WATERGATE: THRILLER ZONDER WEERGA WITTE HUIS BEDREIGDE KPMNT VROMEN EN VERLICHTEN, NAAR AANLEIDING VAN DE TENTOONSTELLING IN UTRECHT De ware vrede en vreugde 14 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 6 JULI I9?( De publieke belangstelling voor de Watergate-affaire begint te verslap pen. De zaak sleept zich eindeloos voort en de juridische kluwen is bij na onontwai'baar. Maar nu is op de tweede verjaardag van 'Watergate' het boek 'All the president's men' ge publiceerd. Dit werk, van de twee Washington-Post-verslaggevers Carl Bernstein en Bob Woodward, die in- 'dertijd de schandalen aan het rollen hebben gebracht, is een verademing en vooral een soort richtingwijzer in de door zijn ontelbare details en ver takkingen bijna niet meer te volgen affaire. „All the president's men" is een even ongelooflijke als spannende politieke de tective, die echter, zoals het rechterlijk team van John J. Sirica heeft uitgewezen, helaas op waarheid berust. Het is het bizarre relaas van twee verslaggevers die door hun doorzettingsvermogen en vakbe kwaamheid het hoogste principe van de journalistiek dienden: het zoeken naar de waarheid. Hun speurzin leidde tot de ont manteling van de omvangrijkste politieke corruptie uit de geschiedenis van de Vere nigde Staten. Het is het stap-voor-stap-relaas van Woodwards en Bernsteihs ontdekkingen van de samenzweringen, omkoperijen en vuilspuiterij van de Ndxon-staf. Het zet precies de talloze vuile trucs op een rijtje, waarmee assistenten van Nixon, en waar schijnlijk ook de president zelf, de Ameri kanen hebben misleid. Het is boeiende lectuur, ideaal als hand leiding te gebruiken nu de „loodgieters" (de Witte-Huis-detectives die nieuwslekken moesten nagaan en Nisons tegenstanders dwars moesten zitten) en Nixons naaste adviseurs, zoals Haldeman en Ehrlichman, moeten terechtstaan. En vooral nu over een paar weken de juridische commissie van het Amerikaanse Huis van Afgevaar digden haar onderzoek zal afsluiten naar de vraag, of de president betrokken was bij de onwettige handelingen of misschien zelfs de opdrachtgever was en of er rede nen tot afzetting bestaan. Zijn waarde ontleent „AH the president's men" niet alleen aan het feitenrelaas, maar vooral ook aan de verslagen over de werkwijze van de Washington Post. Je zou het daarom best een journalistiek hand boek kunnen noemen. DEEP THROAT Een van de best bewaarde geheimen van Watergate is nóg steeds de identiteit van de man die Woodward op het goede spoor zette naar de onthullingen van de schanda len. Deze man wist wat er omging in zowel betWitte Huis alsbij het comité .voor de herverkiezing van de president. (Deze club was bij vele Waterga te-samen zweringen betrokken). Alleen Woodward weet wie het is. Hij mocht zijn geheimzinnige bron nooit citeren. Zelfs niet als „een ingewijde" of als „kringen rond het Witte Huis", of met andere van dergelijke omschrijvingen. In de terminologie van de Amerikaanse kran ten heet zo iemand „deep background". Op de Post werd de geheimzinnige man al gauw „Deep Throat" genoemd, naar een gelijknamige en in die tijd veel bekeken pornografische film. Aanvankelijk spraken „Deep Throat" en Woodward alleen over de telefoon met elkaar, maar toen de spanningen rond Watergate te groot werden en "Deep Troat' bang was dat zijn telefoon werd afgetapt, moesten ze op een andere ma nier met elkaar in contact zien te komen. En wat ze erop vonden, zou je je alleen in een spionagefilm kunnen voorstellen. Als Woodward „Deep Throat" dringend nodig had, verplaatste hij een bloempot met een rode vlag, die altijd op het balkon van zijn flat stond, helemaal naar het uiteinde. Dat was het afgesproken teken voor hun ontmoetingen om twee uur 's nachts in een ondergrondse garage ergens in Washington. Om mogelijke ach tervolgers van zich af te schudden, wissel de Woodward onderweg van taxi's. Voor het geval „Deep Throat" zelf met Woodward wilde praten, werd er een ande re procedure gevolgd. Deep Throat teken de dan een klok met daarin aangegeven de tijd van de ontmoeting onderaan pagina 20 van Woodwards exemplaar van de New York Times. De krant lag iedere ochtend voor zeven uur in de bus. en Woodward weet nu nog steeds niet hoe "Deep Throat" die krant iedere keer te pakken kreeg. BROODNIJD Het oproUen van de Watergate-affaire is, behalve aan de vakbekwaamheid van de twee Washington Post verslaggevers, ook te danken aan hun „broodnijd". Op de zaterdagochtend na de inbraak in het hoofdkwartier van de Democraten in het chique Watergate-gebouw, kregen Bern stein en Woodward de opdracht de zaak vorder uit te zoeken. De een gunde de ander de eer van het goede verhaal niet en probeerde nog meer informaties los te krijgen. Dat leidde tot de eerste onthullin gen over de financiering van de inbraak met geld van het comité voor de herver kiezing van president Nixon. Maar ook de kregeligheid van de hoofd redactie van de Washington Post over het feit dat de New York Times een jaar ervoor als eerste de Pentagon Papers had gepubliceerd, dwong de krant ertoe de affaire tot op de bodem uit te zoeken. RIJK Watergate heeft Bernstein en Woodward, die hun aanvankelijke jaloezie omzetten in 'All the president's vriendschap, geen windeieren gelegd. Begin 1973 kregen ze van de uitgeversmaatschap pij Simon en Schuster al een voorschot van 55.000 dollar voor hun verslag in boekvorm van het schandaal. Acteur Ro- berg Redford kocht voor 450.000 dollar de filmrechten van het boek. Bovendien heb ben Woodward en Bernstein (het onaf scheidelijke duo wordt door collega's „Woodstein" genoemd) van Playboy een cheque van 25.000 doUar gekregen in ruil voor de publikatie van uittreksels uit him boek. En kort geleden kwam de laatste grote financiële surprise: het aanbod van Warner Paperback om „All the president's men" in pocketvorm uit te geven. De Washington Post kreeg vorig jaar de Pulitzer-prijs voor de journalistiek vanwe ge de uitstekende verslaggeving over de Watergate-affaire. En inmiddels staan „Woodstein" al hoog^op de lijst van de tien bést verkochte boeken in de Verenig de Staten. In september brengt de Amsterdamse uitgeversmaatschappij Contact „AU the president's men" in vertaling op de Neder landse markt. Diverse uitgaven zijn hier al in de boekwinkels te koop, onder andere van Quartet Books Ltd. Vier maanden na de inbraak in het Watergategebouw drukte de Wash ington Post het verhaal van Bern stein en Woodward af waarin Dwight C-hapin, secretaris op het Witte Huis, (veroordeeld tot een straf van 10 tot 30 maanden) ervan werd beschuldigd Donald Segretti (nu in de gevangenis) te hebben ge contracteerd voor het uitvoeren van 'smerige streken' tegen kandidaten van de Democratische Partij. Daarmee was de schandvlek van Water gate doorgedrongen tot in het Witte Huis. Een paar dagen later schreven de twee verslaggevers een verhaal over Nixons per soonlijke advocaat Herbert Kalmbach (veroordeeld: 6 tote 18 maanden), die de controle had over een zgn. geheim spiona- gefonds van de Republikeinse Partij. Het Witte Huis ontkent alle beschuldi gingen en er breken harde tijden voor de Washington Post aan. De krant moet op passen. Bernstein en Woodward krijgen een vaderlijk advies van hoofdredacteur Benjamin C. Bradlee. In „All the presi dent's men" citeren ze hem: „Dit is het gemeenste spel dat er ooit in deze stad gespeeld is. We moeten allemaal erg voor zichtig zijn, zowel binnen als buiten. Ik wU niets over jullie persoonlijk leven weten, dat is jullie zaak. Maar als jullie iets doen wat je niet wilt weten: stop er dan mee". Bradlee adviseerde: „Pas op met wie je praat, met wie je omgaat, wees voorzich tig met de telefoon, bewaar je ontvangst bewijzen van de inkomstenbelasting, kijk uit dat niemand verdovende middelen in je huis verstopt, om je later te kunnen „pakken", en wees een beetje terughou dend in wat je tegenover anderen zegt over Nixon en de regering". maken, terwijl de Post wordt uitgeschar keld. En dat is alleen nog maar het begin. Daarna wordt het pas echt ruw. Ze zullen daar op L Street (de straat in Washington waar de Post haar kantoren heeft) wensen dat ze nooit van Watergate gehoord had den". CANUCK LETTER WOEDEND AFLUISTEREN ED MUSKIE slachtoffer van smerige truc Woodward haalt in „AU the president's men" een gesprek aan tijdens een etentje met een verslaggever van de Washington Star. Deze had een paar dagen voor de verkiezingen een onderhoud gehad met Charles Colson, Witte Huis-adviseur, be kend onder de bijnaam „Nixons bijltjes man" (Colson gaat binnenkort ook de gevangenis in). „Zo gauw de verkiezingen achter de rug zijn, zullen we alles op de Post schuiven", zou Colson gezegd hebben. „Alle details zijn nog niet uitgewerkt, maar de feitelij ke beslissing is al genomen tijdens een bijeenkomst met de president". Colson zou de Star-verslaggever gezegd hebben in het vervolg maar met een mand langs te komen, omdat „wij van plan zijn het boordevol met nieuws te vullen. En dat zal het lezen van de Star onontbeerlijk Kort nadat Woodward deze harde woor den van Colson via zijn collega van de Washington Star hoorde, werd bij de Fe derale Communicatie Commissie een klacht ingediend waarin het eigendoms recht van de Post over twee televisiestati ons in de staat Florida werd betwist. Gevolg: de aandelen van de Washington Post op de Amerikaanse beurs daalden met 50 procent. Tijdens een geheime ontmoeting met „Deep Throat", ergens in een afgelegen chauffeurscafé in Washington, vertelt de geheime informant de verslaggever hoe Nixon buiten zijn zinnen van woede was over het toenemend aantal Watergate- schandalen in de Washington Post. Woodward citeert „Deep Throat" in All the president's men: „Op een bijeenkomst heeft Nixon gezegd dat het geld dat nog over is van de campagne, zo'n vijf miljoen dollar, best gebruikt kan worden om het mes in de Washington Post te zetten. Hij Nixon) vindt dat de nieuwsmedia te vér zijn gegaan en dat moet gestopt worden. Volgens „Deep Throat" zal het niet lukken. „Ze weten dat ze het ware verhaal niet tegen kunnen houden. Dat is het waarom ze zo radeloos zijn. Maar pas op jullie zelf en op die krant van jullie", waarschuwde hij. Aan de vooravond van de hoorzittingen van de speciale commissie uit de Senaat voor de Watergate-affaire, onder leiding van Sam Ervin (16 mëi 1973), jaagt „Deep Throat" de Washington Post-verslaggevers de stuipen helemaal op het lijf. Maar hij Is serieus, en Bernstein, Woodward en hun hoofdredacteuren nemen „Deep Throat's" waarschuwingen ernstig op. Volgens het boek heeft hij gezegd dat „ieders leven in gevaar is". Woodward vraagt Bernstein naar zijn flat te komen. Ze durven geen woord tegen elkaar te zeggen. Er kan afluisterapparatuur in de kamers geplaatst zijn. Via een briefje laat Woodward zijn collega weten wat „Deep Throat" hem gezegd heeft. Het gaat over de betrokkenheid van Ehrlichman, Halde man, Dean, Mitchel en andere medewer kers van de president, bij het in de doofpot stoppen van de schandalen, Ieder- Eén van de smerigste trucjes waarmee 1 voor Nixon gevaarlijke politieke tegenstan ders werden uitgeschakeld, beschrijft het duo „Woodstein" ih het hoofdstuk The Canuck Letter. De zogenaamde Canuck- brief was het begin van het einde van de campagne van senator Ed Muskie voor de Democratische nominatie voor de presi dentschap. Volgens deze brief zouden me dewerkers van Muskie en de senator mis plaatste grappen hebben gemaakte over de „Canucks", een denigrerende term voor Amerikanen van Frans-Canadese afkomst. De brief werd afgedrukt in de Manchester Union Leader, een krant in de staat New Hampshire, waar tienduizenden mensen van Frans-Canadese afkomst wonen. In een begeleidend hoofdartikel zette de Manchester Union nog eens uiteen hoe beledigend de brief wel was. Als klap op de vuurpijl kwam dezelfde krant de vol gende dag met een belastend verhaal over Müstóe's vrouw. Staande op een vrachtwar gen probeerde Muskie zich de volgende morgen in New Hampshire te verdedigen tegen de laffe aanvallen in brief en krant. Toen hij zijn vrouw wilde verdedigen brak Muskie in tranen uit. Dat betekende het einde van Muskie's „rit" naar het Witte Huis. Niet lang daarna bevestigde „Deep Throat" Woodwards vermoeden dat de brief door iemand in het Witte Huis was geschreven. ONTGROENING Na veel navraag blijkt dat Ken Clawson, een ex-journalist van de Washington Post, die in 1972 medewerker werd van het Witte Huis, de brief geschreven heeft. Nieuwe medewerkers in het presidentiële bolwerk moeten een soort ontgroening doormaken. In die ontgroeningstijd moe ten ze laten zien wat ze kunnen door er een vijand van het Witte Huis tussen te nemen. En de Canuck Letter was waarschijnlijk Clawsons examen om toegelaten te wor den tot de clan. Juist Muskie werd voor deze laffe en smerige brief uitgekozen omdat hij, als hij eenmaal de Democrati sche kandidatuur voor het presidentschap zou hebben, de gevaarlijkste tegenstander van Nixon zou worden. Niet McGovern, want van hem stond allang vast dat hij het niet van Richard Nixon zou kunnen winnen. De kerkgeschiedenis kan zich niet in een grote belangstelling verheugen. Op de catectj satic is het tenminste moeilijk de aandacht bezig te houden wanneer er een onde werp uit de geschiedenis van de kerk ter sprake komt. Dit Is ten onrechte, Willen het heden verstaan, dan zullen we het verleden niet kunnen missen, omdat daar dc wt, telen te vinden zijn waaruit is opgegroeid wat er tegenwoordig is. Het vorig jaar is r een boekje verschenen van dr. A, Jelsma: De blaffende liond', met als ondertitel: 'asje ten uit het leven van Wynfreth Bonifatlus', de Engelse monnik (bisschop) die In 754 v Dokkum werd vermoord. Wat hebben we nu nog te maken met een man die meer ds 1200 jaar geleden heette geleefd? Dat de R.-K. Kerk daarmee nog iets te maken liee. zal men nog enigszins kunnen begrijpen, maar dat protestanten (en de schrijver behotr tot hen) met hem nog iets van doen hebben, lijkt op z'n minst raadselachtig. Bovn dien heeft Bonifatius het grootste deel van zijn missionaire leven niet in ons maar Duitsland doorgebracht, waarom hij dan ook, naar eigen wens, in Fulda begraven ligt. Wie echter de moeite neemt het boek van dr. Jelsma te lezen, komt tot de slotsom dat de kerkelijke crisis waarin wij nu leven nogal wat gelijkenis vertoont met de omstandigheden waarmee Bonifatius te maken had. Zal het christendom verdwij nen, is een vraag die heden nogal eens gesteld wordt. Dr. Jelsma is van mening dat dit een ramp zou zijn. „Want wat komt ervoor in de plaats? In ieder geval staat ons een fel oplaaiende stam- en rasideologie te wachten. En machten die nu nog met kleine letters geschreven kun nen worden, zinvolle facetten van het veelzijdige leven, zullen dan hoofdletters voor zich opeisen en allesbeheersend wil len zijn, natuur, sekse, dood". Ook Bonifatius heeft in zulk een crisistijd geleefd en zo trekt de schrijver de lijnen van 700 tot nu, in dat zeer leesbare en interessante boek. De tentoonsteUing 'Vromen en Verlichten', die onlangs in Utrecht is geopend in het Aartsbisschoppelijk Museum, voert ons niet zover terug, slechts een goede 300 jaar. Men is bezig het Catharijne-convent (ook in Utrecht) te maken tot een Rijksmu seum waar een overzicht zal worden gege ven van de geschiedenis van het christen dom vanaf de tijd der Merovingen (circa 450-750) top heden. Het tegenwoordige Aartsbisschoppelijke museum zal dan ook daarheen verhuizen, De tentoonstelling die er nu is in de Agnietenstraat geeft een proefje van protestantse zijde van hetgeen er in het toekomstige Rijksmu seum te zien zal zijn. En wat is er dan nu in Utrecht te zien? Men heeft getracht een overzicht te geven van 'twee eeuwen protestantse geloofsbele ving'. Het oudste stuk is de eerste druk van de statenbijbel uit 1637. Of eigenlijk is er nog een ouder stuk, namelijk de kist waarin 'de autografen (eigenhandig ge schreven stukken) en proefdrukken van de statenbijbel' werden opgeborgen. Waarom ook zou deze kist minder belangrijk zijn dan die waarin Hugo de Groot vanuit Loevestein ontsnapte? Dat men met die statenbijbel begint, is wel te begrijpen, want de invloed die deze vertaling heeft gehad, kunnen we niet te groot schatten. Daardoor is onze taal gevormd. Hoeveel uitdrukkingen, ook van dikwijls al te letterlijke vertalingen, zijn niet gewor den tot spreekwoordelijke uitdrukkingen. Groot is ook de invloed géweest van de statenbijbel op de geloofsbeleving, waar over Jiet gaat op deze tentoonstelling. Voor dien waren er ook wel vertalingen van de bijbel en bij alle kritiek die men er toen op had, hebben zij him werk gedaan. Toen de statenvertaling 'op last van de hoogmo gende Heeren Staten-Generaal der Veree- nigde Nederlanden en volgens het besluit van de Synode Nationaal gehouden te Dordrecht in de jaren 1618 en 1619 uit de oorspronkelijke talen in onze Nederland- sche getrouwelyk overgezet' (zoals op het titelblad te lezen is) verscheen, werd deze de algemeen gebruikte vertaling. Dat deze vertaling grote verdiensten heeft, blijkt voldoende uit het feit dat zij het drié eeuwen lang heeft uitgehouden en in be paalde kringen nog een gezag heeft waar aan geen enkele nieuwe vertaling kan tippen. Tot in onze dagen toe, is die statenbijbel verbonden met een bepaalde protestantse vroomheid, welke weer nauw samenhangt met het feit dat door de Reformatie de H. Schrift in het middel punt van de toen gevormde kerken is komen te staan als voordien niet het geval is geweest. De tentoonsteUing begint met een portret van Gisbertus Voetïus en daarnaast één van René Descartes, de Franse wijsgeer, die zich in 1629 in ons land vestigde om er ongestoord te kunnen werken, wat hem in eigen land niet mogelijk was. Hij zocht een nieuw uitgangspunt voor zijn wijsge rig denken en meende dat te kunnen vinden in de menselijke rede. Niet alleen met eigen kerk kwam hij in conflict (zijn werken zijn op de Index geplaatst) maar ook met het protestantisme in ons land, waar Voetius zijn grote tegenstander was. Deze kon de hoge waardering die Descar tes aan de menselijke rede gaf, moeilijk waarderen. „Voor Voetius heeft de rede alleen een dienende functie: ze ontvangt en verwerkt de openbaring". Voetius was bang dat door de rede van Descartes de openbaring, waaruit hij leefde, zou worden ingekort en daaraan had hij natuurlijk we) gelijk. Er is ook te zien een ets waarop paus Clemens X (de toenmalige paus) en Voetius samen zijn getekend. Deze ets laat even zien hoezeer Voetius als een paus kerkelijk Nederland heeft beheerst. Die twee figuren van Voetius en Descarfc beheersen eigenlijk heel deze tentoon» ling. De strijd van Voetianen en Coccej nen, die een eeuw lang duurde, hangt,, ook, zij het in de verte, mee same Duidelijker wordt de tegenstelling wam» in de 18e eeuw de Verlichting doorbrei die een grensloos vertrouwen in h menselijk verstand predikt. De catalog van de tentoonstelling waarschuwt ec'rr; dat we vroomheid en Verlichting niets onverbiddelijke tegenstellingen moto zien. „Ook de Nederlandse vromen hebfe niet licht de oud-vaderlandse nuchter® verloochend". „In de school van Calvf leert men niet die diepe verachting van: rede in geloofszaken, wel verstaan: allo. een dienend gebruik en men denkt 4 aan de rede verlicht door de Heüj Geest". De artikelen tegen de remonstn ten van de synode van Dordrecht 1618;, zijn er een bewijs van hoever het redei, denken, ook in geloofszaken, kan gaan.i hoeveel hangt daarmee weer niet ssik tot in onze tijd toe. Hoeveel kerkelij wrijvingen en kwesties van nu, zijn er al niet geweest in voorgaande eeuwen.; krijgen natuurlijk een bepaald accent vi de tijd waarin wij nu leven, maar kunnen moeilijk volhouden dat ze nu h= maal nieuw zijn. Dat op het 'Piëtisme' (afgeleid van s LLatijnse woord piëtas, vroomheid) eenï paalde nadruk zou vallen op deze tent» stelling, spreekt ook weer vanzelf als 1 moet gaan over 'Vromen en Verlicht: Met de naam 'piëtisten' wordt aanged: de geloofsheweging die zich verzette te; de dorre leerstellige prediking en tegel tegen de slapheid van zeden bij w kerkelijke mensen. De vromen van 1 Piëtisme vragen' om een waarlijk hele? van het geloof dat men heieed. Het zijn een zaak van het hart, maar te van de mond en van de daad. Men z<* een zekere afzondering van de wereld, men zoekt die in 'gezelschappen' die i al eens een seotarisch karakter kon; krijgen. In ieder geval moeten leer leven samenstemmen. Dat Piëtisme taf een wettische inslag. Op deze tentooiu: ling gaan aan onze ogen voorbij de Ti linoks (al is er van Willem dan alleen? portret) Jacobus Koelman, Amesius vooral ook Jean de Labadie, met wi laatste Voetius eerst nogal ïngenoc was, maar zich later tegen hem kees Vanuit dat Piëtisme zijn weer regelrc ljjnen te trekken naar onze tijd, al het alleen maar door de oude schrijn die nog steeds gezuchte lectuur zijn, i weer in sommige kringen. We komen op die tentoonstelling in a king met Betje Wolff en Aagje Deken, r de psalmberijming van 1773, met de; scheiding (de originele 'Acte van Af si ding en Wederkeer' van 13 oktober IÉ uit het archief van de theologische lit school te Kampen, ligt er) met het R' en alles wat daaruit is voorfcgekcra zoals de drankbestrijding, de diacones huizen, de inrichtingen van Zetten, Eu j derloo en Neerbosch. We zien hier bekende plaat van de brede en de sm h weg, die we in onze jeugd nogal eens de huizen zagen hangen en die, bij i wat er op aan te merken is, toch wel! indruk geeft van de wijze waarop 'vromen' zich hun weg door deze we: fl voorstelden. Ook voor de doperse 1 Luyken met zijn 'konstige figuren godlyke spreuken en stichtelyke ver wordt aandacht gevraagd. Het zal t weer niet toevallig zijn dat zijn "hem' minne' ook tegenwoordig lezers vindt i ze bekwame etser heeft voor versphilld uitgaven van de statenbijbel tekenis geleverd die de moeite van het nauws rig bekijken nog altijd waard zijn. HK niet gemakkelijk "Vromen en VerlicW gedurende twee eeuwen op een tento C stelling samen te vatten. Beide, vroor© ti en verlichtheid, voltrokken zich in 'se r sen hart en geest. Men moet dan i el volstaan met portretten, boeken, broc res, tekeningen en daarbij een duid® tekst. In onze tijd waarin de televisie; j! ogen van mensen meer bezighoudt, J* minste voor enkele ogenblikken hen lijkt een tentoonstelling als deze wat: de tijd. Toch mag men met recht aandacht vragen voor deze twee eeuR p om te ontdekken hoezeer wij daarmee i 4 altijd verhonden zijn en blijven. si „Ik zend U als lammeren tussen de wolven". Met deze woorden stuurt Jezus zijn 72 leerlingen op pad. Op hun tochten moet het lam-zijn temidden van de wolven hun kenmerk zijn. Gelukkig dat erbij staat, dat de Heer ze voor Zich uitzendt en dat HijZelf volgt. Van nature zijn we meer geneigd onszelf te ver dedigen dan ons leven voor de wob en te gooien. Een lam is kwetsbaar en overgeleverd zoals een kind tussen de grote mensen. De geaardheid van een volwas sene ligt meer in de lijn van zich te handhaven on danks alles en de ander te overtreffen dan zichzelf maar weerloos en kwetsbaar opstellen. Zo is het gesteld met de een ling, de groep en ook de kerk. Zelfs als kerk zijn we vaak uit op onszelf: zoe vin den onze eigetliturgie zo prachtig de bijdragen hadden, gezien onze inspan ningen, best wat hoger mo gen liggen de gemeente en parochie had onze moei- ten, ons gesjouto voor dit of dat best wat beter mogen honoreren. Wat blijkt het telkens toch moeilijk om lam te zijn. God zegt aan Mozes, die na mens Hem 70 mannen moet uitkiezen: ,JIc zal ze iets van Uw geest geven, opdat ze samen met U de last van het volk kunnen Wij moeten de geest van Jezus bezitten om lam te kunnen zijn. Zending in de bijbel gaat al tijd gepaard met het dragen of verdragen van iets en nooit met dreigen met iets. Volgeling-zijn van de Heer is geen kwestie van ergens op uit zijn maar telkens op- nieuw alleen maar een vra gen „Kan ik misschien iets voor jouw doen?". Zouden ar daarom misschien c lingen geen beurs of tas t, je mogen nemen omdat dill Ir gevaar inhield, dat ze M st dingen belangrijker zov 1 gaan vinden dan het waarvoor ze gezonden ren? Ze moestenalleen IJ vrede brengen, alle ov lil toewensen, samen eten hetzelfde brood, gem wat ziek was en het gdv gene vrij maken. 1 Je bent geen kerk of cK 1 orat ten om jezelf maar offlj ander: steeds op weg r-' die ander om bij de ofll* I ting jezelf durven te fl liezen. Anderen niet voor onst le ret je spannen maar aïj s< vredebrenger zijn en rr verziekte samen gent. w Wie ons zo ontmoet, zA* e' voelen van de ware tffl a en vreugdewordt iets P waar van het koninm Gods. Paler M. Verstil" Hansweert.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1974 | | pagina 14