BRITSE COMMANDANT IN
VLISSINGEN ROEMT MOED EN
INZICHT VAN VERZETSLEIDERS
g)
Hoechst
bouwt verder
in Sloe
NACHTELIJKE MASSALE EVACUATIE
DE ZESDAAGSE STRIJD OM DE SCHELDEMOND (III)
Zat«r3ag 18 oktober 1969
W. POPPE
Het verslag van de Vlissingse verzetsbeweging ligt in het ge
meentearchief. Het Is een met de liand geschreven verslag, ge
maakt door de heer W. Poppe op verzoek van wijlen bnrgëmees-
ter Van Woelderen. Ook in dit verslag staan waardevolle gege
vens over het ontstaan van het verzet. Maar in het kader van de
ze artikelenserie moeten we ons weer beperken tot enkele hoofd
punten uit de zesdaagse strijd. De evacuatie van de oude stad
wordt erin beschreven, die dank zij de enige telefoonlijn die nog
intact was, met de door de commando's bezette, brouwerij' kon
worden geregeld na een telefoongesprek tussen de heer Poppe en
de als gids van de commando's in de .brouwerij' aanwezige poli-
tie-inspccteur Nahuis. Melding wordt gemaakt van de activitei
ten van dokter H. J. Jens, chirurg, die zoveel gewonden beeft ver
zorgd. Er wordt nog eens precies verteld, hoe van Poppe's officiële
knokploeg mede als gevolg van slechte verbindingen en evacuatie
slechts twaalf man van de oorspronkelijke achtenveertig aan de
strijd konden deelnemen. Deze groep, in tweeën gesplitst, heeft
de commando's hand- en spandiensten verricht, laatste verzets-
resten opgeruimd, de waarnemend havencommandant van Vlis-
singen, met strategisch belangrijke papieren op zak gevangen ge
nomen en uitgeleverd, enz.
Vraagt men de heer Poppe nu naar zijn belevenissen in die tijd,
dan is het eerste wat hij zich herinnert de verschrikkelijke her
rie van het bombardement en de stof- en rookwolken, die in de
stad hingen. Deze wolken maakten het de verzetsmensen ener
zijds gemakkelijk zich vrijwel onzichtbaar door de linie» te bewe
gen en Duitsers vanuit hinderlagen te bestoken, anderzijds waren
zij natuurlijk ook een voordeel voor de vijand. De bewapening
van de OD in Vlissïngen was grotendeels de Duitsers ontstolen.
Zo heeft de heer Poppe in samenwerking met de agent van poli
tie Van Holst 120 handgranaten van de Duitsers ontvreemd.
Ook bij het lezen van dit verslag, dat nimmer werd gepubliceerd,
rijst de vraag, waarom nu na 25 jaar nog steeds zo weinig bekend
is over het Zeeuwse verzet. De heer Poppe kan het antwoord ge
ven. ,Wij hadden lang voor de bevrijding, toen wij eens bij elkaar
waren (onder anderen ds De Kluis van Serooskerke, ir J. D. Dorst
en de heer A. De Roo uit Goes) en er al beloften werden gegeven
van hoge onderscheidingen, elkaar beloofd, dat we ons op het ver
zetswerk niet zouden voorstaan.'
Maar ook de heer Poppe is nu van mening, dat de tijd voor pu-
blikatïe van het verzetswerk nu wel is aangebroken, te meer waar
bij officiële herdenkingen en bij officiële ontvangsten steeds min
der aandacht aan het verzet en het verzetswerk wordt besteed.
Zo zouden veel vroegere verzetsstrijders, die altijd in de. schaduw
zijn gebleven, bijzonder graag nog eens in contact komen met de
troepen, die Vlissingen bevrijdden.
waren groepjes verkenners al ten noorden van deze
versterking doorgedrongen, maar hun positie, zo
schrijft de gevechtscommandant, was twijfelachtig.
EVACUATIE
Walcheren had op die eerste november ne
gentienhonderd vier en veertig nog een vrij
sterke bezetting, die vooral was geconcen
treerd aan de kust. Generaal Hakewell Smith
noemt in zijn actierapport, dat in totaal 3370
Duitsers krijgsgevangen werden gemaakt,
terwijl er 350 sneuvelden. Kleine groepjes
hadden nog kans gezien naar Noord-Beve
land te ontvluchten, waar zij later door de
Canadezen gevangen werden genomen. Men
mag de sterkte van de Duitse eenheden op
Walcheren destijds dan ook wel op 4000 man
schatten, behorend tot de 64ste en 70ste di
visie.
Over zee kon deze groep niet meer weg en op
de tweede november was ook de weg naar
Zuid-Beveland door de Canadezen afgesne
den. De grote vraag was dan ook, of deze
.verloren' eenheden nog heftige tegenstand
zouden bieden als de werkelijke operatie
.Walcheren' zou beginnen.
Een feit Is dat het geallieerde hoofdkwartier niet veel
risico voor het mislukken van de landingsoperaties
heeft walen nemen. Uit het rapport van de heer
M'eursinge Reijnders blijkt, dat de landing bij Vlis
singen werd ingeleid door een artillenebombarde-
ment, waaraan niet minder dan 300 stukken geschut
deelnamen, deels opgesteld in Zeeuwsch-Vlaanderen,
deels op eenheden van de Royal Navy. Het zwaarste
kaliiber geschut, had de .Warspite', een slagkruiser,
die granaten van een ton afvuurde. Vlissingen, West-
kapelle en Domburg, waar de Duitsers batterijen
kustafweergeschut hadden opgesteld, kregen de volle
laag. Niet minder dan 30.000 granaten werden die
eerste dag afgevuurd.
In Vlissingen was dan ook na de bevrijding nog maar
één huis onbeschadigd. En toen was het overbevolkte
Middelburg aan de beurt, dat vanaf 2 november vrij
wel voortdurend is beschoten. Meer dan 18.000 zoge
naamde .shells' werden op de stad afgevuurd, ten
einde generaal Daser en zijn manschappen voortdu
rend te demoraliseren.
Meermalen werd toen door de zender in het belas
tinggebouw bij de geallieerden aangedrongen op con
sideratie met de overvolle stad, maar de bombarde
menten zijn doorgegaan tot de middag van de zesde
november. Want er was ook voor de geallieerden wel
het een en ander gebeurd, dat het voor hen noodza-
kefiijk maakte alle verzet van de Duitsers te breken
vóór zij naar Middelburg zouden doorstoten. Zij had
den met name bij Westkapelle vrij zware verliezen
geleden-
Voor het verslag van de militaire operatie kunnen
we misschien Weer het beste gebruik niaken van de
militaire actieverslagen van de geallieerden.
Voor de landing bij Vlissingen had men behalve over
de 155ste infanteriebrigade de beschikking over het
vierde korps commandotroepen, waaraan de Neder
landse groep van het tiende intergeallieerde comman
dokorps was toegevoegd. Het eerste doel was-de Oos-
ter Dokhaven (Uncle Beach), waar de commando's
na een inleidende artilleriebeschieting vanuit Bres-
kens vrij vlot aan land kwamen. Het was nog nacht.
De Duitsers waren verrast, dat de geal/iieerden dit
deel van het strand hadden uitgekozen,-omdat het zo
smal was, dat er maar nauwelijks twee landingsbo-
ten naast elkaar konden embarkeren.
De verkenners van de commandogroepen traden zo
snel op, dat het handjevol verdedigers ter plaatse al
was ontwapend voor er een schot was gelost. Om
lien over half zeven die morgen van de eerste novem
ber kon de commandant van de gelande eenheden me
dedelen, dat het eerste doel was bereikt. Eén groep
heeft toen op advies van de Vlissingse politie-inspec-
teur Nahuis, die Daar Breskens was gegaan om de
geallieerden als gids te kunnen dienen, zich afge
scheiden om Bexhill te bezetten, wat vrij spoedig ge-
lukte.De Duitsers begonnen zodra het licht werd met
tegenstand te bieden. Maar toen waren de posities
van de gelande eenheden ai aardig geconsolideerd en
was er ook al zwaarder materiaal aan land gebracht.
Duitse sluipschutters begonnen het de commando's
moeilijk te maken en nu werden ook mortieren en
machinegeweren tegen de gelande eenheden ge
bruikt.
Hevige straatgevechten begonnen, waarbij de com
mando's uit de lucht steun ontvingen van jacht
bommenwerpers, 'die de Duitse artïlleriesteólïngen
bestookten..De opmars ging hechts langzaam. Tegen
het vallen van de avond was de stad ten zuiden van
Bexhill (Betje Wolffplein) grotendeels gezuiverd en
um Tien uur vervoegde de commandant van de Vlis
singse OD, Poppe, zich bij de geallieerde comman
dant. Hij vroeg toestemming om enige duizenden
burgers uit het door de Duitsers bezette deel van de
stad over te mogen brengen naar het door de geal
lieerden bezette deel. Deze operatie is uniek geweest.
Zij werd vlot uitgevoerd en de commandant van 4
KOSB, die het bewuste stadsgedeelte bezet hield,
Iaat niet na te wijzen op de moed, de efficiëntie en
het inzicht, waarmede de heer Poppe en zijn assi
stenten te werk zijn gegaan.
De bedoeling van deze nachtelijke evacuatie, was zo
wel militair strategisch als menslievend. De bewo
ners van Vlissingen die nog in het Du.'.se deel van
de stad woonden, wensten natuurlijk veiligheid. Aan
de andere kant zouden de gealllieerden veel vrijer
kunnen optreden, als zij niet gehinderd werden bij
hun operaties door een vrijwel weerloze burgerbe
volking. Daarnaast zouden ook Poppe's OD-groepen
een meer actief aandeel in de strijd kunnen leveren,
daar zij niet meer gehinderd zouden worden door de
zorg voor de burgerbevolking. Zij hebben dan ook op
de 2e november de geallieerden als gidsen grote dien
sten bewezen, ruimden nog achtergebleven scherp
schutters op, ontwapenden afgezonderde groepjes
Duitsers en bewaakten de krijgsgevangenen. Het
grootste deel van de burgers werd later via Uncle
Beach naar Zeeuwsch-Vlaanderen afgevoerd.
BRITANNIA
Hotel Bnttannia, in welks onmiddellijke nabijheid
de Duitse commandant van Vlissingen was gehuis
vest, was het eerste doel op de tweede no
vember. De positie van kolonel Rheinhart was niet
florissant. Hij had ook in zijn hoofdkwartier veel
last van water, een overlast, waarmede ook de ge
allieerden werden geconfronteerd. De commando's
hebben hel hier bijzonder moeilijk gehad, want zij
moesten over een terrein, waar bij vloed een paar
meter water stond. Sommigen hebben zich dan ook
alleen maar het leven kunnen redden, omdat zij hun
zwemvesten (Mae Wests) droegen. Lang heeft kolo
nel Rheinhart zijn tegenstanders niet in het onzeke
re gelaten. Na een korte periode, waarin het hotel
voortdurend onder artillerievuur lag, liet hij de ge
allieerden weten, dat hij bereid was met het gehele
Vlissingse garnizoen te capituleren. Zeshonderd man
werden bij deze capitulatie krijgsgevangen gemaakt.
Andere eenheden van de landingsmacht hadden in
middels de weg langs dè kust in de richting Zoutman-
de gevolgd, tot ze bij het gat in de dijk kwamen ten
westen van Vlissingen. Hier maakten zij al spoedig
contact met commando's van de 4e Special Service
brigade. d»e bij Wcükapelie en Zoui-Lande waren ge
land. Weer andere eenheden rukten op in de richting
van Oost-Souburg, gehinderd door de talrijke mijnen
velden. Het was inmiddels vier november geworden
en het leek wel of het geallieerde offensief tegen
Middelburg tot staan was gekomen. In feite hadden
ook de oprukkende militairen zoveel last van het
water, dat zijzelf als bondgenoot tegen de Duitsers
te hulp hadden geroepen, dat zij maar heel langzaam
vorderden, mede ook met het oog op de talrijke mij
nenvelden, die de Duitsers hadden aangelegd.
De brug over het kanaal bij Oost-Souburg was opge
blazen en vijandelijke tegenstand ontmoetten de be
vrijders niet meer, maar Middelburg was nog onbe
reikbaar. De Engelse commandant beschrijft, dat een
Nederlandse politieman vanuit Middelburg hein
kwam waarschuwen, dat generaal Daser in de hoofd
stad alleen nog maar op de komst van de geallieerden
wachtte. Volgens onze inlichtingen moet dit dr Nau-
ta zijn geweest. Hoe dan ook. Middelburg moest
nog twee dagen wachten voor de geallieerde troepen
erin slaagden een weg te vinden om de hoofdstad
vanuit Vlissingen te bereiken. 'Men wist, dat er ten
oosten van het kanaal nog artilleriestellingen van
de Duitsers bezet waren en die zijn door eenheden
van 5 KOSB eerst gezuiverd, terwijl op de morgen
van de 5e november omstreeks half tien ook ten oos
ten van 'net kanaal nog op hevig machinegeweer-
vuur werd gestoten. Later bleek, dat de verbindingen
van de Duitsers al zo slecht waren, dat er vrijwel
overal in Walcheren eenheden waren die geen ver
binding meer met het hoofdkwartier hadden en op
eigen initiatief waren aangwezen. Zo kon het gebeu
ren, dat ook na de algemene capitulatie van de troe
pen op Walcheren nog groepjes Duitsers bij Vrou
wenpolder weerstand boden.
Inmiddels hadden de inlichtingendiensten van de OD
de geallieerden er bij herhaling op opmerkzaam ge
maakt, dat zij mei amfibie-eenheden via het ka
naal gemakkelijk Middelburg zouden kunnen berei
ken en inderdaad ging In de middag van de zesde no
vember een flottielje van twaalf Buffalo's van de A-
compagnie van 7-9 RS, gewapend met maohinege-
weren en versterkt met een Ivjelne afdeling genie
scheep naar Middelburg.
LACONIEK
Het slot van het gevechlsverslag van
dant van deze afdeling is heel laconiek. Zonder in
cidenten werd Middelburg bereikt, zij het dan, dat
één Buffalo verloren ging, toen hij op een mijn liep.
,De Buffalo's landden onopvallend en werden gecon
fronteerd niet....de gehele Nederlandse bevolking.'
Maar dat is een verhaal apart. Eerst moet nog de
aandacht worden gevraagd voor de gevechten bij
Westkapelle en Domburg, waar de 4e speciale bri
gade, gevormd door vier commandogroepen, haar
zwaarste gevechten uit de Tweede Wereldoorlog heeft
moeten leveren om voet aan land te krijgen.
VLISSINGEN-OOST De groei van Hoechst Vlissingen in het
Sloegebied is op het ogenblik duidelijk zichtbaar. De tweede fase
van de fosforfabriek (een verdubbeling van de huidige jaar
capaciteit) nadert bet eindstadium van uitvoering. Aan de oost
kant van de haveningang is rijkswaterstaat bezig een terrein
van ongeveer 50 hectaren op te hogen en bouwrijp te maken,
waarop de nieuwe fabriek voor de bereiding van dimethyl-
tereftalaat (DMT, gi'ondstoffen voor de Trevira-garens) zal
worden gevestigd.
De luchtfoto's geven een overzichtelijk beeld van de industriële bouw
activiteiten in Vlissingen-Oost. Ongeveer 350 man personeel van Hoechsts
eigen bouwonderneming Ulide GmbH ls de argelopen maanden druk met
de bouw en inrichting van de produktiegebouwen, die begin volgend jaar de
leveringscapaciteit van het bedrijf moet brengen op: 60.000 ton fosfor.
72.000 ton fosforzuur en 12.000 ton natriumtripolyfosfaat (NTPP). Op
de linker foto een indruk van wat daarvoor nodig was: de opslag-
Loods (1), ook wel de kathedraal genoemd is verlengd, de sinterfabriek
(2) verdubbeld, het ovenhuis (3) verdubbeld, de uitbreiding van de zout
fabriek (4) eens zo groot gemaakt en de verzendingsruimte (5) ver
groot.
Op de foto is verder het werk aan de verruiming van de Van Citters-
havcn te zien met op de achtergrond het bouwterrein voor de aluminium-
fabriek van Péchiney Nederland NV.
De rechtse foto toont op de voorg-rond het bouwterrein-in-aanleg voor
de nieuwe DMT-fabrïek van Hoechst. Rijkswaterstaat heeft hier in vlot
tempo een in het verleden uitgebaggerd deel van de Sloehaven met zand
vol- en opgespoten. Daartoe moest eerst een stuk van de vroegere oe
ververdediging worden opgeruimd. De stenen liggen op de tong rechts
in depot. Links van de in wit aangegeven lijn op de foto het toekomstige
bouwterrein.
(Luchtfoto's Wim Riemens).