.DOORLICHTING' VAN HAVENONTWIKKELING DE STUDIES IN DE DELTA y Gs: onderzoek naar cumulatie van de luchtvervuiling ,Plan 2000+ bestreden De Rotterdamse minderheidsnota De havens aan de Westerschelde 7 DE RAPPORTAGE VAR DE COMMISSIE-VERBURG Jeugd verzorgde kerkdienst in Aardenburg yrt){N$DAG 18 MAART 1970 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT MIDDELBURG Een gefundeerd oordeel over de planologische betekenis van het Rotterdamse ,Plan 2000' (verdere havenontwikkeling in de noordelijke delta) en van de Zeeuws /Brabantse plannen voor havenindustriebedrijvigheid is op dit moment nog niet te geven. De werkgroep- Verburg van het Overlegorgaan zeehavenont- wikkeling zuidwest-Nederland heeft zich er niet aan durven wagen, omdat ,voor het gehele del tagebied thans nog geen uitgewerkt samenhan gend ruimtelijk-ordeningsbeleid is vastgesteld'. De opdracht van het dagelijke bestuur heeft de Wanneer de werkgroep het ,Plnn 2000' wat meer in detail onder de loep neemt komt zij tot de volgende bevindingen: 1. Het plan geeft de indruk dat zo foed mogelijk is ontkomen aan e nadelen van een industrie-ag- flomeratie, onder meer door sprei- ing van de woongebieden na te streven. 2. Voor de ln het plan geprojecteer de Grevelingenstad (500.000 in woners) is op het eerste gezicht een goed woonklimaat gewaar borgd. De vraag rijst echter of een stad van dit formaat op Flak- kee en havenontwikkeling in de Hoeksche Waiard niet in strijd komen met de .tweede nota ruim telijke ordening van de regering', waar deze pleïit voor een open ruimte in het midden-deltagebied. 3. Het kanaal door de Hoeksche Waard is uit een oogpunt van verzilting ongewenst. 4. De Voornse duinen zullen als ge bied van natuurwetenschappelijke waarde verloren gaan. 5. Inklemming van woongebieden als Brielle, Spijkenisse-Hoogvliet en Oud-Beyeriond is te verwerpen 6. Een luchthaven in de Hoeksche Waard is op het eerste gezicht niet onlogisch. 7. Moeilijkheden en vragen rijzen w ais het gaat over de interne en externe verbindingen. Een beoordeling van de Zeeuws-Bra bantse plannen valt als volgt, uit: De huidige pfjannen hebben het be zwaar dat ze nog niet ais één sa menhangend geheel ontworpen zijn. Uitgegaan werd van de uitbouw van bestaande regionale centra. Planolo- rh kleeft hieraan het bezwaar dat beschikbare ruimte op verschil lende plaatsen tegelijk wordt bezet, waardoor de open ruimte wordt ver snipperd en de reservering voor toe komstige ontwikkelingen wordt ver kleind. Een nadeel van meerdere in dustriecomplexen in vergelijking met één complex van dezelfde totale om vang is dat in het eerste geval (de spreiding dus) de oppervlakte van de .bufferzones' van bijvoorbeeld 5 krn. rond de complexen aanmer kelijk groter is dan in het tweede geval de concentratie Voor de Zeeuwse-Brabantse industrie gebieden is volgens de meerderheid van de werkgroep Verburg dan ook noodzakelijk en urgent een opei'ati- oneel plan. dat gericht is op een eigen industrieel agglomeratie-effect en een hoogwaardig woonklimaat met de daarbij passende sociale en cultu rele voorzieningen. Uitgangspunten Zoals gezegd: de werkgroep-Verburg geeft aeze beoordelingen van de- plan nen tegen de achtergrond vam enkele hoofduitgangspunten voor een sa menhangend beleid in liet belang van het gehele deltagebied. Die uitgangs punten worden nog even gememo reerd: een zodanige inrichting van het gebied, die leidt tot kwalitatief zeer goede woon- en recreatiege bieden is een voorwaarde voor de beoogde economische ontwikke ling; de benodigde arbeidskrach ten zullen steeds hogere eisen stel len ten aanzien van een aantrek kelijk woonmilieu; een concentratie van stedelijke ontwikkelingen in hot Rijnmond gebied en het Westerscheldebek- ken (inclusief West-Brabant); in het Rijnmondgebied dreigt een te lioge concentratie van woon- en werkgebieden; in het Scheldebek- ken zal juist naar meer concen tratie moeten worden gestreefd: spreiding van stuwende ontwik kelingen: het openhouden van de midden delta; agglomeraties. werkgroep wat dit betreft slechts gedeeltelijk' kunnen honoreren. Het is gebleven bij een door lichting van de plannen tegen de achtergrond van enkele hoofduitgangspunten. Onder dit voorzichtige voorbehoud heeft de meerderheid van de werkgroep-Verburg in haar rapport dat Rotterdamse ,Plan 2000' bestreden. De onderzoekers vonden het te groot wat de om vang betreft en ze doelen daarbij op de cijfers die worden genoemd voor oppervlakten toekom stige industrieterrein en voor werkgelegenheid. ting van de commissie-Van Tilburg zeer hoog en wijst erop dat die in het Plan 2000-plus daarmee niet in DRS M. C. VERBURG de nationale economie te kwantifi ceren. De Overheid mag zich niet uitsluitend richten op de besluiten die in de privaat-economische sfeer worden genomen. In eerste aanleg moe.t de nationale afweging van be langen doorslaggevend zijn, maar op frond van regionale belangen mogen ierop correcties worden aange bracht. Het Centraal Planbureau probeert op het ogenblik een methode te ont wikkelen om de nationaal-economï- sehe betekenis van de industriële zee- liavenentwikkcling aan te geven. Men gaat verder de resultaten na van de nu toegepaste methode: méér investeren in liet zogenaamde ,zee- havenbeen' van de nationale econo mie en minder in het .Iandbeen'. Deze benadering moet worden aan gevuld door regionaal onderzoek met betrekking tot arbeidsmarkt, kosten verschillen, woonmilieu en dergelijke. leven als uitgangspunt zijn genomen. Arbeidskrachten Volledige werkgelegenheid is één van de doelstellingen van het economisch beleid. Een te groot aanbod van ar beidskrachten leidt tot werkloosheid, eente grote vraag tot spanningen op de arbeidsmarkt. Beide moeten worden vermeden. De werkgroep aanvaardt de ramin gen van de vraag naar arbeidskrach ten, zoals die in het .groene hoek je' zijn aangegeven. Eri daarbij zal vooral in Zeeland de toename van hel aantal arbeidsplaatsen naar ver houding groot zijn: van 100.000 in 1067 lot 160.000 in 1000 (Rijnmond van 440.000 in 1967 tot 600.000 in 1090). De commissie-van Til burg cs heeft twee ramingen gemaakt voor het aantal arbeidsplaatsen in het Rijn mondgebied en omgeving: liet conso- lidatie-altematief (528.000 in 1990) en het expansie-alternatief (670.000 in 1990). De werkgroep vindt de laatste raming te hoog. onder ande re omdat de toegepaste prognose methode niet meer betekent; dan het doortrekken van bestaande groeiten- densen. Er is geen reden waarom een beleidsalternatief tussen de con solidatie- en expansieramingen niet denkbaar zou zijn. In tegenstelling tot wat de commissie-van Tilburg zelf zegt acht de werkgroep-Ver burg het consolidatie-alternatief niet verwerpelijk. Ramingen Aanbod De .doorlichting' van de tot nu toe verschenen plannen en rapporten over havenontwikkelingen in het deltage bied, waaraan de werkgroep-Verburg zich heeft gezet, begint met een sa menvatting van de raming RAMINGEN De .doorlichting' van de tot nu toe verschenen planenn en rapporten over havenontwikkelingen in 'het deltage bied, waaraan de werkgroep-Verburg zich heeft gezet, begint met een sa menvatting" van de ramingen voor terreinhehoeflen voor industrievesti ging en -uitbreiding. Daarbij wordt vastgesteld, dat van zeer verschillen de prognoses is uitgegaan. Zo is bij voorbeeld de additionele behoefte in Rotterdam en omgeving volgens liet .groene boekje' (het eerste rapport van het Overlegorgaan) geraamd op 6.000 ha en volgens hot Rotterdamse .Plan 2000 op 21.000 ha. Ook qua uitgangspunten en methodiek wijken de verschillende visies sterk van el kaar af- De werkgroep heeft het rapport van het Amerikaanse bureau Harris, in opdracht van Rotterdam aan het werk gezet om de mogelijkheden in .The greater delta region' te bezien, zoveel mogelijk buiten beschouwing gelaten, omdat het een groot aantal onduidelijkheden bevat en omdat toe passing van deze Amerikaanse visie in de Nederlandse verhoudingen on mogelijk wordt geacht. Over de ra mingen van de Rotterdamse rappor ten (van Tilburg en Plan 2000+) wordt gezegd, dat daarin rekening wordt gehouden mat een sterke ha ven- en industrieontwikkeling van het deltagebied. Rentabiliteit In geen van de rapporten zijn de plannen getoetst op nun sociaal-eeo- noniisch rendement, zo wordt vast gesteld, Kosten- en batenanalyses zijn nodig om zo goed mogelijk alle gunstige en ongunstige gevolgen voor Kosten en baten Het lag in de bedoeling van de werk groep-Verburg de (investerings) kos ten van het Plan 2000-plus te bere kenen en deze te vergelijken niet <le kosten van datzelfde plan zonder het onderdeel .Hoeksche Waard', maar niet projecten in de Schelde- bekkens (deze laatste even groot ge nomen als het project in de Hoek sche Waard). Het ging in beide ge vallen globaal om een areaal van 10.000 ha. Het is niet mogelijk gebleken binnen de gestelde termijn dit voornemen geheel te realiseren. Wel zijn de kosten berekend van het Plan 2000- plus en van projecten in het Schel- debekken. Bij het vergelijken van de kosten moet er dan ook rekening mee worden gehouden dat de plannen van verschillende omvang en aard zijn. Ook zijn verschillende soorten kosten van het Plan 2000-plus niet op dezelfde wijze berekend als soort gelijke projecten in de zuidelijke aelta. Een kostenanalyse is intus sen niet alleen van belang voor de keuze van de nieuwe havengebieden. Zij geeft tevens een aanwijzing van de aanspraak, die de verschillende projecten op de nationale economi sche inspanningen doen. MIDDELBURG Vrijdag behandelen de staten van Zeeland nog in oude samenstelling de rapporten van de werkgroepsynthese zeehaven- ontwikkeling, die het Overlegorgaan zeehavenontwikkeling Zuidwest-Ne derland heeft ingesteld nu precies een jaar geleden. Het dagelijks bestuur van het Overlegorgaan heeft begin dit jaar beleidsadvies aan de part ners (Rotterdam, Zeeland, Noord-Brabant, Zuid-Holland en Rijnmond) toegezonden over deze rapporten. Het is de bedoeling dat deze parners de resultalen van liet onderzoek en het advies van het dagelijks bestuur eerst in eigen kring bespreken, voordat het algemeen bestuur van het Overlegorgaan de zaak op 6 april in de (eerste) openbare vergadering on der de loep neemt. De staten van Noord-Brabant hebben het vorige week al gedaan. De werkgroepsynthese (ook wel de .commissie-Verburg' genoemd) had tot opdracht klaarheid te brengen in de uiteenlopende ramingen van de rapporten, studies en plannen, die de laatste jaren vooral van Rotter damse zijde zijn uitgebracht over de havenontwikkeling in het delta gebied. Verder werden enkele indicaties gevraagd ten aanzien van de so ciaal-economische kosten en baten van de plannen en studies. Tenslotte zou de werkgroep zich moeten uitspreken over de planologische merites van een en ander. Zitting in de werkgroep hadden: drs M. C. Verburg, directeur van het ETI voor Zeeland (voorzitter), drs Chr. Fransen, hoofd van het gemeentelijk bureau voor de statistiek te Rotterdam, prof. ir J. L. Klein, hoofddirecteur van de provinciale waterstaat en provincia le planologische dienst in Zuid-Holland: drs E. D. J. Kruijtbosch, staf functionaris van Rijnmond: ir J. P. J. Margry, directeur van de provin ciale planologische dienst in Noord-Brabant. Toegevoegd als secretaris- rapporteur was drs S. P. van der Zee, medewerker van het ETI voor Zee land. Zoals bekend kon de commissie-Verburg niet tot een eensluidend stand punt komen. Er kwam een meerderheidsrapport op tafel en een minder- heidsnota van de Rotterdamse afgevaardigde. Het dagelijks bestuur heeft daarop een beleidsadvies opgesteld, waarin het vooral afstand nam van de lange-termijn-planning in de rapporten. Het beleidsadvies hebben wij destijds uitvoerig gepubliceerd. Vandaag in het kort de inhoud van de beide rapporten van de .werkgroepsynthese zeehavenontwikkeling'. de noodzakelijke belast gebied. Ramingen va voorzieningen: 1Haven- en industrie terreinen 3.350 milj. 2. Woongebieden 21.500 milj. 3. Land-, water- en luchtwegen 14.000 milj. 4. Groen- en watervoor zieningen 1.750 milj. 5. Openbare diensten 3.800 milj. 6. Afvalverwerking 700 milj. dening de mist ingaan. Het is on redelijk een bedrijf aan de Wester schelde bijvoorbeeld zijn eigen lei ding te laten betalen en die hoge sociale kosten in Rotterdam cadeau te geven. Dit betekent zonder meer een subsidie voor een toch al over- Relaties Een schema geeft de mogelijke be- drijfsrelaties weer. Hieruit blijkt dat nieuwe agglomeraties kunnen wor den opgebouwd. In de tekst worden hiervan voorbeelden gegeven, onder andere gebaseerd op de nafta-kra- ker van DOW. Als vestigingsmoge- li jkheid worden onder meer aangege ven de produktie van polyethyleen, perspex, nylon, terry leen, carbon- black, methanol, azijnzuur, ureum- lijmen etc. Ook het aardgas geeft mogelijkheden van spreiding, die met name worden genoemd. Wat de dienstverlenende bedrijven betreft noemt het rapport De Schelde in Vlissingen, AKF, Goes; Croo, Mid delburg (regelapparatuur) en de me taalindustrie in Bergen op Zoom. De transportfunctie moet evenwel worden verstrekt, waartegenover ech ter weer de hoge sociale kosten in Rijnmond staan. Tenslotte is er het stadseflect, waar nog manco's optreden, die echter te verhelpen zijn. Hier bevinden wij ons tevens ophet terrein van het centrale probleem: doel van het ha- venbeleid is een betere leefbaarheid. ƒ45.100 milj. Deze kosten mogen overigens slechts onder voorbehoud met de kosten van de projecten in de Scheldebekkens worden vergeleken, als gevolg van verschillen in de berekeningswijze. De kosten van liet Plan 2000-plus zijn onderschat ten opzichte van de kosten van de projecten in de Schel debekkens. KOSTEN PROJECTEN SCHELDE: 1. Haven- en industrie terreinen 2.050 milj. 2. Woongebieden 15.800 milj. 3. Land-, water en luchtwegen 4.700 milj. 4. Groen- en recreatie voorzieningen 200 milj. 5. Openbare diensten 4.950 milj. 6. Afvalverwerking 450 milj. De kwantiteit en de kwaliteit van het arbeidsaanbod kunnen knelpun ten zijn. Geen van de rapporten heeft hieraan aandacht geschonken. Rijnmond heeft de laatste tien jaar voortdurend te kampen met grote arbeidstekorten. Wat de natuurlijke aanwas betreft heeft men zich in het Plan 2000-plus onvoldoende ge realiseerd dat er sprake is van een afnemende stijging van dc beroeps bevolking. Over de mogelijkheden van binnenlandse immigratie naar het noordelijk deltagebied wordt ge zegd dat sinds 1959 sprake is van een vertrekoverschot. dat de laatste jaren ruim 2000 personen per jaar groot is. Verder is de pendel in het begin van de jaren zestig tot stil stand gekomen. Op dit ogenblik al werken in Rijn mond 8000 buitenlandse arbeids krachten. De werkgroep vinclt dat immigratie van buitenlandse arbeids krachten van grote omvang in een toch al dichtbevolkt gebied onge wenst is. In het algemeen is de werkgroep- Verburg niet overtuigd van de nood zaak, een werkgelegenheidstoename te creëren, zoals de commissie-Van Tilburg on de opstellers van het Plan 2000-plus dat willen; ook niet van de mogelijkheid deze arbeids plaatsen door buitenlandse werkne mers te laten bezetten. ƒ28.150 milj. De ramingen hebben betrekking op projecten in het Sloegebied. de ka- naaJzone-Ossemsse en het Reimers waalplan, samen omvattend 10.000 ha aan diep vaarwater gelegen haven en industrieterreinen (dezelfde om vang dus als de Hoeksche Waard in het Plan 2000-plus): 3.600 ha ka- naalzone-Ossenisse, 2.900 ha Sloege bied, 4.300 ha Reimierswaal. Met inbegrip van de beroepsbevol king in ae verzorgende sec-tor be horen hierbij 234.000 arbeidsplaat sen, een bevolking van 645.000 in woners en woongebieden niet een oppervlakte van 10.600 ha. De in woners zijn als volgt verdeeld: Oost Zeeuwsch-Vlaanderen 215.000, Mid den-Zeeland - Tholen 260.000 en Wes telijk Noord-Brabant 170.000. Agglomeratie Grote aandacht is ook besleeds aan de agglomeratievorming. Het gaat hier om twee zaken. In de eerste plaats om de economdsch-technolo- gische bedrijfsrelaties in een bepaald gebied. Daardoor ontstaan onderlin ge leveringen, reparatie- en trans- j porbmogelijkheden enz. Deze leiden Lot besparingen in de productie. Voorts zijn er de diensten van de grote stad in vele opzichten: ar beidsmarkt, sport, cultuur, enz. Dit 2 trekt mensen aan en is een gunsti ge kostenfactor voor de bedrijven. De werkgroep-Verburg wijst er op dat de bedrijfsrelaties worden over dreven. Ook in de noordelijke Delta is er sprake van grote afstanden. Voorts wordt aan de Westerschelde naarstig aan zulk een complex ge bouwd. Verder is er de kernenergie centrale en zijn er de bestaande (Temeuzen, DOW) en komende pijp leidingen. DOW staat in verbinding met Pernis, Moerdijk en Antwerpen. Het netwerk, bijvoorbeeld voor elyleen wordt uitgebouwd via bij voorbeeld Tessenderloo (Albertka- naal) naar de Ruhr en onder ande re Mannheim. Ook Fé-luy (kanaa.l Brussel - Charleroi) krijgt een raf finaderij. Men dient dus zelfs een groter ge bied dan de delta te zien als een agglomeratie. Deze spreiding is voor ile leefbaarheid zelfs gunstig. Moet nien dus om redenen van behoefte aan areaal en werkgelegenheid, van kosten cn van planologie kiezen dan kunnen Westerschelde en Rcimcrs- waal alle functies van Rotterdam overnemen, behalve dan het diepste kende schip. ROTTERDAM In zijn aparte no titie bij het rapport van de werk groep synthese ontwikkelingsmoge lijkheden voor zeehavens in het del- tagebied' distantieert de Rotterdam se vertegenwoordiger, drs Chr. Fran sen, zich op verschillende punten van «1e inzichten van de meerderheid in het gezelschap. Zijn belangrijkste grief is, dat de rapporteurs de ont wikkeling langs het Westerschelde- hekken in de plaats stellen van die in de Hoeksche Waard (Plan 2000+) ,Het is niet een kwestie van tegen stellingen, van óf het een of het an der, maar van en het een en het an der. De alternatiefgedachte is vol strekt onaanvaardbaar'. Volgens drs Fransen loopt de con- currentiegedachte als een rode draad door het gehele rapport van de meer derheid uit de werkgroep. Ook de kostenvergelijkingen weerspiegelen volgens de Rotterdamse opponent deze gedachte. .Kennelijk heeft men uit het oog verloren dat in het .groe ne boekje' van het overlegorgaan is vermeld dat de .aantrekkingskracht van de agglomeratie van Rotterdam sterk zal blijven*. De door het invoeren van de concur- rentiegedachte gegroeide menings verschillen op ambtelijk niveau bin nen het Overlegorgaan hebben er volgens de opponent blijkens wat in het rapport staat toe bijgedragen .dat men de ware bedoeling van de Rotterdamse rapporten niet heeft be grepen of niet wilde begrijpen'. Rot terdam heeft met deze rapporten niet anders willen doen dan, - en de heer Fransen zet het nog eens uiteen: de aandacht vestigen op het be staan van het grote probleem van de zeehaven-industriële ont wikkeling in het kader van de na tionale economische groei: de orde van grootte kwantifice ren van de verschillende, onder ling samenhangende aspecten voor Rotterdam, de delta en Ne derland; de gevolgen van deze beide aspec ten voor zover deze het noorde lijk deel van de delta betreffen in een zo goed mogelijk ruimtelijk kader ,op te vangen'. Hard stelt de Rotterdamse afgevaar digde vast, dat het rapport van de meerderheid van de werkgroep iede re visie mist. ,Men gaat zich te bui ten aan becijferingen alsof men met uitermate exacte grootheden te ma ken zou hebben, althans voor zover men overschattingen meent te be speuren. terwijl men aan mogelijke onderschattingen nauwelijks aan dacht besteedt. De dwaling gaat zelfs zover dat men in het rapport de gegevens uit het .groene boekje als exact overneemt. De heer Fransen had liever gezien dat men een meer .veilige' aanpak had aanbevolen. .Veilig' in die zin, dat men ook op de lange duur plano logisch niet in de klem zou komen en wat de uitvoering van de indivi duele liavenplannen betreft vooral benadrukken dat zulke plannen met een aanzet dienen te beginnen en pas na gebleken behoefte en slechts over eenkomstig deze behoefte mogen worden uitgebreid. ,Bij een dergelijke benadering zou men met beide benen op de grond zijn blijven staan. Het is evenwel dui delijk, dat een dergelijke aanpak al leen kan worden venvacht van hen, die werkelijk een open oog hebben voor de complementaire rol, die ieder van de bestaande en potentiële ha vengebieden moet spelen in het ka der van de nationale economische groei en die tevens in staat zijn in ditzelfde kader na te gaan welke eisen dit stelt op het gebied van de ruimtelijke ordening, speciaal met betrekking tot recreatie, wonen en infrastructuur. De heer Fransen gaat verder ln zijn notitie nog in op enkele spe cifieke onderwerpen en zet daar bij zijn bezwaren uiteen. ANTWOORDEN OP VRAGEN UIT STATENCOMMISSIE OOK DOOR NIEUWE WET MOGELIJKHEDEN OM IN TE GRIJPEN MIDDELBURG Een groep van deskundigen is op verzoek van het provinciaal bestuur van Zeeland een onderzoek begon nen naar de problematiek van de culminatie van luchtveront reiniging. Gedeputeerde staten delen dit mee in antwoord op vragen uit de statencommissie voor sociale zaken naar de maatregelen om ernstige gevol gen van een dergelijke culmina tie te voorkomen. Gs laten daarbij weten dat de komen de wet on de luchtverontreiniging de mogelijkheid geeft in te grijpen In dien bijvoorbeeld door culminerende effecten een onaanvaardbare toestand ten aanzien van de luchtverontreini ging ontstaat. Een vraag naar de consequenties op dit terrein van de vestiging van petrochemische neven- bedrijven krijgt tot antwoord, dat er inet een olieraffinaderij een grote re kans is op nevenbedrijven, die een vergunning behoeven, waaraan even eens stringente voorwaarden zullen worden verbonden. Naar de mening van gs zullen de convenant-partners (waarborg van rijk, provincie en ge meente ten aanzien van de voor waarden) eerder verzwarende dan lichtere voorwaarden stellen dan de gemeente van vestiging alleen zou Er werd uit de statencommissie ge vraagd of het wel juist is. dat door de afvoer van verbrandingsgassen via hoge schoorstenen op de grond geen verontreiniging meer plaatsvindt. Men wijst erop, dat de uit Pernis afkomstige zwavelgeur soms op 30 kilometer afstand te ruiken is. Gs: .Opgemerkt moge worden, dat in Per nis gedurende een lange periode is gewerkt met lage schoorstenen het geen de verontreiniging in de hand heeft gewerkt. Zeker niet alle geu ren welke in de onmiddellijke nabij heid of op groter afstand van Perais worden bespeurd zijn te wijten aan de raffinaderij. Als overigens de uit stoot de grond bereikt, dan geschiedt dit in zeer verdunde vorm. Van ge vaar is dan geen sprake'. luchtverontreiniging mot bevorderd wordt, als bedrijven, bijvoorbeeld de PZEM, zware olie afc» brandstof zal gaan gebruiken, komt geen concreet antwoord. ,I.n verband met deze vraag' wordt wel opgemerkt, dat de kerncentrale het grootste vermogen bezit en dat daarvan veelal gebruik zal worden gemaakt. De PZEM zal volgens het college mede op grond van economische motieven nog wel zware olie gebruiken en men vindt: .De mogelijkheid d:-..trtoe moet aan wezig zijn, omdat de gasaanvoer e to ri ngen kan ondervinden'. Ten aamcien van een vraag naar de lozing van het afgescheiden oliewa- termengsel wordt gezegd, dat uit dit mengsel in het algemeen de vluchti ge delen door stomen worden ver wijderd. waarna verbranding plaats vindt. De zware oliecomponenten in "net overblijvende water worden be zonken en dat bezinksel wordt even eens verbrand. Gs: .Het afvalwater zal daarna in de Westerschelde wor den geloosd. Hooguit bevat dit dan nog geringe oliebestanddelen, waar tegen echter geen bezwaren behoeven te bestaan'. Tenslotte kondigen gs naar aanlei ding van een vraag in die richting aan, dat zij in de werkgroep over het Reimerswaalplan behalve de pro vinciale besturen van Brabant en Zee land en de gemeenten Reimerswaal en Bergen op Zoom ook Tholen wil len opnemen; zij zullen bevorderen, dat een vertegenwoordiger van de Thoolse gemeenten bij het overleg wordt betrokken. GEEN SMOG Het college laat weten, dat op 150 nieter hoogte het niveau, waarop de uitstoot nog naar beneden kan gaan,; wordt overschreden. De vraag of mist de uitstoot in de hogere lucht lagen belemmert, wordt beantwoord met de opmerking: .Aangenomen moet worden, dat het verschijnsel van smog-vorming zel den of nooit In Zeeland zal optreden'. Gs achten het onwaarschijnlijk, dat een raffinaderij in Zeeland een heel ander procédé dan het gebruikelijke zal vormen en meent, dat variaties op eigen merites moeten worden be oordeeld. Op de concrete vraag of Hartstichting wil Walchers comité voor collecte MIDDELBURG Tijdens een bijeen komst op dinsdag 24 maart in het ge bouw van de stedelijke scholengemeen schap aan de St-Pieterstraat te Middel- burg, zal getracht worden te komen tot. de oprichting van regionaal comité voor Walcheren, dat zich zou moeten gaan bezighouden niet de organisatie van de collecte ten bate van de Nederlandse. Hartstichting. Deze collecte wordt ge houden in de week van 27 april tot 4 mei. Het comité zou zich ook zo meende de organiserende contactcommissie Neder landse Hartstichting, zich ook de plaat selijke voorlichting op het terrein van hart- en vaatziekten tot taak kunnen stellen. Over dit onderwerp van medi sche zorg zal op deze avond ook een in leiding worden gehouden door dr Roeg- holt, internist te Middelburg. CADZAND In het oecumenisch vor mingscentrum .Hedenesse' te Cadzand werd het afgelopen weekend een bijeen komst gehouden voor leden van jonge rengroepen die in hun eigen kerken jon- gerendiensten opzetten en organiseren. Het was het zesde weekend, twee per jaar, dat in dit kader werd gehouden. Er valt voor deze weekenden een groeiende belangstelling te constateren. Ditmaal waren 65 jongens en meisje* uit heel Zeeland in .Hcdenesse' bijeen gekomen. De leiding van het weekend berustte bij mejuffrouw M. Starmans, kapelaan V. Schoenmakers uit Goes, kapelaan T. Brooymans uit Vlissingen, wika D. E. Hiensch, provinciaal jeugdwerkadviseur, de heer J. Oosterveld. jeugdwerkadvi seur in Zeeuwsch-Vlaanderen en wika R. Wasterval. De groep, waarin zowel hervormde, gereformeerde als katholieke jongeren zaten, had ais thema het bij belboek Jona Tn vijf subgroepen werd dit thema zaterdagmiddag"en zaterdag avond tot laat in de nacht uitgewerkt. Het resultaat van deze arbeid kon men zaterdagmorgen aanhoren en aanschou wen in de gereformeerde kerk te Aar denburg. Dit vond plaats in de normale dienst van tien uur. Er was grote be langstelling voor deze dienst, waarin on der meer creatief spel en mime te zien was, terwijl er voorts een eigen gedicht werd voorgedragen. Zelfgemaakte colla ges maakten ook onderdeel van de dienst uit. De predikant van de gereformeerde kerk te Aardenburg, ds M. A. Noorloos, had de voorbereidingen voor deze dienst meegemaakt, evenals de ouderling Haak en Bram de Feijter. Na afloop van de dienst werd er koffie gedronken, waar bij de hele dienst nog eens gezamen lijk werd doorgesproken, 's Middags vond het slotgesprek plaats. Er werd verzocht om in september net volgende weekend te mogen houden. Men wii dan een speciaal spel creëren dat in de kerkdiensten opgevoerd kan worden. Als thema heeft men op hel oog .Ontwikke ling in de Delta', waarbij men dan hoofd zakelijk aandacht wil schenken aan de menselijke kant van deze zaak. De bin nenkort verschijnende film over het Deltagebied, gemaakt door leerlingen van de filmacademie wil men ais uit gangspunt nemen. Officiële opening Ambonees centrum in Middelburg MIDDELBURG Het nieuwe centrum van de Ambonnezen op Walcheren (voor vorming, sport, spel en studie) aan de Koudekerkseweg in Middelburg, uniek in ons land, wordt woensdag 8 april aan staande officieel geopend. Daarvoor komt dr G. Hendriks, direc teur-generaal van de maatschappelijke ontwikkeling bij het ministerie van cul tuur, recreatie en maatschappelijk werk. Terreinen België Ook de terreinbehoeften voor ha venindustrie zijn onder de loep genomen. Om ze nog even te re- leveren: - Het .groene boeltje' geeft voor het gehele deltagebied tot 1990 een oppervlakte aan vam 13.000 ha. - De commissie-Van Tilburg komt voor het noordelijk deltagebied al leen al tot 16.000 ha. - Het Plan 2000-plus gaat (ken nelijk) uit vam een additionele terreinbehoefte van 19.000 ha. De werkgroep-Verburg vindt de schat- De werkgroep trekt ook Antwerpen, Gent en Zeebrugge bij het complex. Hierdoor ontstaan vele vestigingsal ternatieven. Sommige bedrijven zeg gen wel: ik werk niet met een be paald bedrijf samen en dus is de keuze in opkomende haven voor ter klein. Maar het gaat niet aan, zegt het rapport, dat de overheid daar voor de hoge (sociale) kosten draagt (bijvoorbeeld een zeer duur kanaal, verzilting enz.), zonder deze te kun nen afwentelen op de bedrijven. Bo vendien zou dan om onaanvaardba re bedmijfsredenen de ruimtelijke or- De liavenplannen in het Westerscheldebekken: 1. Baalhoekkanaal tussen Antwerpen (linkeroever) en de Wester schelde met een sluis bij Baallioek. Daarnaast de .mogelijkheid 0111 het Land van Saeftinge een industriële bestemming te geven. 2. Reimerswaalplan in de Oosterscheldo bij Bergen op Zoom. Havengebied Ossenisse. Terneuzen en zijn havens, met uitbreiding van D schorren vóór de Braakman (De Mosselbank). Tweede haveningang voor het Sloegebied bij Borssele. Het huidige Sloegebied (Vlissingen-Oost)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 7