.DOORLICHTING' VAN
HAVENONTWIKKELING
DE STUDIES
IN DE DELTA
y
Gs: onderzoek naar
cumulatie van de
luchtvervuiling
,Plan 2000+
bestreden
De Rotterdamse
minderheidsnota
De havens aan de Westerschelde
7
DE RAPPORTAGE VAR DE
COMMISSIE-VERBURG
Jeugd verzorgde
kerkdienst in
Aardenburg
yrt){N$DAG 18 MAART 1970
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
MIDDELBURG Een gefundeerd oordeel over
de planologische betekenis van het Rotterdamse
,Plan 2000' (verdere havenontwikkeling in de
noordelijke delta) en van de Zeeuws /Brabantse
plannen voor havenindustriebedrijvigheid is op
dit moment nog niet te geven. De werkgroep-
Verburg van het Overlegorgaan zeehavenont-
wikkeling zuidwest-Nederland heeft zich er niet
aan durven wagen, omdat ,voor het gehele del
tagebied thans nog geen uitgewerkt samenhan
gend ruimtelijk-ordeningsbeleid is vastgesteld'.
De opdracht van het dagelijke bestuur heeft de
Wanneer de werkgroep het ,Plnn
2000' wat meer in detail onder de
loep neemt komt zij tot de volgende
bevindingen:
1. Het plan geeft de indruk dat zo
foed mogelijk is ontkomen aan
e nadelen van een industrie-ag-
flomeratie, onder meer door sprei-
ing van de woongebieden na te
streven.
2. Voor de ln het plan geprojecteer
de Grevelingenstad (500.000 in
woners) is op het eerste gezicht
een goed woonklimaat gewaar
borgd. De vraag rijst echter of
een stad van dit formaat op Flak-
kee en havenontwikkeling in de
Hoeksche Waiard niet in strijd
komen met de .tweede nota ruim
telijke ordening van de regering',
waar deze pleïit voor een open
ruimte in het midden-deltagebied.
3. Het kanaal door de Hoeksche
Waard is uit een oogpunt van
verzilting ongewenst.
4. De Voornse duinen zullen als ge
bied van natuurwetenschappelijke
waarde verloren gaan.
5. Inklemming van woongebieden als
Brielle, Spijkenisse-Hoogvliet en
Oud-Beyeriond is te verwerpen
6. Een luchthaven in de Hoeksche
Waard is op het eerste gezicht
niet onlogisch.
7. Moeilijkheden en vragen rijzen
w ais het gaat over de interne en
externe verbindingen.
Een beoordeling van de Zeeuws-Bra
bantse plannen valt als volgt, uit:
De huidige pfjannen hebben het be
zwaar dat ze nog niet ais één sa
menhangend geheel ontworpen zijn.
Uitgegaan werd van de uitbouw van
bestaande regionale centra. Planolo-
rh kleeft hieraan het bezwaar dat
beschikbare ruimte op verschil
lende plaatsen tegelijk wordt bezet,
waardoor de open ruimte wordt ver
snipperd en de reservering voor toe
komstige ontwikkelingen wordt ver
kleind. Een nadeel van meerdere in
dustriecomplexen in vergelijking met
één complex van dezelfde totale om
vang is dat in het eerste geval (de
spreiding dus) de oppervlakte van
de .bufferzones' van bijvoorbeeld 5
krn. rond de complexen aanmer
kelijk groter is dan in het tweede
geval de concentratie
Voor de Zeeuwse-Brabantse industrie
gebieden is volgens de meerderheid
van de werkgroep Verburg dan ook
noodzakelijk en urgent een opei'ati-
oneel plan. dat gericht is op een
eigen industrieel agglomeratie-effect
en een hoogwaardig woonklimaat met
de daarbij passende sociale en cultu
rele voorzieningen.
Uitgangspunten
Zoals gezegd: de werkgroep-Verburg
geeft aeze beoordelingen van de- plan
nen tegen de achtergrond vam enkele
hoofduitgangspunten voor een sa
menhangend beleid in liet belang van
het gehele deltagebied. Die uitgangs
punten worden nog even gememo
reerd:
een zodanige inrichting van het
gebied, die leidt tot kwalitatief
zeer goede woon- en recreatiege
bieden is een voorwaarde voor de
beoogde economische ontwikke
ling; de benodigde arbeidskrach
ten zullen steeds hogere eisen stel
len ten aanzien van een aantrek
kelijk woonmilieu;
een concentratie van stedelijke
ontwikkelingen in hot Rijnmond
gebied en het Westerscheldebek-
ken (inclusief West-Brabant); in
het Rijnmondgebied dreigt een te
lioge concentratie van woon- en
werkgebieden; in het Scheldebek-
ken zal juist naar meer concen
tratie moeten worden gestreefd:
spreiding van stuwende ontwik
kelingen:
het openhouden van de midden
delta;
agglomeraties.
werkgroep wat dit betreft slechts gedeeltelijk'
kunnen honoreren. Het is gebleven bij een door
lichting van de plannen tegen de achtergrond
van enkele hoofduitgangspunten.
Onder dit voorzichtige voorbehoud heeft de
meerderheid van de werkgroep-Verburg in haar
rapport dat Rotterdamse ,Plan 2000' bestreden.
De onderzoekers vonden het te groot wat de om
vang betreft en ze doelen daarbij op de cijfers
die worden genoemd voor oppervlakten toekom
stige industrieterrein en voor werkgelegenheid.
ting van de commissie-Van Tilburg
zeer hoog en wijst erop dat die in
het Plan 2000-plus daarmee niet in
DRS M. C. VERBURG
de nationale economie te kwantifi
ceren. De Overheid mag zich niet
uitsluitend richten op de besluiten
die in de privaat-economische sfeer
worden genomen. In eerste aanleg
moe.t de nationale afweging van be
langen doorslaggevend zijn, maar op
frond van regionale belangen mogen
ierop correcties worden aange
bracht.
Het Centraal Planbureau probeert
op het ogenblik een methode te ont
wikkelen om de nationaal-economï-
sehe betekenis van de industriële zee-
liavenentwikkcling aan te geven.
Men gaat verder de resultaten na
van de nu toegepaste methode: méér
investeren in liet zogenaamde ,zee-
havenbeen' van de nationale econo
mie en minder in het .Iandbeen'.
Deze benadering moet worden aan
gevuld door regionaal onderzoek met
betrekking tot arbeidsmarkt, kosten
verschillen, woonmilieu en dergelijke.
leven als uitgangspunt zijn genomen.
Arbeidskrachten
Volledige werkgelegenheid is één van
de doelstellingen van het economisch
beleid. Een te groot aanbod van ar
beidskrachten leidt tot werkloosheid,
eente grote vraag tot spanningen
op de arbeidsmarkt. Beide moeten
worden vermeden.
De werkgroep aanvaardt de ramin
gen van de vraag naar arbeidskrach
ten, zoals die in het .groene hoek
je' zijn aangegeven. Eri daarbij zal
vooral in Zeeland de toename van
hel aantal arbeidsplaatsen naar ver
houding groot zijn: van 100.000 in
1067 lot 160.000 in 1000 (Rijnmond
van 440.000 in 1967 tot 600.000 in
1090).
De commissie-van Til burg cs heeft
twee ramingen gemaakt voor het
aantal arbeidsplaatsen in het Rijn
mondgebied en omgeving: liet conso-
lidatie-altematief (528.000 in 1990)
en het expansie-alternatief (670.000
in 1990). De werkgroep vindt de
laatste raming te hoog. onder ande
re omdat de toegepaste prognose
methode niet meer betekent; dan het
doortrekken van bestaande groeiten-
densen. Er is geen reden waarom
een beleidsalternatief tussen de con
solidatie- en expansieramingen niet
denkbaar zou zijn. In tegenstelling
tot wat de commissie-van Tilburg
zelf zegt acht de werkgroep-Ver
burg het consolidatie-alternatief niet
verwerpelijk.
Ramingen
Aanbod
De .doorlichting' van de tot nu toe
verschenen plannen en rapporten over
havenontwikkelingen in het deltage
bied, waaraan de werkgroep-Verburg
zich heeft gezet, begint met een sa
menvatting van de raming
RAMINGEN
De .doorlichting' van de tot nu toe
verschenen planenn en rapporten over
havenontwikkelingen in 'het deltage
bied, waaraan de werkgroep-Verburg
zich heeft gezet, begint met een sa
menvatting" van de ramingen voor
terreinhehoeflen voor industrievesti
ging en -uitbreiding. Daarbij wordt
vastgesteld, dat van zeer verschillen
de prognoses is uitgegaan. Zo is bij
voorbeeld de additionele behoefte in
Rotterdam en omgeving volgens liet
.groene boekje' (het eerste rapport
van het Overlegorgaan) geraamd op
6.000 ha en volgens hot Rotterdamse
.Plan 2000 op 21.000 ha. Ook qua
uitgangspunten en methodiek wijken
de verschillende visies sterk van el
kaar af-
De werkgroep heeft het rapport van
het Amerikaanse bureau Harris, in
opdracht van Rotterdam aan het
werk gezet om de mogelijkheden in
.The greater delta region' te bezien,
zoveel mogelijk buiten beschouwing
gelaten, omdat het een groot aantal
onduidelijkheden bevat en omdat toe
passing van deze Amerikaanse visie
in de Nederlandse verhoudingen on
mogelijk wordt geacht. Over de ra
mingen van de Rotterdamse rappor
ten (van Tilburg en Plan 2000+)
wordt gezegd, dat daarin rekening
wordt gehouden mat een sterke ha
ven- en industrieontwikkeling van
het deltagebied.
Rentabiliteit
In geen van de rapporten zijn de
plannen getoetst op nun sociaal-eeo-
noniisch rendement, zo wordt vast
gesteld, Kosten- en batenanalyses
zijn nodig om zo goed mogelijk alle
gunstige en ongunstige gevolgen voor
Kosten en baten
Het lag in de bedoeling van de werk
groep-Verburg de (investerings) kos
ten van het Plan 2000-plus te bere
kenen en deze te vergelijken niet
<le kosten van datzelfde plan zonder
het onderdeel .Hoeksche Waard',
maar niet projecten in de Schelde-
bekkens (deze laatste even groot ge
nomen als het project in de Hoek
sche Waard). Het ging in beide ge
vallen globaal om een areaal van
10.000 ha.
Het is niet mogelijk gebleken binnen
de gestelde termijn dit voornemen
geheel te realiseren. Wel zijn de
kosten berekend van het Plan 2000-
plus en van projecten in het Schel-
debekken. Bij het vergelijken van de
kosten moet er dan ook rekening
mee worden gehouden dat de plannen
van verschillende omvang en aard
zijn. Ook zijn verschillende soorten
kosten van het Plan 2000-plus niet
op dezelfde wijze berekend als soort
gelijke projecten in de zuidelijke
aelta. Een kostenanalyse is intus
sen niet alleen van belang voor de
keuze van de nieuwe havengebieden.
Zij geeft tevens een aanwijzing van
de aanspraak, die de verschillende
projecten op de nationale economi
sche inspanningen doen.
MIDDELBURG Vrijdag behandelen de staten van Zeeland nog in
oude samenstelling de rapporten van de werkgroepsynthese zeehaven-
ontwikkeling, die het Overlegorgaan zeehavenontwikkeling Zuidwest-Ne
derland heeft ingesteld nu precies een jaar geleden. Het dagelijks bestuur
van het Overlegorgaan heeft begin dit jaar beleidsadvies aan de part
ners (Rotterdam, Zeeland, Noord-Brabant, Zuid-Holland en Rijnmond)
toegezonden over deze rapporten. Het is de bedoeling dat deze parners de
resultalen van liet onderzoek en het advies van het dagelijks bestuur
eerst in eigen kring bespreken, voordat het algemeen bestuur van het
Overlegorgaan de zaak op 6 april in de (eerste) openbare vergadering on
der de loep neemt. De staten van Noord-Brabant hebben het vorige week
al gedaan.
De werkgroepsynthese (ook wel de .commissie-Verburg' genoemd) had
tot opdracht klaarheid te brengen in de uiteenlopende ramingen van de
rapporten, studies en plannen, die de laatste jaren vooral van Rotter
damse zijde zijn uitgebracht over de havenontwikkeling in het delta
gebied. Verder werden enkele indicaties gevraagd ten aanzien van de so
ciaal-economische kosten en baten van de plannen en studies. Tenslotte
zou de werkgroep zich moeten uitspreken over de planologische merites
van een en ander. Zitting in de werkgroep hadden: drs M. C. Verburg,
directeur van het ETI voor Zeeland (voorzitter), drs Chr. Fransen,
hoofd van het gemeentelijk bureau voor de statistiek te Rotterdam, prof.
ir J. L. Klein, hoofddirecteur van de provinciale waterstaat en provincia
le planologische dienst in Zuid-Holland: drs E. D. J. Kruijtbosch, staf
functionaris van Rijnmond: ir J. P. J. Margry, directeur van de provin
ciale planologische dienst in Noord-Brabant. Toegevoegd als secretaris-
rapporteur was drs S. P. van der Zee, medewerker van het ETI voor Zee
land.
Zoals bekend kon de commissie-Verburg niet tot een eensluidend stand
punt komen. Er kwam een meerderheidsrapport op tafel en een minder-
heidsnota van de Rotterdamse afgevaardigde. Het dagelijks bestuur heeft
daarop een beleidsadvies opgesteld, waarin het vooral afstand nam van de
lange-termijn-planning in de rapporten.
Het beleidsadvies hebben wij destijds uitvoerig gepubliceerd. Vandaag in
het kort de inhoud van de beide rapporten van de .werkgroepsynthese
zeehavenontwikkeling'.
de noodzakelijke belast gebied.
Ramingen va
voorzieningen:
1Haven- en industrie
terreinen 3.350 milj.
2. Woongebieden 21.500 milj.
3. Land-, water- en
luchtwegen 14.000 milj.
4. Groen- en watervoor
zieningen 1.750 milj.
5. Openbare diensten 3.800 milj.
6. Afvalverwerking 700 milj.
dening de mist ingaan. Het is on
redelijk een bedrijf aan de Wester
schelde bijvoorbeeld zijn eigen lei
ding te laten betalen en die hoge
sociale kosten in Rotterdam cadeau
te geven. Dit betekent zonder meer
een subsidie voor een toch al over-
Relaties
Een schema geeft de mogelijke be-
drijfsrelaties weer. Hieruit blijkt dat
nieuwe agglomeraties kunnen wor
den opgebouwd. In de tekst worden
hiervan voorbeelden gegeven, onder
andere gebaseerd op de nafta-kra-
ker van DOW. Als vestigingsmoge-
li jkheid worden onder meer aangege
ven de produktie van polyethyleen,
perspex, nylon, terry leen, carbon-
black, methanol, azijnzuur, ureum-
lijmen etc. Ook het aardgas geeft
mogelijkheden van spreiding, die met
name worden genoemd. Wat de
dienstverlenende bedrijven betreft
noemt het rapport De Schelde in
Vlissingen, AKF, Goes; Croo, Mid
delburg (regelapparatuur) en de me
taalindustrie in Bergen op Zoom.
De transportfunctie moet evenwel
worden verstrekt, waartegenover ech
ter weer de hoge sociale kosten in
Rijnmond staan.
Tenslotte is er het stadseflect, waar
nog manco's optreden, die echter te
verhelpen zijn. Hier bevinden wij
ons tevens ophet terrein van het
centrale probleem: doel van het ha-
venbeleid is een betere leefbaarheid.
ƒ45.100 milj.
Deze kosten mogen overigens slechts
onder voorbehoud met de kosten van
de projecten in de Scheldebekkens
worden vergeleken, als gevolg van
verschillen in de berekeningswijze.
De kosten van liet Plan 2000-plus
zijn onderschat ten opzichte van de
kosten van de projecten in de Schel
debekkens.
KOSTEN PROJECTEN SCHELDE:
1. Haven- en industrie
terreinen 2.050 milj.
2. Woongebieden 15.800 milj.
3. Land-, water en
luchtwegen 4.700 milj.
4. Groen- en recreatie
voorzieningen 200 milj.
5. Openbare diensten 4.950 milj.
6. Afvalverwerking 450 milj.
De kwantiteit en de kwaliteit van
het arbeidsaanbod kunnen knelpun
ten zijn. Geen van de rapporten
heeft hieraan aandacht geschonken.
Rijnmond heeft de laatste tien jaar
voortdurend te kampen met grote
arbeidstekorten. Wat de natuurlijke
aanwas betreft heeft men zich in
het Plan 2000-plus onvoldoende ge
realiseerd dat er sprake is van een
afnemende stijging van dc beroeps
bevolking. Over de mogelijkheden
van binnenlandse immigratie naar
het noordelijk deltagebied wordt ge
zegd dat sinds 1959 sprake is van
een vertrekoverschot. dat de laatste
jaren ruim 2000 personen per jaar
groot is. Verder is de pendel in het
begin van de jaren zestig tot stil
stand gekomen.
Op dit ogenblik al werken in Rijn
mond 8000 buitenlandse arbeids
krachten. De werkgroep vinclt dat
immigratie van buitenlandse arbeids
krachten van grote omvang in een
toch al dichtbevolkt gebied onge
wenst is.
In het algemeen is de werkgroep-
Verburg niet overtuigd van de nood
zaak, een werkgelegenheidstoename
te creëren, zoals de commissie-Van
Tilburg on de opstellers van het
Plan 2000-plus dat willen; ook niet
van de mogelijkheid deze arbeids
plaatsen door buitenlandse werkne
mers te laten bezetten.
ƒ28.150 milj.
De ramingen hebben betrekking op
projecten in het Sloegebied. de ka-
naaJzone-Ossemsse en het Reimers
waalplan, samen omvattend 10.000
ha aan diep vaarwater gelegen haven
en industrieterreinen (dezelfde om
vang dus als de Hoeksche Waard
in het Plan 2000-plus): 3.600 ha ka-
naalzone-Ossenisse, 2.900 ha Sloege
bied, 4.300 ha Reimierswaal.
Met inbegrip van de beroepsbevol
king in ae verzorgende sec-tor be
horen hierbij 234.000 arbeidsplaat
sen, een bevolking van 645.000 in
woners en woongebieden niet een
oppervlakte van 10.600 ha. De in
woners zijn als volgt verdeeld: Oost
Zeeuwsch-Vlaanderen 215.000, Mid
den-Zeeland - Tholen 260.000 en Wes
telijk Noord-Brabant 170.000.
Agglomeratie
Grote aandacht is ook besleeds aan
de agglomeratievorming. Het gaat
hier om twee zaken. In de eerste
plaats om de economdsch-technolo-
gische bedrijfsrelaties in een bepaald
gebied. Daardoor ontstaan onderlin
ge leveringen, reparatie- en trans- j
porbmogelijkheden enz. Deze leiden
Lot besparingen in de productie.
Voorts zijn er de diensten van de
grote stad in vele opzichten: ar
beidsmarkt, sport, cultuur, enz. Dit 2
trekt mensen aan en is een gunsti
ge kostenfactor voor de bedrijven.
De werkgroep-Verburg wijst er op
dat de bedrijfsrelaties worden over
dreven. Ook in de noordelijke Delta
is er sprake van grote afstanden.
Voorts wordt aan de Westerschelde
naarstig aan zulk een complex ge
bouwd. Verder is er de kernenergie
centrale en zijn er de bestaande
(Temeuzen, DOW) en komende pijp
leidingen. DOW staat in verbinding
met Pernis, Moerdijk en Antwerpen.
Het netwerk, bijvoorbeeld voor
elyleen wordt uitgebouwd via bij
voorbeeld Tessenderloo (Albertka-
naal) naar de Ruhr en onder ande
re Mannheim. Ook Fé-luy (kanaa.l
Brussel - Charleroi) krijgt een raf
finaderij.
Men dient dus zelfs een groter ge
bied dan de delta te zien als een
agglomeratie. Deze spreiding is voor
ile leefbaarheid zelfs gunstig. Moet
nien dus om redenen van behoefte
aan areaal en werkgelegenheid, van
kosten cn van planologie kiezen dan
kunnen Westerschelde en Rcimcrs-
waal alle functies van Rotterdam
overnemen, behalve dan het diepste
kende schip.
ROTTERDAM In zijn aparte no
titie bij het rapport van de werk
groep synthese ontwikkelingsmoge
lijkheden voor zeehavens in het del-
tagebied' distantieert de Rotterdam
se vertegenwoordiger, drs Chr. Fran
sen, zich op verschillende punten van
«1e inzichten van de meerderheid in
het gezelschap. Zijn belangrijkste
grief is, dat de rapporteurs de ont
wikkeling langs het Westerschelde-
hekken in de plaats stellen van die
in de Hoeksche Waard (Plan 2000+)
,Het is niet een kwestie van tegen
stellingen, van óf het een of het an
der, maar van en het een en het an
der. De alternatiefgedachte is vol
strekt onaanvaardbaar'.
Volgens drs Fransen loopt de con-
currentiegedachte als een rode draad
door het gehele rapport van de meer
derheid uit de werkgroep. Ook de
kostenvergelijkingen weerspiegelen
volgens de Rotterdamse opponent
deze gedachte. .Kennelijk heeft men
uit het oog verloren dat in het .groe
ne boekje' van het overlegorgaan is
vermeld dat de .aantrekkingskracht
van de agglomeratie van Rotterdam
sterk zal blijven*.
De door het invoeren van de concur-
rentiegedachte gegroeide menings
verschillen op ambtelijk niveau bin
nen het Overlegorgaan hebben er
volgens de opponent blijkens wat in
het rapport staat toe bijgedragen
.dat men de ware bedoeling van de
Rotterdamse rapporten niet heeft be
grepen of niet wilde begrijpen'. Rot
terdam heeft met deze rapporten niet
anders willen doen dan, - en de heer
Fransen zet het nog eens uiteen:
de aandacht vestigen op het be
staan van het grote probleem
van de zeehaven-industriële ont
wikkeling in het kader van de na
tionale economische groei:
de orde van grootte kwantifice
ren van de verschillende, onder
ling samenhangende aspecten
voor Rotterdam, de delta en Ne
derland;
de gevolgen van deze beide aspec
ten voor zover deze het noorde
lijk deel van de delta betreffen in
een zo goed mogelijk ruimtelijk
kader ,op te vangen'.
Hard stelt de Rotterdamse afgevaar
digde vast, dat het rapport van de
meerderheid van de werkgroep iede
re visie mist. ,Men gaat zich te bui
ten aan becijferingen alsof men met
uitermate exacte grootheden te ma
ken zou hebben, althans voor zover
men overschattingen meent te be
speuren. terwijl men aan mogelijke
onderschattingen nauwelijks aan
dacht besteedt. De dwaling gaat
zelfs zover dat men in het rapport
de gegevens uit het .groene boekje
als exact overneemt.
De heer Fransen had liever gezien
dat men een meer .veilige' aanpak
had aanbevolen. .Veilig' in die zin,
dat men ook op de lange duur plano
logisch niet in de klem zou komen
en wat de uitvoering van de indivi
duele liavenplannen betreft vooral
benadrukken dat zulke plannen met
een aanzet dienen te beginnen en pas
na gebleken behoefte en slechts over
eenkomstig deze behoefte mogen
worden uitgebreid.
,Bij een dergelijke benadering zou
men met beide benen op de grond
zijn blijven staan. Het is evenwel dui
delijk, dat een dergelijke aanpak al
leen kan worden venvacht van hen,
die werkelijk een open oog hebben
voor de complementaire rol, die ieder
van de bestaande en potentiële ha
vengebieden moet spelen in het ka
der van de nationale economische
groei en die tevens in staat zijn in
ditzelfde kader na te gaan welke
eisen dit stelt op het gebied van de
ruimtelijke ordening, speciaal met
betrekking tot recreatie, wonen en
infrastructuur.
De heer Fransen gaat verder ln
zijn notitie nog in op enkele spe
cifieke onderwerpen en zet daar
bij zijn bezwaren uiteen.
ANTWOORDEN OP VRAGEN
UIT STATENCOMMISSIE
OOK DOOR NIEUWE
WET MOGELIJKHEDEN
OM IN TE GRIJPEN
MIDDELBURG Een groep
van deskundigen is op verzoek
van het provinciaal bestuur van
Zeeland een onderzoek begon
nen naar de problematiek van
de culminatie van luchtveront
reiniging. Gedeputeerde staten
delen dit mee in antwoord op
vragen uit de statencommissie
voor sociale zaken naar de
maatregelen om ernstige gevol
gen van een dergelijke culmina
tie te voorkomen.
Gs laten daarbij weten dat de komen
de wet on de luchtverontreiniging de
mogelijkheid geeft in te grijpen In
dien bijvoorbeeld door culminerende
effecten een onaanvaardbare toestand
ten aanzien van de luchtverontreini
ging ontstaat. Een vraag naar de
consequenties op dit terrein van de
vestiging van petrochemische neven-
bedrijven krijgt tot antwoord, dat
er inet een olieraffinaderij een grote
re kans is op nevenbedrijven, die een
vergunning behoeven, waaraan even
eens stringente voorwaarden zullen
worden verbonden. Naar de mening
van gs zullen de convenant-partners
(waarborg van rijk, provincie en ge
meente ten aanzien van de voor
waarden) eerder verzwarende dan
lichtere voorwaarden stellen dan de
gemeente van vestiging alleen zou
Er werd uit de statencommissie ge
vraagd of het wel juist is. dat door
de afvoer van verbrandingsgassen via
hoge schoorstenen op de grond geen
verontreiniging meer plaatsvindt.
Men wijst erop, dat de uit Pernis
afkomstige zwavelgeur soms op 30
kilometer afstand te ruiken is. Gs:
.Opgemerkt moge worden, dat in Per
nis gedurende een lange periode is
gewerkt met lage schoorstenen het
geen de verontreiniging in de hand
heeft gewerkt. Zeker niet alle geu
ren welke in de onmiddellijke nabij
heid of op groter afstand van Perais
worden bespeurd zijn te wijten aan
de raffinaderij. Als overigens de uit
stoot de grond bereikt, dan geschiedt
dit in zeer verdunde vorm. Van ge
vaar is dan geen sprake'.
luchtverontreiniging mot bevorderd
wordt, als bedrijven, bijvoorbeeld de
PZEM, zware olie afc» brandstof zal
gaan gebruiken, komt geen concreet
antwoord. ,I.n verband met deze
vraag' wordt wel opgemerkt, dat de
kerncentrale het grootste vermogen
bezit en dat daarvan veelal gebruik
zal worden gemaakt. De PZEM
zal volgens het college mede op grond
van economische motieven nog wel
zware olie gebruiken en men vindt:
.De mogelijkheid d:-..trtoe moet aan
wezig zijn, omdat de gasaanvoer e to
ri ngen kan ondervinden'.
Ten aamcien van een vraag naar de
lozing van het afgescheiden oliewa-
termengsel wordt gezegd, dat uit dit
mengsel in het algemeen de vluchti
ge delen door stomen worden ver
wijderd. waarna verbranding plaats
vindt. De zware oliecomponenten in
"net overblijvende water worden be
zonken en dat bezinksel wordt even
eens verbrand. Gs: .Het afvalwater
zal daarna in de Westerschelde wor
den geloosd. Hooguit bevat dit dan
nog geringe oliebestanddelen, waar
tegen echter geen bezwaren behoeven
te bestaan'.
Tenslotte kondigen gs naar aanlei
ding van een vraag in die richting
aan, dat zij in de werkgroep over
het Reimerswaalplan behalve de pro
vinciale besturen van Brabant en Zee
land en de gemeenten Reimerswaal
en Bergen op Zoom ook Tholen wil
len opnemen; zij zullen bevorderen,
dat een vertegenwoordiger van de
Thoolse gemeenten bij het overleg
wordt betrokken.
GEEN SMOG
Het college laat weten, dat op 150
nieter hoogte het niveau, waarop de
uitstoot nog naar beneden kan gaan,;
wordt overschreden. De vraag of
mist de uitstoot in de hogere lucht
lagen belemmert, wordt beantwoord
met de opmerking:
.Aangenomen moet worden, dat het
verschijnsel van smog-vorming zel
den of nooit In Zeeland zal optreden'.
Gs achten het onwaarschijnlijk, dat
een raffinaderij in Zeeland een heel
ander procédé dan het gebruikelijke
zal vormen en meent, dat variaties
op eigen merites moeten worden be
oordeeld. Op de concrete vraag of
Hartstichting wil
Walchers comité
voor collecte
MIDDELBURG Tijdens een bijeen
komst op dinsdag 24 maart in het ge
bouw van de stedelijke scholengemeen
schap aan de St-Pieterstraat te Middel-
burg, zal getracht worden te komen tot.
de oprichting van regionaal comité voor
Walcheren, dat zich zou moeten gaan
bezighouden niet de organisatie van de
collecte ten bate van de Nederlandse.
Hartstichting. Deze collecte wordt ge
houden in de week van 27 april tot 4
mei.
Het comité zou zich ook zo meende de
organiserende contactcommissie Neder
landse Hartstichting, zich ook de plaat
selijke voorlichting op het terrein van
hart- en vaatziekten tot taak kunnen
stellen. Over dit onderwerp van medi
sche zorg zal op deze avond ook een in
leiding worden gehouden door dr Roeg-
holt, internist te Middelburg.
CADZAND In het oecumenisch vor
mingscentrum .Hedenesse' te Cadzand
werd het afgelopen weekend een bijeen
komst gehouden voor leden van jonge
rengroepen die in hun eigen kerken jon-
gerendiensten opzetten en organiseren.
Het was het zesde weekend, twee per
jaar, dat in dit kader werd gehouden.
Er valt voor deze weekenden een
groeiende belangstelling te constateren.
Ditmaal waren 65 jongens en meisje*
uit heel Zeeland in .Hcdenesse' bijeen
gekomen.
De leiding van het weekend berustte
bij mejuffrouw M. Starmans, kapelaan
V. Schoenmakers uit Goes, kapelaan T.
Brooymans uit Vlissingen, wika D. E.
Hiensch, provinciaal jeugdwerkadviseur,
de heer J. Oosterveld. jeugdwerkadvi
seur in Zeeuwsch-Vlaanderen en wika
R. Wasterval. De groep, waarin zowel
hervormde, gereformeerde als katholieke
jongeren zaten, had ais thema het bij
belboek Jona Tn vijf subgroepen werd
dit thema zaterdagmiddag"en zaterdag
avond tot laat in de nacht uitgewerkt.
Het resultaat van deze arbeid kon men
zaterdagmorgen aanhoren en aanschou
wen in de gereformeerde kerk te Aar
denburg. Dit vond plaats in de normale
dienst van tien uur. Er was grote be
langstelling voor deze dienst, waarin on
der meer creatief spel en mime te zien
was, terwijl er voorts een eigen gedicht
werd voorgedragen. Zelfgemaakte colla
ges maakten ook onderdeel van de dienst
uit. De predikant van de gereformeerde
kerk te Aardenburg, ds M. A. Noorloos,
had de voorbereidingen voor deze dienst
meegemaakt, evenals de ouderling Haak
en Bram de Feijter. Na afloop van de
dienst werd er koffie gedronken, waar
bij de hele dienst nog eens gezamen
lijk werd doorgesproken, 's Middags
vond het slotgesprek plaats. Er werd
verzocht om in september net volgende
weekend te mogen houden. Men wii dan
een speciaal spel creëren dat in de
kerkdiensten opgevoerd kan worden. Als
thema heeft men op hel oog .Ontwikke
ling in de Delta', waarbij men dan hoofd
zakelijk aandacht wil schenken aan de
menselijke kant van deze zaak. De bin
nenkort verschijnende film over het
Deltagebied, gemaakt door leerlingen
van de filmacademie wil men ais uit
gangspunt nemen.
Officiële opening
Ambonees centrum
in Middelburg
MIDDELBURG Het nieuwe centrum
van de Ambonnezen op Walcheren (voor
vorming, sport, spel en studie) aan de
Koudekerkseweg in Middelburg, uniek
in ons land, wordt woensdag 8 april aan
staande officieel geopend.
Daarvoor komt dr G. Hendriks, direc
teur-generaal van de maatschappelijke
ontwikkeling bij het ministerie van cul
tuur, recreatie en maatschappelijk werk.
Terreinen
België
Ook de terreinbehoeften voor ha
venindustrie zijn onder de loep
genomen. Om ze nog even te re-
leveren:
- Het .groene boeltje' geeft voor
het gehele deltagebied tot 1990
een oppervlakte aan vam 13.000 ha.
- De commissie-Van Tilburg komt
voor het noordelijk deltagebied al
leen al tot 16.000 ha.
- Het Plan 2000-plus gaat (ken
nelijk) uit vam een additionele
terreinbehoefte van 19.000 ha.
De werkgroep-Verburg vindt de schat-
De werkgroep trekt ook Antwerpen,
Gent en Zeebrugge bij het complex.
Hierdoor ontstaan vele vestigingsal
ternatieven. Sommige bedrijven zeg
gen wel: ik werk niet met een be
paald bedrijf samen en dus is de
keuze in opkomende haven voor ter
klein. Maar het gaat niet aan, zegt
het rapport, dat de overheid daar
voor de hoge (sociale) kosten draagt
(bijvoorbeeld een zeer duur kanaal,
verzilting enz.), zonder deze te kun
nen afwentelen op de bedrijven. Bo
vendien zou dan om onaanvaardba
re bedmijfsredenen de ruimtelijke or-
De liavenplannen in het Westerscheldebekken:
1. Baalhoekkanaal tussen Antwerpen (linkeroever) en de Wester
schelde met een sluis bij Baallioek. Daarnaast de .mogelijkheid
0111 het Land van Saeftinge een industriële bestemming te geven.
2. Reimerswaalplan in de Oosterscheldo bij Bergen op Zoom.
Havengebied Ossenisse.
Terneuzen en zijn havens, met uitbreiding van D
schorren vóór de Braakman (De Mosselbank).
Tweede haveningang voor het Sloegebied bij Borssele.
Het huidige Sloegebied (Vlissingen-Oost)