Schipper Verburg uit Zierikzee na weg over de dam het roer om... Oliv&wi RUYS PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer AMSTERDAM IS OVER VIJF JAAR VOLGEBOUWD Toen klonk een stem .MAANDAG 9 MEI 1960 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT II VAN STUURRAD NAAR STUURWIEL Een van de laatste beurtschippers in Zeeland past zich aan bij Deltaplan DE DAM ligt er. Noord-Beveland is eiland-af. Zo is het in het verleden met Zuid-Beveland gegaan, met Walcheren. Van de Zeeuwse „eilanden" is nu alleen Schouwen-Duiveland, Tholen met zijn brugverbinding buiten beschouwing gelaten, nog een „echt" eiland. Met de dam tussen de Bevelanden en de weg naar de nieuwe veerhaven bij Kats in het verschiet wordt Schouwen- Duiveland steeds „dichter" bij het centrum van Zeeland gehaald. In 1961, als ook de dam door het Veerse Gat wordt voltooid en er een goede veerverbinding Kats-Zierikzee komt, is de afstand Middelburg-Zierikzee reeds tot meer acceptabele proporties ge reduceerd. Nog niet ver ligt de tijd achter ona, dat er tussen deze twee oude Zeeuwse centra regelmatig beurt schippers voeren. Zij meerden in Middelburg aan Kinderdijk en Ko rendijk en brachten er tussen de oude, van gouden-eeuwse welvaart getuigende herenhuizen en pakhui zen een schilderachtig vertier. Het is zelfs nog maar enkele decen nia geleden, dat Middelburg en Zie rikzee de „Rotterdamse boor' kenden, die tussen deze beide Zeeuwse steden en Rotterdam zowel passagiers als vracht vervoerde. De „Rotterdamse boot" verdween, en ook de beurtschippers eisen thans op het toneel van de Zeeuwse stromen en wateren maar een klein plaatsje meer op. Dun gezaaid Beurtschippers, die tegenwoor dig nog een geregelde dienst tussen Zeeuwse steden onder houden, zijn dun gezaaid. Schipper D. Verburg uit Zierik- tee, die tweemaal per week het traject Zierikzee-Goes vice ver sa vaart, is een van de laatsten. Een ronde, tegelijk markante fi guur, die 35 jaar geleden bij zijn vader op de lijndienst Colijnsplaat- Goes-Zierikzee zijn entree in de beurtschipperswereld maakte. Verburg, in Veere geboren, is 54 jaar. Elf jaar dus nog, voor wie in de A.O. W. gelooft. Maar schipper Verburg zal die tijd niet als beurtschipper uit dienen. Hij heeft, op zijn regelmatige tochten Zierikzee-Goes de dam tus sen de Bevelanden zien groeien, hij heeft aan Kats gedacht, en aan de eisen, die men tegenwoordig aan het vrachtvervoer .stelt. „Een auto bréngt het tot voor de deur, de mensen willen niet meer wachten. Zo langzamerhand moet ik gaan veranderen. Als het veer korter wordt, gaat alles vluger. En je moet met je tijd mee Zo langzamerhand veranderen. Schipper Verburg weidt daar niet zo over uit, maar hij realiseert zich dat het Deltaplan en de tijdsont wikkeling zijn „Johanna", die vijf tig ton vracht kan vervoeren, naar een verouderd plan dringen. Dagelijks Vorburg denkt aan een omschakeling, aan vrachtauto's, die hem via de kor tere veerverbinding snel van Zierik zee naar Goes en terug zullen bren gen. „Een dagelijkse verbinding, maar natuurlijk moet ik eerst eens zien hoe die nieuwe veerdienst loopt..." Dan wordt schipper Verburg, een van de laatste Zeeuwse beurtschippers met een vaste „lijndienst", „bode" Verburg. De tijd wil dat zo en het Deltaplan biedt de gelegenheid. Ver burg, nog altijd schipper Verburg is realist genoeg om vooruit te zien en niet te mijmeren over de glorie van zijn „Johanna", die langzamerhand begint te verbleken. In zijn kantoor tje aan de Nieuwe Haven te Zierik zee werkt hij 's avonds nauwgezet aan de vervoersformuliertjes. Vracht voor de „Johanna" Links boven hem hangt, in een lijst, een papier met zijn naam, gecalligra. feerd. En in een zwierige druk: „Lof felijk getuigschrift Carnegie hel denfonds voor moedig gedrag te Goes op 7 mei 1954. ,,'t Is niets bij gascilinder enkele minuten later met een geweldige klap ontplofte, was de druk te groot voor zijn schip. Het werd beschadigd, maar Goes was voor een ramp gespaard. Wat Ver- burgs zuster er mee te maken had? Niets. Zij haalde eens een kind uit de modder, toen mannen aan de kant bleven staan. Een dapper volkje, die VerburgsMisschien een kwestie van aanpassen SCHIPPER VERBURG ...zo langzamerhand... (Foto P.Z.C.) daarover, zonders" zegt Verburg „m'n zuster in Goes heeft er precies zo éénHij wil daarmee niets ten nadele van zijn zuster zeggen, ook niet het niveau van de oorkonde betwijfelen. Hij verbergt alleen de zin ervan. De P.Z.C. van 8 mei 1954 moet het onthullen. Een gascilinder, die in Goes bij een groot aantal andere acetyleencilinders lag te gloeien. Ver burg smeet het ding in het water. Te dicht bij zijn „Jonanna". Toen de LEZERS SCHRIJVEN Oorlogsdocumentatie in Zeeland Bij radio- en televisieuitzendingen die ter gelegenheid van de viering van de bevrijding gegeven werden, moet men helaas meerdere malen tot de conclusie komen, dat men bij de documentatie over Zeeland niet de juiste feiten weergeeft, zoals deze feiten zijn. Ook bij de goede en gedegen docu mentatie die door de Ned. Televisie Stichting in serieverband door dr. L. de Jong wordt gegeven en welke vrijdagavond begon, vertelde deze heer o.m. dat Middelburg door gra- naatvuur uit kanonnen in brand is geschoten. Niets is minder waar dan Ooggetuigen en dat waren er zeer velen zullen kunnen beamen, dat Middelburg op 17 mei des middags van 2.15 tot pl.m. 5 uur door Duitse vliegtuigen is bestookt en in brand geraakt en wel door brandbommen. Naar ik meen, omdat „Zeeland door vocht". Middelburg, Rotterdam en Utrecht stonden op de nominatie van het „Herrenvolk" om door deze daad tot overgave te worden gedwone Utrecht is de dans ontsprongen. R terdam en Middelburg hebben de bit tere tol moeten betalen. Dat is de Zeeuwen bekend. Als men dan over de televisie ziet en hoort, dat men de feiten verkeerd weergeeft, dan wordt het een en ander bedenkelijk. Hetzelfde geldt ook voor de repor tage verleden week over Vlissingen. Zijn de juiste gegevens niet op het oorlogsdocumentatiebureau bekend Men zou eraan gaan twijfelen. Of is het weer zo, dat ook Zeeland in deze stiefmoederlijk is en wordt bedeeld. Laten de „insiders" deze reportages eens (kundig volgen en er met de be staande gegevens eens tp bevoegder plaatse op wijzen dat er fouten zijn gemaakt. Overigens is een reportage door dr. L. de Jong een pracht van een herinnering, die men niet kan en mag missen. Het is m.i. een van de goede uitzendingen die voorlichting geeft aan het publiek. Geachte redactie. Door dit stukje te Scheepvaartbeweging door Kanaal van Zuid-Beveland In de maand april passeerden er door het kanaal van Zuid-Beveland 7190 schepen welke een inhoud had den van 3617.519 ton. Van deze schepen waren 4813 sche pen van 2565.630 ton geladen en 2377 schepen van 1051.889 ton wa ren ledig. Hiervan waren o.a. 4331 .eladen motorschepen van 1952.425 on en 1470 ledige van 829.244 ton en 464 geladen sleepsehepen van 596.628 ton en 216 ledige van 258.284 ton. Verder passeerden er 673 sleep boten en 36 coasters van welke laatste er 18 geladen waren en 18 ledig. Tot de Rijnvaart behoorden er 813 geladen motorschepen van 455.315 ton en 94 ledige van 85.659 tori en 181 geladen sleepsehepen van 251.463 ton en 10 ledige van 11.667 ton naar België en 601 geladen motorschepen van 375.892 ton en 49® ledige van 26.564 ton en 118 geladen sleepsehe pen van 161.844 ton en 1 ledige van 1754 ton van België. Er passeerden 2513 geladen motor schepen van 1129.575 ton en 385 le dige van 218.721 ton en 276 geladen sleepsehepen van 369.672 ton en 43 ledige van 29.401 ton naar België en 1818 geladen motorschepen van 822.850 ton en 1085 ledige van 547.523 ton en 188 geladen sleepsehe pen van 226.956 ton en 173 ledige van 228.883 ton van België. In nationaliteiten waren de schepen verdeeld in 4288 Nederlandse. 2064 Belgische, 226 Duitse, 343 Franse, 237 Zwitserse, 20 Luxemburgse, 5 Engelse, 5 Oostenrijkse en 2 Deen se. Bij een vergelijking met de maand maart zien we dat er in april een behoorlijke terugslag was want er Ïasseerdén 471 schepen van 51.518 on minder. (Advertentie) ilaatsen zal U velen, die zich aan leze onjuiste voorlichting gestoord hebben, een dienst bewijzen. Zeer ze ker zal het oorlogsdocumentatiehu reau over het een en ander ingelicht worden. Vlissingen Een belangstellende Kinderbescherming Kinderen, 55.000 (vijfenvijftigdui zend!!) kinderen roepen uw medewer king in. 55.000 kinderen van alle gezindten, uit alle provincies van Nederland, ook uit uw provincie, ook uit uw gemeente! Zij hebben reeds veel moeten meema ken, deze kinderen. Heel veel narig heid en maar heel weinig vreugde. Zij kunnen niet voor zichzelf vragen, deze 55.000 kinderen. Zii vragen daar om uw hulp als collectant(e) om de nationale collecte kinderbescherming die voor hen van 9 t/m 15 mei 1960 in uw gemeente zal worden gehouden, te helpen slagen. Stelt U hen niet teleur. Bestuur Sakor. SÜiVipltöMviCS kantoormachines NOG PLAATS VOOR 6000 ARBEIDERSWONINGEN Bevolkingsgroei voltrekt zich sneller dan verwacht werd (Van onze parlementaire redacteur) Over enkele Jaren zal de arbeiders woningbouw in Amsterdam moeten ophouden, aldus de burgemeester van de hoofdstad, mr. G. van Hall, In een uiteenzetting, die wij dezer dagen van hem mochten aanhoren. Amster dam is dan volgebouwd. Er zal op korte termijn een oplossing moeten worden gevonden. Wel zal het moge lijk zijn in de randgemeenten te bou wen, doch daar is men in het alge meen meer gesteld op middenstanas- en soortgelijke woningen dan op ar beiderswoningen. Het zal nodig zijn, dat Amsterdam hierin meer te zeg gen krijgt. In de gemeente Amsterdam staan op dit ogenblik 17.000 personen op de urgentielijst voor een woning. Dit is een geflatteerd cijfer, aangezien ve len, die bij anderen inwonen en graag een eigen woning zouden hebben, er niet op voorkomen. In 1934, toen het algemene uitbreidingsplan van Am sterdam werd vastgesteld, telde de gemeente 781.660 inwoners. Verondersteld werd toen, dat het plan zou zijn voltooid aan het eind van de twintigste eeuw, en dat het inwonertal dan 960.000 zal bedragen. Dit is nu al een misrekening geble ken. In 25 jaar zijn er ongeveer 90.000 inwoners bijgekomen. Aange nomen moet worden, dat de bevol kingsgroei zich In de komende 25 HOOG EN LAAG WATER Vlissingen Terneuzen Hansweert Zierikzee Wemeldinge uur meter 4- nap 1.04 1.33 2.07 2.32 2.54 2.— 2.15 2.26 1.36 uur meter -f nap 13.29 13.57 14.39 15.14 15.22 2.17 2.32 2.43 1.57 1.91 8.34 8.14 8.31 2.20 2.36 2.50 uur meter nap 19.43 20.14 20.48 2.01 2.17 2.31 1.57 1.80 1475. In gespannen ver wachting staarden de drie ruimteschi^breukelingen naar de deur van hun „ge vangenis" waardoor de twee mannen binnentraden, die zij zojuist buiten had den zien lopen. Een hunner grijnsde breed en kwam met uitgestoken hand naar voren. „Goede morgen mijne heren! Mag ik mij even voorstellen Mijn naam is Storm. En bent U al wat bekomen van de schrik?" Professor Kalten- berg deed of hij de uitge stoken hand niet zag eri kruiste zijn armen over de borst. „Mijnheer, wilt U mij verklaren wat het te beduiden heeft, dat wij In deze cabine opgesloten wor den gehouden als 'n stel gevaarlijke krankzin nigen? Mij dunkt..." „Tut-tut, brave profes sor, voor iemand die zojuist van de verstik kingsdood gered is heeft U al weer heel wat praatjes!" lachte Arend, die niet van plan was zich uit zijn goede humeur te laten brengen. „Kapitein Mare hier en zijn dappere man schappen hebben U uit uw vernielde maanra- ket gehaald op het moment dat uw zuurstof bijna opgebruikt was. Het was 'n dubbeltje op z'n kantje of U had er het leven bij ingescho ten, Dank zij de vernuftige apparaten. Op dat ogenblik verscheen er een opgewonden radar- inan in de deuropening. „Kapitein Mare! Er vliegt een aardse machine in de buurt. Wij moeten hier zo snel mogelijk weg, willen wij niet ontdekt worden!" jaar sneller zal voltrekken en dat het miljoen inwoners ruimschoots voor het einde van de twintigste eeuw zal zijn overschreden. Deze snelle bevolkingsaanwas ver eist veel ruimte voor de woning bouw. Daar komen nog enkele andere omstandigheden bij. In 1934 bedroeg de gemiddelde woningbezëtting 3,7? mensen. Men verwachtte toen dat dit gemiddelde in het jaar 2000 terug gelopen zoti zijn tot 3,37. Het be draagt echter nu al 3,43 en het zal in het jaar 2000 bedragen 3 3,1 per sonen per woning. Een vermindering ,1 persoon per woning wil zeg gen, dat er in Amsterdam 10.000 wo ningen meer nodig zijn. Er zullen ook hierdoor aanzienlijk meer woningen moeten worden gebouwd dan aan vankelijk was berekend. Binnen de huidige gemeentegrenzen kan nog voor slechts ongeveer 6000 arbeiders woningen bouwterrein gereed wor den gemaakt. Op verschillende plaatsen In de ge meente en vooral in de binnenstad Is men bezig met de uitvoering van sa neringsplannen en het maken van doorbraken. Daaraan vallen verschei dene oude arbeiderswoningen ten of fer. Zij zullen in elk geval moeten worden vervangen. Ook dat eist grond op. In het algemeen kan worden gezegd, dat zelfs bij gelijkblijvende bevol king de woningbehoefte nog aanzien lijk stijgt. Dit is een gevolg van de langere levensduur en de daaruit voortvloeiende toenemende bezetting van woningen door de oudere leef tijdsgroepen en voorts van de daling van de gemiddelde huwelijksleeftijd met de daarvoor vervroegde behoefte aan woningen. Tenslotte eisen de woningen, de bij zondere gebouwen, de werkgebieden, de recreatie en het verkeer door de zich wijzigende behoeften een steeds grotere oppervlakte. Deze tijd ver langt bredere wegen, al was het al leen al met het oog op het parkeren van auto's, ruimere pleinen en plant soenen. Tn 1965 ls Amsterdam volgebouwd. Men zal dan in de aangrenzende ge meenten moeten gaan bouwen. Dat ligt in Amsterdam gelukkig vrij ge makkelijk. Het heeft namelijk te maken met betrekkelijk weinig rand gemeenten: Landsmeer en Oostzaan in het noorden en Nienwer-Amstel, Ouder-Amstel, Diemen en Weesper- karspel in het zuiden. Er is met deze gemeenten overeenstemming bereikt. Niettemin zullen naar de mening van burgemeester Van Hall in een ver dere toekomst ook satellietsteden moeten worden gebouwd. EENKAMERWONINGEN Het woning- en in het algemeen het huisvestingsprobleem is in verreweg de meeste Nederlandse gemeenten een moeilijk probleem. Het is tn het bijzonder in Amsterdam een ms«!iijk vraagstuk. Er zijn daar nog tal van... éénkamerwoningen en tweeka merwoningen. Ook is het aantal voor- en achterwoningen nog altijd legio. In bepaalde^ bunrten zou twee-derde van de woningen onbewoonbaar moe ten worden verklaard. In elk geval dienen 40.000 woningen te worden opgeruimd. On dezelfde plaats kun nen er maar 10.000 voor in de plaats komen. Amsterdam groeit onweerstaanbaar naar het milioen toe, maar vóór het zich werkelijk een miljoenenstad mag noemen, zullen er nog talrijke moeilijke problemen tot een oplossing dienen te worden gebracht. FEUILLETON LILIAN AYE Felicltas liet de fles jenever, die ze nog in de hand hield, zinken, terwijl zc verontwaardigd uitriep: „Je bent nauwelijks binnen of je doet me al verwijten! Hoor eens, Konny", ging ze, steeds meer opgewonden, voort, „ga maar weg als je het niet bevalt! Ik kan ook wel in mijn eentje op mijn première drinken". „Maar liefje, je weet toch wel, dat Ik het zo niet heb bedoeld. Ik heb alleen maar gezegd, dat je niet te veel moet drinken, anders niet". „En jij bent een bekrompen burger mannetje. hoor je! Stel je voor: „Vooral niet te veel drinken! Altijd maar netjes bij mate!" „Je weet waaróm ik het zeg". „.Ta, ja, ja, ja, ja!" riep Felicitas, terwijl ze haar glas opnam. „Nu, hoe is het, wil je nog met me klinken of niet? Als je 't niet wilt, ga dan maar en vergal me de vreugde niet!" „Waarom ben je altijd zo katt'g te gen me?" vroeg hij bijna nederig. Gewoonlijk werd Felicitas driftig bij dat bijna dagelijks terugkerende re frein van hun gesprekken en haar kloverijen, een refrein, soms afgewis seld door: „Waarom wil je niet dat ik blij ben?" of: „Waarom doe je toch zo lelijk tegen me?" Slechts als ze helemaal in de put zat en dat gebeurde nogal eens vond ze in zijn tegenwoordigheid iets kalme i-end, iets troostends. Nu echter was ze zó vervuld van de aanstaande première, dat ze hele maal geen acht sloeg op zijn vraag, maar behaaglijk achterover leunde, Enderlein totaal vergat en zich ver lustigde in haar toekomstige triomf. Ja, haar triomf! Maar dan bezielt haar eensklaps een panische schrik. In gedachten ziet ze hoe de kleed ster de laatste plooien van haar een voudige rode japon schikt, hoort ze het geluld van ae eerste bel, de eer ste waarschuwing. Dan klinkt buiten haar kleedkamer de stem van de in spiciënt die aanklopt en met luider stemme roept: „Uw beurt, juffrouw S'mon!" Ze antwoordt: „Ik kom!" en werpt een laatste blik in de spie gel. Dc felle gloeilampen rondom haar spiegelbeeld beschijnen haar gezicht, haar flinke gelijks wenk-, brauwen, een met schmink wat ver brede. jonge, energieke mond. „St.- Joan eerste tafereel! De kleedster zet haar tot spoed aan en Felicitas daalt de trap af. die naar het toneel leidt, terwijl ze in 't voorbijgaan een paar toneelknechten toeknikt. Ze gaat staan en krijgt wat men in to- necltaal „de wacht noemt, opent de mond en zal haar „claus" zeggen... maar ze weet de tekst niet meer! De collega's kijken haar verschrikt aan, dc toneelknechten weten niet hoe ze 't hebben, de inspiciënt ls radeloos! In de schouwburg heerst doodse stil te. „Zeg toch wat", fluistert iemand, maar ze kén het niet, ze schijnt alles te hebben vergeten... Plotseling een andere vraag van En derlein: „Lieve hemel, wat scheelt je toch?" Als uit een droom ontwakend, zag Felicitas hem aan: „Je moet me nog zo'n recept bezorgen". Enderlein antwoordde niet dadelijk. Toen zei hij met iets van vertwijfe ling in zijn stem, hoofdschuddend: „Dat kan ik niet. liefste. Ik kan het werkelijk niet! Waar zou ik het van daan halen En je hebt toch pas van daag...?" „Denk je soms, dat ik met 20 am pullen 0,02 het tien of meer voor stellingen kan uithouden?" Maar je hebt toch nog van...?" Natuurlijk heb ik ook nog van!" klonk het spottend, maar onmiddel lijk daarna op een toon van vertwij feling: „Dat is nauwelijks genoeg voor da première! Dan komt jouw re cept aan de beurt... en dan? Ja, wat dan?" „Maar hoe zal ik er dén aankomen?' „Het negatief is er immers nog?" „Het negatief?" herhaalde Enderlein verbaasd, maar wist bijna op het zelfde ogenblik wat ze bedoelde. Met inspanning van al zijn geest kracht trachtte hij haar te bezweren. „Dat kun je toch niet verlangen, liefste?" „Konny, ik wacht al vijf jaar op mijn grote kans. Wil jij me die nu be derven?" Bij deze woorden liep ze eensklaps op hem toe, knielde voor hem neer, pakte hem bij de schouders en snik te: „O, Konny, Ik wil toch niet mijn hele leven tweede-rangsrollen spelen of met rolletjes van één enkele zin worden afgescheept! Dat wil ik niet meer, versta je! Je kunt me nu, op het ogenblik dat ik eindelijk de grote kans krijg, nu alles, begrijp me goed, Konny, élles anders zou kunnen wor den, toch niet in de steek laten. Geef zo weinig om me? Laat het je zo oud of ik succes heb of fiasco lijd Kan het je niet schelen, dat ik psy chisch daaronder bezwijk?" Enderlein zat er bewegingloos bij. Zijn gezicht was zonder enige uit drukking. „Houd op", fluisterde hij smekend, „houd alsjeblieft op. Ik zal er heengaan; Ik zal alles doen wat je verlangt". HOOFDSTUK IV - Bij Stefanie was tijdens deze mid dag in Donalds gezelschap innerlijk Iets veranderd. Zij die nooit op haar hoede was geweest en op beslissende ogenblikken totaal het noofd kwijt raakte, beschikte opeens, als bij in stinct, over een waakzaamheid van bijna dierlijke allure. Inderdaad ver toonde ze in dit opzicht veel overeen komst met het dier, dat gevaar vreest en daarom haastig zichzelf en zijn jongen In veiligheid tracht te brengen. Precies hetzelfde wilde Ste fanie. Ze wilde geen enkele min van haar samenzijn met Donald aan gevaar blootstellen, integendeel, el ke kans erop bij voorbaat uitscha kelen. En op de terugrit, terwijl Donald aan het stuurwiel zat, had ze gelegen heid in stilte te overleggen, of En derlein dan wel Lars werkelijk een gevaar zou kunnen worden. Ze waren nu op het Karl Muckpleln en zaten andermaal middenin het lawaai van auto's, trams, fietsers, bromfietsers en motorrijders. Daar tussen zochten haastige, opgejaagde voetgangers een beetje schichtig hun weg. Donald en Stefanie waren weer in het grote-stadsgewoel opgenomen. En de ogen op het verkeer gericht, dacht ze telkens: „Zouden Enderlein of Lars soms iets in het schild voe ren, dat ons ontijdig van elkaar zou kunnen scheiden?" „Nu rechts?" hoorde ze Donald vragen. „Ja, rechts en dan linksom". Over de Stephanplatz en langs de Waterloo- bioscoop sloegen ze links de Ganse- markt op. Even later hield de auto stil en zag Stefanie, dat Donald hem in de A. B.C.-Strasse had geparkeerd. Ze be greep direct waarom: ter wille van naar. Hij wilde niet, dat ze hem an dermaal voor zijn hotel liet uitstap pen. Weliswaar wist hij niet. of ze soms af en toe in de „Vier Jahres- zeiten" dineerde en of men haar daar kende, maar hij vermoedde het. „Gaan we morgen een kasteel be kijken?" vroeg hij. „Morgen gaan we een kasteel be kijken", luidde het antwoord, dat evenals de vraag slechts een gehei me code was voor woorden, die ze liever niet uitspraken. „Bel je mij op?" „Ja." Donald stapte uit en sloeg het por tier achter zich dicht. Hij keek haar aan, maar ze gaven elkaar geen hand. Noch zij noch hij wilden er 'n afscheid van maken. Donald begaf zich naar zijn hotel, terwijl Stefanie op de chauffeursplaats ging zitten en aanstalten maakte om voort te rijden. Dat liep echter niet zo vlug, want in de spiegel voor haar zag ze dat er nog een reeks van auto's achter de hare aan kwam. die ze eerst moest laten pas seren. (Wordt vervolgd)'

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 9