krijgen natuurlijk een bepaald accent vi
de tijd waarin wij nu leven, maar
kunnen moeilijk volhouden dat ze nu h=
maal nieuw zijn.
Dat op het 'Piëtisme' (afgeleid van s
LLatijnse woord piëtas, vroomheid) eenï
paalde nadruk zou vallen op deze tent»
stelling, spreekt ook weer vanzelf als 1
moet gaan over 'Vromen en Verlicht:
Met de naam 'piëtisten' wordt aanged:
de geloofsheweging die zich verzette te;
de dorre leerstellige prediking en tegel
tegen de slapheid van zeden bij w
kerkelijke mensen. De vromen van 1
Piëtisme vragen' om een waarlijk hele?
van het geloof dat men heieed. Het
zijn een zaak van het hart, maar te
van de mond en van de daad. Men z<*
een zekere afzondering van de wereld,
men zoekt die in 'gezelschappen' die i
al eens een seotarisch karakter kon;
krijgen. In ieder geval moeten leer
leven samenstemmen. Dat Piëtisme taf
een wettische inslag. Op deze tentooiu:
ling gaan aan onze ogen voorbij de Ti
linoks (al is er van Willem dan alleen?
portret) Jacobus Koelman, Amesius
vooral ook Jean de Labadie, met wi
laatste Voetius eerst nogal ïngenoc
was, maar zich later tegen hem kees
Vanuit dat Piëtisme zijn weer regelrc
ljjnen te trekken naar onze tijd, al
het alleen maar door de oude schrijn
die nog steeds gezuchte lectuur zijn, i
weer in sommige kringen.
We komen op die tentoonstelling in a
king met Betje Wolff en Aagje Deken, r
de psalmberijming van 1773, met de;
scheiding (de originele 'Acte van Af si
ding en Wederkeer' van 13 oktober IÉ
uit het archief van de theologische lit
school te Kampen, ligt er) met het R'
en alles wat daaruit is voorfcgekcra
zoals de drankbestrijding, de diacones
huizen, de inrichtingen van Zetten, Eu j
derloo en Neerbosch. We zien hier
bekende plaat van de brede en de sm h
weg, die we in onze jeugd nogal eens
de huizen zagen hangen en die, bij i
wat er op aan te merken is, toch wel!
indruk geeft van de wijze waarop
'vromen' zich hun weg door deze we: fl
voorstelden. Ook voor de doperse 1
Luyken met zijn 'konstige figuren
godlyke spreuken en stichtelyke ver
wordt aandacht gevraagd. Het zal t
weer niet toevallig zijn dat zijn "hem'
minne' ook tegenwoordig lezers vindt i
ze bekwame etser heeft voor versphilld
uitgaven van de statenbijbel tekenis
geleverd die de moeite van het nauws
rig bekijken nog altijd waard zijn. HK
niet gemakkelijk "Vromen en VerlicW
gedurende twee eeuwen op een tento C
stelling samen te vatten. Beide, vroor© ti
en verlichtheid, voltrokken zich in 'se r
sen hart en geest. Men moet dan i el
volstaan met portretten, boeken, broc
res, tekeningen en daarbij een duid®
tekst. In onze tijd waarin de televisie; j!
ogen van mensen meer bezighoudt, J*
minste voor enkele ogenblikken hen
lijkt een tentoonstelling als deze wat:
de tijd. Toch mag men met recht
aandacht vragen voor deze twee eeuR p
om te ontdekken hoezeer wij daarmee i 4
altijd verhonden zijn en blijven. si
„Ik zend U als lammeren
tussen de wolven".
Met deze woorden stuurt
Jezus zijn 72 leerlingen op
pad. Op hun tochten moet
het lam-zijn temidden van
de wolven hun kenmerk
zijn. Gelukkig dat erbij
staat, dat de Heer ze voor
Zich uitzendt en dat HijZelf
volgt. Van nature zijn we
meer geneigd onszelf te ver
dedigen dan ons leven voor
de wob en te gooien.
Een lam is kwetsbaar en
overgeleverd zoals een kind
tussen de grote mensen. De
geaardheid van een volwas
sene ligt meer in de lijn
van zich te handhaven on
danks alles en de ander te
overtreffen dan zichzelf
maar weerloos en kwetsbaar
opstellen.
Zo is het gesteld met de een
ling, de groep en ook de
kerk. Zelfs als kerk zijn we
vaak uit op onszelf: zoe vin
den onze eigetliturgie zo
prachtig de bijdragen
hadden, gezien onze inspan
ningen, best wat hoger mo
gen liggen de gemeente
en parochie had onze moei-
ten, ons gesjouto voor dit
of dat best wat beter mogen
honoreren. Wat blijkt het
telkens toch moeilijk om
lam te zijn.
God zegt aan Mozes, die na
mens Hem 70 mannen moet
uitkiezen: ,JIc zal ze iets van
Uw geest geven, opdat ze
samen met U de last van
het volk kunnen
Wij moeten de geest van
Jezus bezitten om lam te
kunnen zijn.
Zending in de bijbel gaat al
tijd gepaard met het dragen
of verdragen van iets en
nooit met dreigen met iets.
Volgeling-zijn van de Heer
is geen kwestie van ergens
op uit zijn maar telkens op-
nieuw alleen maar een vra
gen „Kan ik misschien iets
voor jouw doen?". Zouden
ar
daarom misschien c
lingen geen beurs of tas t, je
mogen nemen omdat dill Ir
gevaar inhield, dat ze M st
dingen belangrijker zov 1
gaan vinden dan het
waarvoor ze gezonden
ren?
Ze moestenalleen IJ
vrede brengen, alle ov lil
toewensen, samen eten
hetzelfde brood, gem
wat ziek was en het gdv
gene vrij maken. 1
Je bent geen kerk of cK 1
orat
ten om jezelf maar offlj
ander: steeds op weg r-'
die ander om bij de ofll* I
ting jezelf durven te fl
liezen.
Anderen niet voor onst le
ret je spannen maar aïj s<
vredebrenger zijn en rr
verziekte samen gent. w
Wie ons zo ontmoet, zA* e'
voelen van de ware tffl a
en vreugdewordt iets P
waar van het koninm
Gods.
Paler M. Verstil"
Hansweert.