fantastisch ZELANDICA Koloniehuizen schakelen over op „psychisch bedreigde" kinderen 1 II» BOUPIA „H| Tekko Taks op de vliegende Hollander! PROVINCIALS ZEEUWSS COURANT DONDERDAG 16 OKTOBER 1958 Advertentie pepermunt» fruit-show, V choco-krokant, ijspepermunt, menthol-eucalyptus ROLLEN IN CELLOFAAN - ALTIJD VERS - ALTIJD LEKKER AANTAL BLEEKNEUSJES NEEMT AF Proef van Centraal Genootschap [(Van een speciale verslaggever) Er zijn niet zoveel „bleekneus jes" meer als vroeger. „Bleek neusjes" noemt men de lichame lijk zwakke jeugd; de jongens en de meisjes, die door een goede en doelmatige voeding, door veel rust, door een bijzon dere verzorging, door een hy giënische levenswijze in kolonie huizen in een mooie bosrijke omgeving of bij zee herstel van krachten moesten vinden. De kinderherstellingsoorden en de gezondheidskolonies zijn er ech ter nog wel. Evenals de sanatoria voor tu berculosepatiënten tegenwoor dig huisvesting en verpleging verschaffen o.a. aan reuma- en poliopatiënten, evenals zij hebben omgeschakeld, ontvan gen de herstellingsoorden en de vakantiekolonies, met name van het „Centraal Genootschap", nu ook een ander soort kinderen en wel psychisch bedreigde jon gens en meisjes. Het aantal van deze kinderen in koloniehuizen steeg van 1948 tot 1957 van 16,3% tot 38,9% van het totaal. Het „Centraal Genootschap voor Kinderherstellingsoorden en Ge zondheidskolonies" richtte voor de verpleging van deze jeugd een ex perimenteel koloniehuis, Huize „Ke telaar" in Ellecom, in. Men voegde er aan de oorspronkelijke verple ging regelmaat, nauwkeurige giënische perfectie, openluchtleven, optimale voeding, goede sfeer een meer doelbewuste psychische beïnvloeding van de verpleegde kinderen toe. Men ging over naar de gezinssfeer, naar kamers in plaats van zalen, naar individuele benadering in plaats van massali teit. Wij hebben Huize „Ketelaar" be zocht, er de kinderen onder het wa kend oog van het verplegend perso neel aan het werk gezien en met de leiding gesproken. De eerste indruk, die men krijgt is dat de kinderen uiterlijk niet veel verschillen van bleekneusjes. Aangenomen moet dan ook worden, dat er voor een deel de zelfde kinderen komen. Vroeger werd aan de „neurositas" veel minder aandacht geschonken. Tegenwoordig worden gemakkelijker neurotische afwijkingen geconstateerd. Jongens en meisjes, die men vroeger naar een koloniehuis gestuurd zou hebben „om aan te sterken", gaan er nu heen om dat zij „psychisch bedreigd" zijn. Vijftig procent van de kinderen wordt hoofdzakelijk om psychische redenen uitgezonden. Er is in zoverre vooruitgang geboekt, dat zij nu op een andere, betere, doeltreffender manier behandeld worden. In de tijd, die aan de uitzending voor afgaat, schrijven de ouders en bio grafie van hun kind. Ook de onder wijzers geven hun indruk. Voor de verzorgers in Huize „Ketelaar" zijn LEZERS SCHRIJVEN Drinkwater wordt duur betaald. De subsidie op de melk heeft de laatste tijd nogal beroering gebracht ©nder, laat ik maar zeggen, alle la- ri der bevolking, tot in de Twee- Kamer. Maar hoe komt het, dat tnen nu niets meer hoort over het drinkwater? Het waterleidingbedrijf is begonnen de prijs te verhogen, door n.b. de woonruimte tot op een teentimeter af te meten. Toen die dwaling werd ingezien, werd een nog gekker idee toegepast, namelijk de tap-telling, en trots dat idee werd bij de verbruikers, die toch nooit aan hun te verbruiken kwantum kwa men, bezitters van een regenbak of Iets dergelijks, de verbrui ksmeter Weggehaald, maar toch werd de prijs Weer verhoogd, zonder meter en zon der tap-telling. Melk koopt en betaalt men naar behoefte, water daarente gen moet betaald worden zonder dat het kwantum gebruikt wordt. Óp die manier kost een liter water voor der gelijke verbruikers, meer dan een liter melk en die is nog wit. De Willekeurige rekening wordt gepre senteerd zonder controle, naar wille keur van het waterleidingbedrijf, Waar men toch ook mee door gaat. Vlissingen. JVatei> en melkyerbruiker.1 deze gegeven heel nuttig. Zodra het kind in het koloniehuis gearriveerd is, gunt men het de tijd en de ruimte om contacten op te bouwen en het mi lieu te verkennen. Het moet namelijk een zekere mate van veiligheid voe len om het leven in het tehuis nor maal te kunnen leven. In de eerste dagen besteedt men er veel zorg aan, het kind de nlet-gekozen situatie te helpen aanvaarden. WELOVERWOGEN OPVOEDING De activiteiten binnen en bulten zijn zeer gevarieerd. Wekelijks maakt men een speelwerkplan op, dat is aangepast aan de groep, de tijd van het jaar en de overige omstandighe den. Tijdens ons bezoek, waren de werkzaamheden van de kinderen vooral op de herfst geïnspireerd. Takken met vergeelde blaren, eikels, kastanjes, paddestoelen en hel vorm den dankbaar materiaal voor ver werking in charmante, natuurlijke stillevens. Geleidelijk maakt men de bezighe den moeilijker, zodat er een-zekere eenheid in de groep ontstaat door gezamenlijke vorderingen. Elk kind krijgt de kans om zijn specifieke mogelijkheden tot uiting te laten ko men. Wil men het kind namelijk helpen geestelijk weerbaar te wor- Advertentie) In volledige overgave vervaardigen de hinderen, die in Huize „Ketelaar" in Ellecom van het Centraal Genoot schap voor Kinderherstellingsoorden en Qezondheidskolonie8 verpleegd worden, allerlei leuke versieringen van takjes, bladeren, eikels en kas tanjes. den, dan moet men het confronteren met reële moeilijkheden en noodza kelijke eisen, die het ln overeenstem ming met zijn geestelijke ontwikke ling kan verwerken. De uitzending is pen periode van In tensieve geestelijke arbeid. Het kind staat voor de taak zich aan een vol komen nieuwe situatie en aan nieuwe mensen aan te passen. In de loop der weken ziet men doorgaans verande ringen In het gedrag. De omgang met de anderen speelt hierbij een grote rol. Men zou de verpleging kunnen zien als een soort socïo-theraple of relatie-therapie. Het doel is: zelfaan vaarding door aanvaarding van de ander. De leiding controleert daarom zorgvuldig de onderlinge contacten. Aan het eind van de verpleegperiode maakt zij een verpleegrapport op, voorzien van een perspectief, zodat de verantwoordelijke, uitzendende arts na terugkomst Van hét kind een richtlijn heeft voor de verdere zorg. DE ERVARINGEN De ervaringen, die het Centraal Ge nootschap in Huize „Ketelaar" in El lecom heeft opgedaan, laten zich sa menvatten in de volgende punten: Vage klachten van ouders en school worden vaak begrijpelijker. Het kinderleven wordt verrijkt als gevolg van de aanpassing aan het tijdelijk milieu en de daar geboden mogelijkheden. Ouders en kinderen hebben de mogelijkheid elkaar na zes weken op een andere wijze te waarderen en tot een nieuwe start in de op voeding te komen. Het kind wordt zelfstandiger en leert een eigen positteve bijdrage te leveren tot net leven in een groep. Het kind leert verantwoordelijk te zijn voor de uitvoering van een taak, ook in groepsverband. De binding aan de ouders, berus tende op het nergens anders kun nen zijn dan thuis, wordt vaak vervangen door het nergens an ders willen zijn. Van CU OCCt Een staf van deskundigen maakte deel II van De Haans bekende „Alge mene Kunstgeschiedenis" „Europa tot de Renaissance" tot een uiterst be trouwbaar, informatief werk, waarin een ware schat aan gegevens is ver werkt. Onder andere worden de oud christelijke kunst, de vroeg-christe- lijke kunst van het westen en het oosten, de Keltische en Germaanse Kunst, Romaanse en Gotische kun sten in al hun facetten en onderdelen (vaak landsgewijs, Italië, de Neder landen, Duitsland, Engeland, Spanje) uitvoerig en grondig besproken. Het spreekt vanzelf dat een zo geweldig uitgebreide stof buiten het algemene om, slechts summier kon worden be handeld, zelfs in een omvangrijk boek als dit, maar vrijwel alle medewer kenden zijn er in geslaagd een helder exposé met vele bijzonderheden te ge ven van het door hen bestreken ter rein. (Alleen aan dit deel reeds werkten achttien kenners onder wie vele geleerden van naam, mee. Vele nonderden afbeeldingen op 104 platen kunstdrukpapier, talloze figu ren, in de tekst, enkele kleurplaten en afbeeldingen over de gehele pagina verluchten dit instructieve boek. Uiteraard zijn deze afbeeldingen als illustratie bedoeld (dit werk is geen plaatwerk), vaak staan er vier of meer op één pagina, maar de scherp te van de cliché s en de voortreffelij ke keuze laten zelden te wensen over (een enkele keer wel eens, men ver gelijke de heldere plaat 19 met Ger maanse gespen eens met plaat 45 waarop vier bijzonder vage plaatjes van beroemde Franse kathedralen staan, of met de Madonna op plaat 31). Een uitvoerige, up-to-date literatuur lijst verwijst de belangstellende naar dé voornaamste boeken waar hij ver der terecht kan Indien zijn interesse in een bepaald onderdeel gewekt is. Kortom, dit werk, dat vele min of meer veronachtzaamde en minder bekende gebieden van de oude Euro- nese kunst bestrijkt, dient warm aan- levolen te worden. Het is kloek en stevig uitgevoerd en berekend op lang, intensief gebruik. H.W. Nieuwe deeltjes in serie „Welen is kunnen" De serie „Weten is kunnen" in uitge breid met enkele aarige werkjes, dit maal over „De 'opvoeding van de hond", „Kamer- en volièrevogels" en „Het kweken van kleurkanaries". Het eerste boekje werd geschreven door P. M. C. Toepoel, een bij de kynolo- gen zeer bekende figuur, wiens raad gevingen door talrijke kynologen- clubs in ons land in de praktijk wor den toegepast. Toepoels boekje is geschreven in „ge woon Nederlands", zoals de schrijver het noemt en hij geeft in de voor rede bij deze vijfde druk het Neder lands voor verschillende „ingevoerde" uitdrukkingen, die men tegenwoordig in de literatuur over de hond gaarne bezigt. In het eerste hoofdstuk van het belangwekkende boekje worden de algemene zaken behandeld, „de verhouding tussen mens en hond" on der meer. Er is voorts een hoofdstuk over „de keuze van een hond", over „de opvoeding thuis" en over de „or delijkheid op de weg". Kortom een boekje dat voor iedereen, die van plan ls een hond te kopen of die reeds een hond bezit, een goede gids is voor de omgang met dit trouwe huisdier. „Kamer- en volièrevogels" is van de hand van J. H. Noordzij, de voorzit ter van de Nederlandse Bond van Vo- ;elliefhebbers. In dit boekje wordt e vogelvriend van advies gediend cn voor vele problemen zal men in de zevenenzestig bladzijden, die dit Over bedijkingsgeschiedenis is wat Zeeland be treft, vrij veel geschreven. Vroeger en nu. Tel kens weer worden nieuwe aspecten belicht. Het wachten is echter op een samenvattende studie over wording en opbouw van onze polderland schappen. Maar er zijn voor de toekomstige ge schiedschrijver talrijke moelijkheden. Want onze kennis van de waterschaps- en waterstaatsge schiedenis vertoont nog ernstige lacunes. Elke verantwoorde bijdrage om onze kennis op dit ter rein aan te vullen kan daarom met vreugde 6e- groet worden. In het sept, nr van O.T.A.R. (Orgaan van de Vereniging van waterstaatkundige ambtenaren van de Rijkswaterstaat) komt een bijdrage voor van Q. M. van der Linde over landaanwinning in het zuidwesten des lands. Reeds in de 16e eeuw heeft de be kende waterbouwer, Vierling, in zijn „Tractaet van dyekage" waardevolle opmerkingen gemaakt omtrent de wijze waarop met eenvoudige middelen de aanslibbing in de hand kan worden gewerkt. Een van de middelen was het afsluiten van geulen en kreken. In dit verhand wijst Van der Linde op het verschijnsel, dat de in de 19e eeuw uitgevoerde afdammingen voor de spoor weg Roosendaal-Vlissingen in sterke mate de aanslibbing heb ben bevorderd. In de laatste decennia is ter bevordering van de aanslibbing de bekende methode toegepast van het inplanten van het Engels slijkgras - in het artikel hardnekkig Spartina Toronsendii in plaats van Townsendii genoemd. Deze plant doet de modderoppervlakte stijgen, doordat zij het water tussen haar stengels en lagere bladeren filtreert en modderdeeltjes die door de stromen worden aangevoerd, vasthoudt. In 1925 is een proef op grote schaal toegepast op de slikken ten 2uiden van de Sloe- dam, in de Braakman en het Land van Saaftinge. De uitkomsten overtroffen ver de verwachtingen. Zo begon de verspreiding van het Spartina op de buitengronden van Zeeland. Het verdrong zelfs de andere vegetatie. Het heeft'de vervroegde inpoldering van de Quarlespolder (1949) en de Braakman, (1952) mogelijk, gemaakt. In de jaren dertig heeft men ln het Sloe nog een andere methode toegepast, die Van der Linde de begreppelingsinethode noemt. Haaks op de oeverlijn worden greppels gegraven. De volgeslibte greppels graaft men uit en verspreidt men op de tussengelegen „akkers". In 1935 werd dit stelsel gecombineerd met de aanleg van rijzendammen. Na de oorlog is deze werkwijze niet meer toegepast. Men is overgegaan tot de kribbenmethode, waarbij op 200 m onderlinge afstand uitsluitend lengtedammen worden aangebracht waartussen greppels worden gegraven. Volgens Van der Linde liggen in het Sloe binnen enige jaren 700 ha op bedijking te\viachten. Wij citeren: „Deze inpoldering zal de zoute kustlijn met ongeveer 5 km verkorten, zodat ruim 8,5 km bïn- nengepolderde zeedijken niet volgens de Delta-eisen behoeven te worden verhoogd". elaas worden de slikken geheel ingenomen door Engels Slijkgras" verzucht (ir.) W. G. Beeftink in zijn artikel: "^De betekenis van de natuurterreinen in het Deltagebied voor de botanie, juli/aug van „Natura" (Orgaan van de Kon. Ned. Natuurhist. Vereniging). Hierdoor wordt het namelijk niet meer mogelijk het gedrag van de aldaar van nature voorko mende soorten te bestuderen. Het standpunt van de botanicus, die op de slikken en schorren een vegetatie kan bestuderen „zo groots als nergens op het vasteland van West-Europa wordt aangetroffen". Beeftink pleit sterk voor het behoud van terrei nen langs het Schelde-estuarium, „die aan de rechtstreekse ver nietiging door het Deltaplan ontsnappen". Noodzakelijk voor- natuurwetenschap en recreatie met als achtergrond „het behoud van een laatste stukje Schepping, waarover 's mensen beheer zo zeer is tekort geschoten". boekje telt een oplossing kunnen vin don. Twaalf foto's en dertien tekenin gen maken het geheel nog aantrek kelijker. „Het kweken van kleurkanaries" is geschreven door L. P. Flipsen, keur meester van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers en is bestemd voor de specialisten onder de ama teurs. De inhoud is zeer eenvoudig gesteld, zodat ook de pretentieuze be ginner zich de ingewikkelde kweek- methoden eigen zai kunnen maken. De serie „Weten is kunnen" wordt uitgegeven door N.V. Uitgevers Maatschappij Kosmos te Amsterdam. Leuke bal bi] Qa-Va-Seul Een flinke doos wrijfwas met silicone voor een heerlijk glanzende woning plus een aardige bal voor Uw kind! Tijdelijk si «77 ct 14. Nadat alle fomalitei- ten op het vliegveld ver vuld waren, werden Charles Brills en de beide vrienden verwelkomd door een zeke re mr. Slim, die door de grote regisseur direct belast werd met de opdracht om beide vrienden naar hun apartementen te brengen. Mr. Brills nam afscheid met de woorden, dat zij maar moesten wachten op het be richt van hem en liet de vrienden verder aan me neer Slim over. Met een taxi reden zij daarop langs enorme wolkenkrabbers en door de razende drukte van het Amerikaanse grote stadsverkeer. Tekko en Terry kwamen ogen tekort om alles goed ln zich te kun nen opnemen en het dui zelde hen toen zij ein delijk bij een gigantisch bouwwerk stil hiel den. Het hotel. Mr. Slim verzocht de heren hem te volgen en nadat hij enige woorden met A een indrukwekkende heer gesproken had, ge leidde hij de beide vrienden naar de lift, die hen naar de étage brengen zou waar zij hun kamers hadden. EVEN NADENKEN Horizontaal: 1. saai; 5. soort ram; 9. Vereen, v. landen, afk.; 10. dikke pap; 11. melkvet; 13. duivel; 15. hulde; 16. zie 15; 17. voorzetsel; 18. schipperen; 20, gesteld; 23. bep. schaap; 26. ge groet; 27. bep. wereldtaal; 28. kogel lager; 31. kind v. blanke en negerin; 33. Friese jongensnaam; 34. ieder; 35. knorhanen; 36. ijverig. Verticaal: 1. te goed; 2. altaar; 3. één (Eng. telwoord); 4. soort aap; 5. bep. school, afk.; 6, soort papagaai; 7. hoofddeksel; 8. vergelden; 12. Zweed se munt; 14. vlaktemaat; 19. lengte maat (meervoud); 20. snelle gang; 21. vrouw v. Adam; 22. aanvang; 23. Duits dichter (rond eeuwwiss.); 24. Gravin v. h. Hollandse Huis; 25. bep. zangstuk; 29. plaats o. d. Veluwe: 30. snelle loop; 32. bep. onderricht, afk.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 8