stil
pijn
VAN DER REE: geen sigarenkisten
De dood op het
verkiezingspad
OLIFANT
PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer
2ee«wen tij de
MOEDER EN DOCHTER KENNEDY
BUREN
ZATERDAG IS FEBRUARI 3961'
PROV IX Cl ALE ZEEUWSE COURANT
15
\VV\VVVSi\\'WVWs/VV\
(Advertentie)
,,'t ZIJN GEEN sigarenkis
ten!" Dat zegt ir. W. J. van
der Ree als hij spreekt over
de zeven caissons, die bij
Vrouwenpolder braaf op een
rij de sluiting van het Veer-
segat liggen af te wachten.
Een uitlating, die te denken
geeft. De heer Van der Ree
is waterbouwkundig inge
nieur. Hij heeft daarvoor ge
studeerd, in Delft. Gegradu
eerd, is hij op zijn geboorte
grond teruggekeerd. Om daar
te verklaren, dat er geen ver
band bestaat tussen caissons
en sigarenkisten.
Men mag dat weinig onthul
lend vinden. Men mag zelfs
veronderstellen, dat de Delft-
se jaren van de heer Van
der Ree een aardige, maar
verder vruchteloze tijdpas
sering zijn geweest. Hij zal
er niet kwaad om worden.
Als men een motivering van
deze onthulling uitlokt, zal
hij in alle rust betogen, dat
er werkelijk beduidende ver
schillen aanwijsbaar zijn.
Want bovenstaande regelen
illustreren slechts de ver
draagzaamheid van de lieer
Van der Ree. In deze aanhef
is met een wat populaire uit
spraak van hem zo ongeluk
kig gemanoeuvreerd, dat zijn
kennis en capaciteiten tussen
het cederhout van een siga
renkist liggen te verbleken.
En er was nog een reden.
Sinds enige dagen is de
heer Van der Ree kommer
vol gestemd. Vol zorg heeft hij
deze morgen tegemoet gezien.
Zorg over de welgekozen woor
den, waarmee zijn kundigheid en
zijn carrière zou worden afge
schilderd. Zorg, om te moeten
lezen over de zoon van een klei
ne landbouwer uit Hoedekens-
kerke voor wie het einddiploma
mulo aanvankelijk als het hoog
ste goed zou zijn weggelegd,
maar die door ..taaie ijver cn vol
harding' en soortgelijke afmat
tende leuzen via h.b.s. en
Zeeuws Technisch Instituut de
Technische Hogeschool te Delft
doorwandelde.
Om thans, als 36-jarige, trouw-
gebleven aan het vredige Hocde-
kenskerke, een gewaardeerd chef
te zijn van de waterloopkundige
afdeling van de Deltadienst te
Zierikzee.
De grootste kommer gold wel het
verhaal van de drie kamers. Dat
liet Van der Ree zich ontvallen,
toen hij verontschuldigde: ,,'t Is
hier een rommeltje, maar ik heb
drie kamers..."
Eén kamer in de Zierikzeese kan-
toorbarakken, één te Veere bij
de werkhaven en één te Vrou
wenpolder bij de caissons.
Een indrukwekkende verzame
ling, waarmee men ook ten de-
partemente geen pover figuur
zou slaan.
„Stijgt dat U niet naar het
hoofd?"
Van der Ree kan stil om die
dingen lachen.
„Van één ligt de sleutel thuis.
Kom ik nooit in. 't Is eigen
lijk een beetje 'n farce!"
Een mop dus, of sterker, zo
als Koenen het in zijn „Ver
klarend handwoordenboek"
waardeert: „Een snakerij. 'n
klucht".
Van der Ree is een rustige,
wat gesloten man. die bij
nadere kennismaking bij
zonder vriendelijk blijkt te zijn,
gemoedelijk zelfs en bij al zijn
mathematische studiën zijn nei
ging tot mediteren en filosoferen
niet heeft losgelaten. Hij blijft
de dingen in hun betrekkelijkheid
zien en daarin ligt de garantie
voor een zekere zelfspot, die in
vele van zijn woorden echter zo
subtiel aanwezig is, dat „zelf
spot" juist iets te krachtig is
aangezet. Het is milder, genuan
ceerder. Misschien ook, omdat hij
het rapier van zijn ironie be
waart voor een wat vertrouwelij
ker gesprek: hij laat zich niet
graag in dc kaart kijken.
Een enkele keer lukt dat. als men
hem zelf zijn Rijkswaterstaat-
titel laat reciteren: Hoofd van de
watei loopkundige afdeling enzo
voorts. Dan acht hij zich ver
plicht te verontschuldigen: „Beet
je groot woord hé. Hoofd. Maar
ja. er moet iemand zijn, die aan
bet hoofd staat..."
Dat is een wijsgerige overweging
en impliceert niet, dat hij zijn
verantwoordelijkheidsgevoel laat
spreken. omdat nu eenmaal
iemand die verantwoordelijkheid
moet dragen. Integendeel. Hij
werkt in het besef, dat er bij
Rijkswaterstaat met de belasting
gelden van de gemeenschap
wordt omgesprongen. Meer nog.
dat het werk van de waterloop
kundige afdeling niet zonder ge
varen is, dat er bij stroommetin
gen en peilingen mensenlevens in
gevaar kunnen komen.
'n mannelijke borrel
;l.f u'. t-:i
voor mensen met pit v; w.
Hier zijn we dan beland bij
het werk van de waterloop
kundige afdeling, dat behal
ve het verrichten van stroomme
tingen en peilingen bestaat uit
het bepalen van waterstanden en
golfhoogten.
„Service verlenen", zoals de heer
Van der Ree het zelf aanduidt,
„metingen ten gerieve van de
sluitingen". Een adviserende taak
ten behoeve van de uitvoerende
diensten, die met name dit voor
jaar reliëf zal krijgen als het
Veersegat wordt afgesloten.
Dat worden drukke dagen voor
Van der Ree en zijn mensen, die
uiterst provocerend door de an
dere diensten „de meetboeren"
worden genoemd. Alle meetboe
ren worden dan gemobiliseerd,
tot aan de keuterboertjes van te
kenzaal en rekenkamer toe. Ahes
ten gerieve van zoals zij terug
kaatsen, de „zand- en asfaltboe-
ren."
Iedere beweging, de snelheid, de
kracht en de gedragingen van het
water moeten worden geregis
treerd, want dan gaat men ma
noeuvreren met de zeven beton
nen kolossen, de doorlaatcaissons,
door de heer Van der Ree de
„mastodonten" genoemd. Dan zul
len de uitvoerende diensten meer
dan ooit profiteren van de meet
boeren, want werkelijk: het zijn
géén sigarenkisten...
Mr. dr. P. H. Smits
president van
Hoge Raad
Bij Koninklijk Besluit is als opvol
ger van mr. dr. J. Donner tot presi
dent van dc Hoge Raad der Neder
landen benoemd mr. dr. P. H. Smits,
thans vice-president. Hij is in Den
Bosch geboren op 19 november 1893.
In Leiden studeerde hij rechtsweten
schappen en zijn doctorstitel behaal
de hij aan de universiteit van Am
sterdam.
In 1925 vestigde hij zich als advo
caat en procureur te Arnhem. In
1928 ging hij deel uitmaken van de
rechterlijke macht. Sinds 19-11 heeft
hij zitting in de Hoge Raad en sinds
1 januari 1959 is hij vice-president.
De heer Smits is tot nu toe president
van de belastingkamer. Tot vice-
president van de Hoge Raad is be
noemd mr. T. Y. Boltjes.
I Sinds
1842
Origineel Zwitsers
fabrieksmerk
Veerboot voor traject
T ilbury-Antwerpen
Van een werf in Troon, Schotland, is
een 2750 ton metende veerboot te wa
ter gelaten, die zal gaan varen tus
sen Tilbury-Antwerpen en Tilbury-
Rotterdam. Het nieuwe schip is in
staat om honderd vrachtauto's tege
lijk over te zetten.
Moordenaar van Engelina
Feenstra in beroep
De 28-jarige Amterdamse los-werk-
man J. J. T., die op 7 april van het
vorige jaar het 17-jarige Leeuwar
der meisje Engelina Feenstra in Am
sterdam door wurging om het leven
bracht, zal hoger beroep aantekenen
tegen het vonnis van de Amsterdam
se rechtbank, die hem tot levens
lange gevangenisstraf veroordeelde.
Oude heer door mist aan
het dwalen en verongelukt
Donderdagavond is de bijna 85-jari-
ge heer K. Aalbers uit Oldebroek
toen hij uit een bus stapte, nabij zij'n
woning door de zware mist misleid
en aan het dwalen geraakt. Daarbij
is hij op de Zuiderzeestraatweg door
een uit de richting Zwolle komende
vrachtauto overreden. De heer A.
was op slag dood-
Mevrouic Jacqueline Kennedy gelegenheid lcreqen de poppen van
ging met haar dochtertje Caroline Caroline een ereplaatsjc.
samen op de foto. En voor deze J
VWWVVWNAAA/VSVVVVNAAA/VVVWWvVWvVVVVWVNA/WyW
1717. Piloot Storm voelde in
zekere zin iets van gene
genheid voor de gangster
Dave, die zich althans bleek
te bekommeren over het lot
van een hulpeloze gevange
ne en er, ondanks zijn
typisch louche boevenge
zicht, voor terugschrok om
iemand zo maar neer te
knallen als een rat. Snel
klom Arend achter het
stuur, de voorzienigheid
dankend, dat hij het con
tactsleuteltje had laten zit
ten. Toen startte liij de
motor... En wat anders
vrijwel nooit gebeurde, ge
beurde nu juist wel. De motor weigerde en hij
moest herhaaldelijk starten voordat het eigen
wijze mechaniek pakte. Halverwege de heuvel
hield Dave opeens verschrikt in zodat Louey
hem al met een paar gepaste krachttermen
naar de reden wilde vragen. Maar de eerste
Advertentie
snauwde: „Stil!... Luister!... Hoor jij ook niet
een auto starten?" Zij zetten de kist neer en
in half gebogen houding luisterden zij met
open monden. Ja, verdraaid: Iemand zit met
zijn tengels aan onze auto!..." stamelde
Louey. „Zou het de Baas zijn? Maar... dat
kan niet! Dan zou hij ons gepasseerd moeten
zijn..." Dave begon opeens naar beneden te
hollen, in de richting van het geluid. Bij een
bocht van het pad zagen zij beneden zich een
open auto achteruit rijden. Dave siste bijna.
„Het is... het is die duiker!"
RDTERDDN
PHWHKEUT1S01E FUIUBC HILTOHJM
Edmund Crispin
49
„Beneden aan de trap liet het meisje
ons alleen en ging naar buiten. Ik zag
dat ze een paar woorden wisselde met
de hoofdinspecteur, maar ik weet niet
wat ze zei. Toen liep ze de straat op
en Jackie ging naar de keuken en ik
naar de kelder om een vat bier open te
maken. Een minuut of vijf latei-
hoorde ik uw vriend van Scotland
Yard roepen. Het bleek dat hij weg
ging en zo gauw mogelijk wilde afre
kenen. Ik gaf hem de rekening, hij
betaalde en ik ging naar de gelagka
mer. En even later kwam Diana hem
niet de taxi halen en verder gebeurde
er niets totdat U me kwam vertellen
dat er een ongeluk was gebeurd".
„Mooi", zei Fen. „Dat is genoeg. En
vertel me nu eens iets over dat bal in
Sanford Morvel, waar Jackie en jij
heen zijn geweest. Hoe laat kwamen
jullie daar?"
„Om ongeveer kwart voor elf".
„En wanneer gingen jullie weg?"
„Om precies één uur. Good Night,
Sweetheart. God save the King, en
weg ben je".
„En zijn Jacqueline en jij daartussen
door nog weg geweest?"
„Nee jongen. Wij heben die detective
niet doodgestoken".
„Dat geloof ik ook niet", zei Fen,
maar ik moet alles nagaan".
„Begint U dan een licht op te gaan?"
„Een heel helder licht".
„Ik wou dat ik gisteren op die verga-
dering van U was geweest", zei Myra
die vergadering kan doodvallen",
zei Fen grof. „Ik wou dat ik me ge
woon had teruggetrokken".
Dat verwonderde Myra ten zeerste.
„Maar wilt U dan niet gekozen wor
den?"
„Nu niet meer. Eerst wel, maar nu
niet meer".
„Als dat zo is hebt U een hele hoop
geld weggesmeten".
„Ja", zei Fen achteloos. „O, ik wou
je nog één ding vragen, Myra. Heeft
Jane Persimmons vroeger op dc dag-
het hotel verlaten?"
„Ja", ze was er niet bij de lunch en
ik geloof dat ze pas om een uur of
vier terugkwam.
„Heb je haar binnen zien komen?"
„Nee. Ik heb haar alleen gehoord. Is
dat belangrijk?"
„Niet zo erg belangrijk. Misschien zou
dat het bewijs hebben geleverd van
iets, wat ik toch al weetDank je
wel, Myra".
„Niks te danken, hoor".
Samuel verscheen. Hij had in zijn
hand een magere, tanige kip die, te
oordelen naar zijn reuk, al veel te
lang dood was.
„Ugggg", zei hij vol afschuw toen hij
Fen zag.
„Misschien krijg je je pauwen toch
nog-", zei Fen tegen Myra. Hij liet
haar alleen met Samuel onderhande
len en was verheugd, doch niet ver
baasd. toen Jacqueline, die in de keu
ken zat, Myra's verklaringen in elk
opzicht onderschreef.
Hij liep het hotel uit en kwam mijn
heer Beaver tegen, die zijn waardelo
ze plattegrond aan het bestuderen
was. De vernietiging was nu bijna al
gemeen, stof dreef onder de deuren
door als rook in een brandend huis en
alleen de kamers van Fen. Myra en
Jacqueline waren tot dusver van het
onheil verschoond gebleven. Ze staken
als kleine eilandjes boven de vloedgolf
uit. En nu begon het er op te lijken
dat ook de gelagkamer, het hart van
het hotel, op het punt stond tc bezwij
ken.
„We moeten die balk van de zolder
halen", zei mijnheer Beaver. „Dat is
nog een heel werk".
„Ik ben bang dat dat gevaarlijk is",
zei Fen voorzichtig. „Waarschijnlijk
is die balk een onderdeel van het ge
raamte van het huis".
„O, dat gaat best goed", zei mijnheer
Beaver knorrig. Myra's oncomplimen
teuze taxatie van zijn doorzettings
vermogen was klaarblijkelijk juist ge
weest.
Fen besteedde er de eerstvolgende
vierentwintig uur aan, om vast te
stellen dat Myra en Jacqueline het bal
tussen elf en een niet hadden verlaten.
Anders was hij zo precies niet, maar
in dit geval vond hij het noodzakelijk,
"s Zondagsmiddags ging hij naar het
ziekenhuis en liet zich door een aantal
artsen en verpleegsters vertellen, dat
Jane Persimmons onmogelijk tot bc-
wustzij'n kon zijn gekomen tussen het
ogenblik dat ze het ongeluk kreeg en
de daaropvolgende donderdagmiddag:
zijn suggestie dat ze haar bewuste
loosheid kon hebben gesimuleerd werd
met verontwaardiging van de hand
gewezen. Hij hooide dat Jane een heel
stuk beter was. Diana en lord Sanford
waren al driemaal in het ziekenhuis
geweest, maar ze mocht nog niet pra
ten. Er bestond alle hoop op een spoe
dig en algeheel herstel. Dus dat is dat,
dacht Fen. Hij reed naar het gemeen
tehui om de uitslag van de verkiezin
gen te horen.
De gehele vorige dag waren de inwo
ners van Sanford Morvel en omstre
ken ter stembus getogen. Om zes uur
's avonds werd het stemlokaal geslo
ten en begon de telling. Om negen uur
's avonds werden ze voor de tweede
maal geteld, om negen uur 's morgens
voor de derde, en om elf uur voor de
vierde maal. Deze bijzondere nauw
gezetheid vond zijn verklaring toen
de uitslag werd gepubliceerd:
Gervase Fen (Onafhankelijk) 1.207,
Bertram Strode (Conservatief) 1.206,
Aloysius Wither (Labour) 1.206, On
afhankelijke meerderheid: 1.
„Verdraaid", zei Fen.
Strode en Wither schudden Fen de
hand met onverholen vijandigheid. Hij
hield een korte, weinig enthousiaste
toespraak tot een klein groepje dat
zich verzameld had om hem te horen
spieken en hoewel ze beleefd juichten
waren zc kennelijk teleurgesteld dooi
de conventionaliteit van zijn woorden.
„Gefeliciteerd, kerel, mooi werk", zei
kapitein Watkyn. „Ik heb je direct
wel gezegd dat je laatste speech je
een hoop stemmen zou inbrengen en
zo is net gegaan ook. Geen grote
meerderheid, maar volgens mij komt
dat, omdat die ellendige gcluidswagen
stuk was......
Ik zal je eens wat vertellen, daar moe
ten we een glaasje op drinken".
Fen keek op zijn horloge. Het was
half één. „Ik riioet eerst nog iets in
orde maken", zei hij. „Over een uur
ontmoeten we elkaar in „De Vis".
„Afgesproken", zei kapitein Watkyn
opgewekt.
Fen ging naar het politiebureau. Maar
daar vertelde men hem, dat de hoofd
inspecteur naar Sanford Angelorum
was. Waarschijnlijk was detective-in
specteur Hunibleby in „De Witte
Leeuw".
Detective-inspecteur Humblcby was
inderdaad in „De Witte Leeuw Hij
zat alleen aan de bar een sigaar te ro
ken en een afschuwelijk mengsel van
sherry en bier te drinken Fen wuifde
zijn felicitaties ongeduldig weg en
vertelde hem. wat hij had ontdekt.
Humbleby's gewoonlijk zo vriendelij
ke gezicht werd hard en meedogen
loos.
„U hebt natuurlijk volkomen gelijk",
zei hij. toen Fen was uitgesproken.
„Ik had het zelf moeten zien".
„U hebt niet met Jane Persimmons
kunnen praten", zei Fen.
„Nee. maar ik wist alles van haar af
en dat was voldoende".
„Kunt U nu tot arrestatie overgaan
„O zeker. Het bewijsmateriaal is meer
dan voldoende".
„En het arrestatiebevel?"
„Dat ga ik meteen halen".
Om precies half twee kwamen ze bij
hotel „Dc Vis". De gelagkamer lag ai
in puin. de dikke balk was uit de zol
der gehaald en stond nu buiten tegen
de muur, maar op het grasveld zat
een klein groepje mensen. Mijnheer
Judd danste om Jacqueline heen als
een mot om de kaarsvlam: Diana en
lord Sanford hielden schaamteloos
eikaars handen vast; Myra was er:
kapitein Watkyn was er: Wolfe was
er. En Humbleby stevende op hen af,
met Fen en een omvangrijke agent in
de achterhoede. Ze keken naar zijn
gezicht en de woorden van welkom
bestierven hen op de lippen. Humble
by zei:
(Wordt vervolgd)