„Vergeet plan-Java maar..." extiA GRAAG GOEDDOEN iwj HCT-VOORZITTER DEN TOONDER: Districtsvoorzitter Jos van der Walle, een (bijna) fanatiek vogelaar rtGENDAn Eet Smidts TARWEBROOD DE SMIDT «0AO 31 DECEMBER 1973 ZEEUWSCH-VLAANDEREH TERNEUZEN Het is 3 februari 1)72 wanneer Terneuzens wethouder Tin openbare werken A. Ramondt ïn «n interview met de PZC de eerste «ntouren blootlegt van het ont- wrp-bestemmingsplan voor de ont- lakelde stadswijk liet Java. Voor hem ligt een schets van een ambi- tieos opgezet winkel- en wooncen- tram van welgeteld 11.700 m2. Win kels, (kantoor)flats, parkeerruimte voor honderden auto's, allemaal op- jctrokken rond de waterpartij van de Oostkolk. Ramondt duidelijk trots op de vooruitstrevende aanpak is teveel realist, om Terneuzcnaren bij die gelegenheid al niet te waarschuwen, dat. wil de schets ooit werkelijkheid worden, de stad 40 tot 60.000 inwo ners moet tellen. Hij zegt letterlijk: -De toekomst van Zeeuwsch-Vlaan- is niet los te zien van een verdere uitbreiding van de industria lisatie. Je kunt naar mijn menirvg niet zeggen: tot hier en niet verder met de industrie. Of je moet accep- in een aanzienlijk langzamer tempo te groeien en dat een plan als het Java pas nog is tegen, pak weg, het jaar 2000". Het blijken achteraf profetische woorden: op dit moment heeft de d het plan nog steeds niet vastge steld. De lage huisjes van de vroege re woonwijk zijn gesloopt en er resteert een grasvlakte, die een en keling verleidt tot de uitroep dat Terneuzen juist daar ruimte kan vinden voor het rijdend blik van het publiek dat het centrum bezoekt. Tijdens de begrotingsvergadering van de Terneuzense raad, donderdag 6 december jongstleden oppert VCP- iractievoorzit-ster mevrouw J. M. Doppegieter-Thiel de mogelijkheid van het Java maar weer een woon wijk te maken. Zij vindt PvdA-wet- houder J. Huijbrecht (die een deel van de portefeuille van zijn zieke collega Ramondt beheert) verras send aan haar zijde, al vindt hij wel dat Terneuzen niet te snel moet sleutelen aan de bestemming van het gebied, omdat het nu eenmaal een unieke plaats voor een groot scheeps winkelcentrum blijft. Bij de twijfelaars aan de uitvoer baarheid van het 'plan Java' heeft zich inmiddels ook de heer J. den Toonder, voorzitter van het 150 le den tellende 'Handelscentrum Ter neuzen' (HCT) gevoegd. Hij zegt, vanuit zijn woonkamer uitkijkend op de laatste restanten van de vroe gere woonwijk: „Het Java? Vergeet het maar. Voor de vestiging van een grootwinkelbedrijf hoeven we dit terrein niet te reserveren: dat kan ook naar de Markt of de Blokken. Zoals het Java er nu ligt is het een waardeloze rotzooi". In de visie van de HCT-voorzitter t Terneuzen er het best aan van het Java een aantrekkelijke woon wijk voor 12 a 1500 mensen te maken met tussen het groen verscholen kleine parkeerplaatsen en voorzieningen als een crèche of peuterspeelzaal (voor kinderen van winkelende moeders). „Een winkelcentrum zoals de ge: meente zich dat voorstelt is daar eenvoudigweg niet haalbaar", zegt hij beslist. „Ik vind dat je dan reab'st moet blijven en zeggen: we gaan wat anders doen. Je kunt daar een heel ple-ierige woonwijk creë ren. Zet er dan geen flats, maar bouw bungalows en eengezinswonin gen. Het andere uiterste, er een groot parkeerplein van maken, hoeft voor mij ook niet. Je zou kunnen denken aan parkeerruimte met wat groenvoorzieningen, «odat niemand BESTAANDE VERANDERING De verandering in het denken van de HCT-voorzitter over het plan Ja va gaat hand in hand met een nieuwe visie zijnerzijds op de bouw van winkelcentra. Den Toonder, in de zestiger en het allereerste begin van de zeventiger jaren van harte bereid de groei van Terneuzen te ondersteunen met, de vestiging van 'winkelblokken', is terughoudend ge worden. Zó terughoudend, dat hij stelt: „Buurtwinkelcentra als die in Serlippens- en Zuidpolder zijn op hun plaats, aan wijkwinkelcentra moeten we in Terneuzen niet begin nen. De tijd is veranderd en echt niet alleen hier. We zijn uit de groei, de bevolking veroudert. Tien jaar geleden was Terneuzen een 'boom- town', nu maken we een pas op de plaats. Het was de bedoeling dat Zuidpolder zou uitgroeien tot een wijkwinkelcentrum, maar het is niet verder dan het buurtniveau geko men". In tegenstelling tot ambitieuze plan nenmakers zoekt de 'kopman' van het HCT (koepelorganisatie voor zo'n 120 Terneuzense middenstan ders plus nog 35 andere bedrijven) het liever in een verbetering van het bestaande centrum. Zijn oplossing: verstevig het gebied Noordstraat- Markt-Blokken en zorg dat er over de Axelsedam heen i'maar met een duidelijke binding met de Noord- straat en omgeving) een aantrekke lijk winkelgebied ontstaat aan het begin van de Axelsestraat en het Schuttershof, waar Jac. Hermans een aanzet wil maken door er een supermarkt te bouwen. Heren- en Rosegracht zouden in de opvatting van Den Toonder htm kantoorvesti gingen moeten houden en zelfs nog uitbreiden. Een verfraaide Oostkolk maakt het beeld compleet- Een niet al te prijzige filosofie, die meer te maken heeft met de onder linge samenwerking van de midden stand dan met belastinggeld van de Terneuzenaar. Den Toonder: „Plaat selijke voordelen moeten we er als middenstand zélf zien uit te halen. Ik heb wel eens de indruk dat de ondernemer teveel afwacht wat de overheid gaat doen en dat vind ik jammer. Hij moet zeggen: dat plan hebben 'we, dat gaan we doen. Al leen: de presentatie gaat wel eens wat mank, is niet leuk. Neem nu de promenade. De winkels kunnen er veel beter uit de verf komen, beter worden ingericht. De straat zou be ter schoongehouden moeten worden. Het zijn dingen die je in onderling overleg kimt oplossen Hetzelfde geldt naar zijn smaak voor het toerisme in Terneuzen, een stad die zo lijkt het wel tot nu toe hardnekkig weigert toeristi sche troeven uit te spelen. Den Toonder: „We hebben de braderie, ook dit jaar weer een succes, maar er valt aanzienlijk méér te doen. De ligging is in orde. je zult alleen de evenementen behoorlijk moeten or denen". De HCT-voorzitter kwam begin deze week in het nieuws door in de commissie voor het midden- en kleinbedrijf te zeggen dat een flink deel van de Terneuzense midden stand er voor voelt de zaak op zondag open te houden. Hij is zelf een warm voorstander van wat meer differentiatie in de openingstij den, maar zag HCT-ideëen voor een zondagsopening vorig jaar vrij radi- kaal afgewezen door een meerder heid van de zakenmensen. Den Toon der nu: „We willen in januari de zondagsopening opnieuw aan de or de stellen op een ledenvergadering. Zo'n nieuwe peiling lijkt me zinvol, want er is intussen wel iets veran derd. Hier en daar bespeur ik trou wens wel een begin van een nieuwe mentaliteit, óók ten aanzien van an dere zaken". Daarvan bleek afgelopen maandag iets in de commissie voor het mid- len- en kleinbedrijf. Op het gezicht .an wethouder Huijbrecht tekende óch enige verbazing af, toen Den Toonder lichtelijk geprikkeld infor meerde waarom de commissieleden iet ETI-rapport Terneuzen, proble men van een groeipool' niet hadden oegestuurd gekregen. „Wij vragen lat niet oin kritiek te leveren, maar om als middenstand de raad van advies te kunnen dienen, te kunnen steunen bij het beleid", verduidelijk te hij. De verrassing bij b. en w. is achter af wel verklaarbaar: zo'n geluid is de laatste jaren ten gemeentehuize ïl te zelden vernomen. BOB LAGAAIJ Het Java: een kale vlakte. Op de ach tergrond het gemeentehuis, van Ter neuzen. HL'LST IA- twrr laatste maanden t« r. zien er goed verr/c van het jaar rijn voor Jo» van drr opbouw van een :i' Malle uit Hulst de drukste van het er hij Iedere verenigt jaar. Hij doorkruist dan heel Zee. vaste kern van mens land. voornamelijk in de weekend*. voor <*n g'xde opix. om op zoveel mogelijk tentoonstel- toeziet (ha: de tent'x lingrn van Zeeuwse ogrlliefhebbers - waard c. <»r aanwezig te zijn. HIJ doet dit In zijn verschijnen" lunctle als districts voorzitter van de Oc vraag Nederlandse Bond van VogelHeflieb- <!d( kng'-n hers (NBVB) afdeling Zeeland. .n'.woord V: Het district Zeeland van de NBVB kan rich geen betere commissaris wensen. Jos van der Walle neemt eijn Junctie zeer serieus, ts bijna fa- kan worden. Va,11e dat bij de de contributie bedrag dat aan Zaterdag 21 december: (ADVERTENTIE) van de warme bakker Nieuwe Diepstraat 1 TERNEUZEN ter. Daarvóór v In -arts. Drie jaar geleden veranderde lit in districtsvoorritter. De NBvB. afdeling Zeeland, telt 32 afdelingen. Al deze afdelingen bij -kaar zijn dat ongeveer 1300 leder.. Van der Walle heeft In de bijna acht jaar dat hij voorzitter is, al deze i-erenigingen wel één of meerma len bezocht. HIJ Ls er een graag ge dene gast. In de maanden novem ber en december worden de meeste rcgeltentoonstelllngen gehouden. Door veel verenigingsbesturen wordt de districtsvoorzitter bij die gelegen heid uitgenodigd de prijsuitreiking te komen verrichten. Maar uitgeno digd of n.et, Van der Walle kan plotseling in een tentoonstellings zaal opduiken. Dit lot genoegen van de organiserende vereniging. De laatste twee maanden van het jaar staan bij de echtgenote van de districtsbestuurder genoteerd als 'de stille weekends'. Zij vindt hel niet erg dat haar man dan veel weg .- Zijn hobby ls haar hobby. En al wat daar uit voortvloeit accepteert zij ai-, vanzelfsprekend. Van der Walle: 'Zeeland is één van de kleinste afde lingen van de bond in Nederland, maar zeer aktief. De tentoonstellin- SOEPELER Een districts-, -orritter wordt vaak geconfronteerd met de m Nederland bestaande vogel wet. Uit ó<- veren: gingen komen vaak vragen bij hem binnen over d<- toepassing van deze wet. Veel vogelliefhebbers willen In nun volière graag een koppeltje goud .•Snken om daarmee te kweken. Ook Je kruising van een goudvink met ten kanarie is goed mogelijk, wat iet voor de liefhebber nog interes -anter maakt. De Nederlandse vogel- vel laat dit echter niet toe. Dit on lenrerp Ls het stokpaardje van de Iceuwse distri ctsvoorrit ter. "Onlangs sxrd door het ministerie van land >OUW voor de provincie Gelderland •ergunnlngen uitgegeven voor he- af- •incic. Een vogelliefhebber, die een toudvink in zijn volière heeft en door le politie wordt betrapt, krijgt hier 'oor een flinke boete en rijn vogel* vorden ook nog m beslag genomen. iet ministerie zou best eens was soe peler kunnen rijn in de uitvoering an deze wet", aldus Van der Walle Twee dagen voor Kerstmis stond de bejaarde marskramer bij ons op de stoep. Dat dit nu uitgerekend ons moest gebeuren! De omstreeks die tijd van het jaar toch al opgezweepte gevoeligheid voor toonbeelden van ellende werd in mij door de aanblik van deze man nog versterkt. Wat hier voor mij stond was een twintigste-eeuwse gekruisigde, weliswaar niet met de merktekens hiervan in zijn handen ze waren oud doch gaaf maar verder met alles wat voor die toestand maar wenselijk was. Ik vond dat deze marskramer een beetje op mijn kort tevoren gestorven vader leek. Wat natuurlijk niet waar was. Als men een geliefd wezen af heeft moeten staan poogt men dit soms in een ander te hervinden. Een onmogelijk karwei dat meestal eindigt in een reddeloze misluk- De nietige handelsman die hier met zijn mand voor me stond was duidelijk getekend door het noodlot. Zijn gezicht was droefgeestig gelijnd, de ogen stonden triest. Het gelaat werd opgesierd door een grijze walrus-snor en een baard. Een merkwaardig afhangend sleets schipperspetje op het even sleetse hoofd gaf hem iets mee van een zeeman op recès- Zijn gestalte was gehuld in een veel te wijde, vale jas. Ik nam met vertedering waar dat hij een beetje loensde. Hij blies in zijn handen en probeerde verder de kou te verjagen door zijn armen met breed gebaar om de oksels te slaan. Dat was zo wel genoeg. Toen ik hem vroeg om binnen te komen legde hij een hand om zijn oorschelp. De arme man was kennelijk ook nog slechthorend. Enkele minuten later zat hij samen met ons aan de koffie. „Of hij van ver kwam." wilden we weten. Nee. dat ging hij ons nu juist niet vertellen. We giechelden betrapt om cüt antwoord. Hij vroeg om brood, we gaven het. Ja. het was inderdaad koud buiten, dat moest hij beamen. Een briljante prater was hij niet. Leefde hij alleen? In een huisje? Hij was toch niet altijd onderweg? Hij herhaalde op enigszins korzelige toon dat hij hier niet gekomen was om tekst en uitleg te geven. Hij was geen inlichtingenbureau, voegde hij hier nog aan toe. Hadden we misschien ook een hap warm eten voor hem? Natuurlijk, we renden al, we zouden de aardappels wat vroeger opzetten- Bliefde hij vast een kop soep? Ja, dat kon er wel in. ..Zou hij nooit getrouwd geweest zijn." fluisterde ik mijn man toe. De grijsaard verhief zijn gebarsten stem die nu duidelijk alcohol deed vermoeden: „Ik ben hier niet. gekomen om alles uit te leggen." Goede hemel, deze man was volstrekt onbetrouwbaar dooi. Wel wilde hij met een onrechtschapen eerlijkheid kwijt dat hij een schoonzoon bezat die van oren noch poten deugde. Daar hadden wij echter geen boodschap aan, deze heer was hier niet aanwezig. De stemming werd landerig, ik begon te denken aan het vele werk dat nog gedaan moest worden. De oude baas had met zijn stugge afweer onze gevoelens van deernis lelijk aangetast. We dachten een verhaal te vernemen van leed en tegenspoed en dat onthield hij ons. Zijn bij nadere kennisma king toch wel ijzeren lichaamsconditie, we zagen nu dat hij brede behaarde polsen bezat die wel een kruisnageltje hadden kunnen velen en dan die enorm gezonde maag! rechtvaardigden de rest van zijn uiterlijk geenszins. Toen hij om een tweede portie warm eten vroeg, weigerden we. Niet. omdat we het hem niet meer gunden maar omdat er ook nog iets voor onszelf over moest blijven. Bovendien hing er een druppel aan zijn neus. Nadat hij weg was kwam mijn zuster bij ons een lapje vlees lenen. Ze had een marskramer op bezoek gehad. De man was koud en hongerig geweest. Een buurvrouw had hem niet in haar huis gewild. We', gaf ze hem brood en mikte dat zeil in de hengselmand waarbij ze constateerde dat deze nagenoeg vol lag met pakjes brood. Iedereen wil immers graag goed doen. zo rond Kerstmis. Zeker voor de malafide schoonzoon en zijn gezin, al dat brood, zeiden we. Later hoorden we dat. de marskramer veelvuldig werd gesigna leerd in kermistenten waar hij zijn krachten mat. Met een beer. Jadi. r. *- k 'k •**..-* n -v

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1973 | | pagina 33