liw pagina
mcozctiti}
De winteravonden
STIJL EN SMAAK
KINDERKRANT
Dior en
Ricci
Basje helpt
sinterklaas
r
Sinterklazen
zonder
inspiratie
zaterdagnummer
HUISVROUW WERKT VOOR
'N KWARTJE PER UUR
ALEEN voor die
SINTERKLAZEN
het gfoffchfmê&is
Zaterdag 30 nov. 1963
Goed-speel-goed
Woor alle kinderen en ge
lukkig ook voor heel veel
volwassenen is het Sint-Nico-
laasfeest een gebeurtenis van de
eerste orde. De kleintjes vooral
hebben nog 'n diep ontvang voor
de gemijterde goedheilig man
en voor zijn zwarte Pieten. Met
overgave zingen ze hun liedjes
bij de schoorsteen en zij zetten
brood en water en hooi en wor
tels klaar in hun schoentjes voor
het paard van sinterklaas, die
op zijn beurt dan deze toewij
ding beloont met geschenkjes
of geschenken.
Hulptroepen van Sint-Nicolaas
zijn ijverig in de weer met het
maken of bedenken van verras
singen voor huisgenoten, vrien
den en buren. Pakjesavond is in
veel huizen een bijzonder gezel
lig feest.
Maar Sint-Nicolaasavond is
toch eigenlijk wel het kinder
feest bij uitstek. Zij zijn het, die
zenuwachtig en trappelend hun
pakjes open maken.
En wat vinden ze dan? Behalve de
nuttige cadeaus, zoals een truitje
of een paar schoentjes, toch in de
eerste plaats speelgoed. Het is een
ontzagwekkende hoeveelheid, die de
kinderen van deze tijd aan speelgoed
ten dienste staat. Dat maakt het kie
zen voor kinderen en ouderen moei
lijk. Misschien wel té moeilijk.
Aan welke eisen moet speelgoed voor
kleine kinderen voldoen We vroegen
dit aan het hoofd van de openbare
kleuterschool in Groede, mejuffrouw
J. M. de Hulster. „Naar mijn me
ning", zo zei ze, „moet men een kind
in zijn spel ruimte laten voor fanta
sie. Een grote poppenwieg met een
fraaie bekleding en een hemeltje van
rose nylon is heel mooi Maar een
klein meisje is misschien nog meer
blij met een simpel bekleed kistje,
dat zij net zo mooi kan dromen als
ze wil. Een winkeltje op een kruk
in de hoek van de kamer is veel span.
nender dan een echt houten winkel
tje. De rijkste fantasie is de spelfan-
tasie in de kinderwereld".
Is er veel veranderd in de hoeveel
heid en de soort kindercadeaus ver
geleken bij zo'n 25 jaar geleden en
nu
„Heel veel!" vertelde ons de eigenaar
van een grote speelgoedzaak, „Men
koopt nu bijvoorbeeld vlotweg elek
trische treinen van een vijftig of zes
tig gulden. Men geeft de kinderen
ook meer geschenken. De kinderen
vinden het bovendien normaal veel
cadeautjes te krijgen. Wat vroeger
een reep chocola was is nu toch min
stens een autootje.
Er zijn veel ouders, die vergeten, dat
ze hun kinderen met speelgoed moe
ten leren omgaan. Het is niet vol
doende steeds een stapje hoger op de
speelgoedladder te klimmen naar.
mate een kind ouder wordt. Het
kind moet leren zuinig te zijn met
(Advertentie)
die een heel jaar geen kledingzorgen
hebben, omdat er iemand is, die telkens
weer opnieuw, zovéél aparte kleding, zó
voordelig, zelf maakt.
Die sinterklazen komen naar het Stof-
fenpaleis en kiezen uit feestelijke stof
fen of uit praktische stoffen of geven
een chique bontkraag of een cadeaubon
of
Nog enkele dagen voor romantische,
praktische en goedgeefse sinterklazen
•GOES, tANGE KERKSTRAAT 44
TERNEUZEN, NIEUWSTRAAT 6-8
het speelgoed. Belangrijk is ook, het
soort speelgoed dat men kiest. Voor
het ene kind van drie jaar moet an
der speelgoed worden gekocht dan
voor een ander kind van de
zelfde leeftijd. Speelgoed moet een
kind aanspreken, pas dan kan het
leren er mee om te gaan. Daarom is
het ook onjuist", aldus onze zegsman,
„dat ouders graag kopen wat ze zelf
mooi vinden en de keus van hun kind
voorbijzien.
Een betrekkelijk nieuw verschijnsel
en naar mijn mening ook onjuist
is dat als één kind uit een gezin
verjaart alle anderen ook een kleinig
heid krijgen. Dat is aardig voor de
kleintjes, maar voor de wat groteren
is dat niet meer zo nodig. Zij moeten
leren hun beurt af te wachten.
Wat men vernielzucht van de kin
deren noemt is lang niet altijd
vernielzucht. Vooral de kleinere kin
deren gaan iets uit elkaar peuteren
niet omdat ze het kapot willen ma
ken, maar alleen maar omdat ze wil
len zien hoe een pop of een autootje
of een piepbeest er van binnen uitziet.
Daar stoppen ze wel mee op een ze.
kere leeftijd. Voor die tijd moeten ze
dus simpele dingen hebben, die ge
makkelijk te demonteren zijn.
Ten slotte nog de taak van de ouders
om met hun kinderen te spelen. Ze
moeten ook aandacht besteden aan
het speelgoed, anders verflauwt de
belangstelling van de kinderen. Ver
antwoord speelgoed en verantwoord
gebruik van speelgoed kan een leuke
gezinsband geven en bovendien heeft
verantwoord speelgoed een niet te
onderschatten opvoedkundige waar
de".
De moeder van twee kleine kinderen,
die wij vroegen naar het bedrag dat
ze uitgeeft voor Sint-Nicolaasge-
schenken voor de kinderen, vertelde
dat dit bedrag tussen de veertig en
vijfenveertig gulden ligt.
Voor het meisje is er een mooie pop
met zelfgemaakte kleertjes en voor
het jongetje een garage met auto-
tjes. Met de kleine geschenkjes mee
kosten de cadeautjes iets van 35,
Dan komt er nog wat suikerwerk bij
voor de kinderen en het ouderpaar.
Vindt U dit veel geld? Misschien wel.
Er zijn gezinnen, die een heel jaar
sparen voor een „goede" sinterklaas.
Een goed stuk speelgoed aan kinde
ren die daartoe opgevoed zijn, kost
nu eenmaal geld, maar het brengt
zijn geld op.
(Advertentie)
Ongelooflijk?
Maar het is
waar. Elke
vrouw, die de
was zelf doet
„verdient" een
kwartje per
uur. Laat
„DE ZON"
die zware was
van U overnemen
Belt U eens voor inlichtingen.
Wijngaardstr. 17
tel. 01100-7310
Ook voor chemisch reinigen.
De uitgeverij N.I.B. in Zeist is ongeveer een jaar of twee geleden begon
nen met de serie Stijl en Smaak. De eerste twee boekjes waren „Van
houwen en trouwen" en „Woonkitsch en wooncultuur". Met hoeveel zorg
ze ook waren samengesteld; één bezwaar hadden beide boekjes gemeen, na
melijk dit, dat ze waren afgestemd op geïnteresseerden in de onderwerpen,
die dan ook nog moesten beschikken over een zeer wel gevulde portemonnee.
Het derde boekje in de reeks Stijl en Smaak is dan nu ook van de persen
gekomen. Het kreeg als titel mee: „Als wij een huis mochten kiezen..." en
het is van de hand van W. H. N. van Eijkern, die ook schreef over woonkitsch
en wooncultuur. Gezegd moet worden dat de schrijver zijn stijl èn zijn op
vattingen trouw is gebleven in die zin, dat ook dit nieuwe boekje er uit
stekend verzorgd uitziet, het zit goed in elkaar, er worden interessante gege
vens verstrekt, maar het is weer duidelijk afgestemd op mensen, die over
vrij veel geld beschikken.
We hebben er geen bezwaar tegen, dat speciaal voor deze mensen boekjes
verschijnen, maar dat dient dan duidelijk te zijn aangegeven in de inleiding.
De illustraties duiden er vagelijk op. We krijgen grote ruime kamers te
zien, die nogal luxueus zijn ingericht en bovendien leuke, maar dure, archi
tectonische grapjes.
De titel „Als wij een huis mochten kiezen..." ziet er wel dromerig uit. Na
tuurlijk is het voor de meesten van ons zo, dat wij in gedachten wel eens
hebben uitgemaakt hoe het huis onzer meest vrome wensen er uit zou zien,
maar niemand zal veronderstellen, dat de schrijver voor ons een huis heeft
bedacht in zijn dromen. Mocht men al dat ideetje hebben bij het zien van
dit boek; de schrijver zal U graag en vlot uit de droom helpen. Het is be
doeld als een voorlichtend boekje en daaraan voldoet het naar onze mening
in het geheel niet.
„Sinterklazen zonder inspira
tie" hoeven tegenwoordig
niet meer te wanhopen: ze
kunnen op het laatste nipper
tje altijd redding zoeken in
het „bonnensysteem".
De platebon en de boeke
bon zijn in de geschenken-
sector helemaal ingeburgerd en
wie zich gewetensvol afvraagt
of zo'n „bonnencadeau" niet
wat erg prozaïsch en onper
soonlijk is, moet zich maar
voor ogen houden dat de mu
ziek- en literatuurliefhebber
juist met zo'n bonnetje altijd
bijzonder blij is!
Wat nog niet iedereen weet:
tegenwoordig is er ook de mo
gelijkheid om „bloemen per
bon" te schenken. De Neder
landse bloemisterij kent sedert
enige tijd de bloemencheque,
een waardebon (met een mini
mum van vier gulden) die in
een fraai papieren bloemetje
verpakt zit en op ieder gewenst
tijdstip kan worden besteed bij
een Van de dertienhonderd Ne
derlandse bloemisten die bij een
bepaalde bloemistenorganisatie
zijn aangesloten.
Men overweegt, dit bloemen-
per-b.on systeem ook tot het
buitenland uit te breiden. Want
bijna veertigduizend bloemisten
over vrijwel de hele wereld zijn
aangesloten bij deze organisa
tie die over een centraal ver
rekeningsinstituut beschikt.
Met een zogenaamde cadeau
bon kan men natuurlijk hele
maal alle kanten uit. In som
mige Nederlandse warenhuizen
kan men dergelijke cadeaubons
kopen en degene die ze ont
vangt, kan er voor kopen wat
hij of zij zelf wil: van levens
middelen tot lingerie, bij wijze
van spreken. Een cadeau-met
mogelijkheden, zo'n cadeau
bon.
«H ctPLt
Charmante en praktische mode
snufjes zijn de vlotte mutsen en de
grappige kraagvariaties. Boven
jabot en muts van wit bont (mo
del Ricci) vervolgens een scherm-
petje plus een stolakraag van
tweed naar een ontwerp van Dior
en daaronder een muts van otter
bont met oorbeschermers van che
nille. Geheel onder een simpele,
maar zeer modieuze japon. Leuk
gevonden is de lijn van de taille
dwars over het bovenlijfje naar
de schouder tot de kraag, die uit
loopt in een halve stola. (Model
Nina Ricci).
Dat schreef ik daar zomaar zonder
erg neer: de lange winteravonden.
Maar bij het sluiten van de envelop
dacht ik: Bestaan zij eigenlijk nog
wel Ach ja letterlijk wel, vanzelf
sprekend. De avonden van november
tot februari zullen nog wel even lang
zijn als vroeger, de natuur verandert
nu eenmaal niet zo snel als wij in ons
ongeduld.
Maar al zovele dingen heeft „de lan
ge winteravonden" buiten een letter,
fijke betekenis ook nog een behoor
lijke inhoud aan gevoelswaarde, en
die gloeit hier van gezelligheid, lamp
licht, kachelwarmte, rode wangen,
schitterende ogen, terwijl de klok
zachtjes maar onverbiddellijk voort-
tikt naar het moment dat de lange en
de korte haaks op elkaar staan: het
alleruiterste uur van kinderenbedtijd.
Want er is zoveel, zovéél te doen, te
horen, te beleven En, let wel, dat
alles heel en al met eigen middelen
en op eigen krachten.
Het mag niet veel kosten, maar dat
behoeft ook volstrekt niet, want wat
kun je al niet bereiken met een pa
pier en een potlood, een paar dobbel
stenen of een lapje stof. Misschien
dat er zelfs en boek aan te pas mag
komen een lekker dik boek met
onwaarschijnlijk ouderwetse plaatjes,
maar zelfs dat draagt op een of an
dere geheimzinnige manier tot de ge
zelligheid bij.
Er zou natuurlek om datzelfde span
nende boek een kleine interne oorlog
kunnen uitbarsten, want zien eten
maakt hongerig en zien lezen ver
wekt een onweerstaanbare neiging
om alle handenwerk er ogenblikkelijk
bij neer te gooien.
Maar de lange winteravond heeft
zijn eigen ongeschreven wetten;
en wie zich daaraan niet belieft te
houden kan er op rekenen dat het
klokje van gehoorzaamheid minstens
een uur eerder slaat. Wie een boek
meegebracht of in bezit heeft mag
het ook lezen, en de rest kan kiezen
uit alles wat er aan speelse bezigheid
voorhanden is. Mits, en dat zeer wél
te verstaan, niemand een ander in de
haren zit of hindert.
Praten kan er mee door, neuriën en
desnoods af en toe zingen haalt zelfs
de lezers niet uit hun verslonden
aandacht maar kibbelen en ruzie
maken zijn ten enen male ontoelaat.
baar: over plukharen of vechten
wordt niet eens gerept.
Rond de tafel onder de lamp heerst
een vanzelfsprekende godsvrede on
der het wakend oog van moeder en
het luisterend oor van vader als
deze zijn krant moet neerleggen of
zijn pijp uit de mond nemen is het
zaak zo gauw mogelijk in te binden.
Want de slaapkamer boven is koud
en donker, en geen groter straf dan
daar in alle eenzaamheid te moeten
luisteren naar het gezellige gegons
ver beneden. En bovendien: stel je
één ogenblik de kans voor dat vader
zijn krant uit heeft en zich laat be
praten een echt spelletje tric-trac
mee te doen en het je niet te laten
winnen.
Of dat moeder hét boek uit de linnen
kast gaat halen het dikke onge
looflijk spannende boek waaruit zjj
geregeld een hoofdstuk voorleest, bij
voorkeur op zaterdagavond, maar bij
volhardend bedelen wil zij zich mid
den in de week ook wel eens laten
vermurwen.
Dan hoor je geen dobbelsteen rollen
en geen lepeltje rinkelen, want zelfs
de jongste wil geen woord missen van
de belevenissen en beproevingen die
de jonge held van het verhaal moet
doorstaan, aleer hij zijn vader heeft
opgespoord of zijn lang gestorven ge.
waande moeder teruggevonden.
Stel je voor dat je dat ongelooflijk
heerlijk half uur in je kille bed
móest doorbrengen, en dan ten over
vloede nog gedwongen zijn te luiste
ren naar het lied dat ieder bij toer
beurt mag opgeven voordat de ge
zellige avondzitting wordt opgeheven.
Dat te missen, en door eigen schuld
nog wel, is een ballingschap nog kil
ler dan Siberië.
Wanneer U nu niet hartelijk lacht en
van de goeie ouwe tijd gaat meesmui
len of wanneer U geprikkeld
vraagt waar een dergelijke idylle nog
te verwerkelijken is: of ik misschien
nimmer van de radio, de t.v. en de
grammofoon heb gehoord, zo niet in
de eigen huiskamer dan toch stellig
bij de buren dan heb ik U waar
ik U hebben wil.
Want laten wij afspreken dat wij, on-
f eacht het heden, aan die lange win-
eravonden van het verleden de dier
baarste herinnering bewaren.
Dat was het: toen wisten de mensen
(Advertentie)
JAPONNEN
PAKJES
ROKKEN EN
BLOUSES
SCHELDESTRAAT 20-72 - VLISS1NGEN - TELEFOON 3996
nog wat echte gezelligheid was. Toen
kende je als kind geen groter genoe
gen, en nimmer in het later leven
sliep je in net zo'n warm geluksge
voel van veilig geboren te zijn in een
welbewaakt en welverzorgd nest.
Maar wat wilt U: de kinderen van
tegenwoordig zien je aankomen met
dergelijke eenvoudige, rustige genoe
gens. Die willen spanning, vertier,
luidruchtigheid, opwinding. Die houd
je geen vijf minuten bij een spelletje
en aan knutselen of handwerken krijg
je ze met geen stok.
Och: zijn het nu alweer de kinderen
die de schuld van de huidige on
rust dragen? Die beslist een televi
sietoestel moeten hebben en het leven
Advertentie)
speler
Het is een bewering die ik minstens
voor de helft in twijfel zou willen
trekken. Want kinderen veranderen
door de tijden heen niet zo heel veel,
en alle kinderen van alle generaties
zijn van nature verzot geweest op ge
zelligheid. Dat ligt in de rede: het is
hun natuurlijk instinct van de warme
veilige beslotenheid zoeken zolang zij
nog weerloos in het leven staan.
Zou niet tenminste een van de we
kelijkse zeven kunnen gereser
veerd blijven om als ouderwetse lan
ge winteravond te fungeren? Vergeet
nietde kinderen van vandaag hebben
zoiets nooit beleefd, het is voor hen
een even animerende belevenis als
een verkleedpartij.
Als wij de t.v. en de radio die ene
avond nu eens uitgeschakeld lieten
en het dambord of een oud gezel
schapsspel op tafel toverden. Als
wij eens chocolademelk met een wa
feltje schonken als wijlen Saartje, en
een lekker dik spannend boek achter
de hand hielden om voor te lezen.
Het kon wel eens een weergaloos sue.
ces blijken. SASKIA.
Advertentie)
Met de duimen achter de bretels van zijn blauwe
overal stond Auto-Basje op een kille morgen in zijn
vaders garage, waar het nog helemaal donker was. Al
leen in een hoek brandde een werklamp en dan natuur
lijk het rode lichtje bij het bordje ,jNiet Roken". ,JJat
wordt een drukke dag, Bas", zei 2?n vader die rinke
lend met de sleutels naar het magazijn liep om het ge
reedschap voor de dag te halen. Basje knikte, maar hij
had er zijn hoofd niet helemaal bij. Er was iets. Kwam
het nou door het weinige licht of omdat er nog nergens
gelachen of gefloten werd onder en tussen de auto's,
dat het zo somber leek in de garage t
Nee, nee, hij verbeeldde
het zich niet: zijn vrien
den, de auto's waren som
ber. Met doffe ogen stonden
ze voor zich uit te staren
en Karei de Grote, de
grootste vrachtwagen van
de garage, misschien wel
van het hele land, misschien
wel van de hele wereld,
hoestte alleen maar een
beettje en wou niet op
gang komen, zelfs niet toen
zijn chauffeur Klaas achter
het stuur ging zitten en op
de startknop drukte. En
Beer, het vrolijke takelwa
gentje, Basjes beste vriend,
stond met wit-beslagen rui
ten in een hoek en veerde
niet eens toen Basje hem 'n
vriendelijke duw tegen zijn
achterbak gaf.
„Hé," zei Bas, toen hij dat
zo een poosje had aange
keken, „wat is er met jul
lie?"
„De kou", pruttelde Karei
de Grote een beetje hees,
„we hebben vannacht geen
oog durven dichtdoen, om
dat we allemaal bang wa
ren dat we bevriezen zou
den".
„Ja", zei Beer nu ook „en
je weet wat het voor een
auto betekent als het water
in zijn buik bevriest. Eén
keer een bevroren motor
blok en we zijn er geweest"
,.Ja", zuchtten nu ook de
andere auto's in de garage
„dat is zo".
„Ooooo...", lachte Basje
„is het dat? Nou, wacht
maar eens, daar hebben we
toch zeker een middeltje
voor! Wees maar niet bang,
ik zal wel eens met m'n
vader en jullie bazen gaan
praten".
Met gewichtige stappen
ging Basje het magazijn
binnen, waar zijn vader op
een laddertje stond voor een
plank vol auto-onderdelen:
nieuwe koplampen, veren,
schroefjes, asbakjes, spie
geltjes, deurknoppen, vlag
getjes en alles wat mensen
in hun auto's moeten of wil
len hebben.
„Zeg, vader", riep Basje
omhoog, „wordt het geen
tijd voor de anti-vries?"
„Nou...", zei z'n vader, „ik
dacht dat het daar nog een
beetje te vroeg voor was.
Nee, jongen, dat kan nog
wel wachten, hoor. Ik heb
nog niets van vorst ge
merkt".
„Ja maar, de auto's zeg
gen...", begon Basje, maar
hij ging niet verder, want
alles wat de auto's en hij
samen bespraken was ge
heim. Hij wilde zich al weer
omdraaien om ze te gaan
zeggen dat ze zich nog
maar niet ongerust moesten
maken, toen hij opeens ver
baasd stilstond. Dirk, de
oudste monteur van de ga
rage, reed op zijn brom
fiets binnen door de grote
deuren. Dirk was wel een
beetje oud, maar toch nog
niet zo oud, dat hij al grij
ze haren had. En nu van
morgen had hij ze opeens
Spierwit stond zijn kuif bo
ven zijn rode gezicht.
„Hé Dirk!", riep Basje
„wat is er met..." Meer zei
hij niet, want zijn vader die
zich ook had omgedraaid
op zijn ladder kwam met
een sprong naast hem neer,
„Nee maar!", riep hij, „die
jongen heeft nog gelijk
ook! De ijzel zit je tot in
je haren, Dirk! Het heeft
dus echt gevroren".
„Wat je echt gevroren
noemt", lachte Dirk, die
zichzelf met gekruiste ar
men hard op zijn leren
schouders sloeg om warm
te worden, „zeker drie gra
den!"
„Tjonge", riep Basjes va
der, „ook dat nog. Dan moe
ten we aan de anti-vries
beginnen, mannen!"
Basje keek vlug om, maar
er was niemand anders dan
hij en Dirk. Dat „mannen"
was dus tegen hém ook!
Met een kleur van trots be
gon hij de busjes anti-vries
uit het magazijn te halen.
„Zie je, Beer", zei hij even
later tegen zijn vriend, de
takelwagen, „nou schroef ik
dadelijk de dop van je wa
tertank en geef je een
drankje. En dan kun je in
de kou staan wat je wilt,
je kunt rustig slapen, want
het water in je buik be
vriest niet meer".
„Gelukkig", zuchtte Beer,
die zonder mopperen het
vette drankje uit het anti-
vriesbusje helemaal inslikte
Ik wist wel dat jullie ge
lijk hadden", fluisterde Bas
je nog, „auto's weten zelf
toch zeker het beste wat
ze mankeert".
Tot het tijd was om naar
school te gaan, vulde
hij de magen van alle
auto's in de garage en al
lemaal glommen ze van
dankbaarheid omdat ze nou
niets meer gebeuren kon in
de kou. Basje bofte gewei
dig, want meneer De Bruin
kwam om half negen ben
zine halen voor zijn bestel-
wagentje, n,am Basje mee
en reed hem tot bij de
school. Omdat hij zo vroeg
op het plein was had hij al
le tijd om naar de verhalen
van andere kinderen te
luisteren die helemaal vol
waren van sinterklaas en
de dingen die ze in hun
schoen hadden gekregen.
„En jij, Bas?", vroeg er
één, „heb jij al iets gehad?"
Basje schudde zijn hoofd.
„Maar het is m'n eigen
schuld, zie je", zei hij er
gauw achteraan, „ik heb
vergeten mijn schoen te
zetten. In de garage draag
ik altijd klompen en die
laat ik daar 's avonds en
als ik dan boven kom en
gegeten heb, ben ik zó moe
dat ik aan geen schoen meer
denk".
Maar voor zichzelf besloot
hij toch om het nu van
avond niet te vergeten.
Toen de juffrouw alle kin
deren een tekening liet ma
ken, tekende hij alle auto's
van hun eigen garage, met
Beer voorop en de gedeuk
te auto van de schrijver he
lemaal achteraan. Aan het
stuur van elke auto zat een
zwarte pieterbaas en in
„Black", de deftige zwarte
auto, waarin zijn vader wel
eens een bruidspaar naar
het stadhuis moest rijden,
zat sinterklaas zelf. Het
dak was een eindje openge
schoven en de staf en mij
ter van sinterklaas staken
daaruit. „Een schitterende
tekening", vond de juffrouw
het. Basje knikte. „Ik leg
hem vanavond in mijn
schoen", vertelde hij haar
zachtjes.
„Nou, ik denk dat sinter
klaas daar blij mee zal zijn",
zei de juffrouw.
Met de tekening onder zijn
arm huppelde hij om
vier uur naar huis. Het was
nu al weer donker; alle
auto's hadden hun lichten
op. Om er vlug te zijn speel
de Auto-Basje dat hij zelf
een auto was, die snorrend
de bochten nam en telkens
even toeterde als een echte
auto sem voorbijstoof.
„Maar nu ga ik er één In
halen", zei hij hardop tegen
zichzelf, want in de verte
zag hij de achterlichten van
een auto, die snel dichterbij
kwamen. Hoe dat kon
merkte hij toen hij vlak bij
de auto was. Het was een
hoog opgeladen vrachtwa
gen, niet zo groot als Ka-
rel de Grote, maar toch
heel groot. De klep van zijn
reusachtige neus was opge
slagen en twee mannen van
wie je alleen de benen zag,
waren in het donkere hol
vol draden, stangen en
trommels gedoken om te
zien wat hun wagen man
keerde. „Nou begrijp ik
waarom ik je kon inhalen",
zei Basje tegen de onbeken
de vrachtwagen die er wat
zielig bijstond in de berm.
Maar opeens keek hij hele
maal niet meer naar de
auto, maar stond stokstijf
stil en staarde naar de vier
benen bij de motorkap. Wit
te kousen, fluwelen broeken
en glimmende schoenen met
zilveren gespen! Alleen al
aan die schoenen zou hij ze
herkend hebben! Pieterba
zen! Twee zwarte Pieten
midden op de autoweg! On
middellijk was Basje bij ze.
„Dag zwarte Pieten", zei
hij vriendelijk, „kan ik U
misschien ergens mee hel
pen?"
Tegelijk doken de twee
zwarte hoofden uit de mo-
torbak op. Ze keken heel
vriendelijk, maar schudden
hun hoofd. „Nee, jongetje".
We hebben pech. En jij
zult wel net zo min iets van
een motor afweten als wij".
„Nou...", zei Basje voor
zichtig en toen haastig, om
dat de zwarte Pieten hem
anders misschien een heel
eigenwijs jongetje zouden
vinden, „ik wéét niet zoveel,
maar onze garage is hier
vlakbij en mijn vader en
zijn monteurs zijn de beste
van het hele land. Dat zeg
gen al onze klanten".
„Dat is nog zo gek niet",
zeiden de Pieterbazen,
„want we weten ons geen
raad, zie je. We hebben
pech gekregen en nog wei,
nu, nou we op weg zijn naar
het kinderziekenhuis. Om
dat we zo zwaar geladen
zijn, zijn we een uurtje eer
der dan sinterklaas vertrok
ken, maar dadelijk zal hij
ons zeker inhalen en net zo
min weten wat we moeten
beginnen. Hij kan daar toch
niet zonder pakjes aanko
men!"
„Kom mee", zei Basje te
gen de jongste Pieterbaas,
„wij rennen samen naar de
garage en zijn over vijf mi
nuten terug met onze Beer,
de takelwagen en een mon
teur. En U", zei hij tegen
de oudste Pieterbaas, „let
intussen op of U sinterklaas
ziet langskomen en U zegt
hem maar dat wat er ook
gebeurt de pakjes voor het
kinderziekenhuis op tijd
zullen zijn".
„Ja maar, hoe...?", begon
de oudste Pieterbaas, maar
Basje had de jongste al bij
de hand genomen en ren
de met hem weg. „We zijn
zó terug!", riep hij nog.
En dat waren ze ook. Bas
jes vader zat aan hel
stuur, de zwarte knecht die
nog nahijgde van het hollen
zat naast hem en Basje
stond achterin met één arm
„Hoe kun je dat nu al we
ten?", vroeg zijn vader ver
baasd.
„Dat hoor ik toch", zei Bas
je, „ik zou KareiMid
den in de zin hield hij op
en trok zijn vader opgewon
den aan z'n mouw. „Ka-
rel!", riep hij, „Karei de
Grote kan ons helpen! Hij
komt helemaal leeg terug
van zijn tocht door het land.
Hij kan de pakjes voor Sin
terklaas wegbrengen".
„Als Klaas tenminste wil",
zei z'n vader, „hij is mis
schien erg moe".
stevig om de takelarm van
Beer heengeslagen. Het be
zorgde gezicht van de oud
ste Pieterbaas klaarde op
toen hij ze uit het wagentje
zag springen, maar hij bleef
niet lang vrolijk, want
Auto-Basjes vader floot be
denkelijk toen hij even in de
motorbak gekeken had. Hij
schudde zijn hoofd. „Dat is
geen appelepap", zei hij.
„daar ben ik wel een halve
dag mee zoet. De klep is
doorgebrand".
Basje schrok. De klep! Dat
is het hart van de auto wist
hij van zijn vader en een
halve dag is niets om dal
te repareren. Maar een hal
ve dag zou voor de Pieter
bazen, voor sinterklaas en
de kinderen van het zieken
huis een ramp betekenen!
Verslagen stonden ze elk
aar bij het licht van de kop
lampen aan te kijken. Ver
achter hen in een bocht do
ken twee lichtjes op.
„Daar komt sinterklaas",
wees de jongste Pieterbaas.
Basje schudde zijn hoofd
„Nee", zei hij, „dat is Ka-
rel de Grote".
twee handen uit naar de
redders in de nood.
„Jij hebt vast zin in een
ritje", zei hij tegen Auto-
Basje en hij wenkte hem
naast zich in de auto. En
nog voor Basje, die met een
gloeiende kleur op zijn wan
gen was ingestapt, wist wat
er gebeurde, reden ze al.
Voorop de vrolijke takelwa
gen Beer, die de vracht
auto van sinterklaas aan
zijn sterke arm voortsleepte.
Daarachter Karei de Grote
met een laadbak vol pak
jes die de zieke kinderen
zouden doen juichen en daar
weer achter de blinkende
auto van sinterklaas met
naast zich het gelukkigste
jongetje van he hele land:
Auto-Bas, die geen tijd had
gehad om zijn schoen ta
zetten en de prachtige teke
ning nog altijd op een rol
letje in zijn had had!
(Wordt vervolgd).
„Natuurlijk wil ie!", juich
te Basje en hij trok de zak
lantaarn met het rode licht
je uit zijn vaders hand en
zwaaide ermee naar de aan
rijdende vrachtwagen. En
natuurlijk wilden Klaas en
Karei de Grote helpen. Met
man en macht werkten ze
om alle pakjes uit de ene
laadbak over te laden in de
nog veel grotere van Karei
de Grote. En net toen ze er
het dekzeil over spanden,
naderden weer 2 lichtjes
Sinterklaas zelf, precies als
op de tekening van Basje in
een grote glanzende auto
met zijn mijter en staf even
boven het open dak uitste
kend!
Eerst keek hij heel bezorgd,
maar toen zijn knechten
hem vertelden hoe Basje,
zijn vader en Klaas en Ka-
rel de Grote ze geholpen
hadden, straalden zijn vrien
delijke ogen en stak hij