GERARD BAART EN DE GASTARBEIDERS: GEWOON BEGINNEN' DE KRUISTOCHT VAN DOM HELDER CAMARA OECUMENISCHE EXPERIMENTEN HEBBEN HUN CONSEQUENTIES zeeuwse courant WOORD DER GENADE provinciale 25 ZATERDAGKRANT GERARD BAART: .geen subsidie. Gerard Baart (45) r-k pastorie Bres- kens, doet momenteel de voortgezette opleiding voor opbouwconsulent aan de sociale academie in Rotterdam. Als dat afgelopen is wil hij, augustus, september, in het werk voor de gast arbeiders in Zeeland duiken. Daar voor is inmiddels in oprichting een stichting .Katólon' onder voorlopig voorzitterschap van nog een priester, kapelaan Omer Gielliet in Breskens. Voornamelijk rooms-katholieken uit West-Zeeuwsch-Vlaanderen staan aan de wieg van die stichting, die ove rigens, getuige de naam, Grieks voor iedereen, het geheel, voor iedereen wil openstaan. Da stichting ia de administratieve afspie geling van de intentie dat er gewoon iets moet worden gedaan voor de gastarbei ders in Zeeland, of er nou subsidie van het rijk komt of niet. De gastarbeiders in Zeeland (ons land kent werknemers en gastarbeiders) weten het nog niet, maar hun aantal is te gering en zij werken te verspreid in Zeeland om er een officiële stichting met een vrijgestelde kracht voor !n het leven te roepen. Een stichting die hun belangen behartigt. En dat die belan gen bepaald niet altijd volledig in acht ge nomen worden ligt niet aan hen en soms ook niet aan hun weikgevers. Die hebben ook hun zelfgestelde grenzen. In februari jongstleden constateerden wij dat er langzamerhand wel iets mag wor den gedaan voor de gastarbeiders in Zee land. Er moet een relatie worden gelegd met de Zeeuwse samenleving, waarvan zij korter of langer deel uitmaken. Zij hebben recht op dat contact en recht op bijvoorbeeld onderwijs in de Nederland se taal, op sport, ontspanning, op bij stand in sociale of financiële aangelegen heden. En het feit dat hun aantal nog maar enkele honderden bedraagt en geen duizenden, en ook het feit dat zij ver spreid in de provincie hun bestaan leiden: Kanaalzone Zeeuwsch-Vlaanderen, Walche ren, Goes, Vlissingen-Oost onder andere, mag toch eigenlijk geen argument zijn om dan maar niets te doen. SITUATIE Gerard Baart zal als part-timer voorlo pig het eerste werk gaan doen in Zee land voor de stichting, die zorgt voor een dak boven zijn hoofd en die verder moet draaien van wat vrijwilligers bijdragen. Het begint dus met een stukje idealisme. ,Het gaat er bij mij om hoe je jezelf zo goed mogelijk als persoon ergens voor kan inzetten. Mijn ervaring is in de afge lopen jaren geworden, na mijn werk in een stadswijk van Den Bosch, opbouw werk in de Kanaalzone, staflid van Hede- nesse en nu een praktijkonderzoek in Ter- neuzen, dat ik mij het beste voel als ik contact kan leggen met mensen in hun ei gen situatie, hun eigen structuur. De moei lijkheid is dat territoriaal opbouwwerk wel wordt gesubsidieerd, maar functioneel, le vensbeschouwelijk, of desnoods opbouw werk op politieke basis niet. Vandaar dat dat werk voor gastarbeiders zo'n hachelijke zaak is. Het moet van par ticuliere initiatieven komen. Maar het is as met de geallieerden na de oorlog: je nam ze 's avonds in je huis op voor een spelletje kaart, om wat te pra ten, om er een thuis voor te maken. Wel, daarop hebben de gaslarbeiders in Zeeland ook recht. Ik dacht dat we ze hier in de pastorie van Breskens best eens een week eindje te logeren kunnen vragen, dat ze er eens uit zijn, contact krijgen met de Zeeuw se bevolking.' Kapelaan Omer Gielliet be peinst daarbij: ,in de toeristentijd willen we vanuit de recreatie, de WV, de ker ken, een dag houden over Verenig de Na ties. thema van de vredesweek. Volksdansen, schoolkinderen die kaarten sturen naar de buitenlandse werknemers, ze uitnodigen om te komen, optocht, ver kleedpartij. Je kunt van alles doen.' Gerard Baart wil na zijn studie voor op bouwconsulent, in de eerste plaats zien wat de buitenlandse werknemers er zelf van vinden. Ook contacten leggen met men sen die met die gastarbeiders te 'maken (willen) of moeten hebben, werkgevers, kerken, sociaal-culturele organisaties, de reeks kan onuitputtelijk zijn. Baart wil informatiebronnen hebben en zelf als in formatiebron dienen. ,Het enige wat je kan doen is: gewoon beginnen. Als je moet wachten op stichtingen, subsidies, enzo voort, dan kan je lang wachten. Misschien dat onze stichting op den duur kan wor den gesubsidieerd, misschien komen er op den duur wel andere stichtingen. Bovendien: mijn ervaring is dat je wel voorzieningen kunt treffen, maar soms blijkt de wezenlijke behoefte diepter te lig gen en daaraan is men dan bij de plan ning niet toegekomen.' MINIMAAL METHODE De ervaringen van pater Baart zijn ruim. Hij is geboren in Sas van Gent, wil daarom ook graag in Zeeilar.d werkzaam blijven. Deed ervaringen buiten Zeeland op in het Brabantse. En kwam vervogens in het deke naat in de kanaalzone van Zeeuwsch-Vlaan deren terecht in de opbouw van het geza menlijke pastoraat, van opbouwwerk Na een jaar staflid van oecumenisch vormings centrum .Hedenesse' te zijn geweest, ging hij weer naar Terneuzen voor praktijk van het opbouwwerk hier betreft het vooral een onderzoek naar de wenselijkheid van opbouwwerk in Terneuzen). De theorie voor het opbouwwerk wordt in Rotterdam ge studeerd. Opbouwwerk: .meewerken aan een funda mentele democratisering, het gaat om een procesmatige methode, van meet af de be treffende burgers erin betrekken. In Ter neuzen hebben we nu een onderzoek ge daan naar de wenselijkheid van dit soort werk. Het gaat er om dat er eerst in spraak is, daarna kan pas een beleid wor den vastgesteld. Het gaat om de vraag of er een kruisvoorziening moet zijn in een nieu we wijk, wat er aan serviceverlening moet komen, wat samenwerkingsopbouw kan zijn. In Middelburg-Zuid blijkt het wijkcentrum Het Baken te mooi en te duur te zijn, niet aangepast aan huidige wensen en eisen van de wijk. .Precies, dat is nu zo'n voorbeeld. Sommi ge voorzieningen blijken maar ten dele te voldoen, niet genoeg te zijn afgestemd op autochtone en allochtone bevolking. Dat heb je ook nogal eens in het jeugdwerk. Sommige voorzieningen kloppen niet. De nadruk wordt altijd gelegd op deskundig heid, maar de eigen deskundigheid van de wijkbewoners, dat zijn de mensen die hun lijfelijke ervaring hebben van het wonen in die wijk, die ervaring kan je niet missen. Naar mijn smaak wordt die eigen des kundigheid minimaal gewaardeerd. Men vreest: zoveel hoofden, zoveel zinnen. Men haalt er verenigingen in, laat alles via structuren veriopen en haalt er des kundigen bij, die van papier hun suggesties geven. Maar men moet zoeken naar meer organische verbanden die zich presenteren in een wijk, mensen die interesse tonen. Wat er eigenlijk aan communicatie in zo'n samenleving omgaat weet men zo dikwijls niet, wat gebeurt er eigenlijk ondergronds? Daarvoor zou je tussen de mensen moeten zitten en meedoen in zo'n wijk. Dat is opbouwwerk. Ik heb wel eens aan combi natie gedacht met het vormingswerk van Hedenesse. Je zou in het vormingswerk part-timers moeten hebben, die zoveel mo gelijk te weten komen over de structuren, de leefgemeenschap waaruit de cursisten komen,die daar ook ten dele in werken. Als vormingswerk alleen internaatswerk blijft, het halen uit de eigen sfeer, kritisch ma ken en dan verder geen begeleiding geven als men terug naar huis gaat, dat san anderen over laten, dan doet dit werk dacht ik toch te weinig. Het vervolg ligt in de richting van opbouwwerk. Maar ook hier krijg je weer de financiële consequen ties die de overheid niet aanvaardt' Terug naar de gastarbeiders: ,als je ze zo ziet in de hal van centraal station in Rot terdam. Ze hangen daar zo'n beetje rond. Echt buiten het gekrioel op de perrons, los van de mensen, echt aan de rand'. WILL. VERKERK. IIIIIDI ,Zijn wij bij de tijd', was de vraag die dr J. van Goudoever, predikant in algemene dienst bij de Remonstrantse Broederschap, recentelijk zijn gehoor stelde op de vrijzinnig protestantse landdag voor West-Brabant en Zeeland in Goes- Kruiningen. Dr Van Goudoever maakte ten aan zien van die tijd drie opmerkingen: er zijn be wegingen ,van onder op'mensen op het grond vlak worden betrokken bij wereldvraagstukken en tot slot: er is behoefte aan actie en bezinning. De bewegingen van onderen op betreffen zowel de po litieke, de sociaal-economische als de cnltureel.gods- dienstige organisaties. In deze tijd gaat het vooral om een culturele en geestelijke democratisering, na do poli tieke democratie (begonnen met de Franse revolutie), do sociaal-economische democratie (begonnen met de Marxistische revolutie). Het patroon betreft inspraak, protest, medebeslissing, medeverantwoordelijkheid. De ze beweging van onderen op dringen al lang door In de kerkelijke strukturen (Vaticaans concilie, pastoraal concilie in ons land en de algemene kerkvergadering der hervormden). Men is voor ,de oecumene'. Maar, zo stelde dr Van Goudoever weet men wat de consequen ties zijn van oecumenische experimenten ,Een oecu menisch experiment blijft zelden staan bij godsdiensti ge ontwikkelingen. RELATIE Van onderen op wil een mens juist een verband zien tussen zijn sociale, politieke culturele en godsdienstige zaken. Onze maatschappij denkt verkokerd: ,Hier is de politieke partij, daar de kerk, daar de school, daar je vereniging voor vrije tijdsbesteding, keurig uit elkaar gedacht en georganiseerd. Van otnderen op lopen alle kleuren door elkaar: imeer politiek op de scholen; meer onderwijs In de kerken, meer godsdienst in je vrije tijd. Bewegingen van onderen op zijn nooit zuiver reli gieus, zuiver politiek, zuiver cultureel. Ze zijn een meng sel, met het acoemit op het een of het andere aspekt. Oecumenische experimenten houden zich bezig niet ont wikkelingssamenwerking, gastarbeiders, woningnood. Natuur 70, maar ook met onderwijs en opleiding, met meditatie en recreatie. Zijn wij bij de tijd? Bij de ontwikkeling van oecume nische experimenten met hun politieke en maatschap pelijke implicaties. Zullen wij ze stimuleren, dat bete kent voor mijn besef: progressief, of zullen ze openlijk of,heimelijk afremmen, dat betekent conservatief?, al dus dr VanGoudsoever. Ten aanzien van de tweede op merking de mensen op het grondvlak worden bij wereldvraagstukken betrokken, willens en wetens, pas sief en actief, zed hij het volgende: .Wij worden met onze neus gedrukt op de oorlog in Indo-China, het Mid den-Oosten, op de honger in de derde wereld, op het ko- lonelsregime in Griekenland, op de koloniale strijd van Portugal. Vanuit dit wereldperspektief (dat tegelijk het perspektief van het grondvlak wordt) zien wij de be trekkelijkheid van ons eigen nationalisme, zien wirj de gevaren ervan. Waarom zouden wij ons bij voorbaat so lidair verklaren met ons Nederlanderschap. Valt chris ten-zijn samen met het Nederlanderschap Kan er noo t een confiikt komen? De Amerikanen gaan ons hierin voor. De Oranje Vrijstaat neemt hier een extreem standpunt in. waaruit is te leren, dat het vanzelfspre kende Nederlandschap (met alle daarbij behorende con sequenties» niet meer door iedere Nederlander zonder meer wordt erkend. Mensen op het grondvlak worden bij wereldvraagstuk ken betrokken, en gaan dus in wereldwijde categorieën denken. Zij weten dat er marxisten in Oost-Europa wo nen, zij weten dat er e-c-n rood boekje van Mao is, zij willen meer weten van nieuwe godsdienstige stromingen •n Japan na de tweede wereldoorlog. Zij willen open staan voor nieuwe meditatietechnieken in India. Zon der veel reizen en zonder veel geld kan een mens op het grondvlak aan alle mogelijke cultuuruitingen deelkrij- gen. Dat kenden wij voor de oorlog ook. Een oorlog is regressieverschijnsel, waar-door allerlei kanalen worden afgesloten, en een bewustzijmsvernaurwing optreedt. Daarom ls het, meen ik verstandig vanaf 1970 de be vrijding van 1945 niet meer te herdenken. De hele voor bereiding tot de oortog, de oorlog zelf en de nasleep hebben bewustzijnvernauwend op het Nederlandse volk gewerkt, aldus dr Van Goudoever. Juist omdat er bewegingen van onderen op zijn en juist omdat de mensen op dat grondvlak willens en wetens bij mondiale vraagstukken betrokken worden, ontstaat er een toenemende behoefte aan actie en bezinning. Niet alleen actie, ook bezinning, liefst op een of andere wij ze gecombineerd of althans op elkaar afgestemd. Hier ligt een probleem voor de traditionele kerkdiensten. ANTWOORD Noch de vorm, noch de inhoud van deze diensten, noch de stemming van de aanwezigen noch de mentaliteit van de predikanten, zullen gemakkelijk de bezinning in actie laten overgaan. Dorothea Sölle heeft hier wel een voorbeeld gegeven. Wij moeten hier ook geen wet van Meden en Perzen van maken, maar er moet wel ruimte voor actie komen. Het Woord (ook met een hoofdletterdreigt ongeüoofwaardig te worden. Wij kun nen dus als uitgangspunt onze kerkdiensten nemen (in de zin van bezinningssamenkomsten) en ons afvragen hoe daar een actie aan te verbinden is. Wij kunnen ook uitgaan van de actie, ons afvragen hoe daaraan een be zinning is tc verbinden. Juist jongerengroepen zijn zelf bezig ma hum acties totbezinning over te gaan, om daar na weer tot actie te komen. De actie ls modig om de mensen op het grondvlak gele genheid te geven te reageren of te antwoorden op de geweldige uitdagingen van onze samenleving. Tegelijk met de actie is er een bezinning op de actie nodig. En die twee moeten hand in hand gaan. Actie alleen werkt frustrerend, daarvoor is omze samenleving te gecompli ceerd. MQn zorg zou zijn, als onze gemeente offiside staan, zowel van de bewegingen vam het grondvlak als van de betrokkenheid op de wereldproblemen, waardoor ook de bezinning en de actie niet op elkaar zijn afgestemd. De bezinning blijft krachteloos en de actie stuurloos, aldus dr J. vam Goudoerver. De vorige week was dom Helder Camara, de bisschop van Olinda cn Refi- ce in Brazilië, voor twee dagen in ons land en hij heeft op verschillend® plaatsen gesproken over de problemen van de .derde wereld' en in het bijzonder over die van Latijns-Amerika. In ons land was hij de gast van de Interkerkelijke adventsactie voor Latijns-Amerika, .Solidaridad', Hij had reeds de vorige herfst willen komen, toen deze actie startte, maar toen waren het de spanningen in zijn land die hem tegenhielden. Sinds hij op 20 mei-in Europa gekomen is en zijn kruistochtprediking begon, is hij reeds door Oostenrijk, Zweden, België en Frankrijk gereisd en na ons land komt nog Duitsland aan de beurt. Al mag dan een kerkelijk comité hem hebben uitgenodigd, hij wil zich niet alleen richten tot de christenen. Het gaat hem om de grote wereldproblemen en daarmee hebben ook hindoes, mo hammedanen, joden, humanisten en wie dan ook, te maken. Enige maanden geleden is deze Braziliaanse bisschop ook in Europa geweest en wel in Genève. Men wist zo langzamerhand wel wat htJ op het hart had. Doch toen was hij uiterst voorzichtig in zijn uitlatingen. Dit was voor velen wel een teleurstelling maar niemand heeft hem dit kwalijk ge nomen, want iedere in weet wel hoe het gaat in dictatoriaal geregeerde landen wan neer iemand al te openhartig zijn mening zegt over toestanden die daar heersen. In de verslagen van de dagbladen hebben we kunnen lezen wat hij gezegd heeft over de toestanden in zijn land en over de marte lingen waaraan de gevangenen bloot staan. Enkele van zijn naaste medewerkers heb ben hun houding reeds met de dood moe ten bekopen. Zo heeft hij gesproken over het onrecht dat er in zijn land heerst, evenals in andere landen. .Rijken worden steeds rijker, ten koste van de armen.' Hij heeft het gehad over .de internationale han delspolitiek', die de landen van de derde wereld arm houdt Hij heeft gesproken over huizen die geen huizen zijn en waarin noch tans zulk een groot deel van de bevolking van deze landen moet leven. Hij heeft ge sproken over kleren en voedsel dat deze naam niet mag dragen en waarmee noch tans miljoenen het moeten doen. Hij kan begrip opbrengen voor de jongeren d:e dit alles niet meer nemen en banken overval len om aan wapens te kunnen komen om het heersende regiem te bestrijden. Toch wil hij zelf weer geen wapengeweld, om dat hij weet dat dit tenslotte niets oplost. Hij wil een strijder zijn in wapenloze actie. ,Ik spreek omdat mijn geweten mij op draagt te spreken. Ik heb nu de vrijheid over mijn land te spreken, dus spreek ik'. Op deze wijze wil hij de wereldopinie wakker maken, opdat een leder kan we ten wat er gebeurt. Zo ls hij door ons land getrokken en hij heeft op ver schillende plaatsen gesproken en, naar we in de verslagen lazen, heeft zijn aanwe zigheid een diepe indruk gemaakt. Hier was een kerel die wat te zeggen had; die niet allereerst bedacht was op e.gen veiligheid: een man die sprak zoals zijn geweten hem liet spreken. Dit op zich zelf is reeds iets waarvoor we alleen maar het diepste respect moeten hebben. Het geeft niet wie het is, die spreekt en handelt naar zijn geweten. Wan neer zulk een voor zijn diepste overtui ging uitkomt, zonder te denken aan eigen toekomst: wanneer zo enig mens het gewe ten van zijn volk en van de wereld wil wakker schudden, zullen we met eerbied daarnaar moeten luisteren Zo zal deze kruistocht van dom Helder Camara door een groot deel van West-Europa stellig zijn invloed hebben. Terwijl we dit schrijven zitten we zo te bedenken dat er wel kerkelijke mensen zul. len wezen die 't met deze actie helemaal niet eens zijn en die. wat hij zegt. meer revolu tionair dan christelijk vinden en die bij zichzelf denken: deze dom Helder Camara is toch een rooms-katholiek bisschop. Heeft hij niet wat anders te doen? We hebben van hem gelezen dat hij zich lngeen enkel opzicht daarop laat voorstaan dat hij het bisschopsambt bekleedt. Deze eenzestigja- rige man is klein en mager. Hij leeft as cetisch. Men heeft er zich over verbaasd zo weinig hij at. Zijn bisschopskruis is niet van goud of zilver, kunstig bewerkt en van grote waarde, doch slechts een heel eenvoudig houten kruisje. Hij Is wars van alle praal. Maar niettemin is hij toch aller eerst een man van de kerk. die daarom in dienst staat van het evangelie. Zoals iedere rooms-katholieke bisschop zal ook hij wel een bisschopsstaf hebben, een herinnering daaraan dat een bisschop allereerst een herder moet zijn, die zijn schapen voor gaat en hen moet weiden in de grazige weiden van hetgeen ons in het Woord Gods is gegeven. We weten dat we het nu wat protestants zeggen, maar onze rooms-ka tholieke landgenoten en medebroeders in het geloof zullen deze taal tegenwoordig wel verstaan. Doet hij dit, wanneer Ca mara spreekt zoals hij dat op deze kruis tocht heeft gedaan Het ging toch over so ciale aangelegenheden, over maatschappe lijke misstanden. Het ging over armoede en honger, over krotten en onderdrukking. Het ging over menselijke rechten en het begrip voor revolutionaire bewegingen. Kan men vanuit het evangelie daaraan steun verlenen, zij het dan ook alleen maar more le steun? Dit is een vraagstuk dat altijd weer opduikt in de kerk. Br zijn chris tenen die niet moede worden altijd weer te zeggen dat een prediker, of hij nu een dominee is of een pastoor, of ook een bis schop. geroepen ls het evangelie te predi ken Hij moet dit doen tijdens de eredienst en in heel zijn doen en laten. Aan dat evangelie moet hij zich houden. Hij moet zich niet bezig houden met politik, met sociale vraagstukken en met wereldproble men. Daarvoor zijn er andere instanties, de politieke partijen, de regeringen en in we- reldverband de Verenigde Naties. Anderen daarentegen wijzen er 0p dat we juist door het woord van de Schr.ft onontkoombaar te maken krijgen met degenen die lijden onder de sociale misstanden. Tegenwoordig komen we met hen in aanraking in wereld- verband. Worden we, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament er niet aan her innerd dat God vraagt dat we zullen opka men voor de arme, de weduwe en de wees voor het recht van de rechtelozen en de verstrooiden? Worden we niet vermaand aan de gevangenen te denken', alsof g j met hen gevangen waart' en aan hen die mishandeld worden, .als mensen die ook zelf een lichaam hebt Wanneer we met hongerigen in aanraking komen, kunnen we niet volstaan door voor hen te bidden. Aan de hand van het evangelie zullen we komen ook middenin de sociale vragen, waarom er honger wordt geleden wat daaraan zal moeten worden gedaan. Mogen de kerken, als de menselijke grondrechten in gevaar zijn en dat zijn ze in een groot deel van de wereld morele en materiële steun verlenen aan revolutionaire bewegingen? Dit ls een vraag die de ker ken in deze tijd steeds meer bezig houdt. Een paar jaar geleden, in 1968. Is over dit probleem heftig ged acussieerd op het pastoraal concilie van de r-k kerk n ons land, zonder dat men uit de problemen kwam. Twee jaar vcordien was dut zelfde geschied op de zeer bewogen oecumenische wereldconferentie over de vragen van kerk en samenleving in Genève. waar gevraagd is om een .theologie van de revolutie'. ,Er bestaan situaties, waarbij revolutionaire ac tie, met als doel de radicale verandering van een politiek regiem, de enige manier schijnt te zijn om een maatschappelijke orde te vestigen, die gebaseerd is op ge rechtigheid.' Dit was een van de stellingen waarover men het gehad heeft op tb assem blee van de Wereldraad van Kerken in Uppsala in 1968 In 1967 heeft paus Paulus zijn encycliek Hopulorm Progesslo (voor. uitgang der volkeren) het licht doen zien- een uitschieter onder zijn encyclieken. Ook rond deze encycliek is een hele discussie ontstaan. In Europa blijft de discussie over het al of niet deelnemen aan een opstan dige beweging, theorie. Maar in andere landen, waaronder Latijns- Amerika, is dit niet het geval en daar lezen duizenden geestelijken en leken deze ency cliek anders dan wij het ooit kunnen doen, omdat ze leven onder zulke niipende om standigheden dat ze vanuit de kerk en van uit het evangelie zeggen.er moet in ieder geval iets gebeuren. En zo is dom Helder Camara de ziel geweest in de strijd tegen de sloppen van Rio de Janeiro. En daarom ook heeft hij zich gekant tegen de Noord- Amerikaanse economie in dit werelddeeL Het gevolg is geweest dat hem het leven op velerlei wijze lastig is gemaakt. De be schuldiging van communisme bleef niet uit. Maar, mogen dienaren van de kerk hier rus tig blijven Er is aan dom Helder Camara gevraagd wat er met hem zal gebeuren wanneer hij op 8 juni weer naar zijn land terug keert, na alles wat hij in Europa over de onmenselijke toestanden van zijn arm ste landgenoten heeft verteld en van de folteringen in de gevangenissen. Rustig heeft hij geantwoord: .Als ze me in de ge vangen s gooien, zou dat de beste reclame zijn. .Maar dat zijn leven gevaar loopt, weet hij. ook al is .onrecht bestrijden voor hem: je hemd weggeven, geen wapengeweld.' Ook Mahatma Gandhi en Martin Luther King op deze weg. H. Volg mij. Met deze woorden riep Jezus zijn discipelen bij het meer van Galileo. Op deze wijze werd ook Levi geroepen in het tolhuis. En Hij was blij. als ze aan Zijn roepstem gehoor gaven, hun dagelijks werk naar een la- gere plaats verwezen en Hem volgden. Want dun had de goddelijke genade het ge wonnen en had een waarde loos leven nieuwe waarde gekregen. En het zijn deze mensen, die van Hein de zekerheid ge inregen hebben, dat zij, als zij tot God roepen, nooit in het luchtledige zuilen roe pen, maar dat ze nu een laten new Vader hebben, die altijd het dat Woord allerbeste voor Zijn kinderen zoekt. Gods beloften mogen het fundament van hun le ven zijn. En daarop staan ze vast, zelfs onder uitzichten loze omstandigheden. Dan alleen kan ook echt gaan wcrfcen in hun leven. Dan ook geelt het zekerheid, en wordt da mens sterk ge maakt en kan er weerstand geboden worden tear,, elke Maar dan moeten ze wel hel geschenk der genade aan nemen. Gods woord moet dan weer ruimte en plaats i'i hun leven krijgen. Hun hele wezen moeten z\j weer door dat Woord in beslag hoort en die met opvolgt, en op een wonder blijft wachten, wacht tevergeefs. Misschien hebt U die roep stem al heel vaak gehoord, maar vog nooit het Woord der genade aangenomen. Doe het dan nu.' Brum*** P. Post

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 25