MINISTERS ANTWOORDDEN KAMER
R0XY
R0XY
SCHADECLAUSULE (nog) niet uitgebreid,
gevolg: twee amendementen
Bijdragenwet wordt gekoppeld aan algemene
bijdragenregeling voor waterschappen
nROXY?
EEN DAM ZONDER SLUIS
BLIJFT VOOR VEERE EEN KRUIS!
SAAFTINGEGRONDEN GAAN NIET
IN KWALITEIT ACHTERUIT
llTn:s
VRIJDAG 1 NOVEMBER 1957
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
S
I"WVVNAAAAAAVSAA/\\<V>AA*'\A/SAA/*VVNAi\AAAA*'VVWVVVVVSAI*WSAA/^^
(Van onze speciale verslaggever)
DEN HAAG Binnenhof. De ministers Algera en
Mansholt hebben gistermiddag hun met spanning afge
wachte bydrage geleverd aan het Deltadebat in de Twee
de Earner. Het aandeel van minister Algera was het
grootst: hy sprak byna drie uur lang! In die tijd heeft hy
voor de kamerleden omstandig rekenschap afgelegd van
zijn opvattingen rond de Deltawet, waarby hij evenwel
slechts op enkele punten tegemoet kwam aan de vele
verlangens, die tydens de eerste ronde van het debat wa
ren geuit. De kern van 's ministers betoog valt aldus sa
men te vatten: het gaat hier nog maar om een raamwet
van beperkte strekking; de inhoud regelt bijvoorbeeld
niet sociale gevolgen, schadevergoedingen enz., omdat
deze zaken pas in de toekomst aan de orde komen. Een
gedaohtenwisseling daarover is derhalve by dit wetsont
werp nog te voorbarig. De Deltawet regelt alleen de wa
terstaatkundige kanten!
De consequentie van dit ministeriële standpunt echter
betekende tevens, dat de heer Algera onmogelijk aan al
lerlei verlangens van de kamerleden tegemoet kon ko
men, want deze wensen lagen juist grotendeels bulten de
waterstaatkundige sfeer! Toch was het bevreemdend,
dat de bewindsman bijvoorbeeld op één gebied, waarop
wèl concessies mogelijk waren, namelijk dat van de prin
cipiële regeling der schadeloosstelling, eveneens op zyn
stuk bleef staan en niet aan de door vrijwel alle sprekers
van dinsdag en woensdag geuite wens voldeed om artikel
8 de schadeclausule een bredere strekking te geven.
In de huidige redactie Is er namelyk alléén sprake van
DE KANSEN VAN de oester- en mosselcultuur na de afsluiting
van de zeegaten zijn gistermiddag uitvoerig aan de orde geweest in
de Kamer. En als enig positief punt noteerden wij daarbij de stellige
toezegging van minister Mansholt: de oesterproef in het Veerse Gat
gaat doorMaar voor het overige waren het weinig opwekkende din
gen, die de beide ministers hadden te vertellen. In de eerste plaats
staat nog helemaal niet vast, dat de experimenten inderdaad zullen
slagen minister Mansholt vond de opvatting van de V.V.D., heer
Den Hartog, die de proef een „avontuur" noemde, bepaald reëel
maar bovendien is het de vraag, of overplaatsing indien dit dus
biologisch mogelijk zou zijn financieel verantwoord is.
„vissery en aanverwante bedryven", hetgeen dus de ka
merleden uitgebreid willen zien tot andere groepen gedu
peerden. Doch dat was niet nodig, vond de minister, om
dat daarover té zyner tyd kan worden gesproken als de
bewuste schadeloosstellingswet die ln dit artikel 8
wordt voorgeschreven zal worden ingediend. Het ziet
er nu naar uit, dat de kamer zich ondanks het verzet van
de bewindsman, zich toch niet met zyn opvatting zal
kunnen verenigen: er zyn namelyk reeds twee amende
menten ingediend, een door Aardenburgs burgemeester
Van Dongen en een tweede door de C.H. afgevaardigde
De Ruiter. Het eerste amendement wil achter de woorden
van artikel 8 „tegemoetkoming in schade voor de vissery
en aanverwante bedryven" toevoegen „en voor andere
daarvoor ln aanmerking komenden". Het tweede onder
streept de noodzakelijkheid de schadeloosstelling uitslui
tend bjj de wet te regelen. Het begin van artikel 8 luidt
nu namelijk „By of krachtens de wet worden regelen ge
steld omtrent tegemoetkoming enz.". De woorden
„krachtens de wet" dienen naar het oordeel van de heer
De Ruiter te verdwijnen. Waarschijnlijk zullen beide
amendementen dinsdag in behandeling komen.
De enige toezegging, die de minister tot dusver over
dit omstreden artikel 8 heeft gedaan luidde: „Ik zal de
opmerkingen van de kamerleden over dit punt doorgeven
aan de commissie, die thans bezig is met de voorberei
ding van een schade-wet voor het Deltaplan". Voor het
overige bleef hy van mening, dat artikel 8 slechts alge
mene beginselen regelde en derhalve niet uitgebreid dien
de te worden.
of de teelt verplaatst kan worden af
hankelijk van de financiële consequ
enties. Als namelijk voor inrich
ting van de teelt elders kostbare
werken moeten worden uitgevoerd,
dan hebben we eenvoudig na te gaan
of deze werken in overeenstemming
zijn met de waarde van de oester
teelt", aldus verklaarde de minister.
Het proefbassin in het Veerse Gat
zal ook dienstbaar worden gemaakt
(Vervolg op pag. 10)
„Is het mogelijk op een andere
plaats en onder andere omstandighe
den oesters te telen?" zo vroeg1 excel
lentie Mansholt zich af, En zyn ant
woord luidde: „We weten het niet...
Maar het is onze plicht om alles op
dit gebied te onderzoeken." De be
windsman zette daarop uiteen, dat
thans wetenschappelijk onderzoek
wordt verricht in het laboratorium
in Wemeldinge, een onderzoek dat
reeds nadere inzichten heeft ver
schaft in de leefwijze van de oester.
„Maar nu moeten we deze proeven
voortzetten in de praktijk en daartoe
zal in het Veerse Gat een proefbassin
komen."
Alles by elkaar is met dit on
derzoek een enorm bedrag ge
moeid, bij elkaar ongeveer een
tien miljoen gulden. Niettemin
heeft de regering besloten deze
proeven in het oesterbassin in
de jaren 1960 tot 1968 te nemen.
„Maar dat betekent nog geenszins,
dat nu ai zeker is dat de oester
teelt behouden kan worden. Eerlyk ge
zegd weten we op dit ogenblik alleen,
dat behoud van de oesterteelt nu niet
mogeiyk is. De „delta*' betekent in
derdaad het einde van het oesteralfa
bet. Maar toch willen wij trachten de
teelt te redden, ook al omdat de ver
dwijning van deze cultuur een ver
vlakking zou betekenen van ons Ne
derlands patroon van bedrijvigheid",
zo zette de minister uiteen.
Maar zelfs indien het mogelijk blijkt
om onder bepaalde omstandigheden
oesters te telen, dan nog is de vraag
Ministeriële Benelux-geest.
Fractie-voorzitter Burger van
de P.v.d.A. had dinsdag zijn
i twijfel uitgesproken over de I
I vraag of wel voldoende reke-
ning wordt gehouden met de be-
1 langen van België. „Ik bezit
I evenveel Beneluxgeest als de
geachte afgevaardigde Bur-
ger" verzekerde minister Al-
gera in antwoord hierop.
„Trouwens, hoe kan het an-
ders: de ministers van verkeer
uit België en Luxemburg en
de Nederlandse minister van
I verkeer en waterstaat zijn in
i dezelfde maand en dezelfde
week geboren
Minister Algera
Kamer te voorbarig
Raad van de waterstaat
wordt uitgebreid.
Een belangrijk deel van de rede van
minister Algera was gewyd aan de
taak van de Raad van de Waterstaat.
De minister deed de toezegging, dat
deze raad in verband met het Delta
plan zal worden uitgebreid, o.a. met
een socioloog en een sociaal-econoom,
terwyl het bovendien in de bedoeling
ligt leden ad hoe voor bepaalde on
derwerpen te benoemen, b.v. gemeen
tebestuurders.
De minister had er geen bezwaar
tegen, dat leden van de raad, voor
zover zij optreden als vertegenwoor
digers van bepaalde groepen, in deze
eigen kring met hun deskundigen
overleggen. Doch dit overleg wenste
hij beslist niet toe te staan aan de ge
wone leden. Zij moeten onafhankelijk
kunnen oordelen.
Voor openbaarmaking van de ad
viezen, die de Raad aan de regering
uitbrengt, voelde de minister niets.
Wel zal aan de belanghebbenden in
de streek, die door de Raad zyn
gehoord, de uiteindelijke opvatting
van de Raad worden medegedeeld,
eventueel voorzien van een toelich
ting, waarom met de verlangens van
deze belanghebbenden geen rekening
kon worden gehouden. De minister
vond het overigens aan te bevelen,
dat diegenen, die door de Raad wor-
MINISTER ALGERA VERKLAART:
Zal de kwaliteit van de gronden in
het verdronken land van Saaftinge
achteruitgaan als zij niet spoedig
worden ingepolderd? Minister Alge
ra meent van niet. Hij verklaarde
althans gisteren in de Kamer, dat
deze algemeen gehoorde opvatting
waarschijnlijk een gevolg hiervan is,
dat destijds de gronden in de niet-
ingepolderde Braakman aan dit euvel
leden. Het achteruitgaan in kwaliteit
was hier echter een gevolg van het
grillige beeld, dat de Braakman te
zien gaf. Bij Saaftinge is dat heel
anders, zo zei hij.
Hoe dan ook, de inpoldering van
deze-schorren is geen uitsluitend Ne
derlandse zaak, maar gaat ook Bel
gië aan. Van Nederlandse zijde wordt
aangenomen, dat inpoldering een ver
hoging van de stormvloedstanden bij
Antwerpen met zich mee zal brengen
in de orde van grootte van 5 cm.
België daarentegen betoogd, dat deze
verhoging 10 cm of meer zal bedra
gen, hetgeen bezwaarlijk is in ver
band met de vele kaden in Antwer
pen, die dan te laag zouden zijn. De
kwestie is nu nog in behandeling,
maar is door allerlei drukte wat ach
terop geraakt. Het gesprek met Bel
gië zal echter worden voortgezet.
Enkele andere landbouwpunten
uit de rede van minister Algera:
het transport van het zoete water
uit het Zeeuwse meer naar de dro
ge gebieden elders in het land zal
te zijner tijd aan de orde komen.
De kwestie van landaanwinning
en zoetwaterpeil zal zorgvuldig
bekeken moeten worden. Deze
zaak heeft de volle aandacht.
Tensotte enkele recreatiezaken: bij
de werken aan de duinen van Wal
cheren zal alle aandacht worden be
steed aan het natuyrschoon. Het
provinciaal bestuur vdn Zeeland is
bijzonder actief geweest met betrek
king tot recreatie en Drie-eilanden-
plan. Er is een basisprogramma op
gemaakt, waarvan Rijkswaterstaat
de realisering zoveel mogelijk na
streeft bij de afsluitingswerken.
Dit zijn Zeelands verlangens
De Zeeuwse verlangens door vele
Kamerleden naar voren gebracht
zijn op d,it, kaartje nog eens schema
tisch aangegeven. Een centrale weg
over een secundaire dam in de Oos-
terschelde (1) en via een vaste oever
verbinding door de Westerschelde
(2) heen, is niet alleen van levens
belang voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
maar voor de gehele provincie. Die-
raste oeververbinding zou o.a. een
sterke stimulans zijn voor de vor
ming van grote industrie- en haven
bekkens aan beide oevers van de
Westerschelde (8) en de industriële
ontwikkeling van de kanaalstreek
(Ji) zeer bevorderen. Verkeerstech
nisch zou een verandering van het
wegenschema (5) veel goeds bren
gen. Het overbrengen van de oester
cultuur naar Grevelingen en Brou-
wershavense Gat (6) zou een be
langrijke welvaartsbron voor Zee
land behouden. En het opnieuw in
polderen van het Verdronken Land
van Reimerswaal (7 en het land
van Saaftinge (8) tenslotte zou,
naast alle andere winst van het Del
taplan, de provincie nog met nieuwe
landbouwgronden uitbreiden.
„Drommen rond regeringstafel"
naar aanleiding van artikel 4
De aangekondigde bijdragenwet
voor de deltawerken regelende
welke bijdragen de streek, in casu
de waterschappen, aan de deltawer
ken moeten leveren zal gekoppeld
worden aan een algemene wettely-
ke bydragenregeling waterschappen.
De lasten, die de waterschappen uit
eindelijk krijgen te dragen en dat
geldt zowel voor werken, die zij als
beheerders uitvoeren, als voor die
projecten welke het rijk zelf uitvoert
zullen derhalve niet uitgaan bo
ven het financiële plafond, dat in de
ze algemene regeling voor de polders
en waterschappen zal worden gesteld.
Dit verklaarde minister Algera
naar aanlei&ing van de vele vragen
over het percentage, dat het ryk zal
bijdragen aan de waterschappen die
zelf een deel van de deltawerken
(dijkverhoging) hebben uit te voeren.
Hij wilde overigens het debat over dit
punt niet nu houden, doch pas dan
als de wet (ten) zijn ingediend. „Dan
eerst komt immers de vraag aan de
orde: wie, waarvoor en hoeveel" zei
hij.
Met betrekking tot het overleg tus
sen minister en kamer over de delta
werken met name over de gede
tailleerde afsluitingsplannen, die bij
Koninklijk Besluit worden vastge
steld verklaarde de minister dat
hij er alles aan zal doen om dit over
leg zo doeltreffend mogelijk te ma
ken. Tegen ter inzagelegging van de
bewuste Koninklijke Besluiten bleef
hy bezwaar maken, maar wel komt er
een jaarverslag voor de Kamer over
de deltawerken, er kan voorts over
leg gepleegd worden bij de begro
tingsbehandeling, er is verder het
driemaandelyks verslag, waarvan 't
eerste onlangs is uitgekomen., en er
staan allerlei excursies van het par
lement naar de deltawerken op het
programma.
„Er zijn dus in voldoende mate
normale middelen tot controle
door de volksver!°genwoordiging
aanwezig" concluded de minister
Algera. Bovendien is e,- het in de
Deltawet voorgeschreven overleg
uict Gedeputeerde Staten, terwijl
door de onlangs ingediende wijzi
ging van het ontwerp-Deltawet
voor alle andere werken (verho
ging van dijken langs Wester
schelde en-Waterweg) artikel 33
van de waterstaatswet weer van
kracht is. Met andere woorden:
Gedeputeerde Staten móeten deze
plannen eenvoudig goedkeuren,
anders gaan ze niet door!
Dat de artikelen 3336 van de wa
terstaatswet wél voor de eigenlijke
afsluitingswerken huiten werking
worden gesteld, achtte de minister
noodzakelyk. „Het gaat hier om de
eenheid van deze werken" verklaar
de hij. In dit verband ging hy ook in
op artikel 4 van de wet, waarby de
minister de bevoegdheid krygt tijde
lijk het beheer van bepaalde hoogwa
terkeringen over te nemen. „Mij is
niets liever dan dat de betrokken be
heerders zelf de hier noodzakelijke
plannen voor hun waterkeringen op
stellen, maar ik kan in dit opzicht
géén risico nemen. Ik heb tenslotte
de verantwoordelykheid voor de vei
ligheid!" zei hij.
Hetzelfde artikel 4 was voorts
ook in ander opzicht een belang
rijk strydpunt, omdat sommige
Kamerleden het in strijd met de
grondwet achtten. Artikel 4 geeft
immers de minister bev oegdheid
de „inrichting van 'n waterschap"
te wyzigen, terwyl (le grondwet
deze inrichting heeft opgedragen
aan de Staten der provincie. Toen
dan ook de minister in zjjn rede
inging dromden de kamerleden
in grote getale rond de regerings
tafel. Maar de minister gaf de op
posanten géén gelijk. Uitvoerig
betoogde hij met voorbeelden uit
de parlementaire geschiedenis, dat
de inrichting van een waterschap
(artikel 206 van de Grondwet)
niet exclusief is opgedragen aan
de Provinciale Staten, zodat hy
wel degelyk in de Deltawet een
bepaling als artikel 4 mag opne
men.
„Het zou toch bovendien te gek zyn
als cte beheerder een bepaald voor 't
Deltaplan noodzakelyk werk niet
zou uitvoeren: by voorbeeld als gevolg
hiervan dat de concentratie van wa
terschappen ter plaatse nog 'niet ver
Overigens betoogde de minister, dat
het „ongrondwettelijke" van artikel
4 dat met name door Zeeland
naar voren wordt gebracht pas
door Ged. Staten van Zeeland is
aangesneden na de indiening van de
wet. Bij het vroegere vooroverleg
over het ontwerp heeft men geen be
zwaar gemaakt.
Normalisatie Westerschelde
is Belgisch belang.
De normalisatie van de Westerschel
de is een Belgisch belang. Het initia
tief daartoe zal derhalve van België
moeten uitgaan, temeer ook omdat
dit land de kosten grotendeels of ge
heel zal moeten dragen. Natuurlijk
kan de voorbereidende studie door de
beide landen gezamenlijk geschieden.
Dit verklaarde minister Algera gis
termiddag in de Tweede Kamer tij
dens de behandeling van de Delta
wet. Hij verklaarde bereid te zijn
alle medewerking aan de studie van
deze normalisatie te verlenen. Reeds
is in 1951 door Nederland in de Tech
nische Scheldecommissie gewezen op
de mogelijkheden van een normali
satieplan.
Over Belgische bezwaren tegen de
Volkerakdam, die tijdelijk een derde
sluis betekent op de vaarroute Ant
werpen—Roergebied, verklaarde de
minister, dat hij een tijdelijk extra
oponthoud van ca. 3035 minuten
op een vaartijd van 5070 uur moei
lijk als overwegend bezwaar kan
zien. De sluis in de dam wordt ruim
opgezet en zal op de duur een ver
betering betekenen, namelijk als de
Oosterschelde is afgesloten en de
sluis bij Wemeldinge open kan blij
ven.
den gehoord, hun verlangens op pa
pier zetten, welke schriftuur dan
wordt bestudeerd.
Wat de maatschappelijke gevolgen
aangaat, verklaarde de minister hier
in de eerste plaats een taak van het
particulier initiatief te zien. Indien
de ryksoverheid hier geldelyke steun
dient te verlenen, dan zal dit van ge
val tot geval moeten worden bezien.
(Advertentie)
ruiken
is
roken
Maak zo'n pakje
P.oxy eens helemaal
open en snuif die heerlijke
geur van zon-doortrokkeo
volrijpe tabakken op.
Steek dan op en U weet
waarom steeds meer
mensen zeggen:
'n Roxy?
ja graag
ja graag
3 Roxy Rook Redenen:
Dubbel gefermenteerd
Dubbel gezuiverd
Standvastige melange