TUSSEN DERTIEN EN TWINTIG donald duck en piloot storm, erger dan de sirenen.... Per jaar: 24 boeken Veertiendaagse rubriek voor, maar voornamelijk dóór de Zeeuwse jeugd. HOE STAAT het met de belangstelling van de jeugd voor de literatuur Of lie ver wie en wat wordt er gelezen Zes jongens en meisjes, jongedames en jon geheren al, die we deze vraag stelden, wisten het ook niet. Of het moest de leeszaal-assistente zijn, die het zestal completeerde. Maar ook voor' haar blijft het uiteraard een my sterie, met welk boekje men in een hoekje gaat zitten. Want men kan haar zaaltje wel opge wekt met de Ilias onder de arm verlaten, het blijft uiteraard de vraag of Homerus' kloeke bundeltje de aandacht geboeid houdt tot op het moment, dat Odysseus zich weer met zijn gade verenigt Daarom kunnen we beter afgaan op wat de zes over de eigen bewegingen op het pad der lette ren wilden onthullen Waarmee we dus in de enquêtesfeer zijn geko men, waarvoor de ontboezemingen van zes jon gelui een te wankele basis vormen om aldus ge schraagd op gedegen wijze voorwaarts te gaan.. Doch waar vooropgesteld zij, dat de regelen onder het hoofd „tussen dertien en twintig" van alle degelijkheid zijn gespeend, kan dit nochtans geschieden Om de basis dezer bescheiden enquête, té be scheiden om er het Centraal Bureau voor de Statistiek mee te vermoeien, nog enigszins te verbreden hebben we zes jongelui, die verder anoniem zullen blijven, een dertiental vragen voorgelegd, waarvan enkele naar schools voor beeld en enkele aardige, die verder geheel over bodig zijn. Doch daarover later. De zes en quête-slachtoffers legden een ontroerende eerlijkheid aan de dag. Niemand, die op de vraag „Wat lees je het liefst" met Tolstoi of Hemingway begon te wapperen. Zij, die het 'pleit wonnen waren twee figuren, weliswaar schilderachtig, maar in hun lite raire betekenis enigszins beperkt: Donald Duck en Piloot Storm. Men zal zich afvragen, wat heb ben deze figuren gemeen, dat zij samen aan de top van de belang stelling der ook al rijpere jeugd staan? Wie nu „niets" durft te zeggen, vergist zich! Eerstens: zij zijn beide getekend. Een onder geschikt punt van overeenkomst, akkoord. Ten tweede: zij zijn bei waarvan beide figuren hun be staansrecht ontlenen: zij compen seren het avontuur, dat de civili satie aan de samenleving heeft ontnomen. En waar Donald Duck uitmunt in onbeholpenheid, staat Piloot Storm daar als een forsge- bouwd strijder voor de gerechtig heid, aan wiens aandacht hooguit enkele zetfouten in de bijbehoren de tekst ontgaan. Zij vullen elkaar aardig aan, vandaar ook dat de belangstelling vaak beide geldt. Wie deze theoriën te hoog gaan. kan zich thans tot pagi na 18 wenden, waar een volgen de aflevering van Piloot Storm is gereproduceerd, die blijkens het opschrift, nu we bij publi- katie nr. 1309 zijn geland, nog de onsterfelijk. Zodra er een het slachtoffer zbu worden van de ge tekende avonturen, zou dit een leegte achterlaten in de gezinskas van de geestelijke vaders. Dat en dat alleen is het geheim van hun onsterfelijkheid. Ten derde: zij kunnen dingen doen, die hun dier bare lezers en lezeressen door so ciale en maatschappelijke bindin- Een uit het hoofd moeten laten, •at is wel het belangrijkste punt, 7 ei'wijl de jeugd van 12-83 jaar gemiddeld 2Jf hoeken per jaar leest, lezen mensen van boven de 60 jaarlijks gemiddeld 11 boe ken. Dit verschil in belangstelling voor het boek hangt nauw samen met de groei van het voortgezet onderwijs in Nederland. Dit bleek uit de gegevens van de nieuwste publikatie van het Cen traal Bureau voor de Statistiek in de reeks Vrije-tijdsbesteding in Nederland," getiteld leeftijd en vrije-tijdsbesteding". De gege vens icerden ontleend aan een in de winter van 1955-'56 gehouden steekproefonderzoek onder de Ne-S derlandse bevolking van 12 jaar en ouder. In het algemeen zijn de jongeren actiever dan de ouderen in allerlei sectoren van vrije-tijdsbesteding, vooral in het uitgaansleven. Mensen uit. diverse maatschappe lijke milieus nemen niet in gelij ke mate deel aan bioscoopbezoek, lezen van boeken en verenigings leven, maar bij de jeugd is er wat dit betreft meer eenheid in re creatiestijl dan bij de ouderen. De ze grotere eenheid komt vermoe delijk tot stand omdat mensen uit de lagere milieus bepaalde ge woonten van de hogere milieus overnemen. Een andere conclusie is, dat de leeftijd in het algemeen méér dan het sociaal milieu allerlei verschil len in vrije-tijdsbesteding teweeg brengt. Leeszaalassistente Thea de Leeu wen, die Den Doolaards ,fDe drui venplukkers" offreert aandeVlis- singse jongeman J. Suurmond. steeds een in de stratosfeer ontvoerde is. Met deze korte beschouwing ach ten wij de betekenis van beide fi guren voldoende belicht. Hoewel dit bij elkaar nog heel wat regeltjes vergde, moeten wij er toch voor waken hen een niet té grote plaats toe te meten. Want het is vanzelfsprekend nu ook weer niet zó zwart, dat het alles Duclc en Storm is, wat de klok slaat Zo troffen we in de openbare lees zaal te Vlissingen de jongeman J. Suurmond, werkzaam op het kan toor van 's Rijks Belastingen, die „De druivenplukkers" van Den Doolaard voor zich liet afstempe len. Het is bekend, dat druiven plukkers eerzame lieden zijn, die echter hun beminnelijkheid ver liezen, zodra een couperende in stantie aan hun daggeld begint te tornen. Onze leeszaal-bezoeker verzekerde echter met stelligheid, dat het hier niet om studie-mate riaal ging. De werken van Den Doolaard waren hem even lief als die van Carmiggelt, Bomans en Huizinga, waaruit maar eens blijkt dat ook ambtenaren-in-spé in hun vrije tijd allerminst dorre lieden behoeven te zijn. Aan Dik Trom, het „standaard werk" van de acht-tot-twaalfjari- gen, had hij zich nimmer ge waagd. „In die tijd las ik liefst boeken, die ik niet mocht lezen". Onder dit hoofd vielen ruige cow boyverhalen, die later werden ver vangen door detectives, in welk genre Van Eemlandt zijn favorie te schrijver is. Over de moderne dichters had hij geen mening. Daartoe achtte hij zich niet be voegd. „Maar mooi vind ik het niet Op dit punt bestond trouwens in het algemeen een zekere terug houdendheid. Het is zo moeilijk om een grens te trekken. De gren3 waar de serieuze kunstbetrachting ophoudt cn de nonsens begint Aan die nonsens geloofde de Mid delburgse typiste Paula van Iwaarden niet. Zij meende dus, dat de „vijftigers" geen onzin produ ceren „maar toch heb ik er geen belangstelling voor". Zoals ze trouwens geen enkele dichter leest. Proza daarentegen „heel veel". Detectives en romans rond oor logshandelingen „ik lees eigen lijk alles wat me voor de ogen komt". Zo gaat zij ook niet uit de weg voör een robbertje Agatha Christie „want de boeken, die ik lees, moeten vooral spannend zijn. Het gevaar boeit zo maar het moet wel goed aflopen Goed liep het ook af met de boeken, die zij vroeger uit het kastje van een oudere zus betrok. Die werden verslon den, in het geheim uiteraard, want ze behoorden tot de voor haar verboden zaken. Maar dat maakte het nog eens zo boeiend! Veelzeg gende titels als „Cupido" waar borgden een doortimmerde liefdes- romance, waarbij „Miek's moei lijkheden" van Sanne van Havel- te die toch ook niet gering waren, maar een flauwe afschaduwing waren. Of ze in die prille jaren nog wijze levenslessen uit de ver boden boeken heeft kunnen pu ren „Neen, daarvoor waren de proble men te onwerkelijk, het was echt niet normaal". Misschien deden Pietje Bel en Dik Trom het in dit opzicht nog beter Wat de periodieken betreft is zij een trouw lezeres van „De Spiegel" en niet te vergeten „Libelle", „Eva" en „Margriet" die nog altijd als rotsen in de branding van de Nederlandse letteren staan. De vertrouwelijke rubrieken, waarin de levensproblemen op de snijtafel komen in de de trant van ..Vera weet er wel raad mee" zijn de garantie voor een boeiende bloemlezing van de Nederlandse gezins- en verlovingsproblematiek, waaraan ook leeszaal-assistente Thea de Leeuwen uit Middelburg niet voorbij gaat. Zelfs Donald Duck gaat zij niet uit de weg, hoewel daaraan onmiddellijk dient ZEEVAARTSCHOLIER FERRY UMMELS oorlogsromans PAULA VAN IWAARDEN: eigenlijk alles te worden toegevoegd, dat zij een trouw lezeres is van „Het Beste" en dat de gedichten van Bertus Aafjes haar liefde hebben. En die van de Domburgse mr. Van Scha- gen! Voor haar werk neemt zij uiteraard kennis van allerlei boe ken. „waar je iets vanaf moet we ten". Haar ontspanningslectuur bestaat uit romannetjes, waarbij Clara Lennart haar favouriete schrijf ster ia. Echt een beetje heerlijk-roman tisch Met een blosje „Een beetje wel. Door haar werk in de Vlissing- se openbare leeszaal weet zij ongeveer wat de jeugd vraagt. „Moderne" schrijvers en dichters worden niet veel ge vraagd. De meisjes nemen door gaans licht verteerbare meisjesro mannetjes, waarvoor je je weinig behoeft in te spannen; de jongens bepalen zich in liet algemeen dus tot detectives, oorlogsboe ken en werken over radiotechniek fen de luchtvaart. Literaire werken worden een kleine minderheid buiten beschouwing gelaten al leen gevraagd als het schoolplan dat eist. Eigenlijk valt hij drie jaar buiten de grenzen, die aan deze veertien daagse rubriek zijn gesteld: Jan Hintzen, de algemene leider van het hervormde jeugdzorgwerk in Vlissingen. Maar ook Jan Hintzen heeft zijn vóór-twintigjarige tijd gehad zullen we maar denken. En daarom willen wé deze onderwij zer van de Prins Willemschool hier ook even aan het woord laten. Want lezen dat kan hij! Al be weert hij dat niet met zoveel woorden. Eén blik in zijn van bo ven tot onder gevulde boekenkast op een gezellig ingericht zolder kamertje aan de Schuitvaart- gracht 243 zegt eigenlijk al ge noeg. De honderden boekenrug- gen, die daar hun sierlijke ver gulde en andere gekleurde letters de kamer insteken, verraden zoals dat met een „dure" uitdruk king heet een brede litteraire belangstelling. Detectives staan er aangeleund tegen fraai geïllu streerde werken over biologie en natuurkunde,„gewone" pockets tegen rijk gedocumenteerde at lassen. „Ik mag dus wel zeggen, dat ik al een en ander gelezen heb", zo laat deze jeugdwerk-man zich wat bescheiden over z'n lees gewoonten uit. „Alleen de perio dieken en de leesportefeuille... die blader ik bij de kapper even door". Speciale leesgewoonten houdt Jan Hintzen er niet op na. En daar mee wil hij maar nadrukkelijk laten weten, dat hij niet bij die lezers met de „Chinese" inslag gerekend wil worden. Of hevel de lieden, die hun nieuwsgierig heid simpelweg niet kunnen be dwingen en onmiddellijk naar de laatste pagina van een boek grij pen... „Hans Helmut Kirst" is toch wel mijn favoriete schrijver". Ferry Ummels uit Heer (Lim burg), leerling aan de Vlis- singse zeevaartschool, is het daarover met zichzelf wel eens. Oorlogsromans hebben hem al tijd wel gelegen. En wanneer zijn vriendelijke, donkere ogen een beetje guitig vanonder de imponerende pet met het grote goudgeloverdc embleem, door de „De Ruyterschool" dwalen, ziet hij er toch echt niet strijd- lustig uit. Daarom is het ook goed te be grijpen, dat deze 18-jarige jongeman nog andere lees voorkeur heeft. Een totaal andere zelfs! Daar zij we dan weer aan geland bij Donald Duck, ditmaal versterkt met Robbedoes... In een iets gedurfder genre kan Ferry zijn „leesdraai" ook wel vinden. Het milieu namelijk van de zwart geüniformeerde politie dienaren, van de altijd en overal rondspiedende recherche-ambte naren met hun voorliefde voor vingerafdrukken en bloedsporen. Peter Cheney en Leslie Charteris zijn de meest geliefde auteurs. Hoe hij deze sprong gemaakt heeft? „Wel, via de cowboy-ro- Even anders is het met Chris Ha ment, de 18-jarige VUssinger, die enthousiast zijn „partijtje mec- blaast" in de Walcherse Jazz So ciety. Hij houdt het in hoofdzaak bij tijdschriften, en dan wel een bepaald soort geïllustreerde bla den. Vakliteratuur nel te ver staan! Over jazz, over. toneel en film. „Kortom over kunst", zegt hij, heel summier zijn interesse samenvatend. Chris Hament, die met ideeën rondloopt om mode-ontwerper te worden, zal wel de laatste zijn om heel braaf te beweren, dat hij be lezen is. Zo staan de zaken er nu eenmaal niet voor en hij is er de figuur niet naar, een „literair" masker op te zetten... Pockets en „moderne" boeken van "schrijvers als Hans Martin én Job Sytzen komen bij deze ex-h.b.s.-er af en toe nog wel eens op tafel, maar meestal eist de muziek zijn vrije tijd op. Tenslotte de dertien vragen, die aan zes willekeurig gekozen jongens en meisjes werden gesteld. De eerste vraag behoorde tot het schoolse type en luidde: „Wie was Neerlands grootste dichter?" Vondel was voor alle zes te groot, om dat niet te weten. Wie Willem Kloos was en pi hij nog wel gelezen wordt, was voor twee van de zes een duis tere zaak; Frangoise Sagan, over wie de derde vraag han delde, kwam er met vijf goede antwoorden nog juist iets be ter af. Drie van de zes wisten te vertellen, dat Hans Warren persé niet tot de experimentele dichters behoort, hetgeen de letterkundige medewerker van de P.Z.C. gaarne zal onder schrijven. Slechts twee goede antwoorden kreeg de vraag wie de meest pro- duktieve en tegelijk de grootste Nederlandse hedendaagse auteur is: Simon. Vestdijk. De vraag, tot welk genre de boe ken van Mickey Spillane mogen worden gerekend werd afwisse lend beantwoord met „detective", „cowboy", „licht", „ken ze niet" en het sprekende „dubieuze"... „Welke gebeurtenis uit het leven van Dik Trom herinner je je di rect?" was de volgende vraag, die met het verhaal van de wastobbe en dat van de ezel werd beant woord. Drie van de zes konden de naam van een literair tijdschrift noemen, slechts twee wisten cr, dat de heer M. B. Teipe dr. P. H. Ritter jr. bij de A.VJt.O. opvolgde als boekbespreker. Wat Jan de Hartog met zijn pseudoniem F. R. Eckmar bedoelde wisten slechts twee inzenders duidelijk te ma ken. Een ervan noteerde daarbij: „Een uitdaging aan de conventio nele schrijvers". Wie de auteur van „Onder het melkwoud" is, visten eveneens twee goed te beantwoorden, de naam van de vertaler, Hugo Claus, bleek maar tot één meisje te zijn doorgedrongen... Met z'n zessen waren ze het er over eens, dat Piloot Storm geen bijdrage levert tot de Nederlandse literatuur. Wel, dat het een aar dige jongen is, van wiens avontu ren men gaarne kennisneemt. Hoe betrekkelijk dit ook is: Odysseus moet het op dit punt tegen hem afleggen. In dat opzicht is hij met Donald Duck erger dan de sire- De Vlissingse Jan Hintzeneen jong onderwijzer, „gast" in deze rubriek, achter wie een groeiende bibliotheek staat (Foto's P.Z.C.)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 5