17 Allman Brothers Band brengt ode aan Duane Nieuwe Mothers-elpee weinig representatief 'Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan,' derde roman van BeaVianen BREAD BLIJFT MUZIKAAL ALTIJD MAAR WEER TUSSENIN HANGEN Nieuwe single Ulonica Voice of Freedom OUWERE KNAAP BANGLA TWEE XATPRDAG 8 APRIL 1972 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT PLAATSBESPREKINGEN: WOUT BAREMAN nte HOESFOTO'S: 5 K CHARLES STRIJD adï De Amerikaanse formatie Bread is een van die typische tussengroepen, die qua presta ties veel interessantere muziek maken dan pakweg Black Sabbath of Middle of the Road, maar die toch blijven hangen op een bepaalde graad van po pulariteit die net niet tot aan groot succes reikt. Al enkele jaren maakt Bread luchti ge, prettig aandoende, met veel or kest en mooie zang gecompleteerde muziek. De singles 'If' en 'Let your love go' zijn waarschijnlijk bij velen bekend, maar het werden nooit enorme hits en een plaats in een top-tien zat er helemaal nooit in. Hoe zou dat komen, vraag je je af, als je de elpee 'Baby I'm a want VLISSINGEN Op het Bovema label is onlangs de nieuwe single van Mo nica the Voices of Free dom uitgekomen. De titel van de nieuwe plaat van het zangeresje uit Den Haag en de veertien Zuid- Molukse jongeren uit Sou burg luidt 'Paula'. Het nummer is geschreven door Monica Verschoor, dis tegenwoordig zij het zon der de Voices of Freedom ook live optreedt. Vorig jaar november oogstten Monica the Voices of Freedom succes met de single 'Empty Words', die op diverse hitparades een hoge notering haalde. Insi ders verwachten dat ook de nieuwe single het goed zal doen. you' draait. De Bread-muziek gaat waarschijnlijk net iets te ver om commercieel een klapper voort te brengen en is aan de andere kant waarschijnlijk weer te inhoudloos om het oudere publiek, dat de Top- Pop-uitzendingen ontgroeid is, ern stig te kunnen bekoren. 'If' was een heel lief nummer. De uitvoering was, zoals trouwens alles van de .Bread-muziek, puntgaaf, maar ,;e miste dat 'iets' dat een hit-single kenmerkt. Bovendien was het toch weer wat te gemaakt om, laten we zeggen, 'progressief' te zijn. Bread mist een gezicht. Overigens is het waarschijnlijk dat de volgende elpee van de formatie veel imponerender zal zijn dan 'Baby I'm a want you'. Pianist Larry Knechtel, die ook te horen was op 'Bridge over troubled water' van Simon Garfunkel, zal daar wel voor zorgen. Op deze nieu we elpee doet hij die verwachtingen voor straks al wat groeien. Het nummer 'Mother Freedom' is daar van een goed voorbeeld. We gaan al flink de roek-kant op. Bread wint aan inhoud. Het is fijn dat te horen. Mike Botts. James Griffin. David Gates en Larry Knechtel zijn ras- musici met uitermate goeie stern- kunt verwachten al je 'Baby I'm a want you' is dat vooral erg goed te horen. We hebben het al eens gezegd bij de bespreking van elpees van Richie Havens en we zeggen het nu weer: Bread moet zich eens wat minder gaan bedienen van die hon derden violen en alle andere orkest- grappen en zeker van de koortjes en dan blijft er een groep over, die een fijne sfeer op kan roepen, zonder dat daaraan een orkest van honderd man te pas moet komen. Zet Bread nu op e'én lijn met de Engelse Hollies en je weet precies wat je kunt verwachten als je 'Baby i'm a want you' in huis haalt. 'Baby I'm a want you - Bread (Elektra ELK 212 100). i de Allman Brothers Band dc belangrijkste rock en roll-formatie van de laatste vijf .jaar. In elk geval is liet zeker dat de groep zich van het gros van alle andere groepen in Amerika onderscheidt door het feit dat het een formatie is. die al jaar en dag musiceert zoals de leden van de groep leven. Een groep uit het leven gegrepen, zullen we maar zeg gen De Allman Brothers Band is bij een select gezelschap in Nederland bekend. Zoals zo vaak, lijkt dat vrij onrechtvaardig, want de muziek die de Allman Bro thers maken doet zeker niet onder voor bijvoorbeeld Greatful Dead of Canned Heat. Het is een formatie, die overtuigende, swingende rock ten gehore brengt. Het is een soort stoomwals, die over je heen komt. Alles zonder mankementen gebracht door een hechte formatie. Twee drummers, twee solo-gitaristen, een basgitarist. slaggitarist en organist, kortom ae bezet ting staat borg voor alles omverwerpende, sterk ritmi sche muziek. De Allman Brothers Band maakt, muziek, die vooral op z'n best is tijdens live-optredens. Het meest ideaal voor ae Allman Brothers lijkt het op het toneel stappen, er allemaal zin in hebben en eindeloos improviseren, zonder dat de muziek vaak is doorgeno men. Broer Dyane Allman is vorig jaar bij een motor ongeluk omgekomen. Gregg Allman bleef achter en zorgde met de andere leden van de groep voor een dubbel-elpee. die imponerend, oneindig en tot barstens toe sfeervol is. De dubbel-elpee "Eat a Peach' is opgedragen aan Duane, die samen met zijn broer Gregg de groep drie jaar geleden oprichtte. Van de Allman Brothers Band zijn nu vier elpees door Capri corn Records op de-markt gebracht. Eat a Peach-Allman Brothers Band (Capricorn 67501). Cocker en Leon Russell met de Shelter People uithaal den. Het is vooral Don Nix, die op de voorgrond treedt, in de eerste plaats door zijn zang in zeker twee-derde van de nummers op de beide elpees, maar ook door het feit dat hij het dubbel-album produceerde. Samen met de andere 'ster' Jeanie Greene, was Don Nix trouwens ook actief op de Bangla Desh-concerten van Harrison. De muziek is vol van '...in the sky. Lord', 'Jesus on the Mainline' en ga zo maar door. kortom, werk dat bol staat van de godsdienst. Les Humphries Singers ten voeten uit, maar dan Amerikaans, dus met veel meer volume en wat negro-achtig aandoend. Weer een verge lijking leidt dan zonder meer naar de Edwin Hawker Singers. Als je nummers als 'My Fathers House' en Going down' hoort, denk je aan zulke formaties al snel. nietwaar? Maar bijna twee elpees met steeds dat aoordrammende geweld van al die mengsels van moderne religieuze muziek gaat op den duur wat irriteren. Eén elpee was voldoende geweest en zeker ook overtuigend, want de grote hoeveelheid musici, zangers en zangeressen, samen de Alabama State Troupers vormend, staat gelukkig ook borg voor een flinke kwaliteit. (Elektra ELK 62 010). Het lijkt een dubbel-album dat een vervolg is op het grote Bangla Deshconcert van Harrison en Dylan. De sfeer is hetzelfde en het aantal deelnemende musici is niet minder. George Harrison en Bob Dylan, Eric Clapton, Ringo Starr en Leon Russell lijken even in de kleedkamer tot rust te komen, terwijl de minder- groten het publiek onderhouden. Dat idee krijg je bij het beluisteren van de dubbel- elpee 'The Alabama State Troupers Road Show', de registratie van enkele optredens van mensen als Don Nix, Jeanie Greene, Furry Lewis (een oude neger, die bijna lallend één kant van de twee elpees volzingt met zijn blues), The MT. Zion Band en The MT. Zion C'noir. Het is een monsterproduktie en het lijkt allemaal wat geïnspireerd op de grote toeren, die Joe Af en toe kom je ze tegen, die wat ouwere knapen, die enorm begaafde muziek produceren en tot dan eigen lijk alleen bekendheid verwierven door hun werk als studiomuzikant. Mason Williams is zo'n man, die vooral produktiewerk deed voor anderen, maar die zelf verbazingwekkend goed weg kan op de gitaar. Ry Gooder is nog wel niet zo oud, maar ook hij zou je in dit rijtje kunnen noemen. Ook Cooaer heeft zich jarenlang op de achtergrond gehouden, spelend voor de Rolling Stones, Neil Young en Crazy Horse en Captain Beefheart. Nu heeft hij een tweetal solo-elpees gemaakt. Laatst verscheen van 'Into the Purple Valley', een ware openbaring. Doug Kershaw heeft al meer solo elpees op z'n naam staan. Zijn nieuwste is 'Swamp Grass'. Kershaw is een geniale violist, maar bovendien een zanger met een uiterst plezierige stem, die gemaakt lijkt voor country westernmuziek. Hij doet vaak denken aan een man als Tony Joe White, qua stem dan. Doug Kershaw wordt begeleid door een achttal musici en een koor gevormd door dames die weer enorm hoog en jubelend zingen. Het past alle maal erg goed in de sfeer van elpee. O Swamp Grass Doug Kershaw (Warner Bros WB 2581). Eigenlijk is het allemaal niet in de haak. De platen maatschappijen lanceren nieuwe platen van groepen met naam. maar de nummers die erop staan, zijn oud en weinig representatief meer voor de groepen. Boven dien zijn het vaak een soort verzamelelpees waarvan tie nummers onderling de samenhang missen, die ze op de oorspronkelijke elpee waarvan ze zijn afgehaald wel hadden. Al met. al is zo'n als nieuw gelanceerde elpee voor de echte liefhebbers maar weinig interessant en voor de mensen, die nu eindelijk wel eens een elpee van die en die groep willen hebben, eigenlijk bedrieglijk. Polydor heeft nu een elpee van The Mothers of Invention op de marlet gebracht. De elpee heet 'Preg nant' en de nummers, die erop staan, zijn afkomstig van de eerste elpees van de groep van Frank Zappa. Er is gebruik gemaakt van werk van de elpees 'Freak Out', 'Absolutely Free', 'We're only in it for the money' en 'Cruising with Ruben and the Jets'. De elpee 'Pregnant' is min of meer een vereenvoudigde-uitgave van het dubbelalbum 'Mother's Day' dat vorig jaar juni uitkwam, ook weer een uitgave van Polydor. Van Polydor zullen we wel altijd vergast worden op her uitgaven van The Mothers of Invention. De maatschap pij heeft The Mothers tenslotte niet meer op haar labels. Negram is nu de gelukkige. En er is inderdaad sprake van de gelukkige, we hoeven alleen maar even de vorige zomer verschenen elpee 'Mothers Live in the Fillmore' in de herinnering te brengen, een elpee die volstaat met goede muziek van de nieuwe Mothers. Het werk op die elpee is toch wel een paar stappen met enorme zeven-mijls-laarzen ver der dan het werk op - 'Pregnant'; Begrijp het niet verkeerd. Het vroegere werk van Zappa is zeker de moeite waard, maar het lijkt gewoon beter om in plaats van 'Pregnant' die ouwe elpees te kopen. Haal liever 'Freak Out' of 'Absolutely Free' dan 'Pregnant,' in huis. Deze laatst verschenen elpee lijkt alleen zinvol voor- de mensen die zo opgaan in de hele popmuziek :lat ze alleen vanwege d«> documentatie of informatie ;en plaat van The Mothc s in hun kast willen hebben. Verder lijkt de elpee tot niets te dienen. We moeten lem maar vergeten en een ouwe elpee van The Mothers kopen in plaats van 'Pregnant.'. Pregnant-Mothers of Invention (Metro Records '356 049) JL/TET HAAR DRIE romans, 'Sarnami, hai!' (1969, 'Strafhok' (1971) en 'Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan' is Bea Vianen wel de meest op de voorgrond tredende auteur liit 'De West' van de laatste jaren. Ik zou voorop willen stellen dat Bea Vianen een heel goed schrijfster is, en dat haar boeken een aanwinst zijn voor onze literatuur (of voor welke literatuur dan ook). Maar zij hebben ontegenzeglijk een extra bekoring doordat de wereld die Bea Vianen oproept een zeer exotische en vrijwel onbekende wereld is: haar werk beeldt het bestaan uit van de (meest arme tot straatarme) meng- bloeds in de vrijwel onontwarbare volkeren- vermenging van Suriname. Bea Vianen heeft zelf hindostaanse en negervoorou ders; op haar nieuwe foto is haast niet te zien welk bloed domineert. Ze kent het leven van de gemeng de gekleurde bevolkingsgroepen door en door. zoals uit haar boeken blijkt, in 'Sarnami, hai'. schetst zij de ontwikkeling van een meisje van overwegend hindostaanse afkomst dat ran een verdrukt schep seltje tot een zelfstandige vrouw rijpt. Die Sita is op zoek naar haar identiteit, haar afkomst, oor sprong. Ze leeft volkomen eenzaam temidden van aanhang van degenen die haar eens hebben ver wekt; haar moeder is dood, haar vader leeft met een andere vrouw. Zij en haar broertje 'zijn ontstaan uit een nachtmerrie van situaties, uit een verleden waarvan zij niets weten'; ze zijn de overlevenden' daaruit. Rondom de droeve geschie denis van Sita (zij begint droef en eindigt droef) tekent Bea Vianen in 'Sarnami, hai' verschillende bevolkingsgroepen van Suriname met hun eigen levensstijlen, geloven, vaste gebruiken, en alles wat daartussen is. Strafhok' behandelt dezelfde Surinaamse proble matiek op een wat ander plan; de conflictstof wordt hier meer verstandelijk beredeneerd en iets minder vertellend gebracht, maar daar Bea Vianen toch boven alles een uitstekend vertelster is met een zeer brede mensenkennis, blijft het boek overal springlevend, het verijlt nergens tot zuiver getheoretiseer, al worden er wel discussies en politieke gesprékken in weergegeven. De schrijfster toont aan hoe in Suriname, mogelijk nog sterker dan elders, alle bevolkingsgroepen in him eigen 'strafhok' zitten, een beeld dat ze wellicht heeft afgeleid uit het Hindostaanse kastenstelsel. Haar derde roman, 'Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan' is weer meer vertellend. Wat ik bij haar debuut en tweede werk al vermoedde en uitsprak wordt' steeds duidelijker: Bea Vianen is een schrijfster die verre boven de 'goede middel maat' uitsteekt, de belofte die haar debuut al direct inhield, is ingelost, en zij is nu bezig een heel interessant oeuvre op te bouwen. Ook deze roman is weer gesitueerd midden in de smeltkroes van volkeren, Suriname. Er zijn geen theoretische ge sprekken. zoals in 'Strafhok', alles wordt heel geraffineerd duidelijk gemaakt vanuit de handelin gen van de figuren, hun optreden, hun reactie, en zonder dat ook maar één aanklacht of beschuldi ging wordt geuit aan het adres van wie dan ook. wordt hier op overtuigende en schrijnende manier naakt, neergezet welk lijden de onrechtvaardige armoede in landen als Suriname (of... vul maar in) met zich mee brengt. Het zal lezers van romans en verhalen uit wat zo hatelijk en beschamend heet: 'onderontwikkelde gebieden', als bepaalde streken van Afrika, India, wel eens opgevallen zijn hoe groot bijvoorbeeld de leergierigheid van de jeugd in die streken is. het verlangen om, kost wat kost, uit te groeien boven het milieu van armoe, misère en knechting. Het is wel een schril contrast met onze westerse weelde- maatschappij, waar de jeugd veelal niet meer leren wil. het nut van studie en ontwikkeling niet meer inziet, en. terecht, of niet terecht, dat laat ik hier in het midden, in elk geval reeds aanhanger wordt van de tegen-cultuurstroming alvorens ze tot rijpheid is gekomen. Dit thema: de grote dorst naar kennis met ais doel verheffing uit de ellende, is wel het belangrijkste van dit boek, maar de schrijfster wordt nergens nadrukkelijk, de motieven zijn har monisch door de vertelling heengevlochten. Teruggebracht tot de hoofdlijn, ligt de conflictstof eigenlijk totaal elders, en is het een algemeen- menselijk thema van liefde en misbruik van macht, van profiteren en uitwijken, van grenzeloos verdriet en grenzeloze onmacht: een wat ouder geworden, niet aantrekkelijke vrouw met een vurig tempera ment. directrice van een jongensïntemaat, raakt hoe langer hoe sterker gefrustreerd als haar man haar volkomen links laat liggen en een jonge vriendin neemt, Mevrouw Kooi, zelf een mengbloed maar nog al licht van tint uitgevallen, wat in Suriname een niet onaanzienlijk pluspunt is, is diepgelovig, maar zij kan haar hartstochten niet onderdrukken, en daardoor voelt zij zich fysiek aangetrokken door de grootste jongens van het internaat, die haar. uiteraard, dóór hebben, en steeds brutaler worden, naarmate zij hulpelozer staat. Enkel het feit dat me vrouw Kooi in feite hun weldoenster is (het zijn heel arme, maar wel zeer begaafde jongens) maakt dat zij zich menigmaal laten vernederen en ringelo ren, al gaan ze nooit zo ver dat ze zich lenen voor de erotische verlangens van de vrouw. Ook me vrouw Kooi durft nooit ver te gaan met uitdagen, het blijft bij een ongecontroleerde blik, een schuch tere, 'moederlijke' liefkozing. Dit conflict wordt toegespitst wanneer Richenel Jubitaba. de hoofdpersoon uit het boek, op school komt. Hij is een jongen met Indianen- en neger- bloed, zeer fors en groot, en nog al knap van gezicht, totaal geen kind meer al heeft hij, door zijn gebrekkige vooropleiding op de plantage pas toelatingsexamen mulo kunnen doen. Richenel is. zoals haast alle kinderen in Bea Vianens boeken, een kind uit een uiteengegaan gezin; de vader, een Indiaan, kon niet op tegen het negermatriarchaat. De moeder van zijn vrouw, Richenels 'ouma' woon de constant bij hen in, stak overal haar neus in en regeerde alles. Hij had ouma laten winnen, was er vandoor gegaan. Wel had Richenel voor de school nog mooie kleren gekocht, kleren die Richenel zelf had mogen kiezen zoals hij nog nooit had bezeten- een spannende sexy broek en een fraai overhemd Zijn ouma, die mevrouw Kooi van vroeger kent en wegens haar blanke huidskleur heel hoog op heeft. brengt hem naai het internaat in de stad. Ze worden er koeltjes, zelfs vernederend ontvangen maar nauwelijks is ouma weg. of mevrouw Kooi. die haar ogen niet van Richenels spannend kruis en ïijn brede schouders af kan houden, treedt heel anders op, met een wonderlijke mengeling van wreedheid en goeiigheid, toe te schrijven aan haar verwarring. Richenel mag de aanstootgevende broek niet meer dragen en krijgt een raar afdankertje van haai eigen zoon aan, maar aan de andere kant probeert ze hem op-zijn gemak te stellen als hij verschrikke lijk verlegen en schutterig doet tengevolge van haar vreemde gedrag: hij heeft eigenlijk direct door wat er met haar aan de hand is, en dat maakt dat die pogingen om hem op zijn gemak te stellen toch averechts uitvallen. De confrontatie met de andere jongens van het internaat ontaardt weldra in een machtsstrijd. Tot nu toe was Bierbal Sheorattan, bijgenaamd Mefisto, onomstreden de baas, een fors uit de kluiten gewassen, zeer intelligente Hindostaan. Bierbal en Richenel zien wel ongeveer op 't eerste gezicht wat ze aan elkaar zullen hebben, het is vrijwel direct goed tussen hen, al is Bierbal superieur. Hij kijkt naar Richenels gekke broek, en al tijdens de eerste les ontspint zich achter de hand dit gesprek; „Waar heb je die broek gekocht?" vroeg Bierbal stralend en ondeugend. Het viel Richenel die Bedacht dat hij misschien veel te gauw gewonnen had gegeven en zich daardoor argeloos had blootgesteld aan kritiek en ironie van iemand die hij niet kende en die door zijn optreden meer zijn meerdere was, moeilijk een rechtstreeks antwoord te geven. „Die broek is niet van mij", gaf hij tenslotte toe. „Dat-hoef je me niet te vertellen". „Eh... Ze wil niet dat ik mijn eigen broeken draag' ..Heeft ze je aangeraakt?". „Wat bedoel je precies"?". „Of ze je heeft aangeraakt". .Niet bepaald". „Wat bedoel je met 'niet bepaald'? „Het is moeilijk te zeggen. Ze keek eigenaardig. I was opeens bang voor d'r". Toch ontstaat er dezelfde dag nog de onvermïjde lijke vechtpartij door de verschuiving in di machtsverhouding en de jaloezie, een gevecht waai bij Samuel, de zoon van mevrouw Kooi, een echt treiter, enorm wordt afgetuigd, en die er me eindigt- dat Richenel door mevrouw Kooi tot na h; eten wordt- opgesloten: ..Een regen van klappen midden m zijn gezicht hem toegebracht door mevrouw Kooi verhinderde dat hij Samuel buiten westen sloeg. Zijn handen ontspanden zich en hij wierp zijn half opgeheven armen nu eens naar links en dan weer vaar rechts om zich te kunnen verweren tegen mevrouw Kooi die hem bij zijn kraag voortduwde naar het lokaal waar hij voor het eerst kennis had gemaakt met de jongens en met juffrouw Sijpaal. Toen hij binnen was incasseerde hij met zijn rug in een hoek gedrukt de ene klap na de andere. .Blijf in het vervolg af van Samuel. Heb je me begrepen?", zei mevrouw Kooi "Nee". „Heb je me begrepen?", vroeg ze. maar nu veel minder geagiteerd bij hst zien van zijn borstkas door het opengescheurde hemd. „Heb je me begrepen. Richenel?". „Neeneeneenee", zei Richenel en zou haar het liefst te lijf willen gaan. Zijn ogen zaten vol haat. Eens zou hij haar te aakken krijgenHoe. dat wist hij nu nog niet. Maar eens zou ze gegarandeerd boeten voor al die klappen en het door Samuel gescheurde hemd. Eens zou ze boeten voor die broek, voor alles. Mevrouw Kooi draaide zich haastig om en liet hem alleen achter in het broeierige leslokaal", (pp. Zo'n begin, dat kan nooit goed aflopen. Het loopt dan ook niet goed af. Na allerlei verwikkelingen i het leven van de jongens door de maanden heen op het internaat wordt buitengewoon overtuigend getekend) eindigt het ermee dat Richenel zal doen of hij toe gaat geven aan mevrouw Koois verlan gen. Zo zullen de jongens wraak nemen en haar voor spot zetten. Maar als puntje bij paaltje kom! zijn ze eigenlijk veel te aardig voor zo'n onhebbelij ke daad. hun ingeboren beschaving is veel te groot, en Bierbal en Richenel besluiten weg te lopen, voorgoed, alles op te geven. Ze laten mevrouw Kooi vergeefs op de afspraak wachten, maar ze doen niets gemeens. Een negerjongen, op één na de sterkste voor Richenel op school kwam, merkt hun plannen. Hij kan niet zonder hen, en pakt ook stilletjes zijn koffer, sluit zich aan, vlucht met hen mee. De negerjongen heeft geen thuis waar hij heen 'tan, Richenel evenmin, en Bierbal zit in zekere zin •net zijn vrienden opgescheept. .Wat moest hij doen? Ze zouden samen een huisje cunnen huren, zo'n krotje in een achterbuurt, •omen hadden ze zestig gulden, als Jubitana geld kreeg van huis, wat onwaarschijnlijk was en als Slackman geld kreeg van huis, wat zeer onwaar schijnlijk was; hij moest er niet aan denken, en pro- ieren te geloven. Ze zouden voor tuinman kunnen pelen en samen voor het eten zorgen. Hij kon erop ekenen dat hij van zijn moeder rijst, olie. zout. lieren en uiten en knoflook kreeg. Misschien was dat wel een mogelijkheid om zijn studie af te ma ken, voorlopig ging hij naar huis om het te vertel len allemaal en hij zou het venellen, zo luid als hij maar kon. Phulia (zijn meisje) zou hij misschien een hele week niet meer zien. misschien wel langer, wie zou het kunnen zeggen. „Jullie zijn mijn gast", zei hij tegen de anderen die erg stil waren. ..Vanzelf", zei Blackmail. „Vanzelf". Richenel zweeg, tot drie keer toe was hij zijn vader zaan opzoeken, ae laatste keer had hij van zijn lante gehoord dat hij in het bos werkte en soms maandenlang wegbleef. Hij had nergens te gaan; hij «vilde niet terug naar het vervallen kostgrondje. hij wilde niet en hij ging niet, misschien wel als Fauzia «zijn meisje) er geweest zou zijn. Misschien, mis schien ook niet. Hij wist het niet. Het was fris geworden, ze hadden het koud en gingen om elkaar te troosten dichter tegen elkaar can zitten, terwijl het steeds donkerder werd. Tegen de posten van de veerbrug en van de steiger -rabbelde het water van de rivier, uit één van de grote schepen die voor anker lagen klonk een soort dronken geroep. Fins? Noors? Japans? De stem was al uit de lucht" (pp. 148/149) Zo luidt het suggestieve slot. Die drie jongens met volkomen verschillende achtergronden zitten daar als een symbool van het jonge Suriname: ze hebben elkaar gevonden in solidair verzet tegen de maatschappij waarin ze opgroeien. Ze zijn als de jeugd van overal, maar ze hebben het veel moeilij ker. er is niemand die een hand voor ze uitsteekt, ze moeten het allemaal zelf doen. Zullen ze? De teneur van het slot is allesbehalve optimistisch, maar het laat een toekomst open.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1972 | | pagina 17