C
Salarisactie van de ambtenaren
op dood spoor gekomen
DE SCHELDE IS GEPROMOVEERD
NAAR DE EERSTE KLASSE
JIMMY op het onbekende eiland
LEUNIS D0MIS STAK IN 1562
KERK VAN BRIGDAMME IN BRAND
NIEUWS UIT DE KERKEN
10
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
DONDERDAG 14 APRIL 1955
REGERING WIL NIET VERDER GAAN
Heropening van overleg gewenst
(Van onze parlementaire redacteur).
Na een aantal vergaderingen, waarop de ambtenaren duidelijk hun
misnoegen hebben uitgesproken over het mislukken van de salarisonder
handelingen met de regering en na de aanneming van moties, waarin het
gaed recht van een salarisverhoging wordt bpleit en waarin gevraagd
wordt om heropening van de besprekingen, z(jn we nog altyd even ver.
Scherp staan tegenover elkaar de ambtenarenorganisaties, die op ver
schillende gronden volhouden, dat er een wanverhouding is ontstaan tus
sen de bezoldigingen van het burgerlek overheidspersoneel en de regering
die meent, dat zij met de verhogingen zo ver gegaan is als enigszins mo
gelijk is en die elke nieuwe verbetering afwast.
Dit is een toestand, die niemand
bevrediging kan schenken. Zeker de
betrokken ambtenaren niet en even
min de regering en daarom zal alles
in het werk gesteld moeten worden
om tot een hernieuwd overleg te ko
men. De bereidheid daartoe dient in
de eerste plaats door de regering ge
toond te worden.
De minister van binnenlandse za
ken, prof. Beel, heeft evenwel in de
Eerste Kamer verklaard, dat de re
gering beslist niet verder kan gaan,
dan zij al gegaan is en dat er rust
op het gebied van de lonen en de
prijzen dient te komen. Dat was kort
nadat het overleg definitief mislukt
was. Vier van de vijf centrales van
overheidspersoneel hadden zich in
het georganiseerd overleg niet kun
nen verenigen met de voorstellen van
de regering. Deze kwamen neer op
een verhoging van de lonen der
werklieden in de loongroepen 1 en 2
met drie cent; de toekenning aan de
werklieden van loongroep 1, indien
z(j op of na 1 Januari 1955 het maxi
mum hebben bereikt, van een toeslag
na één, twee of drie jaar van resp.
één, twee en drie cent; een verho
ging van de lonen der werklieden in
loongroep 3 en 4 en van de vaklie
den m de loongroepen 4, 5 en 6 met
vijf cent; een overeenkomstige ver
hoging van de salarissen van ae amb
tenaren tot en met schrijver met 8
per maand en tot en met commies
A met 14.50 gepaard met een de-
nivelleringsverhoging van de salaris
tabellen boven de commies A tot een
maximum van ruim 3 percent. Laatst
genoemde verhoging vond zijn grond
in de beperking van de op 19 Maart
1951 verplicht gestelde salarisverho
ging van 5 percent tot een maximum
van 200 per jaar. Tenslotte stelde
de regering voor de verplegenden,
voor wie pas een salarisherziening
was ingevoerd, van de verhoging uit
te sluiten.
Loonronden
Tot dusver hadden de ambtenaren
fedeeld in de salarisverb - ingen,
ie sinds de bevrijding z\j. inge
voerd. Dat zijn er ettelijke »-weest.
Op 15 October 1945 stond rege
ring een verhoging van de f nen tot
25 boven die van 10 Aei 1940
of 15 boven die van 31 October
1942 toe. In October 1946 volgde een
loonstop en in November 1947 werden
de richtlijnen voor de uurlonen van
geschoolde en ongeschoolde arbeiders
gewijzigd, waardoor de vakbonden
de gelegenheid kregen en aangre
pen om in de C.A.O.'s en binden
de loonregelingen hogex-e lonen te be
dingen.
Op 1 November 1948 voerde de re
gering een loonbijslag van 1 in voor
werknemers boven 23 jaar en met
een weekloon van minder dan 71
en van 4,50 voor werknemers van
dezelfde leeftijd en met een maand
loon van minder dan 308. Dat was
de zogenaamde Joekes-gulden.
Op 1 Januari 1950 verleende de
regering verguning tot verhoging van
de lonen met 5 de Joekes-gulden
was in deze verhoging verwerkt.
Op 1 September 1950 volgde een
verplichte verhoging van 5 met
een maximum van 180 per jaar
en op 19 Maart 1951 nogmaals een
verplichte verhoging van 5 met
een maximum van J 200 per jaar.
In November 1951 kregen de werk
nemers een „uitkering-ineens" van
11 van het weekloon of 2%
van net maandloon met een maximum
van 8,50.
Als loonronde dient men ook te
beschouwen de compensatie voor het
werknemersaandeel in de premie
voor de Wachtgeld- en Werkloos
heidswet, die op 1 Juli 1952 werd
toegekend, hoewel de baten daarvan
niet bestemd waren voor de directe
consumptie, maar voor de verbete
ring van de sociale zekerheid.
Tenslotte kwamen er nog een ver
plichte verhoging van 5 op 1 Ja
nuari 1954 en een niet verplichte
verhoging van 6 op 1 October 1954.
De regering meent, dat zij voor
de ambtenaren heeft gedaan wat
mogelyk was. In de Eerste Kamer
heeft minister Beel voorgerekend, dat-
de lonen by de overheid sinds 1948
meer gestegen zijn dan de prijzen, in
sommige gevallen zelfs 16 Voor
de eerste gemeenteklasse zijn de lo
nen sedeert 1948 met 37 tot 41
gestegen, voor de tweede gemeente
klasse met 39 tot 46 voor de der
de met 43 tot 52 en voor de vier
de met 45 tot 52%, terwijl de kosten
van levensonderhoud sinds 1948 met
34 gestegen zyn.
Onvoldoende
Er zal tegen de redenering van de
regering, dat de ambtenaren in alle
vroegere salarisverhogingen gedeeld
hebben en dat de lonen meer gestegen
zijn dan de kosten van het levens
onderhoud, wel niet veel in te bren-
en zyn. Maar daarmede is natuur-
jk nog geenszins gezegd, dat de be
zoldigingen op zichzelf voldoende
zijn.
Ten bewijze van het onvoldoende
salarispeil van de burgerlijke amb
tenaren vestigen de organisaties de
aandacht op de bezoldigingen, die in
het militaire apparaat genoten wor
den. Een schrijver tweede klasse, die
in 1940 124,70 per maand verdien
de, is in 1955 opgeklommen tot
270,30. Een korporaal, de rang,
die met schrijver tweede klasse te
vergelijken is, zag zyn salaris in die
jaren echter stijgen van 121,17 tot
323,30. Voor een commies zjjn
deze bedragen respectievelijk 256,50
en 508,80; het salaris van een ad
judant-onder-officier steeg echter
van 210,55 tot 524,70. Een refe
rendaris verdiende in 1940 427,50
en in 1955 ontvangt hy 837,40. De
bezoldiging van een majoor liep even
wel op van 420,42 tot 948,70.
De ambtenaren vinden, dat hun
huidige salarispeil, noch ethisch, noch
sociaal, noch economisch verant
woord is.
I Advertentie.j
onbeperkte
perulllooi
BINNENVERING BED •warm.
De beste bedden
MHCfo, ooit gemaakt!
Ijoodwill
SCHUIMRUBBER BED
TELEFOON Nn
Mr Susanto is gisteren naar
Parijs vertrokken
Uitgeleide gedaan door vele land
genoten zijn gisterochtend de schei
dende waarnemende hoge commissa
ris van Indonesië en mevrouw Susan
to Tirtoprodjo per trein naar Parys
vertrokken. Zoals bekend, is mr Su
santo benoemd tot Indonesisch am
bassadeur in Frankrijk.
De Indonesische vertegenwoordi
ging in Den Haag wordt thans geleid
door een charge d'affaires, de heer
Sjarif, die verbonden is geweest aan
de Indonesische ambassade in Mos
kou. Naar de vorige week is mede
gedeeld, zal de definitieve benoeming
van een opvolger van mr Susanto
hoogstwaarschijnlijk eerst geschieden
na de ratificatie van het protocol tot
opheffing van de NederlandsIndo
nesische Unie.
ZEEUWSE DAM COMPET IT IE
Middelburg II met 12-8 geklopt
Het belangrijkste resultaat in de Zeeuwse damcompetitie was wel het feit,
dat De Schelde uit Vlissingen de promotie-wedstrijd tegen Middelburg n met 12—8
wist te winnen en daardoor naar de eerste klasse promoveerde. Het merkwaar
digste is, dat dit team in de vorige competitie genoegen moest nemen met de op
een na onderste plaats en het recente succes is dus als een grot verrassing te be
schouwen.
Van deze ontmoeting luiden de per
soonlijke uitslagen als voïgt:
H. Overtveld—P. van Vlijmen 1—1, Joh.
v. d. BergeP. Thenu 20, C. van Rijs
wijk—P. Tuasuun 0—2, M. Reijnhout—J.
Koppejan 20, P. VendevieleJ. van
Strien 1—1, K. C. de Baare—H. Kip 0—2,
K. de VriesH. Kerkhof 02, J. v. d. Ber
geR. Bosch 11, M. PouwelseW. Eng-
berts 11, M. v. d. SlikkeJ. Marijs 02.
De hieraan voorafgegane beslissings
wedstrijd om de onderste plaats in de
eerste klasse tussen Goes cn Middelburg
EC was door de Goesse spelers met 13—7
gewonnen.
Eindstanden
De officiële competitie-eindstand luidt
als volgt:
Hoofdklasse: GJD.C. 5. 7. 57-43, D.I.D.
5, 7, 55—54, MJ3.C. 5, 5, 52—48, A.D.C. 5,
5, 49—51, D.O.S. 5, 4, 46—54, D.I.D. H 5,
2, 41—59.
G.D.C. Goes, reglementair kampioen.
l'e klas: Aris de Heer 5, 7, 55—45, D.CJL.
5. 7, 58—42, D. en Sch, 5, 7, 54—46, D.C.K.
B. 5. 5, 51—49, G.D.C. H 5, 2, 42-58, M.-
D.C. II 5, 2, 41—59.
Na herkamp Aris de Heer Souburg kam
pioen le klas. Promotie-degradatie wed
strijd Vlissingen IIAris de Heer 941.
Aris de Heer promoveert naar de le klas.
2e klas: De Schelde 6, 9, 7446, Lamme-
renburg 6, 8, 6555, Aris de Heer II 6, 8,
65—55, A.D.C. H 6, 6, 63—57, D.O.S. II 6,
5, 56—64, D.I.D. UI 6, 5, 53—67, D.C.K.
73. Jimmy Brown stond er toch even verbaasd van te
kijken, hoe snel hij had begrepen, dat de piloot van de
vliegende schotel alles kon opvangen wat hij dacht
Jimmy begon nu zijn best te doen het vreemde wezen
dat nog altijd bewegingloos voor hem stond door middel
van zijn gedachten op de hoogte te brengen van de si
tuatie waarin hij en zijn reisgenoten zich bevonden.
„Wij willen van dit eiland weg, wij willen tot elke prijs
van dit eiland weg en ik ben er helemaal zeker van
dat kapitein Brulboei graag de gehele lading van zijn
schip zou willen prijsgeven op voorwaarde, dat hij
dit eiland kan verlaten. Waarom wilt u die levensmid
delen zo graag hebben? Hebt u zelf geen doppertjes in
blik en maisvlokken en suikerklontjes....?" Telkens als
Jimmy zo'n gedachte had afgerond, verminderde de
prikkeling in zijn hoofd, om even daarna weer sterker
te worden. En dat ging zo geruime tijd door, zo lang
zelfs, dat toen het ogenblik was aangebroken, waarop
de schotelpiloot de ban verbrak, Jimmy van vele dingen
op de hoogste was, waarvan hij een paar uur tevoren
zelfs nog niet gedroomd hadJimmy besefte, dat hij
zich weer vrijelijk kon bewegen. Hij bukte zich en be
gon de piloot de levensmiddelen te overhandigen. Deze
laadde ze in zijn geheimzinnig voertuig, dat van een
glanzend wit metaal scheen te zijn vervaardigd. Onder
wijl trachtte Jimmy een glimp op te vangen van de
gelaatstrekken van de piloot. Maar dat lukte hem niet.
DE NOORDWEG IN DE 18e EEUW
Als wraakoefening tegen de landman
Zittende in de schaduw van de lindeboom voor de herberg „De Zon" te
Brigdamme zien wij aan de overzijde de ruïne van een oude kerktoren. De
kerk, gewijd aan St. Martinus, was in 1215 gebouwd en is in 1562 afge
brand. Zekere Leunis Domis, ook genoemd Keyzer, oud 27 jaar, geboren te
West-Souburg, had de kerk in brand gestoken uit wraak tegen een landman
te Brigdamme, van wie hy een hemd had gestolen, hetgeen ontdekt werd.
Daar op brandstichten vroeger een bijzondere strenge straf stond, vooral
van een kerk, werd Leunis Domis op 1 Juni 1562 te Middelburg levend
verbrand.
Men vraagt zich af, waarom de
knecht zijn wraak niet koelde door
de boederij van zijn baas in brand
te steken maar wel de kerk. Hier
voor kan de volgende verklaring ge
geven worden. Hij zou zijn diefstal
aan de pastoor hebben bekend. Deze
schond het biechtgeheim en zei het
tegen de boer, die het de schout me
dedeelde. Om zich op de pastoor te
wreken, stak hy de kerk in brand
met de fatale gevolgen. De kerk is
nooit opgebouwd. Mede door de ge
loofsvervolging was de tijd vol on
rust. In 1566 kwam zelfs de bekende
beeldenstorm.
Nog altijd voor de herberg zittende
en kijkende naar de ruïne, zien wy,
dat twee hoge muren samen een nis
vormen. Op enige afstand staat nog
een stuk muur. In de Zelandia Hlus-
trata van het Zeeuwsch Genootschap
is een gekleurde tekening van de
ruïne in het midden der 18e eeuw.
Het hooggelegen terrein om de ruïne
is tot ongeveer 1870 als begraafplaats
gebruikt voor Brigdamme en omge
ving.
De tand des tijds deed de muren
verbrokkelen, zodat ten laatste een
tamelijk hoge steenklomp overbleef.
Lange tijd was deze omringd door
olmbomen, totdat de iepziekte deze
deed afsterven.
De dichtby wonende timmer
man zette zijn palen en plan
ken tegen de ruïne. Deze is
blijven staan tot de Duitsers in
1944 meenden dat de kerkhof
heuvel hun van dienst kon zijn.
Eerst werd het massieve muur
stuk opgeblazen. Het terrein
werd voor een groot deel afge
graven door de „spitters", die
gevorderd werden om voor de
„Wehrmacht" te werken. De
grond werd gebruikt om in de
buurt gelegen bunkers te ca
moufleren. De boeren moesten
de grond daarheen rijden.
Begrijpelijk dat by het afgraven
veel doodsbeenderen te voorschijn
kwamen. Helaas werd hiermee niet
met piëteit omgegaan, integendeel.
Dat de Duitsers dat niet hadden is
aan te nemen, maar treurig was het,
dat de Brigdamse jeugd met de sche
dels voetbalde.
Na de drooglegging van Walche
ren heeft de gemeente Sint Laurens
van het terrein een plantsoen ge
maakt.
Wij hebben lang genoeg in „De
Zon" vertoefd en vervolgen onze wan
deling. Aan onze linkerkant ligt de
hofstede „De Bruinvinsch". Wij kun
nen ons niet voorstellen welk verband
er kan bestaan tussen dit dier en een
boerderij. Aan de overzijde leidt een
dreef naar een boerenhoeve, wier
naam „Leg af" wil aanduiden, dat
bij deze plaats de vyand eens de wa
pens heeft moeten neerleggen tijdens
het beleg van Middelburg (1572
1574).
Enkele stappen verder wandelende
zien wij links de hofstede „Kersen
burg" temidden van boomgaarden en
rechts de buitenplaats „Welgelegen".
Het jaartal 1622 herinnert ons aan
het jaar der stichting.
Golsteinseweg
Nu komen wij aan de Golsteinse
weg. Deze naam zegt ons, dat hij
voert naar de buitenplaats „Gol-
stein", genoemd naar de stichter Hu-
bertus Goltrius, die leefde van 1526
tot 1583. De Leliëndaalse weg laten
wij links liggen en wandelen wij voor
bij het z.g. Spanjaardsputje. Doordat
het later grotendeels is gedempt, is
er thans niets meer van te zien. Hier
toe heeft ook medegewerkt de inun
datie in 1944 en 1945, Toen de Span
jaarden vanuit het belegerde Middel
burg in 1573 een uitval deden, wer
den zy hier verslagen. De gesneuvel
den werden samen in één put begra
ven.
Wij wandelen verder onder de scha
duw van hoge bomen, terwijl aan
weerszijden van de weg opgaand
kreupelhout groeit. Hoe de Noordweg
er destijds uitzag, kunnen wij nog
zien op een afbeelding, gemaakt door
C. Macaré in 1767 en bewaard wordt
in de bekende grote verzameling Ze
landia Illustrata.
De molen van Sint Laurens, die wij
nu naderen, dateert van 1721. De vo
rige molen, waarbij een vluchtberg
heeft gelegen, was 'n z.g. standaard
molen, die men in Walcheren niet
meer aantreft. Jammer dat de molen,
nog niet zoveel jaren geleden, door
brand de kap heeft venoren en niet
in zijn oude luister ls hersteld. In het
eerste artikel schreven wij reeds, dat
de ambachtsheer van Popkensburg of
Sint Laurens de vluchtheuvel heeft
doen afgraven om de laagste delen
van de Noordweg,. die toen met cal-
cijen werd bestraat, op te hogen.
(Slot volgt).
Enkele honderden goedgewapende Ka-
renopstandellngen hebben Zaterdag drie
plaatsjes aan de monding van de rivier
de Sittang. 112 km ten Noord-Oosten van
Rangoon (Birma) aangevallen en ln brand
gestoken. Volgens de berichten zijn ten
minste 100 burgers als gijzelaars mee
gevoerd. Enkele gevangenen werden
doodgeschoten.
In buisjes o 20 eri flacons a 50 .tabletten
LOCÓMOTIEVENDEPoT
Dr .A. de Wilde schrijft in „Kerk en
Wereld" over de gelijkenis van de arbei
ders in het locomotieven-depót:
Het spoorwegverkeer in het Westen van
Engeland werd vroeger verzorgd door
twee spoorwegmaatschappijen. Deze zijn
sinds geruime tijd samengesmolten. Maar
onder het personeel van het locomotieven-
depót te Manchester is dat nog niet door
gedrongen. De twee- groepen arbeiders
werken nog op dezelfde wijze als vroe
ger, toen zij voor twee maatschappijen in
dienst waren. Zij eten apart, hebben een
aparte werkplaats, hun gereedschappen
en werktuigen zijn volkomen gescheiden
en zij worden vertegenwoordigd door twee
verschillende vakbonden. Het ergste is dat
zij weigeren gezamenlijk te werken. De
vroegere LNER-mensen willen alleen wer
ken op hun oude machines, evenals trou
wens de mannen van de LMS. Traditie en
sentiment voor de vroegere „baas" spelen
hier een grote rol.
Dit relaas knipte ik enige maanden ge
leden uit de pers. Zoiets is misschien al
leen in Engeland mogelijk. Ik kan me
niet voorstellen, dat een dergelijke toe
stand bij onze Nederlandse spoorwegen
zou kunnen voorkomen. Maar zoiets komt
wel voor bij de Nederlandse kerken. Theo
logisch en praktisch is er een eenwording
gekomen in die zin, dat de verschillen in
theologie en praktijk niet samenvallen
met de grenzen van de oude genootschap
pen. Doopsgezinden, Luthersen, Remon
stranten hebben dezelfde theologische
schakeringen als de Hervormden, en aan
de rechtervleugel heeft men zelfs de drie
formulieren van enigheid gemeen. Men ls
veel meer één dan het de schijn heeft.
De voorhoede van de verschillende kerken
voelt oecumenisch en erkent volmondig
dat er een eenheid in Christus is, die al
leen maar niet zichtbaar is.
En nu de gelijkenis van de arbeiders in
het locomotieven-depót, toegepast op de
kerljen. Ieder rijdt op zijn eigen machine:
de Hervormde machine, de Doopsgezinde
machine, de Gereformeerde machines
merk 1834, merk 1892, merk 1900 zoveel,
de meeste na de oorlog weer van nieuw
raderwerk vporzien en duchtig opgepoetst.
Zij hebben hun aparte werkplaatsen, ge
reedschappen en werktuigen: in ieder
klein dorp staan twee of drie kerkgebou
wen, catechisatielokalen en pastorieën
(soms alle verwaarloosd uit geldgebrek,
vaak onpractisch); ze hebben alle een ei
gen orgel (inclusief organist), eigen
avondmaalsstel, eigen projector (mis
schien ook geen van alle!), eigen gezang
boeken met ongelijke nummering en on
gelijke woorden (dat zingt zo prettig bij
„oecumenische" samenkomsten!), eigen
administratie met ook ieder een eigen" te
kort, waarvoor dan weer de eigen vrou
wenverenigingen eigen bazars houden;
men heeft eigen opleiding, waar de arge
loze studenten nog weer eens goed in het
„eigene" ondergedompeld worden; men
heeft eigen jeugdorganisaties, eigen zang
koren en ten slotte eigen rusthuizen. Er
is een verhaaltje, dat zegt dat de Gere
formeerden ook een eigen afdeling in de
hemel hebben, door een hoge geluiddichte
muur van de anderen afgescheiden. De
arbeiders in Manchester worden apart
vertegenwoordigd; zo hebben deze kerken
alle een aparte synode, aparte provinciale
en classicale vergaderingen, aparte werk-
commissles voor diaconie .zending, jeugd,
ziekenzorg, enz. Moeizaam moet overleg
gezocht worden als er iets gebeuren moet
dat niet apart gedaan kan worden, maar
gemeenschappelijk optreden gebiedend
eist.
De arbeiders zitten in twee aparte groe
pen te eten. Dit klinkt in het berichtje
over de toestand te Manchester het hate
lijkst; zelfs de gewone kameraadschap is
er niet bij. In de kerken is ook dat het
meest schrijnend; de maaltijden van de
verbondenheid met Christus en met elkaar
vieren ze apart, en verschillende kerken
•passen speciaal op, dat er geen christen
van andere denominatie aan hun tafel
verschijnt, als er ter plaatse een kerk van
die denominatie is. Mochten enkele arbei
ders van de ene groep het eens proberen
bij de andere te gaan zitten om samen te
eten, dan komen de „bonden" in actie:
kerkvisitatoren verschijnen om ambts
halve hiertegen op te treden.
BELIJDENIS EEN MODESHOW
Ds. Van Woerden te Almelo vraagt zich
naar aanleiding van de komende bevesti
ging van nieuwe lidmaten af, of er piet
gebroken moet worden met de ongeschre
ven wet, dat nieuwe lidmaten bij het af
leggen van hun belijdenis zich van top tot
teen nieuw in de kleren moeten steken. Op
zichzelf ziet hij in deze gewoonte, die een
symbool wil zijn van het nieuwe begin,
geen bezwaar. Maar. anders wordt het,
wanneer hieruit een traditie groeit, die
zich als een tyrannieke wet oplegt aan
een ieder, die in de Hervormde Kerk be
lijdenis wil afleggen.
Een vrouw uit de gemeente vertelde on
langs aan ds. Van Woerden, dat zij, hoe
wel zij de belijdeniscatechisatie volledig
gevolgd had, geen belijdenis had afgelegd
omdat het gezin in financiële moeilijkhe
den was gekomen en men zich geen nieu
we kleren kon aanschaffen. De strenge
publieke opinie kon op dit punt onmoge
lijk getrotseerd worden.
Een aantal nieuwe lidmaten van de wijk
van ds. Van Woerden heeft op de cate
chisatie zelf het onderwerp ter sprake ge
bracht en daarna het besluit genomen om
belijdenis te doen in hun Zondagse pak of
jurk, doch geweigerd nieuwe kleren te ko
pen. In dezelfde lijn besloten een aantal
meisjes, die ook in het gewone leven geen
hoed plegen te dragen ook in dit opzicht
zichzelf te blijven en zonder hoed belijde
nis te doen.
OUDE BIJBELROLLEN
Israël is in het bezit gekomen van vier
van de zeven Bijbelmanuscripten, bekend
als de Dode Zee Rollen, die in een grot bij
Jericho werden gevonden in 1947. Zij zijn
gekocht van Metropoliet Athanasius Yes-
hue Samuel van het Syrisch Orthodoxe
klooster St. Marcus te Jeruzalem.
De vier rollen zijn de oudst bekende
manuscripts van het Boek Jesaja:
een commentaar op het Boek Habbakuk;
een verzameling godsdienstige voorschrif
ten van de secte van de Esseners, die
bestond ten tijde van Christus, en het
Boek Lamech een apocryf boek, waar
van het bestaan genoemd wordt in ver
scheidene oude geschriften.
De andere drie rollen werden kort na
de ontdekking aangekocht voor de He
breeuwse Universiteit in Jeruzalem.
Alle zeven rollen zullen worden be
waard in Jeruzalem en zullen bezichtigd
kunnen worden. Dr. Benjamin Mazar, de
president van de Hebreeuwse Universiteit
zeide, dat „wij door het verkrijgen van de
zeven rollen de grootste historische schat
ter wereld bezitten".
KLEUTERS EN OUDERE MENSEN
Amerika wordt hoe langer hoe meer een
land van kleuters onder de zes jaar en
mensen van middelbare leeftijd, doch de
kerken in het land richten hun activiteit
op andere groepen van de bevolking, hoe
wel die in aantal achteruit gaan. Dit feit
werd bekend gemaakt in een rapport over
een onderzoek van de bevolking uitge
bracht door de Afdeling voor Christelijke
Opvoeding van de Nationale Raad van
Christelijke Kerken.
Binnen 20 jaar tijd zal het aantal Ame
rikanen van 64 jaar en ouder van 14
millioen tot meer dan 20 millioen stijgen,
terwijl de toename van kinderen onder de
vijf jaar meer is dan die van alle andere
leeftijdsgroepen. Met het oog hierop zullen
de kerken hun program moeten herzien,
willen zij hun taak op de juiste wijze ver
vullen, aldus het rapport.
Dr. Richard E. Lentz. de directeur van
de Afdeling voor het Gezin van de Raad
van Kerken merkte naar aaleiding van
het rapport op, dat „de beide groepen over
het algemeen bestaan uit mensen met veel
vrije tijd. In sommige kerken in de steden
bestaat het grootste deel van de leden uit
mensen, die gepensionneerd zijn en die
met hun vrije tijd geen raad weten. De
kerk zal zich bij haar zielzorg meer tot
deze mensen moeten richten".