„Dit is de lekkerste die ik ken!"
sucrosa
Lezers schrijven
PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer
De groene hel
VAN PRINSES GEEN KWAAD!
NIEUW
BROOD!
Het blanke mysterie van de Matto Grosso
DONDERDAG 31 AUGUSTUS 1961
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
13
die lekkere
shag in de handige
platte doos 95 cent
bevestigt CAPTAIN GRANT
De geurige halfzware shag „'Captain Grant" wordt
op een heel bijzondere wijze gemêleerd. U proeft
het direct. U ruikt het direct. Een pracht-shag!
U herkent Captain Grant, Waar U ook benhaan het
milde aroma van 's werelds fijnste tabakken.
Spaar de plaatjes voor het Interessants Schepenalbum «Van Stoom tot Atoom
Bestrijdt het leed
dat kanker keet
Wanneer in onze omgeving iemand
ernstig ziek ligt, is er soms een mach
teloos gevoel van méér te willen hel
pen en méér te willen doen voor
die ene, bepaalde patiënt. Dit blijkt
veelal onmogelijk. Dan helpt het te
weten, dat de ziekte, met alle an
dere patiënten, de steeds groeiende
kennis van medische deskundigen ten
goede komt. Want de vorderingen
zijn onmiskenbaar.
Wetenschapsmensen werken nu rus
teloos aan het ingewikkelde moeiza
me en tijdrovende kankeronderzoek.
Dit onderzoek is zeer kostbaar. Het
Koningin Wilhelmina Fonds tracht
hier elk jaar ongeveer 2 miljoen gul
den voor in te zamelen.
Dank zij de collectes heeft het fonds
In de twaalf jaar van zijn bestaan
veel tot stand kunnen brengen.
Vrijdag 1 september kunnen wij al
len opnieuw „meewerken" aan de
bestrijding van kanker, door gul te
gevèn aan de collecte van het Konin
gin Wilhelmina Fonds.
Kon. Wilhelmina Fonds,
afd. Goes.
|CS-°SN
'"SCHJ
de nieuwe zoetstof zonder saccharine
Tilburger grossierde
in gestolen fietsen
Een 33-jarige Tilburger, die in de
afgelopen jaren tienlallen verschil
lende baantjes heeft gehad en die
laatstelijk als pompbediende werk
zaam was, blijkt zich sinds juni te
hebben gespecialiseerd in het stelen
van rijwielen en bromfietsen.
Hij liep tegen de lamp, toen hij zich
in' Arnhem van een fiets meester
maakte. De man bekende toen nog
twee diefstallen, ook in Nijmegen.
Tot nu toe heeft hij toegegeven zich
in zestien verschillende gemeenten
te hebben meester gemaakt van 24
fietsen en zes bromfietsen, die hij
gewoonlijk per trein naar Tilburg
verstuurde, waar een heler zich over
ds buit ontfermde.
Misbruik voor reclame
Uw kantlijn van dinsdag 29 aug. j.l.
over het nieuwe tijdschrift „Prinses"
zal door velen met genoegen zijn ge
lezen. Na het veelvuldig misbruik van
onze nationale driekleur blijkt ook
de foto van onze kroonprinses niet
veilig meer voor dergelijke reclame-
jagers.
Is er niet een wettelijke bepaling dat:
zonder voorkennis en toestemming
geen foto's van het koninklijk huis
voor commerciële doelstelling mogen
worden gebruikt.
Goes H. T.
Wijngaardstr. 34.
West-Berlijn verplaatsen?
Antwoord aan ds. Pennings
Het beoordelen van uwe antwoorden
in de P.Z.C. van 24 dezer op mijn
vragen laat 11c aan de lezers over,
alleen op uw punt 5 de volgende
opmerking:
U gaat ervan uit dat in mijn tekst
zou staan het woord „ongelijkheid".
Dit is een merkwaardige vergissing,
want ik heb het woord „gelijkheid"
toegepast. Voor mij blijft bestaan het
demonisch-satanische, gelijke ka
rakter van het Duitse nationaal-so-
cialisme en van het communisme van
Russische, Oostduitse en soortgelijke
dictaturen.
Vlissingen,
H. Ehrlich.
Naam van weekblad
Toen ik het artikel „Kantlijn" in de
P.Z.C. van dinsdag j.l., dat handelde
over het nieuwe damesweekblad
„Prinses", had gelezen, kreeg ik er
echt zin in om me te scharen in de
rijen van de ingezonden stukken-
schrijvers. Het wil me voorkomen dat
onze kantlijn-scribent, die zijn stuk
ondertekent met een zwart vierkan
tje, het nieuwe blad ten onrechte
zwart maakt.
Ik denk, dat de schrijver pas van
vakantie terug is. Hij heeft veel last
gehad van regen en storm en uitge
rekend op de eerste dag, dat hij weer
werken moet, begint de zomer van
1961. Hij ziet van achter zijn schrijf
bureau mensen, gelukkiger dan hij,
naar het strand trekken om er prins
heerlijk te genieten van de zon en de
zee en misschien ook nog van het
pas verschenen eerste nummer van
„Prinses". Die mensen weten van de
prins geen kwaad, laat staan van de
prinses. Maar onze scribent wel. Die
heeft zich geërgerd aan de propa
ganda, die er voor dit nieuwe blad
gemaakt is. Hij heeft daarin een ver
warrend raffinement ontdekt.
Wat is namelijk het geval De uitge
vers van „Prinses" hebben voor het
omslag van het eerste nummer een
foto uitgekozen van prinses Beatrix
en dan staat er nog een kroontje op
ook. Zodoende wordt er gesuggereerd
dat prinses Beatrix iets met deze uit
gave heeft te maken, aldus.de kant
lijn-schrijver. Ik vermoed dat hij de
eerste is, die op deze gedachte geko
men is. Maar dat komt natuurlqk
vanwege de boven geschetste situa
tie. En ik wil het hem dan ook best
vergeven, dat hij nu zo'n zuur artikel
tje heeft geschreven, dat naar mijn
gevoel kant nog wal raakt en waarin
ik ook niet bepaald een goede lijn
kan ontdekken.
Recht door zee
Ik moet zeggen, dat de uitgevers van
„Prinses" recht door zee gaan. Zo
hebben in de propaganda eerlijk ge
zegd en in het eerste pas versche
nen nummer wordt het ook openlijk
geschreven, dat „Prinses" een dames
weekblad is op protestants-christelij
ke basis. Het wil zeer bepaald niet
neutraal zijn en ook niet verzwijgen
uit welke hoek het komt om maar
zo veel mogelijk abonnees te krijgen.
Neen, het wil trachten op te komen
voor de protestantse beginselen,
waarvan gelukkig nog vele mannen
en vrouwen weten, dat ze het leven
inhoud geven.
„Wij kozen voor ons nieuwe blad
de naam „Prinses" omdat van die
naam, vorstelijke waardigheid, gratie
en charme uitgaat", aldus het eerste
nummer van dit blad.
En wat is èr tegen, dat dit eerste
nummer de afbeelding draagt van
onze kroonprinses Ik geloof niet,
dat daar nu achter gezocht moet
worden wat de kantlijn-schrijver er
achter zoekt. Zijn betoog kan me eer
lijk gezegd niet overtuigen. Ik vind
het eerder een stijlvol begin. Het zou
van minder gevoel voor stijl getuigd
hebben wanneer we een afbeelding
van een of andere prinses uit het
koninkrijk van de film of van de
mode op het eerste nummer hadden
zien prijken.
Ik stel me voor, dat een eerste num
mer van een herenweekblad „Presi
dent" in Frankrijk of de Verenigde
Staten voorzien zou zijn van een por
tret van De Gaulle respectievelijk
Kennedy, zonder dat Fransen en
Amerikanen ineens gingen denken,
dat hun president iets met die uit
gave te maken had.
Heeft de kantlijn-man zich wel eens
geërgerd aan een ander damesweek
blad, dat zelfs de naam draagt van
één der prinsessen? Hij moet zich
dan nu toch eens afvragen of dat
wel in orde is.
En wat de vergelijking betreft met
de Duitse verklezingsprent, ik geloof,
dat by enig nadenken overduidelijk
wordt, dat het daar toch heel anders
ligt.
Zeker, onze kroonprinses staat boven
de partijen en de groeperingen van
ons volk maar daarom mag een be
paalde groepering toch zeker wel
duidelijk laten zien, dat zrj positief
en dankbaar staat tegenover die
kroonprinses. Wanneer we zo iets
gaan vermijden komen we juist tot
die kleurloze neutraliteit, waar „Prin
ses" juist tegenop wil komen.
En daarom ben ik blij met die nieuwe
„Prinses" en ik hoop van harte, dat
dit blad aan de hoge verwachtingen,
die we er van hebben, zal beant
woorden.
Het eerste nummer ls Inmiddels uit.
Ieder kan er zich dus van overtuigen.
Nog één ding moet me van het hart.
De stijl
Vlak naast het door mij gewraakte
artikel staat een grote foto van prin
ses Beatrix in Rome. „Sommige Ita
liaanse kranten hebben de aanwezig
heid van de prinses in Italië gretig
aangegrepen om een romance tussen
haar en de Romeinse prins Allesan-
dro Borghese te „ontdekken" staat
er dan in het bqschrift.
In het eerste nummer van „Prinses"
staat een reportage met vele foto's
van verschillende Europese prinses
sen en prinsesjes. De laatste alinea
van deze reportage luidt: „Van ieder
van de prinsessen, die wij op deze
bladzijden de revue lieten passeren,
zou een afzonderlijk levensverhaal
zijn te schetsen. Vermoedelijk zou het
bijzonder boeiende lectuur zijn ook.
Opzettelijk hebben wat dat echter niet
gedaan, enerzijds omdat ons voor een
dergelijke opzet de ruimte ontbrak,
anderzijds omdat ook prinsessen
recht hebben op een eigen leven. Door
de plaats, die zij in de maatschappij
innemen staan zij al te dikwijls in het
middelpunt van de belangstelling.
Haar privéleven lieten wij dus bewust
onbesproken." Tot zover „Prinses".
En dat vind ik nu van meer stijl ge
tuigen dan de foto en het bijschrift in
de krant van gisteren. Ik betreur het
zeer, dat sommige Nederlandse kran
ten (waaronder onze P.Z.C.!) de aan
wezigheid van deze foto op het redac
tiebureau gretig hebben aangegrepen
om er zo'n bijschrift aan toe te voe
gen.
Het lijkt mij toe, dat onze kroonprin
ses meer zou genieten in het zonnige
zuiden van het eerste nummer van
„Prinses" dan van de P.Z.C. van gis
teren.
Vlissingen,
Ds. A. Th. Rothfusz,
hervormd predikant
CORRESPONDENTIE: Wij ontvin
gen een lezers schrijven", over in
spectietocht 1945 langs Nederlandse
kusten". Het ivas voor-zien van een
onleesbare handtekening. Dit stuk
kan alleen geplaatst worden als de
schrijver zijn naam en adres aan de
redactie bekendmaakt.
Onrustige Zenuwen?
Mijnhcirdt's Zenuwtabletten
1880. Het gehuil der Mohi
kanen verstomde een ogen
blik, om daarna met nog
groter lievigheid hervat te
worden. Zij hadden blijkbaar
hun twee gevelde kamera
den gevonden en niet weten
de dat de slachtoffers
slechts in een tijdelijke
staat van verdoving ver
keerden, maakte de woede
zich nu eerst recht van hen
meester. Hun oorlogskreten
schalden door het bos, ter
wijl zij met grote sprongen
op de rivieroever toekwa
men. Maar hoe groot was
hun teleurstelling, toen zij
de vluchtelingen in een canoe
en een flink eind van de kant ontdekten. Uit
alle macht slingerden zij hun speren en schoten
hun pijlen er achteraan, maar het doel was al
te ver weg en de projectielen kwamen gelukkig
allemaal naast of achter de canoo in het water
terecht. Toen verdwenen de Mohikanen even
snel als zij waren verschenen en een kind kon
begrijpen wat zij van plan waren. Zij gingen
natuurlijk hun oorlogscanoes opzoeken om de
achtervolging voort te zetten. Zilvervos die al
meermalen had ondervonden hoe snel de Mohi
kanen zich met die ranke vaartuigen konden
verplaatsen, zette zijn blanke metgezellen tot
groter krachtsinspanning aan. Geen van drieën
verstond hem, doch allen begrepen wat hij be
doelde en bij gebrek aan peddels gebruikten
Charley en Titia hun handen.
Wervingsactie levert
leger 500 man op
(Van onze Haagse redactie)
Nog afgezien van de huidige politie
ke omstandigheden, is er voorlopig
geen kijk op enige verkorting van de
diensttijd, zo heeft een woordvoerder
van het ministerie van defensie mee
gedeeld.
De op 1 maart van dit jaar gestartte
wervingsactie voor leger en lucht
macht, die bij voldoende succes een
diensttijdverkorting tot gevolg zou
kunnen hebben, heeft tot nu toe 500
„langer dienenden" (zogenaamde
kortverband-vrijwilligers en vrijwil
lig nadienenden) opgeleverd. Dit to
taal is een te mager resultaat, geme
ten naar de in het begin van dit jaar
door staatssecretaris mr. H. Cal-
meyer genoemde noodzakelijke aan
werving van 10.000 vrijwilligers bin
nen drie tot vier jaar.
KERKNIEUWS
NED. HERV. KERK.
Beroepen te St.-Philipsland: J. Vink
te Besoyen.
Beroepbaarstelling: de heren W. v.
d. Hoek, zendingspredikant te Al
phen a/d Rijn. G. G. S. V. Hoogstra
ten, vicaris te Zwijndrecht en B. v.
d. Wal, kandidaat te Spijkenïsse,
zijn beroepbaar.
Aangenomen naar Wezep A. Gooyer
te Sommelsdijk, die bedankte voor
Boven-Hardinxveld.
GEREF. KERK.
Tweetal te Arnemuiden: P. C. L. de
Jager te Raamsdonksveer en K.
Neiman te Bunschoten-Spakenburg.
Beroepen te Zeildijk (Gr.): M. v. d.
Heiden, kandidaat te Sassenheim.
Beroepen te Giessen-Rgswijk (N.
Br.) M. Berg, kandidaat te Gronin
gen.- -
GEREF. KERK VRIJGEMAAKT.
Beroepen te Sappemeer: C. Bijl te
Hoek.
Beroepen te Sappemeer C. Bijl te
Hoek. Bedankt voor Brampton (Ca
nadian Reform Church) S. S. Cnos-
sen te Grand Rapids U.S.A. (Ameri
can Reform Church) voorheen te
Drachten.
GEREF. GEMEENTEN"
Beroepen te Kampen A. Vergunst te
Rotterdam-C.
Bedankt voor Scheveningen A. Hof
man te Zeist.
BAPT. GEM.
Beroepen te Westerhaar J. Bouritius
te Tweede Exloërmond.
Advertentie
Vandaag
gebakken;
morgen nog netzo 4
mals!
alléén bij de CO-OP bakker
HENRI VAN WERMESKERKEN
De nacht omhult ons, maar be
schermt ons tevens. Aan mijn voeten
legt Maria zich te slapen. Haar wang
op mijn knie, haar arm om mij heen.
Nu is het ogenblik gekomen. Over 'n
half uur zal de eerste schemer aan
de hemel komen. Juist in de richting
waarheen de bochtige rivier zich
kronkelt. Ik zal dus het voordeel van
het licht hebben. Ik heb gisteren de
rivierverbreding goed in mij opgeno
men. Elke wending in de duisternis
berekend. Daar lag de rivier glad.
Niets wees erop dat er bodeniverho-
gingen in lagen.
Het is dus veilig drijven tol aan de
Kaap. Al is het nog in do nacht. En
mijn ogen zien scherp ook in duister
nis nu.
Ik heb gisteren de rivierverbreding
goed in mij opgenomen. Als er ge
schoten wordt, zal het van de oevers
zijn. Dus heb ik midden in de kano
met de lege kisten en blikken een
kleine verschansing voor Maria ge
bouwd, waar zij betrekkelijk veilig
neer kan liggen met Pancho. Ook
voor mijzelf heb ik twee sterke schil
den gezet, zodat ik diep kan neerlig
gen en toch over de rivier kan zien
om te sturen. Ik verwacht meer van
de snelheid van mijn motor en het
water dan van mijn Winchester hier.
Alleen als zij met kano's op de ri
vier komen, zal ik mij ruimte moeten
schieten.
Daar is de eerste dag. Een vage roze
gloring aan dc horizon. Maria zit
voorovergebogen en pagaait snel.
Achter haai- bij de motor zit ik en
pagaai mede. Geluidloos schieten
wij door cle duisternis op het vage
licht aan.
Nu komen de silhouetten van de bo
men duidelijker uit, de eerste
schreeuw van een ontwakende aap
gaat over de watervlakte. Er komen
er meer.
Daar is de Kaap al zichtbaar. Laag,
heel laag op het water. De schemer
is prachtig van kleur en tegelijk lu
guber.
Er schijnt een dreiging in te hangen.
Wit schuimt het water bij de Kaap,
de watersnelheid moet enorm zijn,
ook al heeft het de laatste dagen
niet meer geregend. Doch er is zo
veel water af te voeren, van die ein
deloze pampa's daar boven, dat de ri
vier overbelast is.
Ineens een fel licht over de wereld.
De eerste zonnestraal. Met een valse
glans. Bijna nog meer luguber en
dreigend dan de duisternis. Die zon
nestraal is meteen weer weg en het
is of het daarna weer geheel nacht
wordt. En uit de nieuwe nacht breekt
een slagregen los. die in een ogenblik
alle oevers uit het gezicht wegvaagt.
Wij drijven voort in een meer van
nevel en tot stof geslagen regenwa
ter. Het is nu het best om ons te la
ten drijven met de kop in de richting
van de stroom, daar waar vaag de
dag gloort.
De regenbui is voorbij. Ik zie weer
de Kaap al dichtbij. Geef snel de boot
een zwenking naar rechts. We waven
te veel naar de linker oever gedre
ven.
Meteen trek ik de pagaai uit het wa
ter. Ik heb het geluid gehoord, dat
ik al die tijd vreesde... De stem van
de tong-long. Niet als de vorige keer
dat wij hier voorbij voeren, opgaande
van alle zijden, nu is het er slechts
één en vaag en ver. Maar In zijn be
gin des te meer dreigend.
Mogelijk dat het regenachtige voch
tige weer de klank met zo ver draagt
als vroeger. Ik verwonder mij erover,
waarom de anderen niet antwoorden.
Het is duidelijk de oorlogs-tong-tong,
dat nerveuze ritme met de korte pau
zen ertussen. Maar hij blijft alleen.
Moet ik nu de motor aanslaan en zo
snel mogelijk langs de Kaap schie
ten? Taipeke kon het mij zeggen. Ik
besluit nog de geluidloosheid vol te
houden en zoek met de ogen de
oevers af en tegelijk de oppervlakte
der rivier. Links is die het wildste.
Daar slaan hoge golven, ten teken
dat de rivierbodem er dicht onder is.
Direct langs de Kaap schijnt het wa
ter gelijkmatiger omlaag te glooien.
Ik moet dus de rechter oever hou
den, ofschoon die de gevaarlijkste is
door de Indios. Nog sluipt de kano
stil met het water mee.
Ineens een kreet van Maria, die mij
opschrikt uit mijn gespannen zenuw-
toestand. Het is slechts een zacht
kreetje geweest en met de arm wijst
zij op lets in een kreekje.
Daar staart ons een gezicht aan.
Automatisch geef ik de boot een
zwenking. Het gezicht verwaast en
is dan voorbij. Bijna had ik gelachen.
Het was onder water. Het gelaat van
een Indio, een Parintintin misschien.
Het had open en klare ogen en scheen
ons aan te zien. vanuit die andere
zijde. De dood. Het was een lichaam,
dat vastgehouden werd door enige li
anen en niet meegevoerd was door
de stroom. In de borst zag ik een pijl.
Oorlog?
Nu klinkt de tong-tong duidelijker.
Het weer klaart op. Er breekt weer
een zonnestraal door. De Kaap is heel
nabij.
Nu is het ogenblik daar. De motor!
Met de motor zal ik niet meer be
hoeven te pagaaien en mij niet meer
bloot geven aan pijlen. Ik wenk Ma
ria weg te duiken. Zij neemt Pancho
in haar armen en dwingt hem neer te
liggen.
De stem van de motor klinkt over de
rivier. Met een ruk schiet de boot
vooruit, sneller dan het water.
Het is een vreugde te voelen hoe ze
ker de kano zich werpt in de steeds
grotere stroomversnelling, hoe die
gehoorzaamt aan de dwang van de
schroef, die het water achter ons ge
selt. Hier ontving Yioe-Yioe de pijl
die haar jonge leventje beëindigen
zou. Daar viel het stamhoofd. Hier
vocht op diezelfde plek Taipeke
naast me. Soms ineens verbaasd,
zoek ik hem in de boot, op zijn oude
plek, vooraan. Het is bijna of ik hem
bij mij voel, of zijn geest mij alle
manoeuvres influistert die ik de boot
moet laten maken om niet te dicht
bij de grot,e golven te zijn. Is zijn ziel
met ons meegevaren, alvorens naar
de eeuwige jachtvelden te gaan?...
I Nu drijft de Kaap voorbij... Niets.
I Nu kan ik het andere deel van de
bocht overzien, Eeu schok
Een kano, die dreigend het midden
zoekt.
Ik zie snel naar Maria, Zij ziet naar
mij. Onze ogen staren elkaar aan,
blijven in elkander rusten. Een ogen
blik vergeet ik alles... Parintintins,
de kano daar... Er is een zachte be
zorgdheid in die mooie grote ogen,
en een ontroerende liefde.
Dan keer ik terug tot de werkelijk
heid. Maar sterk en blij en vastbe
sloten... Mijn hand tast naar de Win
chester.
Die moet voor het laatst hier spre
ken. In de kano zie ik in de nevel
slechts twee gestalten... Maar daar
komt reeds de boeg van een andere
om de bocht
Dan meen ik te dromen.
Verbaasd staar ik... Het is een veel
grotere. Er zijn vele gestalten in.
De kleine legt aan naast de grote. Ik
moet ene kreet geuit hebben, die Ma
ria zowel als Pancho doet opstuiven.
Het is een barkas
Ik heb uniformen gezien. De rivier
politie van de Indianendienst. Ik
vraag me niet af, hoe die zo hoog op
de rivier komt, ik geef ineens vol gas,
alle gas die ik geven kan. Ik sta met
gevaar voor omslaan, rechtop in de
kano en zwaai met de armen.
Dat is de civilisatie, al is die er met
geweren. Al is die er met een mi
trailleur op de boeg.
Dat is de Braziliaanse gouverne-
mentspolitie
Ik ben teruggekeerd uit het land,
waaruit men niet terugkeert.
Mijn vreemde wuiven heeft de aan
dacht getrokken, die tot nu toe op de
kleine kano gevestigd was. Mijn mo
tor heeft men schijnbaar niet ge
hoord, omdat op de barkas ook een
motor draaide, om stil te liggen te
gen de sterke stroom. Een ogenblik
vergeet ik mijn eigen boot geheel,
merk het pas als die dwars op de
snelle stroom ligt en half scheef
hangt.
.(Wordt vervolgd);