GERARD
BAART
EN DE
GASTARBEIDERS:
GEWOON
BEGINNEN'
DE KRUISTOCHT
VAN DOM
HELDER CAMARA
OECUMENISCHE EXPERIMENTEN HEBBEN
HUN CONSEQUENTIES
zeeuwse
courant
WOORD DER GENADE
provinciale
25
ZATERDAGKRANT
GERARD BAART:
.geen subsidie.
Gerard Baart (45) r-k pastorie Bres-
kens, doet momenteel de voortgezette
opleiding voor opbouwconsulent aan
de sociale academie in Rotterdam.
Als dat afgelopen is wil hij, augustus,
september, in het werk voor de gast
arbeiders in Zeeland duiken. Daar
voor is inmiddels in oprichting een
stichting .Katólon' onder voorlopig
voorzitterschap van nog een priester,
kapelaan Omer Gielliet in Breskens.
Voornamelijk rooms-katholieken uit
West-Zeeuwsch-Vlaanderen staan
aan de wieg van die stichting, die ove
rigens, getuige de naam, Grieks voor
iedereen, het geheel, voor iedereen
wil openstaan.
Da stichting ia de administratieve afspie
geling van de intentie dat er gewoon iets
moet worden gedaan voor de gastarbei
ders in Zeeland, of er nou subsidie van
het rijk komt of niet. De gastarbeiders in
Zeeland (ons land kent werknemers en
gastarbeiders) weten het nog niet, maar
hun aantal is te gering en zij werken te
verspreid in Zeeland om er een officiële
stichting met een vrijgestelde kracht voor
!n het leven te roepen. Een stichting die
hun belangen behartigt. En dat die belan
gen bepaald niet altijd volledig in acht ge
nomen worden ligt niet aan hen en soms
ook niet aan hun weikgevers. Die hebben
ook hun zelfgestelde grenzen.
In februari jongstleden constateerden wij
dat er langzamerhand wel iets mag wor
den gedaan voor de gastarbeiders in Zee
land. Er moet een relatie worden gelegd
met de Zeeuwse samenleving, waarvan zij
korter of langer deel uitmaken.
Zij hebben recht op dat contact en recht
op bijvoorbeeld onderwijs in de Nederland
se taal, op sport, ontspanning, op bij
stand in sociale of financiële aangelegen
heden. En het feit dat hun aantal nog
maar enkele honderden bedraagt en geen
duizenden, en ook het feit dat zij ver
spreid in de provincie hun bestaan leiden:
Kanaalzone Zeeuwsch-Vlaanderen, Walche
ren, Goes, Vlissingen-Oost onder andere,
mag toch eigenlijk geen argument zijn om
dan maar niets te doen.
SITUATIE
Gerard Baart zal als part-timer voorlo
pig het eerste werk gaan doen in Zee
land voor de stichting, die zorgt voor een
dak boven zijn hoofd en die verder moet
draaien van wat vrijwilligers bijdragen.
Het begint dus met een stukje idealisme.
,Het gaat er bij mij om hoe je jezelf zo
goed mogelijk als persoon ergens voor
kan inzetten. Mijn ervaring is in de afge
lopen jaren geworden, na mijn werk in
een stadswijk van Den Bosch, opbouw
werk in de Kanaalzone, staflid van Hede-
nesse en nu een praktijkonderzoek in Ter-
neuzen, dat ik mij het beste voel als ik
contact kan leggen met mensen in hun ei
gen situatie, hun eigen structuur. De moei
lijkheid is dat territoriaal opbouwwerk wel
wordt gesubsidieerd, maar functioneel, le
vensbeschouwelijk, of desnoods opbouw
werk op politieke basis niet.
Vandaar dat dat werk voor gastarbeiders
zo'n hachelijke zaak is. Het moet van par
ticuliere initiatieven komen.
Maar het is as met de geallieerden na de
oorlog: je nam ze 's avonds in je huis op
voor een spelletje kaart, om wat te pra
ten, om er een thuis voor te maken. Wel,
daarop hebben de gaslarbeiders in Zeeland
ook recht. Ik dacht dat we ze hier in de
pastorie van Breskens best eens een week
eindje te logeren kunnen vragen, dat ze er
eens uit zijn, contact krijgen met de Zeeuw
se bevolking.' Kapelaan Omer Gielliet be
peinst daarbij: ,in de toeristentijd willen
we vanuit de recreatie, de WV, de ker
ken, een dag houden over Verenig de Na
ties. thema van de vredesweek.
Volksdansen, schoolkinderen die kaarten
sturen naar de buitenlandse werknemers,
ze uitnodigen om te komen, optocht, ver
kleedpartij. Je kunt van alles doen.'
Gerard Baart wil na zijn studie voor op
bouwconsulent, in de eerste plaats zien
wat de buitenlandse werknemers er zelf
van vinden. Ook contacten leggen met men
sen die met die gastarbeiders te 'maken
(willen) of moeten hebben, werkgevers,
kerken, sociaal-culturele organisaties, de
reeks kan onuitputtelijk zijn. Baart wil
informatiebronnen hebben en zelf als in
formatiebron dienen. ,Het enige wat je
kan doen is: gewoon beginnen. Als je moet
wachten op stichtingen, subsidies, enzo
voort, dan kan je lang wachten. Misschien
dat onze stichting op den duur kan wor
den gesubsidieerd, misschien komen er op
den duur wel andere stichtingen.
Bovendien: mijn ervaring is dat je wel
voorzieningen kunt treffen, maar soms
blijkt de wezenlijke behoefte diepter te lig
gen en daaraan is men dan bij de plan
ning niet toegekomen.'
MINIMAAL
METHODE
De ervaringen van pater Baart zijn ruim.
Hij is geboren in Sas van Gent, wil daarom
ook graag in Zeeilar.d werkzaam blijven.
Deed ervaringen buiten Zeeland op in het
Brabantse. En kwam vervogens in het deke
naat in de kanaalzone van Zeeuwsch-Vlaan
deren terecht in de opbouw van het geza
menlijke pastoraat, van opbouwwerk Na
een jaar staflid van oecumenisch vormings
centrum .Hedenesse' te zijn geweest, ging
hij weer naar Terneuzen voor praktijk van
het opbouwwerk hier betreft het vooral
een onderzoek naar de wenselijkheid van
opbouwwerk in Terneuzen). De theorie voor
het opbouwwerk wordt in Rotterdam ge
studeerd.
Opbouwwerk: .meewerken aan een funda
mentele democratisering, het gaat om een
procesmatige methode, van meet af de be
treffende burgers erin betrekken. In Ter
neuzen hebben we nu een onderzoek ge
daan naar de wenselijkheid van dit soort
werk. Het gaat er om dat er eerst in
spraak is, daarna kan pas een beleid wor
den vastgesteld. Het gaat om de vraag of er
een kruisvoorziening moet zijn in een nieu
we wijk, wat er aan serviceverlening moet
komen, wat samenwerkingsopbouw kan
zijn.
In Middelburg-Zuid blijkt het wijkcentrum
Het Baken te mooi en te duur te zijn, niet
aangepast aan huidige wensen en eisen
van de wijk.
.Precies, dat is nu zo'n voorbeeld. Sommi
ge voorzieningen blijken maar ten dele te
voldoen, niet genoeg te zijn afgestemd op
autochtone en allochtone bevolking. Dat
heb je ook nogal eens in het jeugdwerk.
Sommige voorzieningen kloppen niet. De
nadruk wordt altijd gelegd op deskundig
heid, maar de eigen deskundigheid van de
wijkbewoners, dat zijn de mensen die hun
lijfelijke ervaring hebben van het wonen in
die wijk, die ervaring kan je niet missen.
Naar mijn smaak wordt die eigen des
kundigheid minimaal gewaardeerd.
Men vreest: zoveel hoofden, zoveel zinnen.
Men haalt er verenigingen in, laat alles
via structuren veriopen en haalt er des
kundigen bij, die van papier hun suggesties
geven. Maar men moet zoeken naar meer
organische verbanden die zich presenteren
in een wijk, mensen die interesse tonen.
Wat er eigenlijk aan communicatie in zo'n
samenleving omgaat weet men zo dikwijls
niet, wat gebeurt er eigenlijk ondergronds?
Daarvoor zou je tussen de mensen moeten
zitten en meedoen in zo'n wijk. Dat is
opbouwwerk. Ik heb wel eens aan combi
natie gedacht met het vormingswerk van
Hedenesse. Je zou in het vormingswerk
part-timers moeten hebben, die zoveel mo
gelijk te weten komen over de structuren,
de leefgemeenschap waaruit de cursisten
komen,die daar ook ten dele in werken. Als
vormingswerk alleen internaatswerk blijft,
het halen uit de eigen sfeer, kritisch ma
ken en dan verder geen begeleiding
geven als men terug naar huis gaat, dat
san anderen over laten, dan doet dit werk
dacht ik toch te weinig. Het vervolg ligt in
de richting van opbouwwerk. Maar ook
hier krijg je weer de financiële consequen
ties die de overheid niet aanvaardt'
Terug naar de gastarbeiders: ,als je ze zo
ziet in de hal van centraal station in Rot
terdam. Ze hangen daar zo'n beetje rond.
Echt buiten het gekrioel op de perrons,
los van de mensen, echt aan de rand'.
WILL. VERKERK.
IIIIIDI
,Zijn wij bij de tijd', was de vraag die dr J. van
Goudoever, predikant in algemene dienst bij de
Remonstrantse Broederschap, recentelijk zijn
gehoor stelde op de vrijzinnig protestantse
landdag voor West-Brabant en Zeeland in Goes-
Kruiningen. Dr Van Goudoever maakte ten aan
zien van die tijd drie opmerkingen: er zijn be
wegingen ,van onder op'mensen op het grond
vlak worden betrokken bij wereldvraagstukken
en tot slot: er is behoefte aan actie en bezinning.
De bewegingen van onderen op betreffen zowel de po
litieke, de sociaal-economische als de cnltureel.gods-
dienstige organisaties. In deze tijd gaat het vooral om
een culturele en geestelijke democratisering, na do poli
tieke democratie (begonnen met de Franse revolutie),
do sociaal-economische democratie (begonnen met de
Marxistische revolutie). Het patroon betreft inspraak,
protest, medebeslissing, medeverantwoordelijkheid. De
ze beweging van onderen op dringen al lang door In de
kerkelijke strukturen (Vaticaans concilie, pastoraal
concilie in ons land en de algemene kerkvergadering
der hervormden). Men is voor ,de oecumene'. Maar, zo
stelde dr Van Goudoever weet men wat de consequen
ties zijn van oecumenische experimenten ,Een oecu
menisch experiment blijft zelden staan bij godsdiensti
ge ontwikkelingen.
RELATIE
Van onderen op wil een mens juist een verband zien
tussen zijn sociale, politieke culturele en godsdienstige
zaken. Onze maatschappij denkt verkokerd: ,Hier is de
politieke partij, daar de kerk, daar de school, daar je
vereniging voor vrije tijdsbesteding, keurig uit elkaar
gedacht en georganiseerd. Van otnderen op lopen alle
kleuren door elkaar: imeer politiek op de scholen; meer
onderwijs In de kerken, meer godsdienst in je vrije
tijd. Bewegingen van onderen op zijn nooit zuiver reli
gieus, zuiver politiek, zuiver cultureel. Ze zijn een meng
sel, met het acoemit op het een of het andere aspekt.
Oecumenische experimenten houden zich bezig niet ont
wikkelingssamenwerking, gastarbeiders, woningnood.
Natuur 70, maar ook met onderwijs en opleiding, met
meditatie en recreatie.
Zijn wij bij de tijd? Bij de ontwikkeling van oecume
nische experimenten met hun politieke en maatschap
pelijke implicaties. Zullen wij ze stimuleren, dat bete
kent voor mijn besef: progressief, of zullen ze openlijk
of,heimelijk afremmen, dat betekent conservatief?, al
dus dr VanGoudsoever. Ten aanzien van de tweede op
merking de mensen op het grondvlak worden bij
wereldvraagstukken betrokken, willens en wetens, pas
sief en actief, zed hij het volgende: .Wij worden met
onze neus gedrukt op de oorlog in Indo-China, het Mid
den-Oosten, op de honger in de derde wereld, op het ko-
lonelsregime in Griekenland, op de koloniale strijd van
Portugal. Vanuit dit wereldperspektief (dat tegelijk het
perspektief van het grondvlak wordt) zien wij de be
trekkelijkheid van ons eigen nationalisme, zien wirj de
gevaren ervan. Waarom zouden wij ons bij voorbaat so
lidair verklaren met ons Nederlanderschap. Valt chris
ten-zijn samen met het Nederlanderschap Kan er noo t
een confiikt komen? De Amerikanen gaan ons hierin
voor. De Oranje Vrijstaat neemt hier een extreem
standpunt in. waaruit is te leren, dat het vanzelfspre
kende Nederlandschap (met alle daarbij behorende con
sequenties» niet meer door iedere Nederlander zonder
meer wordt erkend.
Mensen op het grondvlak worden bij wereldvraagstuk
ken betrokken, en gaan dus in wereldwijde categorieën
denken. Zij weten dat er marxisten in Oost-Europa wo
nen, zij weten dat er e-c-n rood boekje van Mao is, zij
willen meer weten van nieuwe godsdienstige stromingen
•n Japan na de tweede wereldoorlog. Zij willen open
staan voor nieuwe meditatietechnieken in India. Zon
der veel reizen en zonder veel geld kan een mens op het
grondvlak aan alle mogelijke cultuuruitingen deelkrij-
gen. Dat kenden wij voor de oorlog ook. Een oorlog is
regressieverschijnsel, waar-door allerlei kanalen worden
afgesloten, en een bewustzijmsvernaurwing optreedt.
Daarom ls het, meen ik verstandig vanaf 1970 de be
vrijding van 1945 niet meer te herdenken. De hele voor
bereiding tot de oortog, de oorlog zelf en de nasleep
hebben bewustzijnvernauwend op het Nederlandse volk
gewerkt, aldus dr Van Goudoever.
Juist omdat er bewegingen van onderen op zijn en juist
omdat de mensen op dat grondvlak willens en wetens
bij mondiale vraagstukken betrokken worden, ontstaat
er een toenemende behoefte aan actie en bezinning. Niet
alleen actie, ook bezinning, liefst op een of andere wij
ze gecombineerd of althans op elkaar afgestemd. Hier
ligt een probleem voor de traditionele kerkdiensten.
ANTWOORD
Noch de vorm, noch de inhoud van deze diensten, noch
de stemming van de aanwezigen noch de mentaliteit
van de predikanten, zullen gemakkelijk de bezinning
in actie laten overgaan. Dorothea Sölle heeft hier wel
een voorbeeld gegeven. Wij moeten hier ook geen wet
van Meden en Perzen van maken, maar er moet wel
ruimte voor actie komen. Het Woord (ook met een
hoofdletterdreigt ongeüoofwaardig te worden. Wij kun
nen dus als uitgangspunt onze kerkdiensten nemen (in
de zin van bezinningssamenkomsten) en ons afvragen
hoe daar een actie aan te verbinden is. Wij kunnen ook
uitgaan van de actie, ons afvragen hoe daaraan een be
zinning is tc verbinden. Juist jongerengroepen zijn zelf
bezig ma hum acties totbezinning over te gaan, om daar
na weer tot actie te komen.
De actie ls modig om de mensen op het grondvlak gele
genheid te geven te reageren of te antwoorden op de
geweldige uitdagingen van onze samenleving. Tegelijk
met de actie is er een bezinning op de actie nodig. En
die twee moeten hand in hand gaan. Actie alleen werkt
frustrerend, daarvoor is omze samenleving te gecompli
ceerd.
MQn zorg zou zijn, als onze gemeente offiside staan,
zowel van de bewegingen vam het grondvlak als van
de betrokkenheid op de wereldproblemen, waardoor ook
de bezinning en de actie niet op elkaar zijn afgestemd.
De bezinning blijft krachteloos en de actie stuurloos,
aldus dr J. vam Goudoerver.
De vorige week was dom Helder Camara, de bisschop van Olinda cn Refi-
ce in Brazilië, voor twee dagen in ons land en hij heeft op verschillend®
plaatsen gesproken over de problemen van de .derde wereld' en in het
bijzonder over die van Latijns-Amerika. In ons land was hij de gast van
de Interkerkelijke adventsactie voor Latijns-Amerika, .Solidaridad', Hij had
reeds de vorige herfst willen komen, toen deze actie startte, maar toen
waren het de spanningen in zijn land die hem tegenhielden. Sinds hij op
20 mei-in Europa gekomen is en zijn kruistochtprediking begon, is hij reeds
door Oostenrijk, Zweden, België en Frankrijk gereisd en na ons land komt
nog Duitsland aan de beurt. Al mag dan een kerkelijk comité hem hebben
uitgenodigd, hij wil zich niet alleen richten tot de christenen. Het gaat
hem om de grote wereldproblemen en daarmee hebben ook hindoes, mo
hammedanen, joden, humanisten en wie dan ook, te maken.
Enige maanden geleden is deze Braziliaanse
bisschop ook in Europa geweest en wel in
Genève. Men wist zo langzamerhand wel
wat htJ op het hart had. Doch toen was
hij uiterst voorzichtig in zijn uitlatingen.
Dit was voor velen wel een teleurstelling
maar niemand heeft hem dit kwalijk ge
nomen, want iedere in weet wel hoe het
gaat in dictatoriaal geregeerde landen wan
neer iemand al te openhartig zijn mening
zegt over toestanden die daar heersen. In
de verslagen van de dagbladen hebben we
kunnen lezen wat hij gezegd heeft over de
toestanden in zijn land en over de marte
lingen waaraan de gevangenen bloot staan.
Enkele van zijn naaste medewerkers heb
ben hun houding reeds met de dood moe
ten bekopen. Zo heeft hij gesproken over
het onrecht dat er in zijn land heerst,
evenals in andere landen. .Rijken worden
steeds rijker, ten koste van de armen.' Hij
heeft het gehad over .de internationale han
delspolitiek', die de landen van de derde
wereld arm houdt Hij heeft gesproken over
huizen die geen huizen zijn en waarin noch
tans zulk een groot deel van de bevolking
van deze landen moet leven. Hij heeft ge
sproken over kleren en voedsel dat deze
naam niet mag dragen en waarmee noch
tans miljoenen het moeten doen. Hij kan
begrip opbrengen voor de jongeren d:e dit
alles niet meer nemen en banken overval
len om aan wapens te kunnen komen om
het heersende regiem te bestrijden. Toch
wil hij zelf weer geen wapengeweld, om
dat hij weet dat dit tenslotte niets oplost.
Hij wil een strijder zijn in wapenloze actie.
,Ik spreek omdat mijn geweten mij op
draagt te spreken. Ik heb nu de vrijheid
over mijn land te spreken, dus spreek ik'.
Op deze wijze wil hij de wereldopinie
wakker maken, opdat een leder kan we
ten wat er gebeurt. Zo ls hij door
ons land getrokken en hij heeft op ver
schillende plaatsen gesproken en, naar we
in de verslagen lazen, heeft zijn aanwe
zigheid een diepe indruk gemaakt. Hier was
een kerel die wat te zeggen had; die niet
allereerst bedacht was op e.gen veiligheid:
een man die sprak zoals zijn geweten hem
liet spreken. Dit op zich zelf is reeds iets
waarvoor we alleen maar het diepste respect
moeten hebben.
Het geeft niet wie het is, die spreekt
en handelt naar zijn geweten. Wan
neer zulk een voor zijn diepste overtui
ging uitkomt, zonder te denken aan eigen
toekomst: wanneer zo enig mens het gewe
ten van zijn volk en van de wereld wil
wakker schudden, zullen we met eerbied
daarnaar moeten luisteren Zo zal deze
kruistocht van dom Helder Camara door
een groot deel van West-Europa stellig
zijn invloed hebben.
Terwijl we dit schrijven zitten we zo te
bedenken dat er wel kerkelijke mensen zul.
len wezen die 't met deze actie helemaal niet
eens zijn en die. wat hij zegt. meer revolu
tionair dan christelijk vinden en die bij
zichzelf denken: deze dom Helder Camara
is toch een rooms-katholiek bisschop. Heeft
hij niet wat anders te doen? We hebben
van hem gelezen dat hij zich lngeen enkel
opzicht daarop laat voorstaan dat hij het
bisschopsambt bekleedt. Deze eenzestigja-
rige man is klein en mager. Hij leeft as
cetisch. Men heeft er zich over verbaasd
zo weinig hij at. Zijn bisschopskruis is niet
van goud of zilver, kunstig bewerkt en
van grote waarde, doch slechts een heel
eenvoudig houten kruisje. Hij Is wars van
alle praal. Maar niettemin is hij toch aller
eerst een man van de kerk. die daarom in
dienst staat van het evangelie. Zoals iedere
rooms-katholieke bisschop zal ook hij wel
een bisschopsstaf hebben, een herinnering
daaraan dat een bisschop allereerst een
herder moet zijn, die zijn schapen voor
gaat en hen moet weiden in de grazige
weiden van hetgeen ons in het Woord Gods
is gegeven. We weten dat we het nu wat
protestants zeggen, maar onze rooms-ka
tholieke landgenoten en medebroeders in
het geloof zullen deze taal tegenwoordig
wel verstaan. Doet hij dit, wanneer Ca
mara spreekt zoals hij dat op deze kruis
tocht heeft gedaan Het ging toch over so
ciale aangelegenheden, over maatschappe
lijke misstanden. Het ging over armoede
en honger, over krotten en onderdrukking.
Het ging over menselijke rechten en het
begrip voor revolutionaire bewegingen. Kan
men vanuit het evangelie daaraan steun
verlenen, zij het dan ook alleen maar more
le steun? Dit is een vraagstuk dat altijd
weer opduikt in de kerk. Br zijn chris
tenen die niet moede worden altijd weer
te zeggen dat een prediker, of hij nu een
dominee is of een pastoor, of ook een bis
schop. geroepen ls het evangelie te predi
ken Hij moet dit doen tijdens de eredienst
en in heel zijn doen en laten. Aan dat
evangelie moet hij zich houden. Hij moet
zich niet bezig houden met politik, met
sociale vraagstukken en met wereldproble
men. Daarvoor zijn er andere instanties, de
politieke partijen, de regeringen en in we-
reldverband de Verenigde Naties. Anderen
daarentegen wijzen er 0p dat we juist door
het woord van de Schr.ft onontkoombaar
te maken krijgen met degenen die lijden
onder de sociale misstanden. Tegenwoordig
komen we met hen in aanraking in wereld-
verband. Worden we, zowel in het Oude als
in het Nieuwe Testament er niet aan her
innerd dat God vraagt dat we zullen opka
men voor de arme, de weduwe en de wees
voor het recht van de rechtelozen en de
verstrooiden? Worden we niet vermaand
aan de gevangenen te denken', alsof g j
met hen gevangen waart' en aan hen die
mishandeld worden, .als mensen die ook
zelf een lichaam hebt Wanneer we met
hongerigen in aanraking komen, kunnen
we niet volstaan door voor hen te bidden.
Aan de hand van het evangelie zullen we
komen ook middenin de sociale vragen,
waarom er honger wordt geleden wat
daaraan zal moeten worden gedaan. Mogen
de kerken, als de menselijke grondrechten
in gevaar zijn en dat zijn ze in een
groot deel van de wereld morele en
materiële steun verlenen aan revolutionaire
bewegingen? Dit ls een vraag die de ker
ken in deze tijd steeds meer bezig houdt.
Een paar jaar geleden, in 1968. Is over
dit probleem heftig ged acussieerd op het
pastoraal concilie van de r-k kerk n ons
land, zonder dat men uit de problemen
kwam. Twee jaar vcordien was dut zelfde
geschied op de zeer bewogen oecumenische
wereldconferentie over de vragen van kerk
en samenleving in Genève. waar gevraagd
is om een .theologie van de revolutie'. ,Er
bestaan situaties, waarbij revolutionaire ac
tie, met als doel de radicale verandering
van een politiek regiem, de enige manier
schijnt te zijn om een maatschappelijke
orde te vestigen, die gebaseerd is op ge
rechtigheid.' Dit was een van de stellingen
waarover men het gehad heeft op tb assem
blee van de Wereldraad van Kerken in
Uppsala in 1968 In 1967 heeft paus Paulus
zijn encycliek Hopulorm Progesslo (voor.
uitgang der volkeren) het licht doen zien-
een uitschieter onder zijn encyclieken. Ook
rond deze encycliek is een hele discussie
ontstaan. In Europa blijft de discussie over
het al of niet deelnemen aan een opstan
dige beweging, theorie.
Maar in andere landen, waaronder Latijns-
Amerika, is dit niet het geval en daar lezen
duizenden geestelijken en leken deze ency
cliek anders dan wij het ooit kunnen doen,
omdat ze leven onder zulke niipende om
standigheden dat ze vanuit de kerk en van
uit het evangelie zeggen.er moet in ieder
geval iets gebeuren. En zo is dom Helder
Camara de ziel geweest in de strijd tegen
de sloppen van Rio de Janeiro. En daarom
ook heeft hij zich gekant tegen de Noord-
Amerikaanse economie in dit werelddeeL
Het gevolg is geweest dat hem het leven op
velerlei wijze lastig is gemaakt. De be
schuldiging van communisme bleef niet uit.
Maar, mogen dienaren van de kerk hier rus
tig blijven Er is aan dom Helder Camara
gevraagd wat er met hem zal gebeuren
wanneer hij op 8 juni weer naar zijn land
terug keert, na alles wat hij in Europa over
de onmenselijke toestanden van zijn arm
ste landgenoten heeft verteld en van de
folteringen in de gevangenissen. Rustig
heeft hij geantwoord: .Als ze me in de ge
vangen s gooien, zou dat de beste reclame
zijn. .Maar dat zijn leven gevaar loopt, weet
hij. ook al is .onrecht bestrijden voor hem:
je hemd weggeven, geen wapengeweld.' Ook
Mahatma Gandhi en Martin Luther King
op deze weg.
H.
Volg mij. Met deze woorden
riep Jezus zijn discipelen bij
het meer van Galileo. Op
deze wijze werd ook Levi
geroepen in het tolhuis. En
Hij was blij. als ze aan Zijn
roepstem gehoor gaven, hun
dagelijks werk naar een la-
gere plaats verwezen en
Hem volgden. Want dun had
de goddelijke genade het ge
wonnen en had een waarde
loos leven nieuwe waarde
gekregen.
En het zijn deze mensen, die
van Hein de zekerheid ge
inregen hebben, dat zij, als
zij tot God roepen, nooit in
het luchtledige zuilen roe
pen, maar dat ze nu een laten new
Vader hebben, die altijd het dat Woord
allerbeste voor Zijn kinderen
zoekt. Gods beloften mogen
het fundament van hun le
ven zijn. En daarop staan ze
vast, zelfs onder uitzichten
loze omstandigheden.
Dan alleen kan
ook echt gaan
wcrfcen in hun leven. Dan
ook geelt het zekerheid, en
wordt da mens sterk ge
maakt en kan er weerstand
geboden worden tear,, elke
Maar dan moeten ze wel hel
geschenk der genade aan
nemen. Gods woord moet
dan weer ruimte en plaats
i'i hun leven krijgen. Hun
hele wezen moeten z\j weer
door dat Woord in beslag
hoort en die met opvolgt,
en op een wonder blijft
wachten, wacht tevergeefs.
Misschien hebt U die roep
stem al heel vaak gehoord,
maar vog nooit het Woord
der genade aangenomen.
Doe het dan nu.'
Brum***
P. Post