Operatie „Walrus"
Patterson behield in
Toronto bokstitel
PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer
NIEUWE
EERSTE NEDERLANDSCHE
Waar zijn onze schepen?
WOENSDAG 6 DECEMBER 1961
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
11
(Advertentie)
N.E.N
MCNEELY NEGEN MAAL NEER
Wereldkampioen Floyd Patterson heeft zijn bokstitel opnieuw niet succes
verdedigd. Nog geen vier ronden heeft de 24-jarige Tom McNeeley, Patter
sons negende tegenstander in een gevecht met de wereldtitel als inzet, tegen
de kampioen standhouden. Twee minuten en eenenvijftig seconden was de
vierde ronde oud, toen inderdaad gebeurde, wat de toeschouwers al lang
hadden zien aankomen McNeeley ging knock-out, na in totaal negenmaal
neer te zijn geweest.
Liston zegevierde ook
De 26-jarige Patterson, die van zijn
voorgaande 39 gevechten er 37 ge
wonnen had, waarvan 28 door
knock-out, had zijn titel behouden.
Voor McNeeley was het de eerste
maal, dat hij als professiónal een
nederlaag leed. In zijn 23 voor
gaande gevechten had hij steeds
als overwinnaar de ring verlaten.
Daarbij moet men echter in aan
merking nemen, dat Floyd Patter
son voor de „onbekende uit Bos
ton," zoals McNeeley werd ge
noemd, de eerste tegenstander van
formaat was.
Reeds in de eerste ronde bleek, dat
het krachtsverschil tussen de twee
boksers te groot was. Toen reeds ging
McNeeley voor acht tellen neer, wat
hem later nog achtmaal zou overko
men (vijfmaal in de derde en driemaal
in de vierde ronde). Patterson, wiens
stoten veel harder en zuiverder wa
ren, ging in de derde ronde even neer,
maar was al op de been voordat de
scheidsrechter met tellen kon begin
nen.
De publieke belangstelling voor het
gevecht, dat in Toronto (Canada)
werd gehouden, bleef onder de toch
al niet hoog gespannen verwach
tingen. Van de 12.000 plaatsen in de
Maple Leaf Gardens waren er slechts
6000 bezet en dat in een stad, die
1.800.000 inwoners heeft.
De toeschouwers kregen overigens
voor hun geld twee topgevechten te
zien, want als speciale attractie kon
men voor de aanvang van het titelge
vecht op vier reusachtige schermen
een directe televisieuitzending van het
duel tussen Sonny Liston en Albert
Westphal volgen.
Hoe weinig men in de kansen van
McNeeley geloofde, blijkt uit een op
merking, die werd geplaatst nadat
Liston zyn tegenstander in de eerste
ronde k.o. had geslagen „Als ze een
man zoeken, die recht heeft op een
titelgevecht, moeten ze Liston nu
meteen hier naar toe halen."
McNeeley bleek bij de weging voor
het gevecht bijna 4 kg zwaarder te
zijn dan Patterson (89,35 kg tegen
85,49 kg).
Koeperman wint in
strijd om damtitel
De zestiende party van de tweekamp
om het wereldkampioenschap dam
men tussen titelhouder Tsjegolew
(Rusland) en diens landgenoot Koe
perman, dinsdag te Leningrad ge
speeld, is door Koeperman gewon
nen.
Tsjegolew, die met wit speelde, capi
tuleerde na 50 zetten.
Koeperman had ook de eerste partij
gewonnen en aangezien de overige
tot dusver gespeelde partijen in re
mise waren geëindigd, leidt de uit
dager nu met 18-14 punten.
VOLLEYBAL
Uitslagen van de volleybalwedstrij
den van de^afdeling Zuid-Beveland,
gespeeld te Goes.
DAMES: DW—EGVC 1—3, EGVC
DW 3—0.
HEREN: Bazo—EGVC II 1—3, As-
tra II—EGVC I 0—3, EGVC II—
EGVC I 1—3.
In Hulst werden gespeeld de wed
strijden Terhole IAstra I en Ter
hole IIAstra I. De uitslagen zijn
momenteel nog niet bekend.
De wedstrijden Terhole IDAW 's-
Gravenpolder en Terhole IIDAW
's-Gravenpolder zijn uitgesteld en
worden gespeeld op 16 december a.s.
Moeilijkheden voor de
intertoto-competitie '62
Het ziet er voor de intertoto-compe
titie 1962 niet gunstig uit. De voor
naamste moeilijkheden voor het toer
nooi worden gevormd door de eind
ronden van het wereldkampioen
schap, die in juni 1962 in Chili wor
den gehouden. Een voorstel in ver
band, hiermee, de wedstrijdenreeks in
de eerste week van mei te laten be
ginnen, bleek onuitvoerbaar omdat
dan een groot aantal nationale com
petities nog niet is afgelopen. Hoe
wel er nog weinig concreets is be
reikt, kan toch wel worden gezegd
dat ten hoogste vijf landen aan het
toernooi deelnemen, n.l. Zweden,
West-Duitsland, Nederland, Oosten
rijk en Zwitserland. Lo Brunt, de se
cretaris-penningmeester van de K.N.
V.B., heeft, evenals de Zwitserse af
gevaardigde, een voorbehoud ge
maakt. De deelneming van deze twee
landen is dus nog niet geheel zeker.
Indien het toernooi doorgang zal vin
den zal het wat opzet betreft gelijk
zijn aan de intertoto-competitie van
dit jaar. De eerste ronde vergt dus
weer zes weken. Als eerste speeldag
is zondag 17 juni voorlopig aangewe
zen.
De vertegenwoordigers van de vijf
voor 1962 geïnteresseerde landen zul
len waarschijnlijk in januari nog
maals bijeen komen.
Aan het intertoto-toernool van dit
jaar namen acht landen deel. Oost-
Duitsland, Polen en Tsjecho-Slowa-
kije, toen wel van de partij, zullen
volgend seizoen ontbreken.
KREEFT 4 tc Rotterdam
STAD UTRECHT 4 v R'darn 11
AClLrt 4 V shcllhovcn n Ham-
4 120 m. n.
4 OuHunt r
L»oo«
GEESTAR 4 l
(Dominica)
CALTEX UTRECHT 4 290 mijl O.
v. Mogadiscio
CALTEX ARNHEM 4 25 mijt n.
CALTEX DELFT 4 vi Bahrain n.
CALTEX MAORIO 4 v. Rotterdam
n. Sldon
CALTEX ROTTERDAM 4 20 mijl OO&TKERK
CASAMANi
OAHOMEYKUUST 4 op rede Ldgot
S mijl w. y.
p. 4 Texel I.e.
PHILIPPIA S te
PRINS RILLEM II 4 SO fr
X.Z.W. v. LiataBon
l DORDRECHT S te S
ESSO ROTTERDAM 4 OOO mijl
o.x.o. v. Bermuda
1 200 mijl o.
W0NO5080 S
p. 4 Gibraltar
310 mijl n.o. v
JOSEPH FRERING 4 150 ml
i Las Pal mos
LLOYO 4 90 m. W.
TJIWANGI S
ANNENKEKK d
KOPIONELLA 4
KATELYSIA 4
4 125 m. W.x.l
Trinidad te
SKADI 4 w. Tarncuttn te Ceuta
ENEGAL 4 150 m. x.w. v.
Flnisterre
9IN0N 4 90 mijl n.i. v. Floret
SOESTOIJK 130 mijl x.o. v.
I BOEHMER 4
1963. Kapitein Solon keek
zijn vriend van de Aarde
een beetje glazig aan. „Wat
bedoel je? Wat voor plan?"
vroeg hij. „Luister, alle
maal," riep piloot Storm
zijn lotgenoten toe. „Wij
moeten hier niet rustig blij
ven zitten wachten op het
noodlot, maar een werkelijk
intensieve poging doen om
onze vrijheid te herwinnen.
Als we enige tijd onze ge
dachten van het idee af
brengen dat wij machteloze
gevangenen zijn, dan kun
nen we» daarna misschien
een uitbreekpoging doen en
zien wat er gebeurt." Er was een korte stilte,
toen knikten enkelen van de Argol-bemanning
begrijpend. „Deze verdoving, of wat het ook
moge zijn dat ons zo vreemd beïnvloedt, weer
houdt ons er eigenlijk van op normale wijze
een ontsnappingspoging te wagen. Myn hoofd
gonst en ook ik zou niets liever willen dan mij
neerleggen en slapen. De Targani's weten dat
zij deze macht over ons hebben; daarom ne
men zij zo weinig voorzorgsmaatregelen en
verwaardigen zich niet eens wapens bij zich
te dragen. Maar wij moeten alleen dat gevoel
van machteloosheid van ons afschudden en een
gezamenlijke, grootse poging tot ontsnappen
wagen!" Arends heftige woorden maakten
diepe indruk op de anderen, die opeens weer
een weinig hoop kregen. Hen aanziend, besefte
onze piloot, hoe wankel die hoop In feite was.
De kerels zagen er afgemat uit, want al die
tijd dreunde het maar voort in hun oren en
hersenen, als bij een zware koorts. En als zij
al ontsnapten, hoe konden zij dan ooit de Ar-
gol weer bereiken, dwars door het dichte
woud, dat wemelde van de vijanden
Conflict in handbalwereld
Bestuursleden afdeling
Zeeland willen aftreden
In het conflict t lissen de afdeling
Zeeland van de Ned. handbalbond en
de gezamenlijke Walcherense hand
balverenigingen doen zich nieuwe
complicaties voor. De voorzitter, de
heer J. A. Viergever en de secretariB,
de heer A. Heyens van het bestuur
van deze afdeling zijn voornemens
hun functies neer te leggen.
Het conflict is, zoals gemeld, ont
staan doordat de Walcherse vereni
gingen, die uitkomen in de districts
klas hun thuiswedstrijden niet in
Goes, maar in Middelburg wensen te
spelen. De heer Viergever zal zijn
werkzaamheden als voorzitter direct
neerleggen, de heer Heyens zal de
lopende zaken tot 1 januari 1962 af
wikkelen.
De heer Viergever was zes jaar voor
zitter, de heer Heyens vervulde 14
jaar de functie van secretaris.
Rentmeester en De Roo
in commissie profrenners
De plannen om te komen tot de op
richting van een vereniging voor be
roepsrenners en onafliankeujken heb
ben vaste vormen aangenomen. Wim
van Est, de initiatiefnemer, heeft te
zamen met drie coureurs, Jo de Roo,
Michel Stolker en Piet Rentmeester
een commissie gevormd, die zich
diepgaand heeft beziggehouden met
de vele problemen, die de beroeps wie
lersport tegenwoordig opwerpt.
De commissie heeft besloten alle
profs en onafhankelijken byeen te
roepen voor een vergadering op 14
december in Breda. Men hoopt tot
oprichting van de vereniging te kun
nen overgaan.
De behoefte van het zich verenigen
wordt de laatste tijd steeds sterker
gevoeld als gevolg van de groter ge
worden invloed van de extra-sportie
ve merken. De moeilijkheden, die tal
van renners met het afsluiten van
contracten hebben, maken een juri
disch adviseur noodzakelijk en ook de
steun van een medisch adviseur is
volgens de commissie onmisbaar.
Verder zijn er dan nog diverse alge
mene wensen op sociaal terrein en de
verzekering. Het voornaamste doel
van de vereniging zal toch in elk ge
val zijn de beroeps-wielersport op een
hoger plan te brengen een en ander
in nauwe samenwerking met de Ko
ninklijke Nederlandse Wielren Unie.
De vergadering van 14 december zal
onder voorzitterschap staan van Wim
van Est.
KERKNIEUWS
NED. HERV. KERK.
Aangenomen naar Alkmaar A. v. d.
Bovenkamp te Engwierum, die be
dankte voor Vroomshoop; benoemd
tot industriepredikant te Arnhem T.
F. Warffemius te 's-Heer-Abtskerke.
GER. KERKEN.
Beroepen te Hoofddorp Z. C. Ver-
sluljs te Schoonhoven; beroepen te
Oosternijkerk C. van Noort, kandi
daat te Rotterdam; bedankt voor
Dokkum P. A. Bohlmeijer te Oost
en West-Souburg; bedankt voor
Drachten G. Heijerman te Nijverdal.
GER. KERKEN VRIJGEMAAKT.
Aangenomen naar Hattum R. Hou
wen te Zuidhorn, die bedankte voor
Grand Rapids.
CHR. GER. KERKEN.
Beroepen te Broek op Langedijk W.
Steenbergen te Meppol.
REMONSTRANTSE
BROEDERSCHAP.
Aangenomen naar Den Haag B. Nlj-
holt, hervormd predikant te Tiel.
GER. GEMEENTEN.
Beroepen te Genemuiden P. v. d. Bijl
te Barneveld die bedankte voor El-
speet; bedankt voor Clifton U.S.A.
A. Vergunst te Rotterdam.
Adrie Lasterie Nederlands
beste all-round zwemster
De Naardense zwemster Adrie Las
terie is Nederlands beste allround
zwemster. Dit werd zondagmiddag
uitgemaakt in het zwembad aan de
Heiligeweg in Amsterdam. Adrie
Lasterie Kwam tot een totaaltijd
over vier nummers van 300,4 sec. Na
haar volgden Marian Heemskerk
(Robben) 303 sec, Tineke Lagerberg
(Naarden) 311,5 sec. en Ada Kok
(H.D.Z.) 321.5.
Leo Horn voorgedragen als
scheidsrechter voor Chili
Leo Horn jr. uit Bentveld is als eni
ge Nederlander voorgedragen als
scheidsrechter voor het eindtoernooi
om het wereldkampioenschap voet
bal. dat in juni 1962 in Chili wordt
gehouden. De scheidsrechterscom-
missie van de F.I.F.A., waarvan ook
de Nederlander K. L. van der Meer
deel uitmaakt, heeft een lijst van 27
arbiters opgesteld. De mogelijkheid
bestaat nog dat 't organisatiecomité
volgende maand namen van deze
lijst afvoert.
Bij het toernooi om het wereldkam
pioenschap 1958 in Zweden vertegen
woordigde de heer J. Bronkhorst uit
Velp Nederland bij de arbiters.
Heden overleed plotse
ling, tot onze diepe
droefheid, onze gelief
de man, vader, be-
huwdvader en opa
TH. VAN GEMERT
op de leeftijd van bijna
72 jaar.
Namens de familie,
kinderen en klein-
kinderen,
C. van Gemert-
Korsuïze
Wolphaartsdijk,
5 december 1961,
Papeweg.
De begrafenis zal
plaatsvinden op vrijdag
8 december 1961 te
14 uur.
Heden behaagde het de Here van ons weg tc
nemen, zacht en kalm, onze geliefde man, vader,
behuwd- en grootvader, de heer
JACOBUS SLABBEKOORN,
op de leeftijd van 60 jaar.
Biezelinge: M. SlabbekoornMaat
Vllssingen: M. J. Coppoolse-Slabbekoorn
D. Coppoolse
Yerseke: Th. J. M. SteketeeSlabbekoo::.
P. Steketee
Baarland: A. J. TraasSlabbekoorn
C. J. Traas
En kleinkinderen. J
Biezelinge, 5 december 1961.
Nieuwe Kerkstraat 41.
De begrafenis zal D.V. plaatsvinden op 8 decem
ber 1961. Vertrek van het sterfhuis om 14.00 uur.
Geen bloemen.
FEUILLETON
23
Binnen een paar seconden lagen we
stil en dobberden zachtjes op het
rimpelige water. Ik nam de kijker
van Colin en bekeek aandachtig het
strand van de drie eilanden.
„Het beste kun je die nemen", zei
Colin wijzend. „Als we dan weg wil
len, helpt de wind ons een handje".
Daar was ik het mee eens en gaf
wat gas om de baai over tc taxiën
naar het tegenover gelegen strand
dat lag te schitteren binnen zijn om
zoming van palmbomen en onwaar
schijnlijk wit was. Colin klom naar
buiten "op de voorkant om een oogje
op de rotsen en zandbanken te hou
den en hij ging op de boeg zitten,
waardoor de neus van de Walrus die
per in 'net water zonk.
Zonder ongelukken bereikten we het
strand en Colin sprong aan de wal,
door het ondiepe water wadend. Ik
zette de motor af en riep hem toe
de Walrus net zover op het strand te
trekken dat hij niet weg kon drijven.
„Kom daarna aan boord om me te
helpen". Mijn stem klonk onna
tuurlijk luid in de stilte na het lawaai
door JOHN JOiY
van de motor.
Verstijfd kwam ik uit m'n stoel over
eind en draaide me om teneinde naar
Caswell te kijken. Ik bemerkte dat ik
licht beefde en ik voelde me weer erg
misselijk. Terwijl ik me tussen de
twee stoelen doorwrong klom Colin
door het luik naar binnen. We keken
op het lichaam van deze vreemde,
stille man neer, die we nauwelijks
hadden gekend, die maar heel even
in ons leven was gekomen en die nu
dood aan onze voeten lag.
„Wat zullen we met hem doen?"
vroeg Colin met een fluisterende
stem die nauwelijks te horen was bo
ven het geklots van het water Legen
de romp.
Ik knielde neer en voelde Caswells
hart en pol3. Er was geen spoor van
leven. Ik opende z'n oogleden die stijf
samengeknepen waren alsof hij onder
hevige pijnen gestorven was en de
dode ogen staarden naar me op.
„Hij is morsdood", zei ik, hoewel ik
tevoren nooit een dode gezien had.
„Wat zullen we doen?" vroeg Colin
weer.
Er waren honderden vragen die drin
gend beantwoord moesten worden en
de vraag wat er met Caswells
lichaam gedaan moest worden, vond
ik niet de belangrijkste. We konden
het aan de wal begraven, of in de
baai gooien, dat maakte niet veel uit.
Het grote probleem was, te weten
wet er verder gedaan moest worden
en boveual moest ik mijn angst en
verwarring voor Colin verbergen, die
klaarblijkelijk door het gebeurde heel
erg ontdaan was.
Om tijd te winnen boog ik me weer
over het lichaam van Caswell Ik
vroeg me af, hoe je er absoluut zeker
van kon zijn, dat een man dood was.
Als hij bij toeval nog in leven was,
maar zwaar gewond, moesten we
hem dan naar de kruiser terugbren
gen of hem opofferen terwille van
de urgentie van de onderneming?
Hij moest dood zijn. Een kogel was
z'n rechterslaap binnengedrongen,
was dwars door z'n hoofd gegaan en
er aan de andere kant weer uitgeko
men. Een andere had hem in de rug
getroffen.
Ik keek op naar de romp en zag
vier of vijf gaten met scherpe pun
tige randen in de stuurboordzijde
juist achter de deur en aan bak
boord zater overeenkomstige gaten
vlak achter het tussenschot, waar
mijn stoel tegen gemonteerd was. Er
waren er een paar, die vlak bij m'n
rug zaten. Ik vroeg me af of de ra
dio nog wel in orde was.
Ik had nog tijd nodig en ik wilde
even alleen zijn om te denken, maar
Colins ogen volgden al mijn bewe-
Er was belangrijk werk te
foen. „Trek je kleren uit", zei ik,
„en ga het water in. Voel met je
handen langs re romp of we nog
ergens anders geraakt zijn, vooral
onder de waterlijn. Ik kom zo bij je".
Colin staarde me nog even aan, stond
dan langzaam op en zich een wei
nig bukkend in de lage cabine, be
gon hij zijn kleren uit te trekken.
„Kijk ook goed naai de bekleding
van de roeren", riep ik hem toe, ter
wijl hij zich over de zijkant in het
water liet zakken.
Zodra hij weg was, doorzocht ik Cas
wells kleren, nam alles uit z'n zak
ken en trok de etensrantsoenen los
van waar hij ze had vastgenaaid.'
Daarna stapelde ik zijn veldfles, pis
tool, mes en munitie op de stoel waar
hij op gezeten had en nam z'n horlo
ge en een gouden ring, die hij aan
zijn linkerhand droeg. Toen ging ik
naar het luik omdat ik dacht dat ik
moest overgeven.
Colin stond bij de staart tot zijn mid
del in het water. „Tot nu toe niets",
riep hij toen hy me zag. „Alleen de
vijf gaten bij de deur en nog twee
in de stuurboordvleugel".
Hij dook onder water en ik zag hem
met z'n handen langs de romp tasten.
Ik begon m'n kléren uit te trekken en
een paai- minuten later voegde ik me
bij hem. Samen gingen we het hele
gedeelte onder water na, maar von
den niets. Daarna klommen we op
de boeg en keken de motor, de vleu
gels en het. oppervlak van de roeren
na.
Alles was in orde en het was nu tijd
geworden om beslissingen te nemen.
Met Colin achter me liet ik me weer
in het water zakken en waadde naar
de kant. Het strand was ongeveer
vijf meter breed, we staken dit over
en stonden stil brj de eerste rand van
palmbomen.
Hoe diep denk je dat het zand gaat?"
vroeg ik en we knielden samen neer
en begonnen te graven. Na ongeveer
twintig centimeter werd de grond
te hard om met blote handen weg te
krijgen. „Dit moet voldoende zijn",
zei ik.
„Waarom?" vroeg Colin.
„We moeten hem begraven".
„Hier?"
„Ja".
We keken elkaar zwijgend aan en
gingen toen aan het werk. Weldra
hadden we een ondiepe sleuf gegra
ven van ongeveer twee meter lang en
ik stond op, terwijl ik het zand van
m'n handen sloeg. „Blijf even hier",
zei ik.
Haastig ging iknaar de Walrus terug
en hees mezelf naar binnen. Ik moest
weer even alleen zijn om me voor de
1 laatste maal ervan te overtuigen
dat Caswell dood was. Ik luisterde
naar zyn hart met myn hoofo dicht
tegen z'n borst en voelde z(jn pols
met de toppen van mijn vingers. Er
kon geen twijfel bestaan, hij was
dood.
Ik ging naar het luik van de schut
ter, aan het eind van de cabine en
wenkte Colin, die door het water naar
de romp kwam waden.
„Neem z'n schouders", zei ik.
Zo snel en voorzichtig mogelijk til
den we hem uit het vliegtuig en droe
gen hem naar het graï, waar we
hem inlegden. We aarzelden nu bei
den, ervan terugschrikkend, hem met
zand te bedekken.
„Moeten we niet iets zeggen?" vroeg
Colin.
„Niet eerder dan nadat we hem heb
ben toegedekt", zei ik en we knielden
Vlug neer en het zand byeen schra
pend en opscheppend van het strand
bedekten we Caswells lichaam zo
goed we konden en maakten van
het zand een zo net mogelijke hoop.
Daarna gingen we onhandig elk aan
een kant van het graf staan. Een
ogenblik dacht Ik erover, een stuk
drijfhout naast hem in de grond te
steken en daar zijn herkenningsplaat
je aan te hangen; maar ik "besloot
dat niet te doen, toen ik bedacht dat
geen enkele aanduiding waarschijn
lijk de bedoeling van Pearson zou
zijn.
„Wat zullen we zeggen?" vroeg Co
lin. „Weet jij iets van begrafenis-
gebeden?"
Ik schudde m(jn hoofd. „Laten we
ieder voor onszelf wat zeggen,"
stelde ik voor en weer stonden we en
kele ogenblikken onwennig stil. Ik
probeerde aan Caswell te denken
maar er was in myn gedachten alleen
maar plaats voor angst en zorg over
wat er nu gedaan moest worden, zo
dat ik me omdraaide en over het
strand vooruit liep naar de Walrus.
(Wordt vervolgd)