liw pagina mcozctiti} De winteravonden STIJL EN SMAAK KINDERKRANT Dior en Ricci Basje helpt sinterklaas r Sinterklazen zonder inspiratie zaterdagnummer HUISVROUW WERKT VOOR 'N KWARTJE PER UUR ALEEN voor die SINTERKLAZEN het gfoffchfmê&is Zaterdag 30 nov. 1963 Goed-speel-goed Woor alle kinderen en ge lukkig ook voor heel veel volwassenen is het Sint-Nico- laasfeest een gebeurtenis van de eerste orde. De kleintjes vooral hebben nog 'n diep ontvang voor de gemijterde goedheilig man en voor zijn zwarte Pieten. Met overgave zingen ze hun liedjes bij de schoorsteen en zij zetten brood en water en hooi en wor tels klaar in hun schoentjes voor het paard van sinterklaas, die op zijn beurt dan deze toewij ding beloont met geschenkjes of geschenken. Hulptroepen van Sint-Nicolaas zijn ijverig in de weer met het maken of bedenken van verras singen voor huisgenoten, vrien den en buren. Pakjesavond is in veel huizen een bijzonder gezel lig feest. Maar Sint-Nicolaasavond is toch eigenlijk wel het kinder feest bij uitstek. Zij zijn het, die zenuwachtig en trappelend hun pakjes open maken. En wat vinden ze dan? Behalve de nuttige cadeaus, zoals een truitje of een paar schoentjes, toch in de eerste plaats speelgoed. Het is een ontzagwekkende hoeveelheid, die de kinderen van deze tijd aan speelgoed ten dienste staat. Dat maakt het kie zen voor kinderen en ouderen moei lijk. Misschien wel té moeilijk. Aan welke eisen moet speelgoed voor kleine kinderen voldoen We vroegen dit aan het hoofd van de openbare kleuterschool in Groede, mejuffrouw J. M. de Hulster. „Naar mijn me ning", zo zei ze, „moet men een kind in zijn spel ruimte laten voor fanta sie. Een grote poppenwieg met een fraaie bekleding en een hemeltje van rose nylon is heel mooi Maar een klein meisje is misschien nog meer blij met een simpel bekleed kistje, dat zij net zo mooi kan dromen als ze wil. Een winkeltje op een kruk in de hoek van de kamer is veel span. nender dan een echt houten winkel tje. De rijkste fantasie is de spelfan- tasie in de kinderwereld". Is er veel veranderd in de hoeveel heid en de soort kindercadeaus ver geleken bij zo'n 25 jaar geleden en nu „Heel veel!" vertelde ons de eigenaar van een grote speelgoedzaak, „Men koopt nu bijvoorbeeld vlotweg elek trische treinen van een vijftig of zes tig gulden. Men geeft de kinderen ook meer geschenken. De kinderen vinden het bovendien normaal veel cadeautjes te krijgen. Wat vroeger een reep chocola was is nu toch min stens een autootje. Er zijn veel ouders, die vergeten, dat ze hun kinderen met speelgoed moe ten leren omgaan. Het is niet vol doende steeds een stapje hoger op de speelgoedladder te klimmen naar. mate een kind ouder wordt. Het kind moet leren zuinig te zijn met (Advertentie) die een heel jaar geen kledingzorgen hebben, omdat er iemand is, die telkens weer opnieuw, zovéél aparte kleding, zó voordelig, zelf maakt. Die sinterklazen komen naar het Stof- fenpaleis en kiezen uit feestelijke stof fen of uit praktische stoffen of geven een chique bontkraag of een cadeaubon of Nog enkele dagen voor romantische, praktische en goedgeefse sinterklazen •GOES, tANGE KERKSTRAAT 44 TERNEUZEN, NIEUWSTRAAT 6-8 het speelgoed. Belangrijk is ook, het soort speelgoed dat men kiest. Voor het ene kind van drie jaar moet an der speelgoed worden gekocht dan voor een ander kind van de zelfde leeftijd. Speelgoed moet een kind aanspreken, pas dan kan het leren er mee om te gaan. Daarom is het ook onjuist", aldus onze zegsman, „dat ouders graag kopen wat ze zelf mooi vinden en de keus van hun kind voorbijzien. Een betrekkelijk nieuw verschijnsel en naar mijn mening ook onjuist is dat als één kind uit een gezin verjaart alle anderen ook een kleinig heid krijgen. Dat is aardig voor de kleintjes, maar voor de wat groteren is dat niet meer zo nodig. Zij moeten leren hun beurt af te wachten. Wat men vernielzucht van de kin deren noemt is lang niet altijd vernielzucht. Vooral de kleinere kin deren gaan iets uit elkaar peuteren niet omdat ze het kapot willen ma ken, maar alleen maar omdat ze wil len zien hoe een pop of een autootje of een piepbeest er van binnen uitziet. Daar stoppen ze wel mee op een ze. kere leeftijd. Voor die tijd moeten ze dus simpele dingen hebben, die ge makkelijk te demonteren zijn. Ten slotte nog de taak van de ouders om met hun kinderen te spelen. Ze moeten ook aandacht besteden aan het speelgoed, anders verflauwt de belangstelling van de kinderen. Ver antwoord speelgoed en verantwoord gebruik van speelgoed kan een leuke gezinsband geven en bovendien heeft verantwoord speelgoed een niet te onderschatten opvoedkundige waar de". De moeder van twee kleine kinderen, die wij vroegen naar het bedrag dat ze uitgeeft voor Sint-Nicolaasge- schenken voor de kinderen, vertelde dat dit bedrag tussen de veertig en vijfenveertig gulden ligt. Voor het meisje is er een mooie pop met zelfgemaakte kleertjes en voor het jongetje een garage met auto- tjes. Met de kleine geschenkjes mee kosten de cadeautjes iets van 35, Dan komt er nog wat suikerwerk bij voor de kinderen en het ouderpaar. Vindt U dit veel geld? Misschien wel. Er zijn gezinnen, die een heel jaar sparen voor een „goede" sinterklaas. Een goed stuk speelgoed aan kinde ren die daartoe opgevoed zijn, kost nu eenmaal geld, maar het brengt zijn geld op. (Advertentie) Ongelooflijk? Maar het is waar. Elke vrouw, die de was zelf doet „verdient" een kwartje per uur. Laat „DE ZON" die zware was van U overnemen Belt U eens voor inlichtingen. Wijngaardstr. 17 tel. 01100-7310 Ook voor chemisch reinigen. De uitgeverij N.I.B. in Zeist is ongeveer een jaar of twee geleden begon nen met de serie Stijl en Smaak. De eerste twee boekjes waren „Van houwen en trouwen" en „Woonkitsch en wooncultuur". Met hoeveel zorg ze ook waren samengesteld; één bezwaar hadden beide boekjes gemeen, na melijk dit, dat ze waren afgestemd op geïnteresseerden in de onderwerpen, die dan ook nog moesten beschikken over een zeer wel gevulde portemonnee. Het derde boekje in de reeks Stijl en Smaak is dan nu ook van de persen gekomen. Het kreeg als titel mee: „Als wij een huis mochten kiezen..." en het is van de hand van W. H. N. van Eijkern, die ook schreef over woonkitsch en wooncultuur. Gezegd moet worden dat de schrijver zijn stijl èn zijn op vattingen trouw is gebleven in die zin, dat ook dit nieuwe boekje er uit stekend verzorgd uitziet, het zit goed in elkaar, er worden interessante gege vens verstrekt, maar het is weer duidelijk afgestemd op mensen, die over vrij veel geld beschikken. We hebben er geen bezwaar tegen, dat speciaal voor deze mensen boekjes verschijnen, maar dat dient dan duidelijk te zijn aangegeven in de inleiding. De illustraties duiden er vagelijk op. We krijgen grote ruime kamers te zien, die nogal luxueus zijn ingericht en bovendien leuke, maar dure, archi tectonische grapjes. De titel „Als wij een huis mochten kiezen..." ziet er wel dromerig uit. Na tuurlijk is het voor de meesten van ons zo, dat wij in gedachten wel eens hebben uitgemaakt hoe het huis onzer meest vrome wensen er uit zou zien, maar niemand zal veronderstellen, dat de schrijver voor ons een huis heeft bedacht in zijn dromen. Mocht men al dat ideetje hebben bij het zien van dit boek; de schrijver zal U graag en vlot uit de droom helpen. Het is be doeld als een voorlichtend boekje en daaraan voldoet het naar onze mening in het geheel niet. „Sinterklazen zonder inspira tie" hoeven tegenwoordig niet meer te wanhopen: ze kunnen op het laatste nipper tje altijd redding zoeken in het „bonnensysteem". De platebon en de boeke bon zijn in de geschenken- sector helemaal ingeburgerd en wie zich gewetensvol afvraagt of zo'n „bonnencadeau" niet wat erg prozaïsch en onper soonlijk is, moet zich maar voor ogen houden dat de mu ziek- en literatuurliefhebber juist met zo'n bonnetje altijd bijzonder blij is! Wat nog niet iedereen weet: tegenwoordig is er ook de mo gelijkheid om „bloemen per bon" te schenken. De Neder landse bloemisterij kent sedert enige tijd de bloemencheque, een waardebon (met een mini mum van vier gulden) die in een fraai papieren bloemetje verpakt zit en op ieder gewenst tijdstip kan worden besteed bij een Van de dertienhonderd Ne derlandse bloemisten die bij een bepaalde bloemistenorganisatie zijn aangesloten. Men overweegt, dit bloemen- per-b.on systeem ook tot het buitenland uit te breiden. Want bijna veertigduizend bloemisten over vrijwel de hele wereld zijn aangesloten bij deze organisa tie die over een centraal ver rekeningsinstituut beschikt. Met een zogenaamde cadeau bon kan men natuurlijk hele maal alle kanten uit. In som mige Nederlandse warenhuizen kan men dergelijke cadeaubons kopen en degene die ze ont vangt, kan er voor kopen wat hij of zij zelf wil: van levens middelen tot lingerie, bij wijze van spreken. Een cadeau-met mogelijkheden, zo'n cadeau bon. «H ctPLt Charmante en praktische mode snufjes zijn de vlotte mutsen en de grappige kraagvariaties. Boven jabot en muts van wit bont (mo del Ricci) vervolgens een scherm- petje plus een stolakraag van tweed naar een ontwerp van Dior en daaronder een muts van otter bont met oorbeschermers van che nille. Geheel onder een simpele, maar zeer modieuze japon. Leuk gevonden is de lijn van de taille dwars over het bovenlijfje naar de schouder tot de kraag, die uit loopt in een halve stola. (Model Nina Ricci). Dat schreef ik daar zomaar zonder erg neer: de lange winteravonden. Maar bij het sluiten van de envelop dacht ik: Bestaan zij eigenlijk nog wel Ach ja letterlijk wel, vanzelf sprekend. De avonden van november tot februari zullen nog wel even lang zijn als vroeger, de natuur verandert nu eenmaal niet zo snel als wij in ons ongeduld. Maar al zovele dingen heeft „de lan ge winteravonden" buiten een letter, fijke betekenis ook nog een behoor lijke inhoud aan gevoelswaarde, en die gloeit hier van gezelligheid, lamp licht, kachelwarmte, rode wangen, schitterende ogen, terwijl de klok zachtjes maar onverbiddellijk voort- tikt naar het moment dat de lange en de korte haaks op elkaar staan: het alleruiterste uur van kinderenbedtijd. Want er is zoveel, zovéél te doen, te horen, te beleven En, let wel, dat alles heel en al met eigen middelen en op eigen krachten. Het mag niet veel kosten, maar dat behoeft ook volstrekt niet, want wat kun je al niet bereiken met een pa pier en een potlood, een paar dobbel stenen of een lapje stof. Misschien dat er zelfs en boek aan te pas mag komen een lekker dik boek met onwaarschijnlijk ouderwetse plaatjes, maar zelfs dat draagt op een of an dere geheimzinnige manier tot de ge zelligheid bij. Er zou natuurlek om datzelfde span nende boek een kleine interne oorlog kunnen uitbarsten, want zien eten maakt hongerig en zien lezen ver wekt een onweerstaanbare neiging om alle handenwerk er ogenblikkelijk bij neer te gooien. Maar de lange winteravond heeft zijn eigen ongeschreven wetten; en wie zich daaraan niet belieft te houden kan er op rekenen dat het klokje van gehoorzaamheid minstens een uur eerder slaat. Wie een boek meegebracht of in bezit heeft mag het ook lezen, en de rest kan kiezen uit alles wat er aan speelse bezigheid voorhanden is. Mits, en dat zeer wél te verstaan, niemand een ander in de haren zit of hindert. Praten kan er mee door, neuriën en desnoods af en toe zingen haalt zelfs de lezers niet uit hun verslonden aandacht maar kibbelen en ruzie maken zijn ten enen male ontoelaat. baar: over plukharen of vechten wordt niet eens gerept. Rond de tafel onder de lamp heerst een vanzelfsprekende godsvrede on der het wakend oog van moeder en het luisterend oor van vader als deze zijn krant moet neerleggen of zijn pijp uit de mond nemen is het zaak zo gauw mogelijk in te binden. Want de slaapkamer boven is koud en donker, en geen groter straf dan daar in alle eenzaamheid te moeten luisteren naar het gezellige gegons ver beneden. En bovendien: stel je één ogenblik de kans voor dat vader zijn krant uit heeft en zich laat be praten een echt spelletje tric-trac mee te doen en het je niet te laten winnen. Of dat moeder hét boek uit de linnen kast gaat halen het dikke onge looflijk spannende boek waaruit zjj geregeld een hoofdstuk voorleest, bij voorkeur op zaterdagavond, maar bij volhardend bedelen wil zij zich mid den in de week ook wel eens laten vermurwen. Dan hoor je geen dobbelsteen rollen en geen lepeltje rinkelen, want zelfs de jongste wil geen woord missen van de belevenissen en beproevingen die de jonge held van het verhaal moet doorstaan, aleer hij zijn vader heeft opgespoord of zijn lang gestorven ge. waande moeder teruggevonden. Stel je voor dat je dat ongelooflijk heerlijk half uur in je kille bed móest doorbrengen, en dan ten over vloede nog gedwongen zijn te luiste ren naar het lied dat ieder bij toer beurt mag opgeven voordat de ge zellige avondzitting wordt opgeheven. Dat te missen, en door eigen schuld nog wel, is een ballingschap nog kil ler dan Siberië. Wanneer U nu niet hartelijk lacht en van de goeie ouwe tijd gaat meesmui len of wanneer U geprikkeld vraagt waar een dergelijke idylle nog te verwerkelijken is: of ik misschien nimmer van de radio, de t.v. en de grammofoon heb gehoord, zo niet in de eigen huiskamer dan toch stellig bij de buren dan heb ik U waar ik U hebben wil. Want laten wij afspreken dat wij, on- f eacht het heden, aan die lange win- eravonden van het verleden de dier baarste herinnering bewaren. Dat was het: toen wisten de mensen (Advertentie) JAPONNEN PAKJES ROKKEN EN BLOUSES SCHELDESTRAAT 20-72 - VLISS1NGEN - TELEFOON 3996 nog wat echte gezelligheid was. Toen kende je als kind geen groter genoe gen, en nimmer in het later leven sliep je in net zo'n warm geluksge voel van veilig geboren te zijn in een welbewaakt en welverzorgd nest. Maar wat wilt U: de kinderen van tegenwoordig zien je aankomen met dergelijke eenvoudige, rustige genoe gens. Die willen spanning, vertier, luidruchtigheid, opwinding. Die houd je geen vijf minuten bij een spelletje en aan knutselen of handwerken krijg je ze met geen stok. Och: zijn het nu alweer de kinderen die de schuld van de huidige on rust dragen? Die beslist een televi sietoestel moeten hebben en het leven Advertentie) speler Het is een bewering die ik minstens voor de helft in twijfel zou willen trekken. Want kinderen veranderen door de tijden heen niet zo heel veel, en alle kinderen van alle generaties zijn van nature verzot geweest op ge zelligheid. Dat ligt in de rede: het is hun natuurlijk instinct van de warme veilige beslotenheid zoeken zolang zij nog weerloos in het leven staan. Zou niet tenminste een van de we kelijkse zeven kunnen gereser veerd blijven om als ouderwetse lan ge winteravond te fungeren? Vergeet nietde kinderen van vandaag hebben zoiets nooit beleefd, het is voor hen een even animerende belevenis als een verkleedpartij. Als wij de t.v. en de radio die ene avond nu eens uitgeschakeld lieten en het dambord of een oud gezel schapsspel op tafel toverden. Als wij eens chocolademelk met een wa feltje schonken als wijlen Saartje, en een lekker dik spannend boek achter de hand hielden om voor te lezen. Het kon wel eens een weergaloos sue. ces blijken. SASKIA. Advertentie) Met de duimen achter de bretels van zijn blauwe overal stond Auto-Basje op een kille morgen in zijn vaders garage, waar het nog helemaal donker was. Al leen in een hoek brandde een werklamp en dan natuur lijk het rode lichtje bij het bordje ,jNiet Roken". ,JJat wordt een drukke dag, Bas", zei 2?n vader die rinke lend met de sleutels naar het magazijn liep om het ge reedschap voor de dag te halen. Basje knikte, maar hij had er zijn hoofd niet helemaal bij. Er was iets. Kwam het nou door het weinige licht of omdat er nog nergens gelachen of gefloten werd onder en tussen de auto's, dat het zo somber leek in de garage t Nee, nee, hij verbeeldde het zich niet: zijn vrien den, de auto's waren som ber. Met doffe ogen stonden ze voor zich uit te staren en Karei de Grote, de grootste vrachtwagen van de garage, misschien wel van het hele land, misschien wel van de hele wereld, hoestte alleen maar een beettje en wou niet op gang komen, zelfs niet toen zijn chauffeur Klaas achter het stuur ging zitten en op de startknop drukte. En Beer, het vrolijke takelwa gentje, Basjes beste vriend, stond met wit-beslagen rui ten in een hoek en veerde niet eens toen Basje hem 'n vriendelijke duw tegen zijn achterbak gaf. „Hé," zei Bas, toen hij dat zo een poosje had aange keken, „wat is er met jul lie?" „De kou", pruttelde Karei de Grote een beetje hees, „we hebben vannacht geen oog durven dichtdoen, om dat we allemaal bang wa ren dat we bevriezen zou den". „Ja", zei Beer nu ook „en je weet wat het voor een auto betekent als het water in zijn buik bevriest. Eén keer een bevroren motor blok en we zijn er geweest" ,.Ja", zuchtten nu ook de andere auto's in de garage „dat is zo". „Ooooo...", lachte Basje „is het dat? Nou, wacht maar eens, daar hebben we toch zeker een middeltje voor! Wees maar niet bang, ik zal wel eens met m'n vader en jullie bazen gaan praten". Met gewichtige stappen ging Basje het magazijn binnen, waar zijn vader op een laddertje stond voor een plank vol auto-onderdelen: nieuwe koplampen, veren, schroefjes, asbakjes, spie geltjes, deurknoppen, vlag getjes en alles wat mensen in hun auto's moeten of wil len hebben. „Zeg, vader", riep Basje omhoog, „wordt het geen tijd voor de anti-vries?" „Nou...", zei z'n vader, „ik dacht dat het daar nog een beetje te vroeg voor was. Nee, jongen, dat kan nog wel wachten, hoor. Ik heb nog niets van vorst ge merkt". „Ja maar, de auto's zeg gen...", begon Basje, maar hij ging niet verder, want alles wat de auto's en hij samen bespraken was ge heim. Hij wilde zich al weer omdraaien om ze te gaan zeggen dat ze zich nog maar niet ongerust moesten maken, toen hij opeens ver baasd stilstond. Dirk, de oudste monteur van de ga rage, reed op zijn brom fiets binnen door de grote deuren. Dirk was wel een beetje oud, maar toch nog niet zo oud, dat hij al grij ze haren had. En nu van morgen had hij ze opeens Spierwit stond zijn kuif bo ven zijn rode gezicht. „Hé Dirk!", riep Basje „wat is er met..." Meer zei hij niet, want zijn vader die zich ook had omgedraaid op zijn ladder kwam met een sprong naast hem neer, „Nee maar!", riep hij, „die jongen heeft nog gelijk ook! De ijzel zit je tot in je haren, Dirk! Het heeft dus echt gevroren". „Wat je echt gevroren noemt", lachte Dirk, die zichzelf met gekruiste ar men hard op zijn leren schouders sloeg om warm te worden, „zeker drie gra den!" „Tjonge", riep Basjes va der, „ook dat nog. Dan moe ten we aan de anti-vries beginnen, mannen!" Basje keek vlug om, maar er was niemand anders dan hij en Dirk. Dat „mannen" was dus tegen hém ook! Met een kleur van trots be gon hij de busjes anti-vries uit het magazijn te halen. „Zie je, Beer", zei hij even later tegen zijn vriend, de takelwagen, „nou schroef ik dadelijk de dop van je wa tertank en geef je een drankje. En dan kun je in de kou staan wat je wilt, je kunt rustig slapen, want het water in je buik be vriest niet meer". „Gelukkig", zuchtte Beer, die zonder mopperen het vette drankje uit het anti- vriesbusje helemaal inslikte Ik wist wel dat jullie ge lijk hadden", fluisterde Bas je nog, „auto's weten zelf toch zeker het beste wat ze mankeert". Tot het tijd was om naar school te gaan, vulde hij de magen van alle auto's in de garage en al lemaal glommen ze van dankbaarheid omdat ze nou niets meer gebeuren kon in de kou. Basje bofte gewei dig, want meneer De Bruin kwam om half negen ben zine halen voor zijn bestel- wagentje, n,am Basje mee en reed hem tot bij de school. Omdat hij zo vroeg op het plein was had hij al le tijd om naar de verhalen van andere kinderen te luisteren die helemaal vol waren van sinterklaas en de dingen die ze in hun schoen hadden gekregen. „En jij, Bas?", vroeg er één, „heb jij al iets gehad?" Basje schudde zijn hoofd. „Maar het is m'n eigen schuld, zie je", zei hij er gauw achteraan, „ik heb vergeten mijn schoen te zetten. In de garage draag ik altijd klompen en die laat ik daar 's avonds en als ik dan boven kom en gegeten heb, ben ik zó moe dat ik aan geen schoen meer denk". Maar voor zichzelf besloot hij toch om het nu van avond niet te vergeten. Toen de juffrouw alle kin deren een tekening liet ma ken, tekende hij alle auto's van hun eigen garage, met Beer voorop en de gedeuk te auto van de schrijver he lemaal achteraan. Aan het stuur van elke auto zat een zwarte pieterbaas en in „Black", de deftige zwarte auto, waarin zijn vader wel eens een bruidspaar naar het stadhuis moest rijden, zat sinterklaas zelf. Het dak was een eindje openge schoven en de staf en mij ter van sinterklaas staken daaruit. „Een schitterende tekening", vond de juffrouw het. Basje knikte. „Ik leg hem vanavond in mijn schoen", vertelde hij haar zachtjes. „Nou, ik denk dat sinter klaas daar blij mee zal zijn", zei de juffrouw. Met de tekening onder zijn arm huppelde hij om vier uur naar huis. Het was nu al weer donker; alle auto's hadden hun lichten op. Om er vlug te zijn speel de Auto-Basje dat hij zelf een auto was, die snorrend de bochten nam en telkens even toeterde als een echte auto sem voorbijstoof. „Maar nu ga ik er één In halen", zei hij hardop tegen zichzelf, want in de verte zag hij de achterlichten van een auto, die snel dichterbij kwamen. Hoe dat kon merkte hij toen hij vlak bij de auto was. Het was een hoog opgeladen vrachtwa gen, niet zo groot als Ka- rel de Grote, maar toch heel groot. De klep van zijn reusachtige neus was opge slagen en twee mannen van wie je alleen de benen zag, waren in het donkere hol vol draden, stangen en trommels gedoken om te zien wat hun wagen man keerde. „Nou begrijp ik waarom ik je kon inhalen", zei Basje tegen de onbeken de vrachtwagen die er wat zielig bijstond in de berm. Maar opeens keek hij hele maal niet meer naar de auto, maar stond stokstijf stil en staarde naar de vier benen bij de motorkap. Wit te kousen, fluwelen broeken en glimmende schoenen met zilveren gespen! Alleen al aan die schoenen zou hij ze herkend hebben! Pieterba zen! Twee zwarte Pieten midden op de autoweg! On middellijk was Basje bij ze. „Dag zwarte Pieten", zei hij vriendelijk, „kan ik U misschien ergens mee hel pen?" Tegelijk doken de twee zwarte hoofden uit de mo- torbak op. Ze keken heel vriendelijk, maar schudden hun hoofd. „Nee, jongetje". We hebben pech. En jij zult wel net zo min iets van een motor afweten als wij". „Nou...", zei Basje voor zichtig en toen haastig, om dat de zwarte Pieten hem anders misschien een heel eigenwijs jongetje zouden vinden, „ik wéét niet zoveel, maar onze garage is hier vlakbij en mijn vader en zijn monteurs zijn de beste van het hele land. Dat zeg gen al onze klanten". „Dat is nog zo gek niet", zeiden de Pieterbazen, „want we weten ons geen raad, zie je. We hebben pech gekregen en nog wei, nu, nou we op weg zijn naar het kinderziekenhuis. Om dat we zo zwaar geladen zijn, zijn we een uurtje eer der dan sinterklaas vertrok ken, maar dadelijk zal hij ons zeker inhalen en net zo min weten wat we moeten beginnen. Hij kan daar toch niet zonder pakjes aanko men!" „Kom mee", zei Basje te gen de jongste Pieterbaas, „wij rennen samen naar de garage en zijn over vijf mi nuten terug met onze Beer, de takelwagen en een mon teur. En U", zei hij tegen de oudste Pieterbaas, „let intussen op of U sinterklaas ziet langskomen en U zegt hem maar dat wat er ook gebeurt de pakjes voor het kinderziekenhuis op tijd zullen zijn". „Ja maar, hoe...?", begon de oudste Pieterbaas, maar Basje had de jongste al bij de hand genomen en ren de met hem weg. „We zijn zó terug!", riep hij nog. En dat waren ze ook. Bas jes vader zat aan hel stuur, de zwarte knecht die nog nahijgde van het hollen zat naast hem en Basje stond achterin met één arm „Hoe kun je dat nu al we ten?", vroeg zijn vader ver baasd. „Dat hoor ik toch", zei Bas je, „ik zou KareiMid den in de zin hield hij op en trok zijn vader opgewon den aan z'n mouw. „Ka- rel!", riep hij, „Karei de Grote kan ons helpen! Hij komt helemaal leeg terug van zijn tocht door het land. Hij kan de pakjes voor Sin terklaas wegbrengen". „Als Klaas tenminste wil", zei z'n vader, „hij is mis schien erg moe". stevig om de takelarm van Beer heengeslagen. Het be zorgde gezicht van de oud ste Pieterbaas klaarde op toen hij ze uit het wagentje zag springen, maar hij bleef niet lang vrolijk, want Auto-Basjes vader floot be denkelijk toen hij even in de motorbak gekeken had. Hij schudde zijn hoofd. „Dat is geen appelepap", zei hij. „daar ben ik wel een halve dag mee zoet. De klep is doorgebrand". Basje schrok. De klep! Dat is het hart van de auto wist hij van zijn vader en een halve dag is niets om dal te repareren. Maar een hal ve dag zou voor de Pieter bazen, voor sinterklaas en de kinderen van het zieken huis een ramp betekenen! Verslagen stonden ze elk aar bij het licht van de kop lampen aan te kijken. Ver achter hen in een bocht do ken twee lichtjes op. „Daar komt sinterklaas", wees de jongste Pieterbaas. Basje schudde zijn hoofd „Nee", zei hij, „dat is Ka- rel de Grote". twee handen uit naar de redders in de nood. „Jij hebt vast zin in een ritje", zei hij tegen Auto- Basje en hij wenkte hem naast zich in de auto. En nog voor Basje, die met een gloeiende kleur op zijn wan gen was ingestapt, wist wat er gebeurde, reden ze al. Voorop de vrolijke takelwa gen Beer, die de vracht auto van sinterklaas aan zijn sterke arm voortsleepte. Daarachter Karei de Grote met een laadbak vol pak jes die de zieke kinderen zouden doen juichen en daar weer achter de blinkende auto van sinterklaas met naast zich het gelukkigste jongetje van he hele land: Auto-Bas, die geen tijd had gehad om zijn schoen ta zetten en de prachtige teke ning nog altijd op een rol letje in zijn had had! (Wordt vervolgd). „Natuurlijk wil ie!", juich te Basje en hij trok de zak lantaarn met het rode licht je uit zijn vaders hand en zwaaide ermee naar de aan rijdende vrachtwagen. En natuurlijk wilden Klaas en Karei de Grote helpen. Met man en macht werkten ze om alle pakjes uit de ene laadbak over te laden in de nog veel grotere van Karei de Grote. En net toen ze er het dekzeil over spanden, naderden weer 2 lichtjes Sinterklaas zelf, precies als op de tekening van Basje in een grote glanzende auto met zijn mijter en staf even boven het open dak uitste kend! Eerst keek hij heel bezorgd, maar toen zijn knechten hem vertelden hoe Basje, zijn vader en Klaas en Ka- rel de Grote ze geholpen hadden, straalden zijn vrien delijke ogen en stak hij

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 21