WAAR SCHEPEN EN HAV VOOR ELKAAR MODEL ST WINDKRACHT 5 VOOR EEN GOED GOLFPRENTJE DE .STILLE' WATERBOUW PER JAAR 200 MODELLEN VAN PARAFFINE OF HOUT mm Zaterdag 1 april 1967 EN SLOT (Van een onzer redacteuren) Heeft rijkswaterstaat tegenwoordig een wijdvertakt net van spe cialistische diensten en afdelingen om de moderne waterbouw zo vakkundig en gedocumenteerd mogelijk te begeleiden, daarnaast opereren voor diezelfde waterbouwers nog verschil lende particuliere instellingen en ondernemingen op een of ander specifiek gebied. Raakvlakken van de .stille waterbouw' zouden we die instituten willen noemen. In de laatste reportage van on ze serie onder dit thema haalt een van onze redacteuren een paar voorbeelden aan. Hij vraagt aandacht voor het Neder- landsch Scheepsbouwkundig Proefstation in Wageningen, waar onder andere ook proeven worden genomen met scheepsmodel len In nog te bouwen havenmondingen. Verder op deze pagina een kanttekening bij de fotovluchten van KLM-Aerecarto om het golfpatroon voor de kust va het deltagebied vast te leggen. SCHEEPSBOUWKUNDIG PROEFSTATION: EXPERIMENT OP RAAKVLAK bijvoorbeeld de monding van een haven. Rijkswaterstaat wil na allerlei hydraulische proeven in een waterloopkundig laboratorium ook wel eens weten hoe een schop zich zal gedragen bij het binnenlopen van een nieuwe nog te bouwen haven. De wendbaarheid van het schip speelt namelijk bij de construc tie van een haventoegang ook een rol en moet in de plannen worden verdisconteerd. De nieuwe golfstromingstank de naam zegt het al: golfslag en stroom worden er geïmi teerd is dus eigenlijk een raakvlak in zak formaat tussen de scheepsbouw en de water bouw. beide in een stadium van plannen ma ken. In werkelijkheid bestrijkt de laatste aan winst van het Scheepsbouwkundig Proefsta-. tion in Wageningen een waarnemingsveld, dat zich uitstrekt tussen het conventionele bassin voor allerlei proever, met scheepsmo dellen en het waterlooplundig laboratorium. Toen dan ook in 1965 deze nieuwe uitbreiding van het proefstation in functie kwam, was er een wezenlijk stuk haventoekomst nage bootst: een miniatuur van de nieuwe Euro- poort-haven op de Maasvlakte. Een kolfje naar de hand van de proefstationmensen. Stel u de gegevens voor het experiment voor: de toegang naar de eerste wereldhaven, waar jaarlijks 28.000 schepen binnenlopen; er loeit een kunstmatige storm overheen met hoge rollers en een sterke ebstroom loopt naar buiten, in die nautisch vrij problematische toestand een vrachtschip en een tanker (zie foto op deze pagina) op weg naar binnen. Wat gebeurt er nu met deze schepen? Wel ke maatregelen moeten er op de brug geno men worden? Wat zou het effect zijn van een wijziging in het havenbeloop op de reac tie van de schepen in de monding? De vra gen hadden de waterbouwers zich al zo vaak gesteld; de scheepsbouwers eveneens. Het antwoord moest dan meestal uit berekenin gen. van de tekentafel of van het hydraulisch of het conventionele scheepsbouwkundige mo del komen. Maar nu. in deze nieuwe golf stromingstank heeft waterstaat de mogelijk heid gekregen om de manoeuvres van de schepen in de nog te bouwen Europoort ha ventoegang nauwkeurig te observeren. Vrijwel onmiddellijk nadat prins Bernhard de golfstromingstank in de voorzomer van 1965 in gebruik had gesteld, werd dit nieuwe la boratorium zo mag men deze afdeling van het proefstation wel noemen voor de eerste opdrachten ingericht. De orderporte feuille voor de golfstromingstank was goed gevuld, zo meldde eind 1965 het jaarver slag. Het nieuwe onderzoeklngsveld is in nau we samenwerking met het waterloopkundig laboratorium te Delft ontwikkeld en rijkswa terstaat zal er nog vaak een beroep op doen. Actueel op het ogenblik is de oliegeul voor Rotterdam, die in de nabije toekomst mam moettankers tot 225.000 ton moet kunnen ontvangen. Een vraag, die in dit verband aan Wageningen wordt gesteld: Wat moet de wa terdiepte onder grote, diepstekende schepen zijn? Ook bij de deltawerken zijn er heel wat pro blemen en probleempjes, waarvoor de golf stromingstank van het scheepsbouwkundig proefstation een oplossing kan bieden. Voor beelden: het gedrag van zuigers, baggermo lens, bakken en kranen, die gebruikt worden bij het leggen van dijken en dammen. Hoe sterk moeten de motoren van die vaartuigen zijn, opdat het aantal werkbare dagen per seizoen zo groot mogelijk is? Hoe rpoeten de ankerfiguraties liggen Naast dit werk voor de overheidssector is er tegelijk in de particuliere hoek steeds meer belangstelling voor het onderzoekings werk in een golfstromingstank. Grote indu strieën en oliemaatschappijen komen met op drachten voor allerlei drijvend materieel: boorpontons, bevoorradingsinstallaties, drij vende pijpleidingen, platforms om in open zee grote schepen te lossen en te laden. Het heeft allemaal te maken met de wendbaar heid van de schepen, met bewegingen en krachten op vaartuigen onder bijzondere om standigheden die zo ingewikkeld zijn, dat zij liet benaderd kunnen worden via berekenin gen en simpele experimenten. Waterbouw en scheepsbouw zijn beide zo geëvolueerd, dat zij al in het stadium van plannen en modellen vragen naar een aan gepaste techniek. De golfstromingstank ia een belangrijke stap in deze richting geweest. Een bassin, waaruit bij de bouw en de mo dernisering van havens voor bouwers, be heerders en gebruikers belangrijke conclu sies worden getrokken. Een .beweeglijk' la boratorium ook; het is vrij eenvoudig er van het ene havenmodel over te stappen op het andere. En de apparatuur voor het opwekken van golven en het nabootsen van stromin gen is zo ultgekeind en gevarieerd, dat er van praktisch iedere situatie waarin de scheepvaart zich in de werkelijkheid ziet ge plaatst een natuurgetrouw (miniatuur)model is te geven... In het Gelderse Wageningen, waar men om de honderd meter het naam bord van weer een agrarische instel ling passeert, heeft ook een respecta bele vloot van de meest uiteenlopende soorten schepen de thuishaven. Aan deze mededeling moet onmiddellijk worden toegevoegd: het is een vloot- in-miniatuur en de vaartuigen hebben maar een zeer beperkte levensduur. Het materiaal waaruit ze worden geconstru eerd is hout of paraffine. De scheepjes wor den op hun gedragingen in uiteenlopende si tuaties getest, want de plaats van handeling is het Nederlandsch Scheepsbouwkundig Proefstation. Wanneer aan de scheepsbouwers rapport is uitgebracht over de gunstigste vorm van een nieuw te bouwen schip, wordt het model teruggesmolten of afgebroken. Het proefstation bezigt bij zijr werk de meest moderne apparatuur. Sinds de oprichting in 1932 is dit bedrijf voortdurend aangepast. Het één was het gevolg van het ander: ook de onderzoekingen en proefnemingen gingen steeds verder en dieper. De accommodatie werd verruimd en op het ogenblik bezit het complex een diepwatersleeptank, een binnen- vaarttank, een zeegangstank en (de nieuwste, anno 1965) een golfstromingstank. Over die laatste willen we het even hebben. Het proefstation opereert daarin ook nog in een andere richting dan die van het belang voor scheepsbouwmaatschappijen en rederij en. In die golfstromingstank (ongeveer 60x40 meter) registreert een meetteam van het proefstation de gedragingen van schepen in Een gebouwencomplex aan de Haagsteeg m Wageningen, dat uiterlijk demonstreert hoe het interieur een bijzondere ontwikkeling heeft doorgemaakt. Het Nederlandsch Scheepsbouwkundig Proefstation heeft een oude, gedegen gevel aan de ene kant in de weinig aanlokkelijke stijl uit de jaren dertig. Daarnaast is er een facade met moderne ge- styleerde lijnen, waarin symbolisch een gol vende beweging is verwerkt. Niet minder dan S50 man personeel is hier dagelijks in de weer om scheepsbouwers, reders en over heid waardevolle adviezen te geven over de gunstigste vorm van nieuw te bouwen sche pen en hun voortstuwers. Daartoe worden al lerlei modelproeven uitgevoerd. Om die proe ven mogelijk te maken, is het proefstation zo ongeveer een continubedrijf. Er-wordt in ploegen gewerkt aan ruwweg S00 nieu we scheepsmodellen per jaar, vaak meer dan 100 schroef modellen en m beide gevallen aan wijzigingen. Tankers, vrachtschepen, pas sagiersschepen, coasters, binnenvaarders: in de verschillende bassins /tanks) voor de proefnemingen komt men ze m allerlei vormen en afmetingen tegen. In de bouwwerkplaats, waar de modellen van para]ine of hout hun vorm krijgenworden ongeveer 100 manuren aan elk werkstuk besteed. Naar hun aard worden de modellen beproefd in een diepwa tersleeptank, een biimenvaarttank, een zee gangstank of de fop deze pagina nader be schreven) golfstromingstankHet Neder landsch Scheepsbouwkundig Proefstation heeft verder afdelingen hydromechanica, meet- en regeltechniek, een tekenkamer en een rekencentrum. Overal beschikt het proef station over de meest moderne apparatuur. Een paar snufjes van de laatste tijd: een ponsband-gestuurde schroef model Jraismachi- ne, een speciale installatie om onderwater straalmotoren te beproeven, apparatuur om een ijsveld te imiteren voor proeven met het model ran een ijsbreker. Het proefstation heeft een historie die terug reikt tot 19SS. Vier grote rederijen en het rijk zorgden in dat jaar voor het stichtings kapitaal, De eerste inrichting was een scheepsmodellenwerkplaats, een instrument makerij, een sleepbassin en ivat kantoor, ruimten. In 191,1 werd aan de accommodatie een grote cavitatietunnel toegevoegd fcavi- tatie optreden van holten in de stromin gen rond een scheepsschroef kan intering van de schroefbladen veroorzaken)het is dus zaak dit te vermijden eti na te gaan in welke mate het verschijnsel optreedt o p schroeven in van de werkelijkheid nageboot ste omstandigheden). Nadien volgde de ont- icikkelingen elkaar snel op- Er kwam een binnen vaartlaboratorium, gevolgd door de an dere afdelingen voor modelproeven, tevens een afdeling voor wetenschappelijk onderzoek. Het Nederlandsch Scheepsbouwkundig Proef, station kon zich gaan meten met zusterinstel lingen in het buitenland. Hoe op het ogen blik zijn reputatie is blijkt uit hei volgende: jaarlijks behaalt het instituut (een particu liere stichting) een omzet' van 5 miljoen; ongeveer de helft van de opdrachten voor on derzoek komt uit het buitenland. Rechtsboven: een kijkje in het inte rieur van de modellenwerkplaats van het scheepsbouwkundig proefstation te Wa geningen. Rechtsonder: de buitenkant varn het scheepsbouwkundig proefstation. Linksboven: modéllen voor de stro- min gsp roeven in Europoort met een tanker en een vrachtschip. Linksonder: een kijkje in een aerocar- teringstoestel'. het deltagebied gebeurt kan het mo derne instrumentarium van de meet- diensten registreren. Geen golf gaat daarvoor te hoog. Alleen de richting van de golven, die vaststellen met belde benen op de grond of aan boord van een vlet Is een ondoenlijke zaak. Daarom ligt er dat contact tussen de waterbouwers en de iuchtfotografen. De gegevens uit de camera over het ver loop van de golven voor do kust en de kunstwerken van deltagebied en Euro poort kunnen op een bepaald moment het beeld van een onderzoek compleet maken. Het zijn vrij prijzige opdrach ten. Vandaar dat Aerocarto vorig najaar vierde het bedrijf zijn 45-Jarig bestaan maar eens af en toe een van de vier toestellen van de luchtvloot met een opdrachtenlijstje van waterstaat de lucht Instuurt. Voor het fotobedrjjf een karweitje dat er even bij gepakt wordt, maar aan de andere kant een stukje nieuwe ontwikkeling dat even onopval lend als vanzelfsprekend in het werk programma van de waterloopkundige afdeling past. De mannen van water staat hebben soms plotseling een detail- beeld van liet golfpatroon voor de kust nodig. Fotograaf, piloot en opdracht gever wachten dan hun speciale weer tje af en de Piper Cub of Dakota maakt zich los van Schiphol om de missie uit te voeren. Tussen het uitgebreide karteringswerk in binnen- en buitenland, de fotografie voor bestemmingsplannen van gemeen ten, van bedrijven, van verkeerssitua ties en van actuele zaken als een schip op het strand en mensenmassa's op een tweede pinksterdag (om maar een greep te doen) is dit aparte stukje re search een grensgebied, waar de mo gelijkheden volledig worden uitgeput. En daarom op deze pagina wel even een vermelding waara. Een windkracht van 5 Beaufort en gol ven met kuiven tot minstens een meter hoog: zó bar moet het buitengaats min stens zijn, wil rijkswaterstaat weer eens aan de iuchtfotografen van KLM-Aero- carto vragen om een golfpatroon voor de kust van het deltagebied op bet cel luloid vast te leggen. Er komt nog een meteorologische voorwaarde bij: ,Er moet dan natuurlijk ook een vrij helde re lucht zijn, anders heb je er niets aan H zegt Ir .1. J. Pilon, hoofd van de meetdienst beneden-rivierengebied van rijkswaterstaats deltadienst in Hei- levoetsluis. De luchtfotografie van gol ven die Aerocarto zo nu en dan uit voert, is een vorm van onderzoek die men kan beschouwen als een aanvul ling op het brede palot van mogelijk heden die de waterloopkundigen iede re dag bij hun observaties benutten. Alles wat er onder of boven water in

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1967 | | pagina 17